• No results found

Bereik Intensieve Aanpak Jongvolwassenen

In document Op zoek naar de sleutel (pagina 104-107)

Met de Intensieve Aanpak jongvolwassenen (JOVO) beoogt RN te voorkomen dat jongvolwassen delictplegers veelplegers worden en een criminele leefwijze

ontwikkelen. In 2007 werd beoogd 80 Marokkaanse jongeren in een begeleidingstra-ject te plaatsen en bij 18 trabegeleidingstra-jecten gebruik te maken van elektronisch toezicht.21 In 2007 zijn uiteindelijk 23 trajecten gestart met Marokkaans-Nederlandse jongeren. Dit is 29% van het beoogde aantal. Tien van de trajecten zijn gecombi-neerd met elektronisch toezicht, dit is 43% van de trajecten (beoogd: 23%). Tien van de jongeren hebben deelgenomen aan een training en/of behandeling. Dit is 43%, terwijl 80% was beoogd. Begin 2008 hadden 15 jongeren dagbesteding in de vorm van werk en/ of school. Dit is 65% (beoogd 80%). Als reden voor het niet halen van de targets wordt aangegeven dat het meer tijd heeft gekost dan voorzien om de organisatie van de aanpak JOVO vorm te geven.

Voor 2008 is het beoogde aantal begeleidingstrajecten naar beneden bijgesteld tot 50, waarvan 20 trajecten in combinatie met elektronisch toezicht dienen te worden uitgevoerd. Er zijn dat jaar 27 trajecten gestart. Drie trajecten zijn gecombineerd met elektronisch toezicht (37,5% van de doelstelling). Vijf jongeren hebben aan training en/of behandeling deelgenomen (19%). Elf jongeren zijn aangemeld en moeten begin 2009 nog starten (41%), drie trajecten zijn mislukt (11%).

Acht trajecten zijn begin 2009 nog niet ingevuld (29%). Van de 27 gestarte trajecten hadden 26 deelnemers een dagbesteding gedurende het traject (96 %).

Zes trajecten zijn voortijdig beëindigd (26%) omdat de jongeren zich niet hielden aan de opgelegde voorwaarden, één traject is beëindigd omdat de jongere recidi-veerde (4%) en één traject is positief afgerond (4%). Negentien deelnemers staan begin 2009 nog onder begeleiding (70%).

Voor 2009 werd wederom beoogd 50 Marokkaans-Nederlandse jongere in begeleidingstrajecten binnen de intensieve aanpak te laten instromen. De bedoe-ling was dat er bij tien trajecten sprake zou zijn van elektronisch toezicht. Het beoogde aantal werd dit jaar ruim gehaald: 57 trajecten zijn gestart. Het loslaten van het strakke criterium dat jongeren moeten behoren tot Harde Kern jongeren, Potentiële Jeugdige Veelplegers of deel moeten uitmaken van een Beke-groep, lijkt de voornaamste reden voor deze stijging. Er stroomden 30 jongeren in die niet tot een van deze drie doelgroepen behoorden. Tien van de 57 trajecten zijn gecombi-neerd met elektronisch toezicht.

Bij 46 van de 57 trajecten is behandeling of een cognitieve vaardigheidstraining geïndiceerd en/of opgelegd (81%): 26 jongeren nemen deel aan een training en/of behandeling of staan daarvoor aangemeld (46 %), 20 zijn niet gestart of gestagneerd (35%).

Bij 65% van de trajecten waar het geïndiceerd en/of opgelegd was, is training of behandeling ook gestart of uitgevoerd. Het doel was 80%. In elf gevallen (19 %) was het niet geïndiceerd of niet overgenomen in het vonnis. Vijfenveertig deelnemers

21 Voor alle projecten in het kader van de Donnergelden geldt dat er wordt gewerkt met outputsturing: enkel de daadwerkelijke realisatie wordt gefi nancierd.

hebben een dagbesteding bestaande uit werk of school. Dit is 79%, terwijl de target 80% was.

Van de 57 gestarte trajecten lopen 41 trajecten eind 2009 nog en 14 trajecten zijn voortijdig beëindigd. Negen hiervan omdat de jongeren zich niet hielden aan opgelegde voorwaarden (15%), zes jongeren zijn teruggevallen in crimineel gedrag (10%). Eén traject is gestopt omdat het uiteindelijk niet werd opgelegd door de rechter en één traject is positief afgerond (4%).

Begin 2010 vermeldt RN de volgende voorlopige resultaten ten aanzien van de eerder gestarte trajecten. De uitval van trajecten gestart in 2007 is 64%, van 2008 41% en van 2009 25%.

In 2007 zijn zes trajecten positief afgesloten waarvan er één jongere is gerecidi-veerd; van de in 2008 gestarte trajecten zijn er vijf afgesloten waarvan drie jongeren inmiddels zijn gerecidiveerd. Beoogd was dat 60% van de jongeren positief zou uitstromen en 50% daarvan een jaar na afsluiting nog niet zou zijn gerecidi-veerd.

In 2010 werden 60 uitgevoerde trajecten binnen de aanpak JOVO beoogd.

Zeventig procent hiervan dient, indien geïndiceerd, uitgevoerd te worden in combinatie met Cognitieve Vaardigheidstraining, de training terugval Preventie Harde Kern of een andere gedragsinterventie en vijf van de uitgevoerde trajecten zijn uitgevoerd in combinatie met elektronisch toezicht.

In de eerste helft van 2010 zijn 21 trajecten gestart (negen minder dan gepland), waarvan vier met elektronisch toezicht. Bij 16 van deze trajecten is behandeling of een gedragsinterventie geïndiceerd en/of opgelegd. Bij tien trajecten is dit inmid-dels gestart of ingepland. Bij zes trajecten is dit niet het geval of is het gestag-neerd. Bij in totaal 63% van de trajecten is dus (waar geïndiceerd) ook een behan-deling of gedragsinterventie gestart of uitgevoerd. Hoewel de doelstelling naar beneden is bijgesteld (70%), is de doelstelling nog niet gehaald.

Van de gestarte trajecten in 2009 is in 58% van de gevallen waar een behandeling en/of training was geïndiceerd, deze ook daadwerkelijk uitgevoerd of gestart. Van de gestarte trajecten in 2008 en 2007 is dit respectievelijk 58% en 73%. In de jaren hiervoor lagen deze percentages nog hoger. Dit heeft te maken met het feit dat in sommige trajecten de behandeling of training na de start is afgebroken. In 4.5.2 wordt nader ingegaan op mogelijke verklaringen hiervoor.

Van de gestarte trajecten in 2010 heeft 62% van de jongeren dagbesteding. Dit percentage ligt ruim onder de doelstelling van 80%. Bij de gestarte trajecten in voorafgaande jaren ligt dit percentage op 88% (2007), 89% (2008) en 77% (2009).

Het laatste jaar is een beperkte terugloop te zien ten opzichte van de voorgaande jaren.

In totaal zijn 16 trajecten positief en 41 trajecten negatief beëindigd. Dit betekent dat 28% positief is uitgestroomd en 72% negatief. Van de gestarte trajec-ten in 2007 is 35% positief uitgestroomd. Bij de trajectrajec-ten gestart in 2008, 2009 en 2010 is respectievelijk 55%, 68% en 100% positief uitgestroomd of zit nog in een

lopend traject. RN concludeert terecht dat het erop lijkt dat zich met betrekking tot de uitval een positieve trend ontwikkelt.

Van de gestarte trajecten zijn er halverwege 2010 nog geen trajecten beëin-digd. Van de gestarte trajecten in 2007, 2008 en 2009 zijn uiteindelijk 16 trajecten positief afgesloten. Van de hierbij betrokken jongeren zijn er 13 niet gerecidi-veerd.22 Dat is 81%. Drie zijn wel gerecidiveerd. Het doel was dat van de deelne-mers die positief uitstromen 50% binnen één jaar niet zou zijn gerecidiveerd. Op dit moment is bij vijf van deze 13 niet gerecidiveerde jongeren het toezicht langer dan een jaar geleden afgerond.

Omdat een traject in principe twee jaar duurt, kunnen pas op langere termijn uitspraken gedaan worden over recidive na afronding. Het doel dat 60% van de jongeren een traject positief afrondt, wordt niet gehaald. De uitval is aanmerkelijk groter. Het doel dat van de jongeren die positief uitstromen de helft niet binnen een jaar recidiveert, wordt sinds 2009 gehaald.

In document Op zoek naar de sleutel (pagina 104-107)