• No results found

Laanbomen .1 Stam .1 Stam

In document A.1 Het Technisch Vademecum Bomen (pagina 104-112)

F Technische handleiding

F.2 Gespecialiseerd werk vereist gespecialiseerd personeel

F.3.2 Kwaliteit plantgoed

F.3.2.2 Laanbomen .1 Stam .1 Stam

t %FTUBNJTSFDIUFOTUFWJHFOIFFGUFFOOPSNBBMWFSMPPQ POEFSBBOEJLLFSEBOCPWFOBBO

t %FTUBNIFFGUHFFOCFTDIBEJHJOHFO PQFOTUBNXPOEFOPGLOFV[JOHFO

t 4OPFJXPOEFO[JKONBYJNBBMUPUDN&SNPHFOHFFOWFSTFTOPFJXPOEFOWPPSLPNFO BMMFTOPFJ-wonden moeten met callus omgroeid zijn.

t %FCPPNIFFGUOJFUNFFSEBO±±OTUBNFOTMFDIUT±±OPWFSKBSJHFUPQTDIFVUJOIFUWFSMFOHEFWBOEF

stam (voor meerstammige bomen geldt dit uiteraard niet). Er zijn geen dubbele toppen of zuigers aanwezig.

Snoeiwonden zijn maximaal 2 tot 3 cm groot en omgroeid met callus.

Er is slechts één doorgaande topscheut.

Technische handleiding 117 t %FUPQTDIFVUJTOJFUCFTDIBEJHEFOCJKWPPSLFVSOJFUJOHFTOPFJE)FUJOTOPFJFOWBOEFUPQTDIFVU

en het opbinden van een zijscheut geeft knikken in de stam. Zeker bij soorten met grote tegenover-staande knoppen, zoals paardenkastanje of es, leidt dit tot een sterke kromming in de stam.

t %FMFOHUFUVTTFOEFXPSUFMIBMTFOEFIFMGUWBOEFUPQTDIFVUJTUFOIPPHTUFLFFSEFTUBNPNUSFL

(voor snelgroeiende soorten 35 keer). Hoe groter de maat, hoe kleiner de verhouding stamomtrek/

lengte. Grote maten mogen dus minder lang zijn ten opzichte van hun stamomvang. Als de bomen langer zijn, vergroot het risico op doorbuigen sterk. De stam is dan niet sterk genoeg om de wind-belasting te weerstaan.

t %FWFSIPVEJOHUBLWSJKFTUBNLSPPOJTWPPSPNUSFLNBUFOLMFJOFSEBODNNBYJNBBMFOWPPS

omtrekmaten groter dan 20 cm maximaal 1:2.

t %FUBLWSJKFTUBNMFOHUFJTNJOJNBBMDN WPPSEFNBBUJTDNWPMEPFOEF BOEFSTJTEF

verhouding tussen takvrije stam en kroon te groot).

t %FXPSUFMIBMTJTSFDIU

t 5FSIPPHUFWBOEFFOUQMBBUTLPNFOHFFOOPFNFOTXBBSEJHFWFSEJLLJOHFOPGLOJLLFOWPPS%FFOUFO

de onderstam zijn goed vergroeid.

Door het insnoeien van de top heeft deze boom meerdere knikken in de stam. Een niet-ingesnoeide topscheut heeft de voorkeur.

Plantgoed met een grote knik of verdikking op de entplaats moet afgekeurd worden.

Technische handleiding 118

t #JKCPNFONFUFFOCFNBOUFMEFTUBN[JKOEFCFNBOUFMJOHTUXJKHFOSFHFMNBUJHPWFSEFTUBNWFSEFFME

De twijgen zijn niet ouder dan twee jaar en gedrongen van vorm.

F.3.2.2.2 Vertakking

t %FEPPSHBBOEFIBSUUBLJTSFDIU WPSNUFFOOPSNBMFWFSMFOHJOHWBOEFTUBNFOJTWPMEPFOEFEJDIU

betakt (het aantal takken is soortafhankelijk). Er mogen geen dikke takken voorkomen. Sommige boomsoorten hebben van nature een grillig takkenpatroon (bv. valse christusdoorn). Bij deze soor-ten kan licht afgeweken worden van de strenge vereissoor-ten voor een rechte harttak.

t %FUBLLFOJOEFLSPPO[JUUFO[PSFHFMNBUJHNPHFMJKLSPOEEFTUBNFOPWFSEFLSPPOWFSEFFME

t *OEFLSPPOLPNFOHFFOEJLLFSFUBLLFOCPWFOEVOOFSFWPPS

De takken moeten regelmatig rond de stam verdeeld zijn.

Zonder doorgaande topscheut kan moeilijk nog een rechte takvrije stam gevormd worden.

Technische handleiding 119 t

%FUBLLFO[JKOPQHFMJKLOJWFBVPOHFWFFSFWFOMBOHFOEJL#JKEFLMFJOFSFNBUFOJTEFLSPPOSFHFMNB-tig verjongd.

t "MMFUBLLFO[JKOWPMEPFOEFBGHFIBSE

t &SLPNFOHFFOUBLLFONFUJOHFTMPUFOCBTUWPPS QMBLPLTFMTPGUBLLFOXBBSCJKEFUBLLSBBHEFUBLCB-sis niet volledig omsluit.

t 5FSIPPHUFWBOEFFOUQMBBUTLPNFOHFFOOPFNFOTXBBSEJHFWFSEJLLJOHFOPGLOJLLFOWPPS%FFOUFO

de onder- of tussenstam zijn goed vergroeid.

F.3.2.2.3 Wortelgestel

t )FU XPSUFMHFTUFM JT WPMEPFOEF WFSUBLU  NFU SFHFMNBUJH HFTQSFJEF  EPPSMPQFOEF IPPGEXPSUFMT %F

wortels maken geen knikken of bochten scherper dan 90°. Bomen met een verticaal afgeplat wor-telgestel hebben in een te smalle sleuf met dichtgesmeerde wanden gestaan. Daardoor konden de nieuwe wortels zich niet in alle richtingen ontwikkelen. Dit kan na het planten gevolgen hebben voor de verankering van de boom.

t )FUXPSUFMHFTUFMJTJOHPFEFDPOEJUJFFONBHOJFUVJUHFESPPHE[JKO

t )FUXPSUFMHFTUFMCFWBUHFFOSPOEHSPFJFOEFXPSUFMTPGXVSHXPSUFMT%FSHFMJKLFXPSUFMTIFCCFOEF

neiging om na aanplanting rond te blijven groeien en kunnen op termijn de stambasis afknellen.

Vooral containerbomen zijn hiervoor zeer gevoelig.

Vooral containerbomen ontwikkelen vlug draaiwortels.

Ook bij bovenveredelde bomen mag er geen grote verdikking of knik aanwezig zijn ter hoogte van de ent.

Technische handleiding 120

t )FUXPSUFMHFTUFMJTWSJKWBO[JFLUFOFOBBOUBTUJOHFO JOIFUCJK[POEFSEPPSEFXPSUFMLOPCCFMCBDUFSJF  Agrobacterium tumefaciens).

t )FUXPSUFMHFTUFMJTWSJKWBONFDIBOJTDIFCFTDIBEJHJOHFO[PBMTJOHFTDIFVSEFXPSUFMT BGHFTDIFVSEF

hoofdwortels, gebroken wortels of bastbeschadigingen. Er mag geen schade voorkomen door rot, vorst of droogte.

t )FUXPSUFMHFTUFMCFWBUWPMEPFOEFmKOFXPSUFMTSPOEEFTUBNWPFU%BBSPNNPFUEFCPPNSFHFMNBUJH

verplant zijn (minimaal elke 3 jaar, voor solitairen volstaat 5 jaar). Meestal wordt een verplantjaar afgetekend door een kortere lengtegroei van de overeenkomstige tak of twijg. Zo kan je nagaan of de boom voldoende verplant is.

t %FBGNFUJOHFOWBOIFUXPSUFMHFTUFMTUBBOJOSFMBUJFUPUEFTUBNPNUSFL%FPOEFSTUBBOEFUBCFMMFO

geven een idee van de minimumafmetingen van het wortelgestel. Hoe groter het wortelgestel, hoe beter de bomen zullen aanslaan en hoe minder uitval er zal zijn.

F.3.2.2.3.1 Bomen met naakte wortel Deze paardenkastanje is drie winters geleden voor de laatste keer verplant en heeft in het daaropvolgende groeiseizoen slechts een zeer korte scheut gevormd.

Stamomtrek Minimumlengte van de wortels

b 14 cm Minimaal 25 cm

> 14 cm Minimaal 2x de ondergrens van de omtrekklasse

Tabel 16: Wenselijke minimumafmetingen van het wortelgestel voor bomen met naakte wortel volgens SB250

Technische handleiding 121 F.3.2.2.3.2 Kluitbomen

t %FLMVJU[JUWBTUBBOEFCPPNBBSEFFOXPSUFMTWPSNFO±±OHFIFFMFOEFLMVJUJTHPFEEPPSXPSUFME

Een valse kluit die aangemaakt is na het rooien, voldoet hier niet aan.

t %FXPSUFMIBMTJT[JDIUCBBSBBOEFCPWFOLBOUWBOEFLMVJU"MTEJUOJFU[PJT IFCKFNPHFMJKLNFUFFO

valse kluit te maken.

t %FHSPOEJOEFLMVJUJTCJKWPPSLFVSWBOFFOHFMJKLBBSEJHUZQFBMTEF[FPQEFWPPS[JFOFTUBOEQMBBUT

Als de boom geplant wordt in een sterk vergraven, gemengde grond (bv. in de stad), dan heeft dit minder belang.

t ,MVJUMBQQFO[JKOCJKWPPSLFVSWBOPSHBOJTDINBUFSJBBM CWKVUF"MTFSTZOUIFUJTDIXFFGTFMHFCSVJLU

is, moet dit verwijderd worden bij aanplanting. Bij draadkluiten moeten de kluitlappen bestaan uit zuivere jute of een ander volledig verteerbaar materiaal. De draadkorf bestaat uit niet verzinkte, niet gegalvaniseerde, gegloeide vlechtdraad.

t %FCPPNJTUFOMBBUTUFKBBSWPPSEFMFWFSJOHWPPSEFMBBUTUFLFFSWFSQMBOU

t %FLMVJUJTPOLSVJEWSJK

Deze boom krijgt een kluitverankering en heeft voor de stevigheid een tweede laag kokos kluitlappen gekregen rond de jute kluitlappen.

Boommaat Doorsnede kluit (cm) Hoogte kluit (cm)

6/8 40 32

8/10 45 34

10/12 50 36

12/14, 14/16 60 40

16/18, 18/20 70 45

20/25 80 50

25/30 100 60

Tabel 17: Wenselijke minimumafmetingen van de kluit bij kluitbomen (naar Roberts et al.)

Technische handleiding 122

F.3.2.2.3.3 Containerbomen

t %FWPMMFEJHFQPUJTHPFEEPPSXPSUFME%FCPPNJTEVTNJOTUFOTIFUMBBUTUFWPMMFEJHFHSPFJTFJ[PFO

in de container opgekweekt, maar maximaal twee groeiseizoenen (anders komen vaak draaiwortels voor).

t %FDPOUBJOFSJTWSJKWBOPOLSVJE NPTTFOFOMFWFSNPTTFO

t %FLMVJUJOEFDPOUBJOFSNBHHFFOLSJNQSBOEFOWFSUPOFO WSJKFSVJNUFUVTTFOEFLMVJUFOEFDPOUBJ-ner). Als je de boom opheft, moet de container meekomen.

Bij containerbomen mogen er geen krimpranden zijn, dit wijst op uitdroging en bemoeilijkt het aanslaan.

Boommaat Inhoud container (l)

6/8 10

8/10 15

10/12 25

12/14, 14/16 50 16/18, 18/20 65

20/25 100

25/30 150

Tabel 18: Wenselijke minimuminhoud van de container bij containerbomen (naar Sprong, R en Borst, R.)

Technische handleiding 123 F.3.2.3 Keuren van leveringen

De opdrachtgever is verantwoordelijk voor het opmaken van een duidelijke bestelling of bestek. Daarin moet de gewenste kwaliteit duidelijk omschreven zijn, net als de hoeveelheden, de soort en (cultuur-) variëteit van de bestelde bomen. De basiskwaliteitseisen staan hierboven beschreven, aanvullende of afwijkende eisen, bijvoorbeeld wat betreft de vorm, moeten duidelijk en gedetailleerd omschreven worden. De leverancier wordt geacht het plantgoed te leveren conform de bestelling of het bestek en de overeengekomen leveringsvoorwaarden. De keuring van het geleverde plantmateriaal is in feite de controle van de bestelling. Alleen als duidelijk is omschreven waaruit de bestelling bestaat, kan deze toetsing goed plaatsvinden.

F.3.2.3.1 Verloop van de keuring

Deze paragraaf is gebaseerd op de voornaamste bepalingen over de keuring van plantgoed uit het Standaardbestek 250 (SB250) en de Wetgeving betreffende Overheidsopdrachten. Deze bepalingen zijn algemeen geldend voor openbare besturen. Als niet gewerkt wordt volgens SB250, kan expliciet vermeld worden dat het SB250 geldt of worden de onderstaande punten het best opgenomen in het bestek. Alleen op die manier worden ze juridisch afdwingbaar.

t %FLFVSJOHHFCFVSUCJKEFMFWFSJOHPQEFXFSGPGPQEFQMBBUTWBOCFXBSJOHFOPGJOLVJMJOH EVTWPPS

het planten. Eventueel kan de koper het plantgoed vooraf selecteren en labelen in de kwekerij of de (groot)handel, maar de definitieve keuring gebeurt altijd in het plantseizoen, bij levering. Ook na goedkeuring van de uitwendige kwaliteit blijft de aannemer (of leverancier) verantwoordelijk voor de inwendige kwaliteit: ‘echtheid’ (correctheid van soort, cultivar, herkomst, uitgangsmateriaal,…), conditie, hergroei, enz. voor de duur van de waarborgperiode.

t %FCPNFOEJFOJFUHFMFWFSEXPSEFOWPMHFOTEFJOIFUCFTUFLPQHFMFHEFWPPSXBBSEFO CWJOFFO

open in plaats van een gesloten wagen), kunnen onmiddellijk afgekeurd worden.

t %FLFVSJOHWBOEFVJUXFOEJHFLXBMJUFJUXPSEU[PSHWVMEJHVJUHFWPFSEFOFSXPSEUIFUCFTUHFCSVJL

gemaakt van een gestandaardiseerd keuringsformulier. Voer de keuring volledig uit, ook als de levering reeds bij de start van de keuring afwijkt van de eisen.

t #JKHSPUFQBSUJKFOQMBOUHPFELBOTUFFLQSPFGTHFXJKTHFXFSLUXPSEFOFSXPSEUFFOSFQSFTFOUBUJFGTUBBM

gekeurd (5 tot 20%). Bij kleine partijen of bij problemen, twijfel of onenigheid kunnen alle bomen gekeurd worden.

t )FUTUBBUEFPQESBDIUHFWFSWSJKFFO[FLFSFNBSHF CWUFIBOUFSFOPQEFWFSTDIJMMFOEFLXBMJ-teitseisen. Naargelang de ernst van de afwijking kan de volledige levering afgekeurd worden of kan overgegaan worden tot een schifting, waarbij enkel de goedgekeurde bomen in ontvangst genomen worden.

t "GHFLFVSEQMBOUHPFEXPSEUBQBSUJOHFLVJMEFONBHOJFUVJUHFQMBOUXPSEFO IFUCMJKGUFJHFOEPNWBO

de leverancier. Afgekeurd plantgoed kan gemerkt worden zodat het niet opnieuw aangeboden wordt, maar dit moet gebeuren zonder aan de waarde van de bomen te raken. Afgekeurd plantgoed wordt binnen de 24 u afgevoerd van de plaats van bewaring of inkuiling en wordt vervangen door nieuw plantgoed.

t "MMFCPNFOEJFUFSWFSWBOHJOHWBOBGHFLFVSEQMBOUHPFEEJFOFO NPFUFOPQOJFVXHFLFVSEXPSEFO

t 0QIFUFJOEFWBOIFUHSPFJTFJ[PFO IBMGBVHVTUVTUPUFJOETFQUFNCFSXPSEUEFFDIUIFJEWBOEF

bomen gecontroleerd en ook de conditie. Niet-echte, dode en slecht opgekomen bomen moeten elk plantseizoen tijdens de waarborgtermijn vervangen worden door de aannemer. In SB250 is de waarborgtermijn gesteld op 3 jaar. Dit is de periode tussen de voorlopige oplevering en de definitieve oplevering.

Technische handleiding 124

In document A.1 Het Technisch Vademecum Bomen (pagina 104-112)