• No results found

Gecentraliseerd bedrijfsmodel

Gedecentraliseerd bedrijfsmodel

1. Indeling activiteiten:

- Globaal: functionele indeling (centralisatie van activiteiten) 1. Indeling activiteiten: - Lokaal: geografische landenindeling (lokale markten) 2. Aansturing/uitvoering activiteiten:

Centrale aansturing, lokale uitvoering

Centrale leiding stuurt de volledige waardeketen aan

(strategisch centrum), lokale eenheden voeren enkel het beleid uit.

Voordeel: betere inzicht op groepsniveau,

concentratievoordelen, veel focus op lange termijn resultaten

Nadeel: grote(re) afstand tussen de aansturing en de werkvloer

2. Aansturing/uitvoering activiteiten: Aansturing & uitvoering op lokaal niveau

Veel autonomie (beslissingsvrijheid) toegekend aan de semi- autonome lokale vestigingen t.a.v. aansturing

risico's/functies.

Voordeel: korte lijnen, aansturing dichterbij de werkvloer Nadeel: door drukte in operationele activiteiten kans overzien van strategische zaken, meer focus op korte termijn resultaten

3. Functies

Alle belangrijke functies geconcentreerd bij de centrale leiding

Voordeel: interne specialisatie Nadeel: eenzijdige belangstelling

3. Functies

Alle belangrijke functies op lokaal niveau (decentraal) Voordeel: veelzijdige belangstelling

Nadeel: interne specialisatie niet/onvolledig benut 4. Kennis en deskundigheid

Samengebracht bij de centrale leiding

Voordeel: interne specialisatie optimaal ingezet/benut Nadeel: gevaar op eenzijdigheid

4. Kennis en deskundigheid

Op eigen locatie aanwezig bij de decentrale eenheden (lokaal)

Voordeel: ter plekke beschikbaar, tijd- en geld besparend Nadeel: interne specialisatie niet/onvolledig benut 5. Beslissingsbevoegdheden; effectieve zeggenschap

(“macht”)

Geconcentreerd in één centrale punt; landenmacht gebroken Te sterke centralisatie kan uitoefening van activiteiten

verhinderen; dusdanig indelen/toekennen zonder dat de lokale eenheden belemmerd worden in hun functioneren.

Voordeel: optimale werking van de 'eenheid van beleid'; enorme tijdbesparing op onderhandelingen binnen de MNE (intercompany (internationale) leveringen/verkopen) Nadeel: gevaar lokale eenheden belemmerd in hun functioneren

5. Beslissingsbevoegdheden, effectieve zeggenschap (“macht”)

Verspreid over meerdere punten; landenmacht

Te sterke decentralisatie kan leiden tot grote afstand tussen de toplaag en de decentrale eenheden; dusdanig

indelen/toekennen zonder dat de gehele organisatie hierdoor nadeel van heeft.

Voordeel: beslissingen dichterbij de werkvloer (effectief) Nadeel: tijdverlies door onderhandelingen over prijzen en andere voorwaarden binnen de groep (intercompany (internationale) leveringen/verkopen); grote afstand tussen de top en de decentrale eenheden

6. Beleidsverantwoordelijkheid

Topleiding draagt grote beleidsverantwoordelijkheden Centrale leiding bepaalt feitelijk de strategie van de lagere niveaus.

Voordeel: controle en inzicht op groepsniveau bij de topleiding

Nadeel: verantwoordelijkheden op één plek, het gevaar bestaat voor overbelasting van de topleiding

6. Beleidsverantwoordelijkheid

Gedelegeerd aan de decentrale eenheden

De toplaag kan enkel nog een dominante positie innemen op bepaalde beleidsterreinen (R&D, strategie omtrent

diversificatie, control uit hoofde van

zeggenschapsverhoudingen, sturing op financiële resultaten). Voordeel: door delegatie raakt de toplaag niet overbelast Nadeel: minder aandacht voor concernbelangen

321Keuning, D. en D.J. Eppink (2012), pp. 207, 375-381, 411-412; en Vollebregt, H.A. (2005), par. 3. Zie ook par. 2.2, en

7. Beleidsvrijheid op lokaal niveau

Weinig tot geen beleidsvrijheid op lokaal niveau Weinig autonomie lokaal, relatief weinig belang (FRA). Voordeel: optimale werking van de 'eenheid van beleid' Nadeel: geen stimulans ondernemerschap op lokaal niveau

7. Beleidsvrijheid op lokaal niveau Veel autonomie bij de decentrale eenheden Grote mate autonomie lokaal m.b.t. aansturing functies/risico’s.

Voordeel: stimulans voor ondernemerschap op lokaal niveau

Nadeel: sterk uiteenlopende besluitvorming tussen onderdelen

8. Resultaat- en winstverantwoordelijkheid Verantwoordelijkheid zit bij de centrale leiding

Voordeel: volledige inzicht & control wegens sturing op ondernemerschap op één plek

Nadeel: geen stimulans ondernemerschap op lokaal niveau

8. Resultaat- en winstverantwoordelijkheid Gedelegeerd aan de decentrale eenheden

Voordeel: stimulans voor ondernemerschap, prikkels om efficiënter te werken

Nadeel: uiteenlopen van visie (concernbelangen) 9. Voorziening lokale eenheden

Centrale leiding verantwoordelijk

Voorzieningen ligt volledig bij de centrale leiding. Voordeel: onderling afhankelijke van elkaar onderdelen kunnen aanspraak maken op onderlinge (concern) hulp/middelen

Nadeel: weinig stimulans voor ondernemerschap

9. Voorziening lokale eenheden Zelfbeheer op decentraal niveau

Zelfvoorzienende eenheden, het zelfbeheer dient voldoende te worden gewaarborgd door voldoende mate van

onafhankelijk van de toplaag alsmede andere concernonderdelen.

Voordeel: grote belangstelling voor ondernemerschap Nadeel: geen aanspraak op middelen/hulp andere onderdelen

10. Concernvoordelen (schaal- en synergievoordelen) Maximale benutting van concentratievoordelen

Globale strategie met focus op efficiency op wereldwijd niveau.

10. Concernvoordelen (schaal- en synergievoordelen) Geringe benutting van concernvoordelen

Geringe benutting door autonomie van de decentrale eenheden.

11. Onderlinge afhankelijkheid

Operationele/lokale eenheden sterk afhankelijk van de topleiding en andere concernonderdelen

Dominante positie topleiding, sterk geïntegreerde eenheden met onderlinge verbondenheid (markten, eenheden). Voordeel: optimale werking van de 'eenheid van beleid' Nadeel: onderlinge afhankelijk=>meer kwetsbaar (continuïteit)

11. Onderlinge afhankelijkheid

Relatief onafhankelijke lokale vestigingen

Los van de eigendoms- en zeggenschapsverhoudingen, vanuit de toplaag gezien slechts gepoolde interdependentie tussen de decentrale eenheden onderling.

Voordeel: onafhankelijk =>minder kwetsbaar (continuïteit) Nadeel: beperkte/geen benutting van concernvoordelen 12. Coördinatie

Sterke internationale coördinatie en control vanuit de topleiding

Sterke betrokkenheid van de centrale leiding.

Voordeel: grote belangstelling voor concernbelangen Nadeel: coördinatie op lokaal niveau zwakker, grote(re) afstand

12. Coördinatie

Geringe internationale coördinatie vanuit de toplaag Coördinatiebevoegdheden gedelegeerd =>decentrale eenheden.

Voordeel: (lokale) coördinatie ter plekke beschikbaar Nadeel: minder belangstelling voor concernbelangen 13. Standaardisatie

Grote mate van standaardisatie

Sterk gestandaardiseerde aanpak t.a.v. de werkwijze van de lokale eenheden; lokale eenheden werken o.b.v. richtlijnen en instructies geformuleerd door de centrale leiding

(standaardisatie werkmethoden/procedures, uniformiteit, routine).

Voordeel: maximale benutting van concernvoordelen Nadeel: geringe aanpassingsvermogen

13. Standaardisatie

Zeer beperkte tot geen sprake van standaardisatie In plaats daarvan beschikken de decentrale eenheden over grote mate van flexibiliteit om zich aan te passen aan sterk veranderlijke omgeving.

Voordeel: grote aanpassingsvermogen, diversificatie Nadeel: beperkte benutting van concernvoordelen

14. Aanpassingsvermogen

Beperkte aanpassingsvermogen van processen/besluitvorming

Veel nadruk op beheersing en formalisering, gevaar op verstijving, inflexibiliteit.

Voordeel: concernbelangen maximaal benut, garantie dat één koers wordt gevaren

Nadeel: inflexibiliteit/verstijving

14. Aanpassingsvermogen Sterke flexibiliteit

Lokale eenheden hebben grote mate van vrijheid om zich aan te passen aan de lokale omstandigheden en

marktwijzigingen.

Voordeel: lokale wensen adequaat beantwoord Nadeel: standaardisatie niet/moeilijk toe te passen, geen/beperkte benutting van concernvoordelen 15. Veranderlijkheid van de omgeving

Stabiele, weinig veranderlijke omgeving

Standaardisatie en uniformering komt goed tot zijn recht. Voordeel: standaardisatie makkelijk toe te passen

Nadeel: beperkte/geen innovatie en ontwikkeling mogelijk

15. Veranderlijkheid van de omgeving Dynamische sterk veranderlijke omgeving

Behoefte ontstaat aan urgentie voor lokale omstandigheden. Voordeel: innovatie en ontwikkeling mogelijk

Nadeel: standaardisatie moeilijk toe te passen 16. Marktgerichtheid

Zwakke connectie topleiding met de lokale markten Krachtige “thuisland”-organisatie, zwakke lokale eenheden wegens grote afstand centrale leiding van de werkvloer (de lokale markten).

Voordeel: aandacht gericht op globale aanpak (breed bereik) Nadeel: onvoldoende belangstelling voor lokale behoeften

16. Marktgerichtheid

Sterk ontwikkeld in de lokale markten

Lokale vestigingen gericht op de lokale wensen van afnemers.

Voordeel: gericht op lokale wensen en omstandigheden Nadeel: geen/minder aandacht voor globale aanpak (kleiner bereik)

17. Marktstrategie

Globalisatiestrategie; internationale/globale expansie Internationale expansie op wereldschaal; onderlinge verbondenheid van markten; sterke gelijkheid en uniformering.

Voordelen: concentratie- en bundelingsvoordelen

Nadeel: onvoldoende aandacht voor lokale omstandigheden

17. Marktstrategie

Lokalisatiestrategie; lokale groei

Specialisatie per land/regio (regionalisatie) om zo beter en meer adequaat te kunnen inspelen op de lokale wensen. Voordeel: maximale benutting van de kracht lokale markten

Nadeel: geringe/geen benutting van concernvoordelen 18. Soort product (homogeen, heterogeen)

Homogene producten

Dezelfde producten voor alle markten/landen wegens standaardisatie werkmethoden/procedures, uniformiteit, routine.

Voordeel: meer aandacht voor 'global products', breder bereik

Nadeel: onvoldoende diversificatie productlijn

18. Soort product (homogeen, heterogeen) Heterogene producten

Beantwoorden aan de behoeften van veranderlijke omgeving in de lokale markten.

Voordeel: grote diversificatie productlijn