• No results found

Jeugdinterventieprogramma: Resocialisatie en Begeleiding (R&B)

In dit hoofdstuk worden de uitkomsten gepresenteerd van de doelgroepanlyse en de recidivemeting voor de trajectdeelnemers die in de periode janu a-ri 2007 – december 2009 deelnamen aan de interventie Resocialisatie en Begeleiding (R&B). Ook worden de uitkomsten van een analyse van her-nieuwde registratie bij de politie gepresenteerd in een steekproef van het totaal aantal trajectdeelnemers aan R&B. Bij de uitkomsten wordt in de tekst een aantal kerntabellen gepresenteerd. De overige tabellen waaraan in de tekst gerefereerd wordt zijn opgenomen in bijlage 2 van deze rapportage.

Deze overige tabellen zijn ten behoeve van de leesbaarheid niet opgenomen in het rapport.

Doelgroep

R&B is bedoeld voor jongens van 12 t/m 18 met meervoudige politie- en/of justitiecontacten (second offenders tot frequente m eerplegers), complexe problemen op meerdere leefgebieden; die in groepen op straat rondha ngen en antisociaal gedrag vertonen.

Omschrijving traject

Resocialisatie en Begeleiding biedt dagopvang, verschillende vaardigheid s-trainingen en ambulante begeleiding. Het traject wordt uitgevoerd in Am-sterdam Nieuw West.

De deelnemende jongeren komen na schooltijd naar de locatie in Nieuw West en koken en eten hier ook drie dagen per week. Hiermee vervult R&B ook een huiskamerfunctie. Als de jongere deze ongeveer 9 m aanden duren-de begeleiding positief afrond, krijgt hij duren-de kans op duren-deelname aan het project BWO. In dit project voeren de jongens 1 dagdeel per week een maatscha p-pelijke functie uit onder leiding van de politie.

Achtergrond van de trajectdeelnemers

• In 2007, 2008 en 2009 stroomden 117 jongeren uit bij het programma Resocialisatie en Begeleiding (R&B).

• Onder deze 117 trajectdeelnemers was geen enkele vrouw (zie tabel 5.1).

• R&B heeft relatief oude trajectdeelnemers: 9% was ouder dan 18, 43%

was tussen de 16 en 18 jaar oud, en 36% tussen de 14 en 16 jaar (zie bijlage 2, tabellen B.5.1).

• Meer dan de helft van de trajectdeelnemers was van Marokkaanse af-komst, 19% van Turkse afkomst en 9% van Nederlandse of Surinaamse afkomst (zie bijlage 2, tabellen B5.2).

Tabel 5.1 Verdeling naar geslacht trajectdeelnemers R&B uitgesplitst naar halfjaarcohorten (aantal en percentage)

halfjaarcohort aantal man aantal vrouw totaal aantal % man % vrouw totaal %

jan - jun 2007 24 0 24 100,0% - 100,0%

Risicoprofiel van de trajectdeelnemers

• Ruim twee derde van de deelnemers van R&B had strafbare feiten ge-pleegd voor deelname. Deelnemers waren redelijk gelijkelijk verdeeld over de verschillende risicogroepen. Een vijfde van de trajectdeelnemers aan R&B was zelfs veelpleger voorafgaande aan deelname (zie tabellen 5.2). Nog eens eenvijfde was frequente meerpleger.

• 32% van de trajectdeelnemers had voorafgaande aan deelname mini-maal één zwaar delict gepleegd (zie bijlage 2, tabellen B5.3). Dit is onge-veer de helft van de groep trajectdeelnemers die überhaupt delicten op zijn naam had staan voor deelname.

• Veel trajectdeelnemers van R&B hadden een geweldsdelict gepleegd voor deelname (39%) (zie bijlage 2, tabellen B5.4).

Tabel 5.2a Risicoprofiel trajectdeelnemers in termen van aantal geregistreerde strafbare feiten voor deelname aan R&B uitgesplitst naar

halfjaarcohorten (aantal)

Risicoprofiel jan – juni

2007

Tabel 5.2b Risicoprofiel trajectdeelnemers in termen van aantal geregistreerde strafbare feiten voor deelname aan R&B uitgesplitst naar

halfjaarcohorten (percentage)

Risicoprofiel jan – juni

2007

• Maar liefst 93% van de trajectdeelnemers rondde het traject met succes af (zie tabel 5.3).

• Voorafgaande aan R&B had 21% reeds een andere interventie gevolgd.

In 9% van de gevallen, volgden ze R&B gelijktijdig aan een ander traject (zie bijlage 2, tabellen B5.5).

• De trajectdeelnemers aan R&B deden dit vaak in het kader van een jur i-dische maatregel (66%) (zie bijlage 2, tabellen B5.6).

Tabel 5.3 Indeling van trajectdeelnemers in geslaagde en niet-geslaagde trajecten R&B (aantal en percentage)

halfjaarcohort aantal

niet-geslaagd

Recidive en delictsoort

• Van de totale groep geslaagde trajectdeelnemers wordt op basis van de survivalmethode 57% recidive berekend. Dit percentage is echter geba-seerd op recidive in twee cohorten met zeer verschillende recidive inci-dentie. Hierdoor is dit gemiddelde cijfer maar in beperkte mate betrou w-baar. Wel is te zien dat recidive in het volgende cohort (jan –juni 2008) na 2 jaar op 53% ligt. Een recidive na 2,5 jaar in dit cohort van rond de 60% is zeer denkbaar, en zou de huidige cijfers onderbouwen.

• De recidivecijfers van R&B laten een wisselend beeld zien tussen ver-schillende cohorten. Hierin speelt het relatief kleine aantal deelnemers mee per cohort (zie tabellen 5.4).

• Gemiddeld recidiveert bijna 30% van de trajectdeelnemers binnen een half jaar. Na 1,5 jaar is dit deel opgelopen tot 44%. Trajectdeelnemers van R&B recidiveren relatief snel, na anderhalf jaar vlakt de recid ive weer af.

• Van de in totaal 8 trajectdeelnemers die voortijdig afhaakten recidiveren er 4 binnen een jaar (50%). Het gaat hier echter om zeer kleine aantallen (zie bijlage 2, tabellen B5.7).

• Het grootste deel van de trajectdeelnemers (resp. 31% en 17%) pleegt na uitstroom wederom middelzware tot zware delicten (zie bijlage 2, tabellen B5.8).

• Wel worden minder gewelddadige delicten gepleegd dan voor deelname (25% vs. 39% vóór deelname) (zie bijlage 2, tabellen B5.9).

Tabel 5.4a Incidentie recidive van de deelnemers aan R&B (exclusief uitvallers) uitgesplitst naar halfjaarcohort (aantal)

halfjaarcohort recidiveert binnen

Tabel 5.4b Incidentie recidive van de deelnemers aan R&B (exclusief uitvallers) uitgesplitst naar halfjaarcohort (percentage)

halfjaarcohort recidiveert binnen

• De recidiverende trajectdeelnemers van R&B plegen in totaal 177 delic-ten na uitstroom (zie tabel 5.5).

• Vooral gekwalificeerde diefstal (20%) en diefstal met geweld (12%) worden veelvuldig gepleegd door recidiverende trajectdeelnemers van R&B.

Tabel 5.5 Totaal aantal delicten gepleegd door de 60 trajectdeelnemers die binnen 2,5 jaar na succesvolle afronding van R&B recidiveerden, uitgesplitst naar type delict

aantal percentage

gekwalificeerde diefstal 35 19,8%

diefstal met geweld 22 12,4%

mishandeling 16 9,0%

bedreiging 14 7,9%

overig wetboek van strafrecht 14 7,9%

wet wapens en munitie 11 6,2%

(schuld)heling 10 5,6%

tegen de openbare orde 10 5,6%

eenvoudige diefstal 8 4,5%

tegen het openbaar gezag 8 4,5%

valsheidsmisdrijven 6 3,4%

vernieling 4 2,3%

verduistering 3 1,7%

overig wegenverkeerswet 3 1,7%

n.v.t. geen delictinformatie bekend/niet in te delen 3 1,7%

opiumwet (harddrugs) 3 1,7%

overige wetten 2 1,1%

feitelijke aanranding der eerbaarheid 1 0,6%

afpersing 1 0,6%

bedrog 1 0,6%

doorrijden na ongeval 1 0,6%

opiumwet (softdrugs) 1 0,6%

Totaal 177 100,0%

Frequentie en ernst recidive

In de volgende paragraaf wordt het criminele gedrag dat trajectdeelnemers voorafgaande aan deelname pleegden in termen van frequentie en ernst afgezet tegen de frequentie en ernst van eventuele recidive. Hiervoor wordt een periode van 1,5 jaar voor instroom in de interventie en 1,5 jaar na ui t-stroom uit de interventie overzien. Binnen deze deelanalyse zijn alleen tr a-jectdeelnemers geselecteerd waarvoor een periode van tenminste 1,5 jaar was verstreken na afronding van de interventie. Tevens werden alleen tr a-jectdeelnemers geselecteerd die bij instroom minimaal 13,5 jaar oud waren.

Pas op die leeftijd kan immers 1,5 jaar terug worden gekeken naar strafbaar

gedrag28. In tabel 5.8 wordt de frequentie van crimineel gedrag voor en na deelname aan Resocialisatie en Begeleiding weergegeven. Deze gegevens worden zowel voor de totale groep geslaagde trajectdeelnemers getoond als voor een selectie van de totale groep van alleen trajectdeelnemers die rec i-dive hebben gepleegd en die ook voorafgaande aan deelname reeds delic-ten op hun naam hadden staan.

• Het gemiddeld aantal delicten dat een trajectdeelnemer van R&B pleegt in de 1,5 jaar na afloop van de deelname is lager (gemiddeld 0,7 feiten in 1,5 jaar) dan het gemiddeld aantal delicten dat een trajectdeelnemer pleegt voorafgaande aan de R&B (gemiddeld 1,6 feiten in 1,5 jaar) (zie tabel 5.6).

• Ook voor de groep trajectdeelnemers die voorafgaand aan deelname reeds geregistreerd stond voor strafbare feiten en die na afloop recid i-veert is er sprake van een afname van het aantal feiten. De trajectdee l-nemers die hun criminele gedrag voortzetten, doen dit minder frequent.

Tabel 5.6 Vergelijking van het gemiddeld aantal delicten gepleegd in de 1,5 jaar voorafgaand en na afronding van een R&B-traject

Risicoprofiel gemiddeld aantal delicten gepleegd

in de 1,5 jaar voorafgaand aan deelname

gemiddeld aantal delic-ten gepleegd in de 1,5 jaar direct na deelname totale groep trajectdeelnemers

(N = 77) 1,6 0,7

groep trajectdeelnemers die voorafgaand aan R&B reeds geregistreerd stond voor justitiecontacten en die na afloop

recidiveert ( N = 25) 3,4 1,8

In tabel 5.7 wordt de ernst van het criminele gedrag dat wordt vertoond door de trajectdeelnemers 1,5 jaar voor deelname en 1,5 na deelname aan de interventie weergegeven. De score is berekend door aan ieder gepleegd delict een ernstscore te verbinden van 1 tot 3. Een score van 1 werd toeg e-kend aan relatief lichte delicten, de score 2 aan middelzware delicten en de score 3 aan zware delicten. Na toekenning van de scores aan de afzonde r-lijke feiten, werd per trajectdeelnemer een gemiddelde ernstscore berekend door het totaal van de ernstscores van alle delicten (voor- of na deelname) te delen door het aantal delicten. Gebruikmakend van deze persoonlijke gemiddelden, kon de gemiddelde ernst van criminaliteit gepleegd door ve r-schillende groepen berekend worden. De vergelijking tussen ernstscore voor en na deelname werd alleen gedaan voor trajectdeelnemers die recid ive hebben gepleegd en ook vooraf reeds delicten op hun naam hadden staan.

• Terwijl het aantal recidivedelicten afneemt ten opzichte van voor deeln a-me, blijft de ernst van de gepleegde delicten gelijk (zie tabel 5.7) ( t(24) = -0.15, p > 0.05).

Noot 28 Voor de leeftijd van 12 jaar zijn jongeren niet strafrechtelijk vervolgbaar. Eventueel strafbaar gedrag gepleegd voor die leeftijd wordt dan ook niet geregistreerd.

Tabel 5.7 Vergelijking van het gemiddeld aantal delicten gepleegd in de 1,5 jaar voorafgaand en na afronding van een R&B-traject (score tussen 1 en 3) Risicoprofiel Gemiddeld ernst criminaliteit in de 1,5

jaar voorafgaand aan deelname

Gemiddelde ernst criminaliteit in de 1,5 jaar direct na deelname groep trajectdeelnemers die voorafgaand

aan R&B reeds geregistreerd stond voor

justitiecontacten en die na afloop recidiveert 2,0 2,0

(Leeswijzer.: de ernst van het criminele gedrag wordt uitgedrukt op een schaal van 1 tot 3:

1=gering criminaliteit 2=ernstige criminaliteit 3=zeer ernstige criminaliteit.)

Ook de verdeling van de gemiddelde ernstscores over de groep deelnemers voor en na deelname aan R&B is in tabel 5.8 weergegeven. Na afloop van de interventie zijn jongeren verplaatst vanuit de categorie 1,5 tot 2,0 (vooral middelzware delicten) naar de lichtste categorie 1,0 tot 1,5 (vooral lichte delicten) of de zwaardere categorie 2,0 tot 2,5 (middelzware to t zware delic-ten).

Tabel 5.8 Verdeling van de ernstscores van de delicten gepleegd in de 1,5 jaar voorafgaand en na afronding van een R&B-traject (score tussen 1 en 3) Ernstscore Aantal deelnemers met

betref. ernstscore 1,5 jaar voorafgaand aan deelname R&B

Aantal deelnemers met betref. ernstscore 1,5 jaar na deelname R&B

Perc. deelnemers met betref. ernstscore 1,5 jaar voorafgaand aan deelname R&B

Perc. deelnemers met betref.

ernstscore 1,5 jaar vooraf-gaand aan deelname R&B

1,0 – 1,5 1 4 4,0% 16,0%

1,5 – 2,0 8 1 32,0% 4,0%

2,0 – 2,5 12 16 48,0% 64,0%

2,5 – 3,0 4 4 16,0% 16,0%

Totaal 25 25 100,0% 100,0%

Achtergrondkenmerken en recidive

In het vervolg van dit hoofdstuk staat niet de vergelijking tussen cohortes centraal maar wordt de samenhang tussen achtergrondkenmerken van de trajectdeelnemers met de incidentie van recidive vastgesteld29. Binnen deze deelanalyse zijn alleen trajectdeelnemers geselecteerd waarvoor een peri o-de van tenminste 1,5 jaar was verstreken na afronding van o-de interventie30. Ook de analyse beperkt zich tot de berekening van de samenhang tussen de achtergrondkenmerken van de trajectdeelnemer en de incidentie van recidive die plaatsvond in de periode tot maximaal 1,5 jaar na uitstroom. In tabel 5.9 wordt de samenstelling van deze analysegroep weergegeven.

Noot 29 Hier wordt gesproken van een samenhang, echter werden geen toetsen uitgevoerd om te toetsen of de samenhang statistisch significant was. Waar in het vervolg van het hoofdstuk wordt gesproken van relatie, samenhang, invloed, dient opgemerkt te worden dat deze uitspr a-ken gebaseerd zijn op de getoonde cijfers in de tabellen. Causale verbanden werden in dit onderzoek niet getoetst.

Noot 30 Dat betekent wel dat de trajectdeelnemers uit het hele jaar 2009 niet zijn opgenomen in de analyse.

Tabel 5.9 Samenstelling analysegroep.

aantal percentage

recidiveert binnen een halfjaar 18 23,4%

recidiveert binnen 1 jaar 8 10,4%

recidiveert binnen 1,5 jaar 8 10,4%

recidiveert niet binnen 1,5 jaar 43 55,8%

totaal 77 100,0%

• Bij R&B plegen jongeren met een hoog risicoprofiel relatief vaak recidive.

Vooral de frequente meerplegers en veelplegers gingen vaak opnieuw de fout in (resp. 80% (15 van 15) en 79% (11 van 14)). Opvallend is dat first offenders een lagere incidentie van recidive hebben dan de trajectdeel-nemers zonder delicten voor deelname31 (8% (1 van 11) en 25%) (zie ta-bel 5.10).

Tabel 5.10. Incidentie recidive binnen 1,5 jaar van geslaagde deelnemers R&B uitgesplitst naar risicoprofiel (aantal en percentage)

Risicoprofiel aantal

recidi-veert

aantal recidi-veert niet

totaal aantal % recidiveert % recidiveert niet

totaal %

geen delicten voor deelname 7 21 28 25,0% 75,0% 100,0%

1 delict voor deelname 1 11 12 8,3% 91,7% 100,0%

second offender 3 5 8 37,5% 62,5% 100,0%

frequente meerpleger 12 3 15 80,0% 20,0% 100,0%

veelpleger 11 3 14 78,6% 21,4% 100,0%

totaal 34 43 77 44,2% 55,8% 100,0%

• De zwaarte van delicten voor trajectdeelname heeft geen duidelijk relatie met de incidentie van recidive (zie bijlage 2, tabellen B5.10). Plegers van middelzware delicten voorafgaande aan deelname recidiveren vaker dan plegers die zware delicten pleegden (59% en 50%).

• Jongeren die gewelddadige delicten pleegden, recidiveren vaker (62%) dan jongeren die andere delicten (bijvoorbeeld vermogensdelicten) pleegden (45%) (zie bijlage 2, tabellen B5.11).

• Het al dan niet plaatsvinden van een interventie binnen een dwingend justitieel kader heeft een geringe samenhang met de incidentie van reci-dive (zie bijlage 2, tabellen B5.12). Trajecten die als uitvloeisel van een justitiële maatregel hebben plaatsgevonden, leiden bij 47% van de uitge-stroomde jongeren tot recidive. Voor trajecten die in een vrijwillig kader zijn doorlopen ligt het recidivecijfer voor maximaal 1,5 jaar na uits troom op 42% (8 van 19).

• Veel jongeren volgden vóór R&B of gelijktijdig een ander traject (jeugdr e-classering buiten beschouwing latend). Vooral de jongeren die vóór R&B reeds een andere interventie volgden, recidiveren vaker dan jongeren die dat niet deden (50% (8 van 16) en 43%)32 (zie bijlage 2, tabellen B5.13).

In tabellen B5.14 en B5.15 in bijlage 2 wordt de relatie tussen achtergrond-kenmerken en recidive nader weergegeven.

Noot 31 Let op! Het gaat hier om kleine aantallen.

Noot 32 Let op! Het gaat hier om kleine aantallen.

Hernieuwde politieregistraties in BVH

In deze paragraaf wordt weergegeven in hoeverre trajectdeelnemers aan R&B na deelname (opnieuw) geregistreerd werden in het politiesysteem.

Voor deze analyse werd at random een steekproef van 50 deelnemers ge-trokken van de totale groep deelnemers die het traject volledig doorliepen.

• Ruim 80% van de trajectdeelnemers aan R&B zijn binnen 2,5 jaar op-nieuw geregistreerd bij de politie (zie tabel 5.11).

• De meeste jongeren zijn al binnen een jaar opnieuw geregistreerd: 58%

binnen een half jaar, 72% binnen een jaar.

Tabel 5.11a Incidentie (hernieuwde) politieregistratie van de deelnemers aan R&B uitgesplitst naar halfjaarcohort (aantal)

Halfjaarcohort Hernieuwde

registratie

Tabel 5.11b Incidentie (hernieuwde) politieregistratie van de deelnemers aan R&B uitgesplitst naar halfjaarcohort (percentage)

Halfjaarcohort Hernieuwde

registratie

Aard en ernst van de registraties

• In totaal werden 40 van de 50 trajectdeelnemers binnen 2,5 jaar na deel-name opnieuw geregistreerd door politie. De meest voorkomende reg i-straties waren voor overlast (41 regii-straties) en mishandeling (27 regi-straties) (zie tabel 5.12).

• Ook overtredingen op de openbare weg (23) en overtredingen van APV (21) kwamen veel voor.

Tabel 5.12 Totaal aantal politieregistraties door de 40 trajectdeelnemers die binnen 2,5 jaar na succesvolle afronding van R&B opnieuw in de politieregistratie voo r-komen, uitgesplitst naar de aard van registratie

aantal percentage

Overlast 41 16,5%

Mishandeling 27 10,9%

Weg overig 23 9,3%

APV 21 8,5%

Overige vermogensdelicten 13 5,2%

Vernieling c. zaakbeschadiging 11 4,4%

Burengerucht (relatieproblemen) 11 4,4%

Bedreiging 10 4,0%

Diefstal/inbraak bedrijven en instellin 9 3,6%

Straatroof 8 3,2%

Verkeersongevallen 7 2,8%

Winkeldiefstal 7 2,8%

Openlijk geweld (persoon) 6 2,4%

Aantasting openbare orde 6 2,4%

Diefstal van motorvoertuigen 5 2,0%

Wapenhandel 5 2,0%

Diefstal/inbraak woning 4 1,6%

Diefstal van brom-, snor-, fietsen 4 1,6%

Diefstal uit/vanaf motorvoertuigen 3 1,2%

Diefstal af/uit/van overige voertuigen 3 1,2%

Overval 2 ,8%

Drugshandel 2 ,8%

Zedenmisdrijf 1 ,4%

Milieu grijs 1 ,4%

Bijzondere wetten 1 ,4%

Fraude 1 ,4%

Overlast 41 16,5%

Restcategorie 16 6,5%

Totaal 248 100,0%

• Van de 248 registraties, betrof het in de helft van de gevallen een mis-drijf. 26% van de registraties betroffen meldingen (van bijvoorbeeld ove r-last), 16% waren overtredingen en 8% overtredingen van de Algemeen Plaatselijke Verordening (zie tabel 5.13).

Tabel 5.13 Totaal aantal politieregistraties voor de 40 jongeren die binnen 2,5 jaar na succesvolle afronding van R&B opnieuw in de politieregistratie voork omen, uitgesplitst naar type registratie

aantal percentage

Misdrijf 124 50,0%

Overtreding 40 16,1%

Overtreding APV 20 8,1%

Overige registraties (meldingen) 64 25,8%

Totaal aantal registraties 248 100,0%

• 70% van de 50 trajectdeelnemers werd voor minimaal één misdrijf geregistreerd en 6% alleen vanwege meldingen en 4% vanwege over -tredingen (zie tabel 5.14).

• Geen van de trajectdeelnemers werd alleen voor overtredingen (van APV) geregistreerd.

Tabel 5.14 Totaal aantal politieregistraties na R&B uitgesplitst naar type registratie

Halfjaarcohort Geen

registra-ties

Vergelijking politieregistraties voorafgaand aan deelname met politi e-registraties na afloop aan deelname interventie

• Het gemiddeld aantal registraties bij de politie van trajectdeelnemers van R&B na afloop van de interventie (gemiddeld 3,0 feiten per trajectdeel-nemer) is nagenoeg even groot als het aantal registraties 1,5 jaar vooraf-gaand aan deelname (3,1 feiten) (zie tabel 5.15).

• Het aantal registraties blijft ook gelijk, wanneer alleen gekeken wordt naar de trajectdeelnemers die zowel voorafgaand aan deelname als na deelname geregistreerd stonden.

Tabel 5.15 Vergelijking van het gemiddeld aantal politieregistraties in de 1,5 jaar voorafgaand en na afronding van een R&B-traject

Risicoprofiel gemiddeld aantal registraties in de

1,5 jaar voorafgaand aan deelname

gemiddeld aantal regi-straties in de 1,5 jaar

direct na deelname

totale groep trajectdeelnemers (n = 35) 3,0 3,1

groep trajectdeelnemers die voorafgaand aan R&B reeds geregistreerd stond voor justitiecontacten en die na afloop

recidiveert (n = 20) 4,4 4,4

• Vergeleken met recidive volgens COMPAS33, ligt hernieuwde registratie in BVH met name in het eerste half jaar na uitstroom hoger. Na het ee r-ste half jaar zijn de registraties in COMPAS en BVH op hetzelfde niveau (zie tabel 5.16).

Tabel 5.16 Vergelijking tussen recidive van de steekproef in COMPAS en hernieuwde politieregistratie in BVH (percentages)

Halfjaarcohort Compas BVH

recidive/hernieuwde registratie binnen een halfjaar 20,6% 54,3%

recidive/hernieuwde registratie binnen 1 jaar 17,6% 20,0%

recidive/hernieuwde registratie binnen 1,5 jaar 2,9% 2,9%

geen recidive/hernieuwde registratie binnen 1,5 jaar 58,8% 22,9%

Totaal 100,0% 100%

Noot 33 Hierbij werden dezelfde jongeren betrokken als degene in de steekproef van BVH.

6 Jeugdinterventieprogramma: Nieuwe