• No results found

Jeugdinterventieprogramma: Nieuwe Perspectieven bij Terugkeer (NPT)

In dit hoofdstuk worden de uitkomsten gepresenteerd van de doelgroepan lyse en de recidivemeting voor de trajectdeelnemers die in de periode janu a-ri 2007 – december 2009 deelnamen aan de interventie Nieuwe Perspectie-ven bij Terugkeer (NPT). Ook worden de uitkomsten van een analyse van hernieuwde registratie bij de politie gepresenteerd in een steekproef van het totaal aantal trajectdeelnemers aan NPT. Bij de uitkomsten wordt in de tekst een aantal kerntabellen gepresenteerd. De overige tabellen waaraan in de tekst gerefereerd wordt zijn opgenomen in bijlage 2 van deze rapportage.

Deze overige tabellen zijn ten behoeve van de leesbaarheid niet opgenomen in het rapport.

Doelgroep

NPT is bedoeld voor jongeren die minimaal 4 weken in detentie verbleven en drie maal met de politie in aanraking kwamen wegens het plegen van een strafbaar feit, waaronder minimaal 1 zwaar delict. . Het gaat dus minimaal om frequente meerplegers, maar ook veelplegers vallen binnen de doe l-groep. NPT is gericht op jongeren van 16 tot en met 23 jaar met een gemid-deld tot hoog recidive risico en met gemidgemid-delde tot ernstige delictgerelatee r-de problemen op het gebied van vaardigher-den, r-denkpatronen en gedrag.

Omschrijving traject

De gedragsinterventie Nieuwe Perspectieven bij Terugkeer biedt een inte n-sief ambulant hulpverleningstraject. De algemene doelstelling van NPT is het voorkomen van recidive. Gedurende een periode van 9 tot 12 maanden wordt de jongere intensief begeleid en het netwerk hier nauw bij betrokken.

Het programma is opgebouwd in drie fasen. De eerste fase start in de JJI, PI of instelling voor gesloten behandeling en is gericht op doelformulering en de start van de periode na detentie. Na uitstroom werkt de interventiewerker samen met de jongere aan het positief beïnvloeden van zijn/ha ar vaardighe-den, denkpatronen en gedrag, alsmede aan het verbeteren van omstandig-heden in de omgeving die van invloed zijn op deze criminogene factor. NPT gaat daarbij primair uit van actie ondernemen. Er worden verschillende (cognitieve) gedragsinterventies ingezet om het gedrag van de jongere bij te sturen en de jongere anders te leren kijken naar en te leren nadenken over situaties rondom delicten en het eigen aandeel hierin. In de nazorgperiode van drie maanden is de interventiewerker slechts op de acht ergrond betrok-ken om de jongere ondersteuning te bieden.

Achtergrond van de trajectdeelnemers

• In 2007, 2008 en 2009 stroomden 116 uit bij het programma Nieuwe Per-spectieven bij Terugkeer (NPT).

• Van deze 117 trajectdeelnemers was het merendeel man (92%) (zie tabel 6.1).

• NPT heeft relatief oude trajectdeelnemers: 68% was ouder dan 18 en 29% was tussen de 16 en 18 jaar oud (zie bijlage 2, tabellen B6.1).

• Ongeveer een derde van de trajectdeelnemers was van Marokkaanse afkomst, 29% van Surinaamse afkomst, 16% van Nederlandse afkomst en 13% van overige niet-westerse afkomst. (zie bijlage 2, tabellen B6.2).

Tabel 6.1 Verdeling naar geslacht trajectdeelnemers NPT uitgesplitst naar halfjaarcohorten (aantal en percentage)

halfjaarcohort aantal man aantal vrouw totaal aantal % man % vrouw totaal %

jan - jun 2007 14 1 15 93,3% 6,7% 100,0%

jul - dec 2007 16 3 19 84,2% 15,8% 100,0%

jan - jun 2008 21 0 21 100,0% - 100,0%

jul - dec 2008 19 2 21 90,5% 9,5% 100,0%

jan - jun 2009 14 2 16 87,5% 12,5% 100,0%

juli - dec 2009 23 1 24 95,8% 4,2% 100,0%

totaal 107 9 116 92,2% 7,8% 100,0%

Risicoprofiel van de trajectdeelnemers

• NPT bereikt jongeren met het hoogste risicoprofiel. 61% van de deelne-mers was veelpleger en 18% frequente meerpleger (zie tabellen 6.2).

• Van 10% van de trajectdeelnemers werden geen delicten gevonden voorafgaande aan deelname. Navraag leerde dat hieronder een aantal jongeren waren die NPT volgden na een civielrechtelijke uithuisplaa tsing.

Ook pleegden een aantal jongeren uitsluitend delicten in andere arron-dissementen dan Amsterdam34.

• De meeste trajectdeelnemers pleegden zware delicten voorafgaande aan deelname (63%) (zie bijlage 2, tabellen B6.3).

• Ook was onder de delicten vóór deelname veelal sprake van geweldda-dig gedrag (74%) (zie bijlage 2, tabellen B6.4).

Tabel 6.2a Risicoprofiel trajectdeelnemers in termen van aantal geregistreerde strafbare feiten voor deelname aan NPT uitgesplitst naar

halfjaarcohorten (aantal)

Risicoprofiel jan – juni

2007

juli – dec.

2007

jan – juni 2008

juli – dec.

2008

jan – juni 2009

juli – dec 2009

totaal

geen delicten voor deelname 0 3 2 1 3 2 11

1 delict voor deelname 2 2 2 0 2 1 9

second offender 0 2 1 1 0 0 4

frequente meerpleger 5 3 2 2 2 7 21

veelpleger 8 9 14 17 9 14 71

totaal 15 19 21 21 16 24 116

Noot 34 Deze jongeren werden zodoende niet teruggevonden in het geraadpleegde Compas systeem.

Tabel 6.2b Risicoprofiel trajectdeelnemers in termen van aantal geregistreerde strafbare feiten voor deelname aan NPT uitgesplitst naar

halfjaarcohorten (percentage)

Risicoprofiel jan – juni

2007

• Driekwart van de deelnemers rondde het traject met succes af (zie tabel 6.3).

• NPT wordt ten opzichte van andere interventies vaker pas ingezet nadat reeds andere interventies gepasseerd zijn. Voorafgaande aan NPT had 14% van de trajectdeelnemers reeds een andere interventie gevolgd (zie bijlage 2, tabellen B6.5).

• Bij de trajectdeelnemers aan NPT was meestal sprake van een juridische maatregel (83%), en werd de interventie zodoende in een gedwongen kader gevolgd (zie bijlage 2, tabellen B6.6).

Tabel 6.3 Indeling van trajectdeelnemers in geslaagde en niet-geslaagde trajecten NPT (aantal en percentage)

halfjaarcohort aantal

niet-geslaagd

Recidive en delictsoort

• Ruim 60% van de trajectdeelnemers van NPT gaat binnen 2,5 jaar op-nieuw de fout in. (zie tabellen 6.4).

• In het eerste half jaar begeeft 30% zich weer op het criminele pad waar-na het percentage gestaag oploopt.

• Tussen de cohorten zijn verschillen in recidive zichtbaar die mogelijk samenhangen met de geringe aantallen trajectdeelnemers.

• De trajectdeelnemers die vroegtijdig afhaakten uit NPT, plegen binnen een half jaar 43% recidive, wat binnen een jaar oploopt tot 67% (zie bij-lage 2, tabellen B6.7). Vroege recidive lijkt dus hoger te liggen dan bij trajectdeelnemers die de interventie geheel doorlopen.

• 32%van de trajectdeelnemers pleegt na uitstroom maximaal middelzware delicten (zie bijlage 2, tabellen B6.8).

• Gewelddadige delicten worden door 30% van de deelnemers gepleegd (zie bijlage 2, tabellen B6.9). Dit is ruim de helft van het totaal aantal re-cidiveren deelnemers.

Tabel 6.4a Incidentie recidive van de deelnemers aan NPT (exclusief uitvallers) uitgesplitst naar halfjaarcohort (aantal)

halfjaarcohort recidiveert

binnen

Tabel 6.4b Incidentie recidive van de deelnemers aan NPT (exclusief uitvallers) uitgesplitst naar halfjaarcohort (percentage)

halfjaarcohort recidiveert binnen

• De trajectdeelnemers van NPT die na uitstroom recidiveerden hebben in totaal 218 delicten gepleegd (zie tabel 6.6)

• De type delicten zijn vrij divers. Meest voorkomend zijn gekwalificeerde diefstal (16%) en mishandeling (10%), maar ook bedreiging (8%), een-voudige diefstal (7%) werden regelmatig gepleegd.

Tabel 6.5 Totaal aantal delicten gepleegd door de 47 trajectdeelnemers die binnen of 2,5 jaar na succesvolle afronding van NPT recidiveerden, uitgesplitst naar type delict

aantal percentage

gekwalificeerde diefstal 35 16,1%

mishandeling 21 9,6%

bedreiging 18 8,3%

eenvoudige diefstal 16 7,3%

overig wetboek van strafrecht 15 6,9%

vernieling 14 6,4%

n.v.t. geen delictinformatie bekend/niet in te delen 6 2,8%

verduistering 5 2,3%

overig wegenverkeerswet 4 1,8%

misdrijven tegen het leven 3 1,4%

bedrog 3 1,4%

valsheidsmisdrijven 2 0,9%

afpersing 1 0,5%

gemeengevaarlijke delicten 1 0,5%

doorrijden na ongeval 1 0,5%

opiumwet (softdrugs) 1 0,5%

overige wetten 1 0,5%

kantonfeit (overtreding) 1 0,5%

Totaal 218 100,0%

Frequentie en ernst van recidive

In de volgende paragraaf wordt het criminele gedrag dat trajectdeelnemers voorafgaande aan deelname pleegden in termen van frequentie en ernst afgezet tegen de frequentie en ernst van eventuele recidive. Hiervoor wordt een periode van 1,5 jaar voor instroom in de interventie e n 1,5 jaar na uit-stroom uit de interventie overzien. Binnen deze deelanalyse zijn alleen tr a-jectdeelnemers geselecteerd waarvoor een periode van tenminste 1,5 jaar was verstreken na afronding van de interventie. Tevens werden alleen tr a-jectdeelnemers geselecteerd die bij instroom minimaal 13,5 jaar oud waren.

Pas op die leeftijd kan immers 1,5 jaar terug worden gekeken naar strafbaar gedrag35. In tabel 6.6 wordt de frequentie van crimineel gedrag voor en na deelname aan Nieuwe Perspectieven bij Terugkeer weergegeven. Deze gegevens worden zowel voor de totale groep geslaagde trajectdeelnemers getoond als voor een selectie van de totale groep van alleen trajectdeelne-mers die recidive hebben gepleegd en die ook voorafgaande aan deelname reeds delicten op hun naam hadden staan.

• Het gemiddeld aantal delicten dat een trajectdeelnemer van NPT pleegde in de 1,5 jaar voorafgaand aan de deelname (gemiddeld 1,9 feiten per trajectdeelnemer) is enigszinshoger dan het gemiddeld aantal delicten dat een trajectdeelnemer pleegt na afloop van de interventie (gemiddeld 1,5 feiten per trajectdeelnemer in 1,5 jaar) (zie tabel 6.6). Er dus sprake van afname van de frequentie van crimineel gedrag.

• Ook wanneer alleen gekeken wordt naar de trajectdeelnemers die binnen 1,5 jaar na uitstroom recidiveerden, blijkt dat er verschil bestaat tussen frequentie van delicten vóór en na deelname. Na deelname aan NPT pl e-gen de trajectdeelnemers wanneer ze in herhaling vallen, minder vaak delicten dan voor deelname.

Tabel 6.6 Vergelijking van het gemiddeld aantal delicten gepleegd in de 1,5 jaar voorafgaand en na afronding van een NPT-traject

Risicoprofiel gemiddeld aantal delicten gepleegd

in de 1,5 jaar voorafgaand aan deelname

gemiddeld aantal delic-ten gepleegd in de 1,5 jaar direct na deelname totale groep trajectdeelnemers

(n = 57) 2,0 1,5

groep trajectdeelnemers die voorafgaand aan NPT reeds geregistreerd stond voor justitiecontacten en die na afloop

recidiveert (n = 18) 3,3 2,8

In tabel 6.7 wordt de ernst van het criminele gedrag dat wordt vertoond door de trajectdeelnemers 1,5 jaar voor deelname en 1,5 na deelname aan de interventie weergegeven. De score is berekend door aan ieder gepleegd delict een ernstscore te verbinden van 1 tot 3. Een score van 1 werd toeg e-kend aan relatief lichte delicten, de score 2 aan middelzware delicten en de score 3 aan zware delicten. Na toekenning van de scores aan de afzonde r-lijke feiten, werd per trajectdeelnemer een gemiddelde ernstscore berekend door het totaal van de ernstscores van alle delicten (voor- of na deelname) te delen door het aantal delicten. Gebruikmakend van deze persoonlijke

Noot 35 Voor de leeftijd van 12 jaar zijn jongeren niet strafrechtelijk vervolgbaar. Eventueel strafbaar gedrag gepleegd voor die leeftijd wordt dan ook niet geregistreerd.

gemiddelden, kon de gemiddelde ernst van criminaliteit gepleegd door ve r-schillende groepen berekend worden. De vergelijking tussen ernstscore voor en na deelname werd alleen gedaan voor trajectdeelnemers die recidive hebben gepleegd en ook vooraf reeds delicten op hun naam hadden staan.

• Ook de ernst van de gepleegde delicten is na deelname lager dan voo r-afgaande aan deelname. Deze daling is echter klein en niet significant (zie tabel 6.7) (t(16) = -1.63, p > 0.05).

Tabel 6.7 Vergelijking van het gemiddeld aantal delicten gepleegd in de 1,5 jaar voorafgaand en na afronding van een NPT-traject (score tussen 1 en 3)

Risicoprofiel Gemiddeld ernst criminaliteit per

trajectdeelnemer in de 1,5 jaar voorafgaand aan deelname NPT

Gemiddelde ernst crimi-naliteit in de 1,5 jaar

direct na deelname groep trajectdeelnemers die voorafgaand aan NPT reeds

geregistreerd stond voor justitiecontacten en die na afloop recidiveert ( n = 18)

2,0 1,8

(Leeswijzer: de ernst van het criminele gedrag wordt uitgedrukt op een schaal van 1 tot 3:

1=gering criminaliteit 2=ernstige criminaliteit 3=zeer ernstige criminaliteit.)

Ook de verdeling van de gemiddelde ernstscores over de groep deeln emers voor en na deelname aan NPT is in tabel 6.8 weergegeven. Minder deelne-mers scoorden na afloop van de interventie in de zwaarste categorie (2,5 tot 3,0), ze schoven op naar de categorie 2,0 tot 2,5, middelzware tot zware delicten. Ook scoorden meer deelnemers in de lichtste categorie van delict-zwaarte na afloop van het traject.

Tabel 6.8 Verdeling van de ernstscores van de delicten gepleegd in de 1,5 jaar voorafgaand en na afronding van een NPT-traject (score tussen 1 en 3) Ernstscore Aantal deelnemers met

betref. ernstscore 1,5 jaar voorafgaand aan deelname NPT

Aantal deelnemers met betref. ernstscore 1,5 jaar na deelname NPT

Perc. deelnemers met betref. ernstscore 1,5 jaar voorafgaand aan deelname NPT

Perc. deelnemers met betref. ernstscore 1,5 jaar voorafgaand aan deelname NPT

Achtergrondkenmerken en recidive

In het vervolg van dit hoofdstuk staat niet de vergelijking tussen cohortes centraal maar wordt de samenhang tussen achtergrondkenmerken van de trajectdeelnemers met de incidentie van recidive vastgesteld36. Binnen deze deelanalyse zijn alleen trajectdeelnemers geselecteerd waarvoor een peri o-de van tenminste 1,5 jaar was verstreken na afronding van o-de interventie37.

Noot 36 Hier wordt gesproken van een samenhang, echter werden geen toetsen uitgevoerd om t e toetsen of de samenhang statistisch significant was. Waar in het vervolg van het hoofdstuk wordt gesproken van relatie, samenhang, invloed, dient opgemerkt te worden dat deze uitspr a-ken gebaseerd zijn op de getoonde cijfers in de tabellen. Causale verbanden werden in dit onderzoek niet getoetst.

Noot 37 Dat betekent wel dat de trajectdeelnemers uit het hele jaar 2009 niet zijn opgenomen in de analyse.

Ook de analyse beperkt zich tot de berekening van de samenhang tussen de achtergrondkenmerken van de trajectdeelnemer en de incidentie van recidive die plaatsvond in de periode tot maximaal 1,5 jaar na uitstroom. In tabel 6.9 wordt de samenstelling van deze analysegroep wee rgegeven.

Tabel 6.9 Recidive trajectdeelnemers die in de periode 2007 – 2008 succesvol een traject NPT afrondden

aantal percentage

recidiveert binnen een halfjaar 17 29,8%

recidiveert binnen 1 jaar 8 14,0%

recidiveert binnen 1,5 jaar 3 5,3%

recidiveert niet binnen 1,5 jaar 29 50,9%

totaal 57 100,0%

• De invloed van het aantal delicten dat trajectdeelnemers voorafgaande aan NPT pleegden op de incidentie van recidive, laat in tegenstelling tot bij de andere interventies een wisselend beeld zien. Veelplegers hebben volgens verwachting wel de hoogste recidive van alle trajectdeelnemers (56%), terwijl jongeren zonder delicten de laagste incidentie laten zien (2 van 6 deelnemers:33%). In de groepen daar tussenin, wisselt de recidive echter sterk (zie tabel 6.10). Het geringe aantal trajectdeelnemers in sommige groepen (bijvoorbeeld second offenders), kan van invloed zijn op deze cijfers.

Tabel 6.10. Incidentie recidive binnen 1,5 jaar van geslaagde deelnemers NPT uitgesplitst naar risicoprofiel (aantal en percentage)

Risicoprofiel aantal

recidi-veert

aantal recidi-veert niet

totaal aantal % recidiveert % recidiveert niet

totaal %

geen delicten voor deelname 2 4 6 33,3% 66,7% 100,0%

1 delict voor deelname 2 3 5 40,0% 60,0% 100,0%

second offender 1 1 2 50,0% 50,0% 100,0%

frequente meerpleger 4 6 10 40,0% 60,0% 100,0%

veelpleger 19 15 34 55,9% 44,1% 100,0%

totaal 28 29 57 49,1% 50,9% 100,0%

• De zwaarte van delicten voor trajectdeelname heeft geen duidelijk relatie tot de incidentie van recidive (zie bijlage 2, tabellen B6.10). Plegers van lichte38 en middelzware delicten voorafgaande aan deelname recidiveren vaker dan plegers van zware delicten.

• Jongeren die gewelddadige delicten pleegden voorafgaande aan deel-name, recidiveren minder vaak na NPT (50%) dan jongeren die andere delicten (bijvoorbeeld vermogensdelicten) pleegden ( 5 van 9: 56%) (zie bijlage 2, tabellen B6.11).

• Het plaatsvinden van een interventie binnen een dwingend justitieel ka-der heeft bij NPT een dempende invloed op de incidentie van recidive.

Trajecten in een gedwongen kader, leiden minder vaak (46%) tot recidive dan trajecten die in vrijwillig kader zijn afgerond (9 van 16: 56%) (zie bij-lage 2, tabellen B6.12).

• Jongeren die voorafgaande aan NPT of gelijktijdig een ander traject (jeugdreclassering buiten beschouwing latend) volgden, recidiveren vaker

Noot 38 Let op! Het gaat hier om kleine aantallen.

dan jongeren die alleen NPT volgden (in totaal 3 van de 4 )39 (zie bijlage 2, tabellen B6.13).

In tabellen B6.14 en B6.15 in bijlage 2 wordt de relatie tussen achtergrond-kenmerken en recidive nader weergegeven.

Hernieuwde politieregistraties in BVH

In deze paragraaf wordt weergegeven in hoeverre trajectdeelnemers aan NPT na deelname (opnieuw) geregistreerd werden in het politiesysteem.

Voor deze analyse werd at random een steekproef getrokken van de totale groep deelnemers die het traject volledig doorliepen. Voor NPT werd een steekproef van 50 deelnemers geselecteerd.

• Ruim 80% van de trajectdeelnemers aan NPT zijn binnen 2,5 jaar op-nieuw geregistreerd bij de politie (zie tabel 6.11).

• De meeste jongeren zijn al binnen een jaar opnieuw geregistreerd: 54%

binnen een half jaar, 75% binnen een jaar.

Tabel 6.11a Incidentie (hernieuwde) politieregistratie van de deelnemers aan NPT uitgesplitst naar halfjaarcohort (aantal)

Halfjaarcohort Hernieuwde

registratie

Tabel 6.11b Incidentie (hernieuwde) politieregistratie van de deelnemers aan NPT uitgesplitst naar halfjaarcohort (percentage)

Halfjaarcohort Hernieuwde

registratie

Noot 39 Let op! Het gaat hier om kleine aantallen.

Aard en ernst van de registraties

• In totaal werden 39 van de 50 trajectdeelnemers binnen 2,5 jaar na deel-name opnieuw geregistreerd door politie. Zij pleegden in het totaal 259 feiten. De meest voorkomende registraties waren voor overtreding van de APV (55 registraties) en mishandeling (36 registraties) (zie tabel 6.12).

Tabel 6.12 Totaal aantal politieregistraties door de 39 trajectdeelnemers die binnen 2,5 jaar na succesvolle afronding van NPT opnieuw in de politieregistra tie voor-komen, uitgesplitst naar de aard van registratie

aantal percentage

APV 55 21,2%

Mishandeling 36 13,9%

Weg overig 17 6,6%

Overlast 13 5,0%

Bedreiging 11 4,2%

Burengerucht (relatieproblemen) 11 4,2%

Drugshandel 10 3,9%

Overval 9 3,5%

Overige vermogensdelicten 9 3,5%

Aantasting openbare orde 9 3,5%

Straatroof 8 3,1%

Winkeldiefstal 7 2,7%

Diefstal/inbraak bedrijven en instellin 6 2,3%

Fraude 5 1,9%

Diefstal/inbraak woning 4 1,5%

Diefstal van brom-, snor-, fietsen 4 1,5%

Vernieling c. zaakbeschadiging 4 1,5%

Wapenhandel 4 1,5%

Alcohol 4 1,5%

Moord, doodslag 3 1,2%

Openlijk geweld (persoon) 3 1,2%

Diefstal van motorvoertuigen 2 ,8%

Verkeersongevallen 2 ,8%

Diefstal uit/vanaf motorvoertuigen 1 ,4%

Drugs/drankoverlast 1 ,4%

Bijzondere wetten 1 ,4%

Vreemdelingenzorg 1 ,4%

Hulpverlening aan personen 1 ,4%

Restcategorie 18 6,9%

Totaal 259 100,0%

• Van de 259 registraties, betrof het in de helft van de gevallen (51%) een misdrijf. Opvallend is dat 21% van de registraties overtredingen van de APV betroffen, 17% waren meldingen (van bijvoorbeeld overlast), 10%

waren overige overtredingen (zie tabel 6.13).

Tabel 6.13 Totaal aantal politieregistraties voor de 39 jongeren die binnen 2,5 jaar na succesvolle afronding van NPT opnieuw in de politieregistratie voorkomen, uitgesplitst naar type registratie

aantal percentage

Misdrijf 132 51,0%

Overtreding 27 10,4%

Overtreding APV 55 21,2%

Overige registraties (meldingen) 45 17,4%

Totaal aantal registraties 259 100,0%

• Bijna alle trajectdeelnemers voor wie nieuwe registraties werden gevon-den in het politiesysteem, stond voor minimaal één misdrijf geregistreerd (zie tabel 6.14).

• Geen van de trajectdeelnemers werden alleen voor overtredingen (van APV) geregistreerd, wat opvallend is gezien het grote aantal APV regi-straties binnen deze groep.

Tabel 6.14 Totaal aantal politieregistraties na NPT uitgesplitst naar type registratie

Halfjaarcohort Geen

registra-ties

Vergelijking politieregistraties voorafgaand aan deelname met politi e-registraties na afloop aan deelname interventie

• Het gemiddeld aantal registraties bij de politie van trajectdeelnemers van NPT na afloop van de interventie (gemiddeld 4,7 feiten per trajectdeel-nemer) ligt ruim 2 maal zo hoog als het aantal registraties 1,5 jaar voo r-afgaand aan deelname (2,2 feiten) (zie tabel 6.15). De mate waarin tra-jectdeelnemers door de politie geregistreerd worden neemt fors toe na deelname.

• Wanneer alleen gekeken wordt naar de trajectdeelnemers die zowel voorafgaand aan deelname als na deelname geregistreerd stonden, blijkt ook een forse toename van de pleegfrequentie zichtbaar. In de 1,5 jaar voorafgaande aan deelname worden deze jongeren gemiddeld voor 3,9 feiten geregistreerd, na uitstroom is dat aantal in 1,5 jaar gestegen naar 10,1.

Tabel 6.15 Vergelijking van het gemiddeld aantal politieregistraties in de 1,5 jaar voorafgaand en na afronding van een NPT-traject

Risicoprofiel gemiddeld aantal registraties in de

1,5 jaar voorafgaand aan deelname

gemiddeld aantal regi-straties in de 1,5 jaar

direct na deelname

totale groep trajectdeelnemers (n = 34) 2,2 4,7

groep trajectdeelnemers die voorafgaand aan NPT reeds geregistreerd stond voor justitiecontacten en die na afloop

recidiveert (n = 17) 3,9 10,1

• Vergeleken met recidive volgens COMPAS40, ligt hernieuwde registratie in BVH met name in het eerste jaar na uitstroom hoger (zie tabel 6.16).

Noot 40 Hierbij werden dezelfde jongeren betrokken als degenen die in de steekproef van BVH zaten.

Tabel 6.16 Vergelijking tussen recidive van de steekproef in COMPAS en hernieuwde politieregistratie in BVH (percentages)

halfjaarcohort Compas BVH

recidive/hernieuwde registratie binnen een halfjaar 30,3% 55,9%

recidive/hernieuwde registratie binnen 1 jaar 12,1% 20,6%

recidive/hernieuwde registratie binnen 1,5 jaar 3,0% 2,9%

geen recidive/hernieuwde registratie binnen 1,5 jaar 54,5% 20,6%

Totaal 100,0% 100,0%