• No results found

Raadplegen ERISA

Bij de analyse van dagbesteding, is gebruik gemaakt van dezelfde steek-proef als bij de analyse van BVH74. Voor ieder van deze trajectdeelnemers werd vervolgens door een medewerker van Bureau Leerplicht Plus in het leerlingenadministratiesysteem ERISA opgezocht in welke periodes in de twee jaar voorafgaand en de twee jaar na uitstroom uit de interventie sprake is van inschrijving in een opleiding. Ook werd vastgesteld of de jongeren die niet meer naar school gaan een startkwalificatie hebben. Hierbij werd de volgende werkwijze gevolgd75:

• bepalen of de jongere in de gemeentelijke leerlingenadministratie Erisa te vinden is

• bepalen of de jongere een startkwalificatie behaald heeft en opvoeren datum startkwalificatie

• bepalen wat de onderzoeksperiode voor de jongere is

• bepalen of de jongere wel/niet ingeschreven was op school aan het begin van de onderzoeksperiode

• bepalen of de jongere gedurende de onderzoeksperiode de gehele op school heeft gezeten

• bepalen of de jongere gedurende de onderzoeksperiode onderbroken schoolperiodes heeft gehad en opvoeren van de in- en uitschrijfdata

Raadplegen SUWINET

Wanneer een jongere gedurende de twee jaar voorafgaand en de twee jaar na afloop van de interventie (een periode) niet op school zat, werd daa r-naast vastgesteld of hij gedurende deze niet schoolgaande periode(s) b e-taald werk had. Dit werd per jongere vastgesteld door handmatig het reg i-stratiesysteem SUWINET76 te raadplegen op locatie bij Dienst Werk en Inkomen, afdeling Jongerenloket. Gezamenlijk met een medewerker van DWI werd door de onderzoeker van DSP-groep als volgt te werk gegaan:

• Indien het BSN van een jongere nog niet bekend was, werd dit d.m.v.

geboortedatum en achternaam opgezocht in de Gemeentelijke Basisa d-ministratie

• Met behulp van het BSN werd de jongere in SUWINET opgezocht. Vanuit de informatie over dienstbetrekkingen werden vervolgens data van in-gaan en uitschrijving van dienstbetrekkingen bij werkgevers genoteerd.

Hierbij werd alleen gezicht naar dienstbetrekkingen in de p erioden waarin een jongere geen opleiding volgde.

• Alleen dienstbetrekkingen waaruit inkomen voortkwam werden geno-teerd. Uitkeringen vanuit UWV en gemeente Amsterdam (al dan niet in de vorm van stage vergoeding vanuit DWI) werden buiten beschouwing gelaten. Iedere dag waarop de betrokkene ingeschreven stond bij een werkgever en hieruit inkomen ontving werd genoteerd als 'betaald werk'.

Betrouwbaarheid ERISA en SUWINET

Noot 74 Voor iedere interventie werd een steekproef getrokken van 50 deelnemers die met succes een traject hebben afgerond.

Noot 75 Informatie afkomstig van O. Muilwijk, DMO Amsterdam.

Noot 76 Hierin worden onder andere alle dienstbetrekkingen die zijn aangemeld bij het UWV geregistreerd.

De geraadpleegde systemen ERISA en SUWINET zijn tot op zekere hoogte betrouwbaar. ERISA baseert zich op inschrijving op scholen (tot en met MBO niveau 2), maar vanuit deze registraties is onduidelijk in hoeverre jon-geren ook daadwerkelijk deze scholen bezoeken. SUWINET baseert zich op informatie van het UWV. Wanneer werkgevers iemand in dienst nemen, zijn zij wettelijk verplicht deze persoon aan te melden bij het UWV. Middels deze registratie verschijnt dit dienstverband in SUWINET. Vanuit SUWINET is de begindatum en einddatum van het dienstverband af te leiden. Ook is per dag te bekijken hoeveel uren een persoon heeft gewerkt en hoeveel werd ve r-diend. Op dit diepere niveau is de huidige analyse niet uitgevoerd. In huidig onderzoek is gebruik gemaakt van de datum indienst en uitdienst.

Analyse data

De bruto steekproef omvatte 500 jongeren. 13 daarvan bleken vanwege dubbeling niet geschikt voor de analyse en zijn verwijderd. Van de 4 87 jon-geren in de steekproef, konden 37 niet gevonden worden in ERISA. Red e-nen hiervoor waren:

• gegevens van jongeren ouder dan 23 jaar op het moment van onderzoek zijn niet meer in het systeem toegankelijk vanwege privacywetgeving

• jongeren waren niet officieel in Amsterdam ingeschreven

• er was geen unieke identificatie van de jongeren; personen kunnen niet gevonden worden door afwijkende naam en/of geboortedata in de adm i-nistraties

De jongeren die in ERISA niet gevonden waren, werden uitgesloten van de analyses. Van de overgebleven 450 jongeren, werd van 12 jongeren geen correct BSN nummer achterhaald, waardoor SUWINET niet kon worden geraadpleegd. Van 13 jongeren bleken de gegevens in SUWINET geheim, en deze konden vanwege privacyafspraken binnen DWI niet worden inge-zien. Uiteindelijk bleven 425 jongeren over van wie zowel het school - als arbeidsverleden geanalyseerd kon worden.

Nadat de gegevens per jongere in ERISA en, indien van toepassing, in SUWINET geraadpleegd zijn, werden de periodes berekend waarb innen de jongeren zinvolle dagbesteding hadden. De volgende methode werd daa r-voor gehanteerd. Eerst werd het aantal dagen berekend waarop de jo ngere een zinvolle dagbesteding (school of betaald werk) had in de twee jaar voorafgaand aan en na afloop van deelname aan de interventie. Vervolgens werd dit aantal dagen als percentage van het totaal aantal dagen in de o n-derzoeksperioden berekend. Standaard was dit twee jaar voor en na a floop.

Voor een aantal trajectdeelnemers kon echter niet de volledige periode v an twee jaar worden overzien na afronding van de interventie omdat zij ten tijde van het raadplegen van ERISA en SUWINET korter dan twee jaar geleden waren uitgestroomd.

In de analyses werd gekeken welk percentage van tijd zinvol werd besteed en of dit percentage in de periode voorafgaand aan deelname aan de inter-ventie anders is dan in de periode na afloop.

Vervolgens werden de individuele percentages tot gemiddelde pe rcentages per interventie omgerekend zodat kan worden vastgesteld of g emiddeld sprake is van een toename in de zinvolle dagbesteding van de trajectdee l-nemers na deelname aan een interventie.

Ook werd berekend welk percentage van de tijd jongeren een opleiding volgden. Dit percentage werd tevens berekend met correctie voor de lee

r-plichtigheid van jongeren77. Hierbij werd alleen voor die periode waarin de jongere leerplichtig was, bekeken of hij een opleiding volgde. De datum waarop de jongere 18 jaar werd, was einddatum van deze periode of de datum waarop de startkwalificatie werd behaald, indien dit eerder gebeur-de78.

Noot 77 Jongeren zijn leerplichtig tot hun 18e jaar. Indien eerder een startkwalificatie (diploma voor HAVO, VWO of MBO vanaf niveau 2) wordt behaald, vervalt de leerplicht op die datum.

Noot 78 Deze exercitie heeft tot gevolg dat voor sommige jongere geen ‘voor’ of ‘na-periode’ meer berekend kon worden omdat zij deze gehele periode niet meer leerplichtig waren.