• No results found

Jeugdinterventieprogramma: Nieuwe Perspectieven Preventief (NPP)

In dit hoofdstuk worden de uitkomsten gepresenteerd van de doelgroep -analyse en de recidivemeting voor de trajectdeelnemers die in de periode januari 2007 – december 2009 deelnamen aan de interventie Nieuwe Perspectieven Preventief (NPP). Ook worden de uitkomsten van een analy-se van hernieuwde registratie bij de politie gepreanaly-senteerd in een steekproef van het totaal aantal trajectdeelnemers aan NPP. Bij de uitkomsten wordt in de tekst een aantal kerntabellen gepresenteerd. De overige tabellen waa r-aan in de tekst gerefereerd wordt zijn opgenomen in bijlage 2 van deze rap-portage. Deze overige tabellen zijn ten behoeve van de leesbaarheid niet opgenomen in het rapport.

Doelgroep

NPP is bedoeld voor jongeren zonder geregistreerde strafbare feiten of first offenders en hun gezinnen, in de leeftijd van 8 tot en met 16 jaar , met meer-voudige problematiek.

Omschrijving traject

De stimulerende begeleiding in het ambulante traject van drie maanden richt zich op het vergroten van de pedagogische vaardigheden van ouders, speci-fieke doelen op de leefgebieden school/werk, vrije tijd, vrienden en het o p-bouwen of activeren van een ondersteunend netwerk rondom het cliëntsys-teem, ter voorkoming van (nieuw) politiecontact. De aanpak is outreachend:

het doelgericht hulpverlenen vindt plaats in de leefomgeving van de jongere en diens ouders. Na het traject start de nazorg van drie maanden, waarin het ondersteunend netwerk de ondersteunende taken van de interventie-werker zoveel mogelijk overneemt.

Het traject wordt afgesloten met een netwerkbijeenkomst waarin afspraken over verdere ondersteuning met personen uit het sociale netwerk en evt.

ingeschakelde professionele netwerk worden gemaakt.

Achtergrond van de trajectdeelnemers

• In 2007, 2008 en 2009 stroomden 926 jongeren uit bij het programma Nieuwe Perspectieven Preventief (NPP).

• Gemiddeld 64% van hen was van het mannelijke geslacht (zie tabel 4.1).

• Tweederde van de trajectdeelnemers was jonger dan 16 jaar, 14% was zelfs jonger dan 12 jaar (zie bijlage 2, tabellen B4.1).

• Een kwart van de trajectdeelnemers was van Surinaamse afkomst, wat daarmee de grootste culturele groep is. 23% van de trajectdeelnemers was van Marokkaanse en 22% van Nederlandse afkomst (zie bijlage 2, tabellen B4.2).

Tabel 4.1 Verdeling naar geslacht trajectdeelnemers NPP uitgesplitst naar halfjaarcohorten (aantal en percentage)

halfjaarcohort aantal man aantal vrouw totaal aantal % man % vrouw totaal %

jan - jun 2007 94 58 152 61,8% 38,2% 100,0%

Risicoprofiel van de trajectdeelnemers

• Trajectdeelnemers van NPP hebben een relatief gering risicoprofiel.

Ruim 80 procent van de trajectdeelnemers hadden geen delicten op hun naam voorafgaande aan deelname aan NPP. 14% had één delict (zie ta-bellen 4.2).

• Van de trajectdeelnemers had 15% maximaal een middelzwaar delict gepleegd (zie bijlage 2, tabellen B4.3). Lichte en zware delicten werden door trajectdeelnemers slechts in heel beperkte mate gepleegd.

• Onder trajectdeelnemers van NPP, zijn weinig plegers van gewelddadige delicten (7%) (zie bijlage 2, tabellen B4.4).

Tabel 4.2a Risicoprofiel trajectdeelnemers in termen van aantal geregistreerde straf-bare feiten voor deelname aan NPP uitgesplitst naar halfjaarcohorten (aantal)

Risicoprofiel jan – juni

2007

Tabel 4.2b Risicoprofiel trajectdeelnemers in termen van aantal geregistreerde strafbare feiten voor deelname aan NPP uitgesplitst naar halfjaarcohorten (percentage)

Risicoprofiel jan – juni

2007

• Slechts 5% van de trajectdeelnemers rondde het traject niet op reguliere wijze af (zie tabel 4.3).

• NPP werd maar een heel enkele keer gelijktijdig aan of volgend op een ander traject gedaan (zie bijlage 2, tabellen B4.5).

• Van de trajectdeelnemers, volgde 87% NPP op vrijwillige basis (zie bijla-ge 2, tabellen B4.6).

Tabel 4.3 Indeling van trajectdeelnemers in geslaagde en niet-geslaagde trajecten NPP (aantal en percentage)

halfjaarcohort aantal

niet-geslaagd

Recidive en delictsoort

• Van de groep geslaagde trajectdeelnemers recidiveert 32% (zie tabellen 4.4). Dat betekent gelijktijdig dat het percentage jongeren dat na ui t-stroom geregistreerd is voor een strafbaar feit hoger ligt dan het perce n-tage jongere dat voorafgaand aan deelname geregistreerd stond voor een strafbaar feit, namelijk 19,2%.

• De recidive van NPP komt, vergeleken met andere trajecten, relatief langzaam op gang. Vanaf een half jaar na uitstroom, loopt deze gelijkm a-tig op tot 2,5 jaar na uitstroom.

• Tussen verschillende uitstroomcohorten is geen systematisch verschil zichtbaar op de incidentie van recidive.

• De trajectdeelnemers die voortijdig afhaakten recidiveren slechts in ge-ringe mate (13% binnen 2,5 jaar) (zie bijlage 2, tabellen B4.7). Omdat het hier echter om kleine aantallen per cohort gaat, moeten deze uitkomsten met voorzichtigheid geïnterpreteerd worden.

• 16% van de trajectdeelnemers pleegt na uitstroom maximaal middelzwa-re delicten (zie bijlage 2, tabellen B4.8). 1% pleegde uitsluitend lichte de-licten en 5% pleegde zware dede-licten.

• Van de trajectdeelnemers pleegt 14% van de trajectdeelnemers uitslui-tend niet-gewelddadige delicten bij recidive (zie bijlage 2, tabellen B4.9).

Tabel 4.4a Incidentie recidive van de deelnemers aan NPP (exclusief uitvallers ) uitgesplitst naar halfjaarcohort (aantal)

halfjaarcohort recidiveert

binnen

Tabel 4.4b Incidentie recidive van de deelnemers aan NPP (exclusief uitvallers) uitgesplitst naar halfjaarcohort (percentage)

halfjaarcohort recidiveert

binnen

• Door de trajectdeelnemers van NPP die na uitstroom recidiveerden wer-den in totaal 517 delicten gepleegd (zie tabel 4.5)

• Vooral gekwalificeerde diefstal23 wordt veelvuldig gepleegd (22% van totaal aantal delicten) door recidiverende trajectdeelnemers van NPP.

Daarnaast komen vaak heling (10%), misdrijven tegen de openbare orde (10%), diefstal met geweld (9, en eenvoudige diefstal (9%) voor.

Tabel 4.5 Totaal aantal delicten gepleegd door de 204 trajectdeelnemers die binnen 2,5 jaar na succesvolle afronding van NPP recidiveerden, uitgesplitst naar type delict

aantal percentage

gekwalificeerde diefstal 109 21,1%

(schuld)heling 49 9,5%

tegen de openbare orde 49 9,5%

diefstal met geweld 48 9,3%

eenvoudige diefstal 48 9,3%

mishandeling 41 7,9%

bedreiging 24 4,6%

overig wetboek van strafrecht 22 4,3%

vernieling 21 4,1%

verduistering 17 3,3%

tegen het openbaar gezag 16 3,1%

wet wapens en munitie 13 2,5%

overig wegenverkeerswet 9 1,7%

n.v.t. geen delictinformatie bekend/niet in te delen 8 1,5%

bedrog 6 1,2%

opiumwet (harddrugs) 6 1,2%

afpersing 5 1,0%

valsheidsmisdrijven 5 1,0%

feitelijke aanranding der eerbaarheid 4 0,8%

doorrijden na ongeval 4 0,8%

misdrijven tegen het leven 3 0,6%

overige wetten 3 0,6%

gemeengevaarlijke delicten 2 0,4%

opiumwet (softdrugs) 2 0,4%

discriminatie 1 0,2%

rijden onder invloed of weigeren test 1 0,2%

kantonfeit (overtreding) 1 0,2%

Totaal 517 100,0%

Noot 23 Diefstal onder verzwarende omstandigheden zoals inbraak.

Frequentie en ernst van recidive

In de volgende paragraaf wordt het criminele gedrag dat trajectdeelnemers voorafgaande aan deelname pleegden in termen van frequentie en ernst afgezet tegen de frequentie en ernst van eventuele recidive. Hiervoor wordt een periode van 1,5 jaar voor instroom in de interventie en 1,5 jaar na ui t-stroom uit de interventie overzien. Binnen deze deelanalyse zijn alleen tr a-jectdeelnemers geselecteerd waarvoor een periode van tenminste 1,5 jaar was verstreken na afronding van de interventie. Tevens werden alleen tr a-jectdeelnemers geselecteerd die bij instroom minimaal 13,5 jaar oud waren.

Pas op die leeftijd kan immers 1,5 jaar terug worden gekeken naar strafbaa r gedrag24. In tabel 4.6 wordt de frequentie van crimineel gedrag voor en na deelname aan Nieuwe Perspectieven Preventief weergegeven. Deze geg vens worden zowel voor de totale groep geslaagde trajectdeelnemers g e-toond als voor een selectie van de totale groep van alleen trajectdeelnemers die recidive hebben gepleegd en die ook voorafgaande aan deelname reeds delicten op hun naam hadden staan.

• Het gemiddeld aantal delicten dat een trajectdeelnemer van NPP pleegde in de 1,5 jaar voorafgaand aan de deelname is lager (0,2) dan het ge-middeld aantal delicten dat een trajectdeelnemer pleegt na afloop van de interventie (0,3) (zie tabel 4.8). Trajectdeelnemers plegen zodoende na het volgen van NPP gemiddeld meer delicten dan voor deelname.

• De groep trajectdeelnemers die voorafgaand aan deelname geregistreerd stond voor strafbare feiten en die na afloop binnen 1,5 jaar recidiveert, pleegt na afloop van NPP ongeveer evenveel feiten als voor deelname (gemiddeld 1,5 feit binnen 1,5 jaar).

Tabel 4.6 Vergelijking van het gemiddeld aantal delicten gepleegd in de 1,5 jaar voorafgaand en na afronding van een NPP-traject

Risicoprofiel gemiddeld aantal delicten gepleegd

in de 1,5 jaar voorafgaand aan deelname

gemiddeld aantal delic-ten gepleegd in de 1,5 jaar direct na deelname totale groep trajectdeelnemers

(n = 591) 0,2 0,3

groep trajectdeelnemers die voorafgaand aan NPP reeds geregistreerd stond voor justitiecontacten en die na afloop

recidiveert ( n = 28) 1,4 1,5

In tabel 4.7 wordt de ernst van het criminele gedrag dat wordt vertoond door de trajectdeelnemers 1,5 jaar voor deelname en 1,5 na deelname aan de interventie weergegeven. De score is berekend door aan ieder gepleegd delict een ernstscore te verbinden van 1 tot 3. Een score van 1 werd toeg e-kend aan relatief lichte delicten, de score 2 aan middelzware delicten en de score 3 aan zware delicten. Na toekenning van de scores aan de afzonde r-lijke feiten, werd per trajectdeelnemer een gemiddelde ernstscore berekend door het totaal van de ernstscores van alle delic ten (voor- of na deelname) te delen door het aantal delicten. Gebruikmakend van deze persoonlijke gemiddelden, kon de gemiddelde ernst van criminaliteit gepleegd door ve r-schillende groepen berekend worden. De vergelijking tussen ernstscore voor

Noot 24 Voor de leeftijd van 12 jaar zijn jongeren niet strafrechtelijk vervolgbaar. Eventueel strafbaar gedrag gepleegd voor die leeftijd wordt dan ook niet geregistreerd.

en na deelname werd alleen gedaan voor trajectdeelnemers die recid ive hebben gepleegd en ook vooraf reeds delicten op hun naam hadden staan.

• De ernst van de recidivedelicten die gepleegd zijn na afloop van de inter-ventie is hoger dan de ernst van de vooraf gepleegde delicten (respectie-velijk 2,1 en 1,9). Het verschil is beperkt, maar wel significant te noemen ( t(27) = 2.18, p < 0.05). De trajectdeelnemers die voorafgaande aan NPP reeds delicten pleegden en die dat achteraf ook weer doen, plegen naderhand ernstigere feiten dan voor interventie.

Tabel 4.7 Vergelijking van het gemiddeld aantal delicten gepleegd in de 1,5 jaar voorafgaand en na afronding van een NPP-traject (score tussen 1 en 3)

Risicoprofiel Gemiddeld ernst criminaliteit per

trajectdeelnemer in de 1,5 jaar voorafgaand aan deelname NPP

Gemiddelde ernst crimi-naliteit in de 1,5 jaar

direct na deelname groep trajectdeelnemers die voorafgaand aan NPP reeds

geregistreerd stond voor justitiecontacten en die na afloop

recidiveert (n = 28) 1,9 2,1

(Leeswijzer: de ernst van het criminele gedrag wordt uitgedrukt op een schaal van 1 tot 3:

1=gering criminaliteit 2=ernstige criminaliteit 3=zeer ernstige criminaliteit. )

Ook de verdeling van de gemiddelde ernstscores over de groep deelnemers voor en na deelname aan NPP is in tabel 4.8 weergegeven. Hierin is een verschuiving zichtbaar van scores tussen 1,0 en 2,0 naar de zwaardere c a-tegorieën.

Tabel 4.8 Verdeling van de ernstscores van de delicten gepleegd in de 1,5 jaar voorafgaand en na afronding van een NPP-traject (score tussen 1 en 3) Ernstscore Aantal deelnemers met

betref. ernstscore 1,5 jaar voorafgaand aan deelname NPP

Aantal deelnemers met betref. ernstscore 1,5 jaar na deelname NPP

Perc. deelnemers met betref. ernstscore 1,5 jaar voorafgaand aan deelname NPP

Perc. deelnemers met betref.

ernstscore 1,5 jaar vooraf-gaand aan deelname NPP

1,0 – 1,5 5 2 17,9% 7,1%

1,5 – 2,0 2 1 7,1% 3,6%

2,0 – 2,5 17 19 60,7% 67,9%

2,5 – 3,0 4 6 14,3% 21,4%

Totaal 28 28 100,0% 100,0%

Achtergrondkenmerken en recidive

In het vervolg van dit hoofdstuk staat niet de vergelijking tussen cohortes centraal maar wordt de samenhang tussen achtergrondkenmerken van de trajectdeelnemers met de incidentie van recidive vastgesteld25. Binnen deze deelanalyse zijn alleen trajectdeelnemers geselecteerd waarvoor een perio-de van tenminste 1,5 jaar was verstreken na afronding van perio-de interventie26. Ook de analyse beperkt zich tot de berekening van de samenhang tussen de achtergrondkenmerken van de trajectdeelnemer en de incidentie van

Noot 25 Hier wordt gesproken van een samenhang, echter werden geen toetsen uitgevoerd om te toetsen of de samenhang statistisch significant was. Waar in het vervolg van het hoofdstuk wordt gesproken van relatie, samenhang, invloed, dient opgemerkt te worden dat deze uitspr a-ken gebaseerd zijn op de getoonde cijfers in de tabellen. Causale verbanden werden in d it onderzoek niet getoetst.

Noot 26 Dat betekent wel dat de trajectdeelnemers uit het hele jaar 2009 niet zijn opgenomen in de analyse.

recidive die plaatsvond in de periode tot maximaal 1,5 jaar na uitstroom. In tabel 4.9 wordt de samenstelling van deze analysegroep wee rgegeven.

Tabel 4.9 Samenstelling analysegroep

aantal percentage

recidiveert binnen een halfjaar 53 9,0%

recidiveert binnen 1 jaar 39 6,6%

recidiveert binnen 1,5 jaar 27 4,6%

recidiveert niet binnen 1,5 jaar 472 79,9%

totaal 591 100,0%

• Het aantal delicten voorafgaand aan NPP hangt samen met de recidive incidentie. Jongeren zonder delicten voor NPP gaan in 17% van de ge-vallen de fout in binnen 1,5 jaar, terwijl bij second offenders en fr equente meerplegers bij respectievelijk 9 van de 19 deelnemers (47%) en 6 van 13 deelnemer (46%) recidive voorkomt (zie tabel 4.10).

Tabel 4.10. Incidentie recidive binnen 1,5 jaar van geslaagde deelnemers NPP uitgesplitst naar risicoprofiel (aantal en percentage)

Risicoprofiel aantal

recidi-veert

aantal recidi-veert niet

totaal aantal % recidiveert % recidiveert niet

totaal %

geen delicten voor deelname 80 392 472 16,9% 83,1% 100,0%

1 delict voor deelname 24 63 87 27,6% 72,4% 100,0%

second offender 9 10 19 47,4% 52,6% 100,0%

frequente meerpleger 6 7 13 46,2% 53,8% 100,0%

veelpleger 0 0 0 - - -

totaal 119 472 591 20,1% 79,9% 100,0%

• Ook de zwaarte van delicten vóór trajectdeelname hangt samen met de incidentie van recidive (zie bijlage 2, tabellen B4.10). Plegers van zware delicten recidiveren vaker dan plegers zonder delicten (42% (5 van 12) en 17%). De recidive van trajectdeelnemers die vooraf lichte delicten pleegden, verschilt weinig van de recidive van trajectdeelnemers die vooraf middelzware delicten pleegden (33% (3 van 9) en 31%)27.

• Het plegen van gewelddadige delicten voorafgaande aan deelname van NPP heeft een versterkende invloed op de incidentie van recidive. Jonge-ren die gewelddadige delicten pleegden, recidiveJonge-ren vaker dan jongeJonge-ren die andere delicten (bijvoorbeeld vermogensdelicten) pleegden (resp.

37% en 30%) (zie bijlage 2, tabellen B4.11).

• Trajecten die plaatsvonden in een gedwongen justitieel kader, leiden vaker tot recidive dan trajecten die vrijwillig plaatsvonden (resp. 29% en 19%) (zie bijlage 2, tabellen B4.12).

• De enkele jongeren die naast NPP vooraf of gelijktijdig een andere traject volgden (jeugdreclassering buiten beschouwing latend), recidiveerd en niet (zie bijlage 2, tabellen B4.13).

In tabellen B4.14 en B4.15 in bijlage 2 wordt de relatie tussen achtergrond-kenmerken en recidive nader weergegeven.

Noot 27 In de categorie lichten en zware delicten zitten echter veel minder deelnemers dan in de andere categorieën. Daarom moeten resultaten voorzichtig geïnterpreteerd worden.

Hernieuwde politieregistraties in BVH

In deze paragraaf wordt weergegeven in hoeverre trajectdeelnemers aan NPP na deelname (opnieuw) geregistreerd werden in het politiesysteem.

Voor deze analyse werd at random een steekproef getrokken van de totale groep deelnemers die het traject volledig doorliepen. Voor NPP werd een steekproef van 75 deelnemers geselecteerd.

• Ongeveer 40% van de trajectdeelnemers werd binnen een jaar na uit-stroom uit NPP opnieuw geregistreerd door de politie vanwege een over-treding of misdrijf (zie tabel 4.11).

• Na 2,5 jaar is dit percentage opgelopen tot de helft (berekening op basis van survivalmethode).

Tabel 4.11a Incidentie (hernieuwde) politieregistratie van de deelnemers aan NPP uitgesplitst naar halfjaarcohort (aantal)

Halfjaarcohort Hernieuwde

registratie

Tabel 4.11b Incidentie (hernieuwde) politieregistratie van de deelnemers aan NPP uitgesplitst naar halfjaarcohort (percentage)

Halfjaarcohort Hernieuwde

registratie

Aard en ernst van de registraties

 In totaal werden 39 van de 75 trajectdeelnemers binnen 2,5 jaar na deel-name opnieuw geregistreerd door de politie. De meest voorkomende re-gistraties waren voor overlast (17 rere-gistraties) en winkeldiefstal (12 reg i-straties) (zie tabel 4.12).

Tabel 4.12 Totaal aantal politieregistraties door de 39 trajectdeelnemers die binnen 2,5 jaar na succesvolle afronding van NPP opnieuw in de politieregistratie voor-komen, uitgesplitst naar de aard van registratie

aantal percentage

Overlast 17 16,3%

Winkeldiefstal 12 11,5%

Burengerucht (relatieproblemen) 10 9,6%

Mishandeling 9 8,7%

Overige vermogensdelicten 7 6,7%

Vernieling c. zaakbeschadiging 7 6,7%

Fraude 5 4,8%

Openlijk geweld (persoon) 4 3,8%

Bedreiging 4 3,8%

Diefstal/inbraak woning 3 2,9%

APV 3 2,9%

Diefstal uit/vanaf motorvoertuigen 2 1,9%

Diefstal van motorvoertuigen 2 1,9%

Diefstal van brom-, snor-, fietsen 2 1,9%

Weg overig 2 1,9%

Aantasting openbare orde 2 1,9%

Moord, doodslag 1 1,0%

Straatroof 1 1,0%

Overval 1 1,0%

Diefstal/inbraak bedrijven en instellin 1 1,0%

Drugshandel 1 1,0%

Wapenhandel 1 1,0%

Alcohol 1 1,0%

Restcategorie 6 5,8%

Totaal 104 100,0%

• Van de 104 registraties, betrof het in meer dan de helft van de gevallen een misdrijf (59%). 31% van de registraties betroffen meldingen (van bi j-voorbeeld overlast), 8% waren overtredingen en 3% overtredingen van de Algemeen Plaatselijke Verordening (zie tabel 4.13).

Tabel 4.13 Totaal aantal politieregistraties voor de 39 jongeren die binnen 2,5 jaar na succesvolle afronding van NPP opnieuw in de politieregistratie voorkomen, uitgesplitst naar type registratie

aantal percentage

Misdrijf 61 58,7%

Overtreding 8 7,7%

Overtreding APV 3 2,9%

Overige registraties (meldingen) 32 30,8%

Totaal aantal registraties 104 100,0%

• Bijna de helft van de 75 trajectdeelnemers had geen nieuwe registratie op zijn of haar naam na deelname. 38% van de trajectdeelnemers werd voor minimaal één misdrijf geregistreerd en 12% alleen vanwege meldi n-gen (zie tabel 4.14).

• Slechts een klein deel van de trajectdeelnemers werden alleen voor ove r-tredingen (van APV) geregistreerd.

Tabel 4.14 Totaal aantal politieregistraties na NPP uitgesplitst naar type registratie

Halfjaarcohort Geen

registra-ties

Vergelijking politieregistraties voorafgaand aan deelname met politie-registraties na afloop aan deelname interventie

• Het gemiddeld aantal registraties bij de politie van trajectdeelnemers van NPP na afloop van de interventie is gelijk aan het aantal registraties 1,5 jaar voorafgaand aan deelname (gemiddeld 1,0 feit per individuele tra-jectdeelnemer) (zie tabel 4.15).

• Wanneer alleen gekeken wordt naar de trajectdeelnemers die zowel voorafgaand aan deelname als na deelname geregistreerd stonden, is sprake van een lichte daling van de pleegfrequentie.

Tabel 4.15 Vergelijking van het gemiddeld aantal politieregistraties in de 1,5 jaar voorafgaand en na afronding van een NPP-traject

Risicoprofiel gemiddeld aantal registraties in de

1,5 jaar voorafgaand aan deelname

gemiddeld aantal regi-straties in de 1,5 jaar

direct na deelname

totale groep trajectdeelnemers (n = 51) 1,0 1,0

groep trajectdeelnemers die voorafgaand aan NPP reeds geregistreerd stond voor justitiecontacten en die na afloop

recidiveert (n = 11) 2,2 1,9

• Als dezelfde steekproef in COMPAS wordt getrokken, is te zien dat de registraties bij de politie op een hoger niveau liggen dan recidive van strafbare feiten. Dit geldt echter vooral tijdens het eerste jaar na ui t-stroom. (zie tabel 4.16).

Tabel 4.16 Vergelijking tussen recidive van de steekproef in COMPAS en hernieuwde politieregistratie in BVH (percentages)

halfjaarcohort Compas BVH

recidive/hernieuwde registratie binnen een halfjaar 10,0% 21,6%

recidive/hernieuwde registratie binnen 1 jaar 2,0% 13,7%

recidive/hernieuwde registratie binnen 1,5 jaar 6,0% 3,9%

geen recidive/hernieuwde registratie binnen 1,5 jaar 82,0% 60,8%

totaal 100,0% 100,0%

5 Jeugdinterventieprogramma: Resocialisatie en