• No results found

13ja, er zijn veel vogels (meer dan 50 per hectare) aanwezig

In document Handreiking natuurvriendelijke oevers (pagina 32-34)

die gebruik maken van de oever als foerageergebied. Een jonge natuurvriendelijke oever is zeer gevoelig voor vraat. ja, er zijn vrij veel vogels (10 tot 50 per hectare) aanwezig die gebruik maken van de oever als foerageergebied. Een jonge natuurvriendelijke oever is zeer gevoelig voor vraat. nee, er zijn weinig tot geen vogels aanwezig die gebruik maken van de oever als foerageergebied.

r -2 -1 0 b -2 -1 0 M -2 -1 0

r-rivier M-meer b-beek Z-zuivering Z nvt

nvt

nvt

ja, de oever ligt strategisch tussen 2 lokale natte natuurge- bieden of is onderdeel van een ecologische verbindingszone. De oever kan daarmee natuur met elkaar verbinden. gedeeltelijk, er zijn mogelijkheden vanwege de afstand tus- sen natuurgebieden en er zijn weinig obstakels en/of deze zijn op te heffen.

nee, de oever ligt te ver van 2 natte natuurgebieden of er zijn teveel obstakels, en is geen onderdeel van een ecologi- sche verbindingszone. r 2 1 0 b 2 1 0 M 2 1 0

r-rivier M-meer b-beek Z-zuivering Z nvt

nvt

nvt

ja, in sterke mate. de natuurvriendelijke oever levert een nieuw deelhabitat dat in de nabijheid niet aanwezig is voor een bepaalde faunagroep.

Bijvoorbeeld door het vrijwel ontbreken van vegetatiestructuur in het water en op het land.

ja, in beperkte mate. de natuurvriendelijke oever levert geen nieuw deelhabitat, maar is wel een relevante aanvulling op reeds aanwezige deelhabitats.

nee, de natuurvriendelijke oever levert geen nieuw deelhabitat. r 2 1 0 b 2 1 0 M 2 1 0

r-rivier M-meer b-beek Z-zuivering Z nvt

nvt

nvt

landbouwkundig gebruik of intensieve recreatie. De instroom van nutriëntenrijk water is hoog en/of de versto- ring is groot.

openbaar gebied (bijvoorbeeld gebruiken als wegberm, ste- delijk groen, extensieve recreatie, met geringe instroom van nutriënten en geringe verstoring).

natuurgebied.

Zeer geringe instroom van nutriënten en zeer weinig verstoring.

r -1 0 1 b -1 0 1 M -1 0 1

r-rivier M-meer b-beek Z-zuivering Z 2

1

Let er hierbij op dat de minimale score en de scorerange voor ieder van de watertypen anders is. Deze waarden staan in tabel 4.2. De relatieve score geeft de kansrijkheid aan voor aanleg van een natuurvriendelijke oever. Onderstaande grenzen kunnen hierbij gehanteerd worden (tabel 4.3). Op pagina 66 staat een voorbeeld van de scorekaart.

Beoordeling relAtieve score locAtiesleutel

Voor de verschillende waterlichaamtypen en voor de zuiverende oever.

In stap 4 is de meest kansrijke locatie bepaald voor de aanleg van een natuurvrien- delijke oever. Onderzoek deze locatie nader met de Standplaatssleutel in het geval van een doelstelling voor de biologische waterkwaliteit of overige natuurwaarden. U kunt de Beheerwijzer gebruiken om te bepalen of zich op de huidige locatie ook met het juiste beheer en onderhoud een goed functionerende natuurvriendelijke oever kan ontwikkelen. De Zuiveringssleutel wordt gebruikt wanneer er een oever met een zuiverende functie wordt aangelegd.

Indien meerdere locaties de hoogste relatieve score hebben, kunnen de volgende sleutels meerdere keren worden doorlopen. De waterbeheerder kan de keuze uit deze locaties uiteraard mede maken op basis van factoren als verwerkingsmoge- lijkheden, kosten, plaats in het landschap, etc.

14

tabel 4.2

hoe is het gebruik van het water?

De punten uit stap 3 worden ingevuld op een scorekaart. De puntenaantallen van de locaties worden met elkaar vergeleken, maar ook met het maximale puntenaan- tal voor het betreffende waterlichaamtype: de relatieve score (zie tabel 4.2).

Berekening PuntenAAntAl locAtiesleutel

Voor de verschillende waterlichaamtypen en voor de zuiverende oever.

tabel 4.3 er is sprake van intensieve gemotoriseerde scheepvaart of

recreatie. er is veel golfslag, verstoring en/of betreding. er is sprake van extensieve gemotoriseerde scheepvaart of recreatie en/of beperkte strijklengtes.

recreatie, gemotoriseerde scheepvaart en grote strijklengtes ontbreken. er is weinig golfslag, verstoring en/of betreding.

r -1 0 1 b nvt nvt nvt M -1 0 1

r-rivier M-meer b-beek Z-zuivering Z 0

0

1

stAP 4 vergelijking locaties

minimale score maximale score

scorerange (aantal punten)

rivier -17 17 34 Meer -17 19 36 beek -16 18 34 Zuivering -4 11 15 niet kansrijk Weinig kansrijk kansrijk zeer kansrijk relatieve score 0 – 0,1 0,1 – 0,4 0,4 – 0,6 0,6 - 1

66 | Handreiking natuurvriendelijke oevers. een standplaatsbenadering Handreiking natuurvriendelijke oevers. een standplaatsbenadering | 67 stAndPlAAtssleutel

opzet

De Standplaatssleutel heeft als doel een standplaats te identificeren. Herkennen van een standplaats is zeer belangrijk bij het verkrijgen van inzicht in de ontwik- kelingsmogelijkheden voor vegetatietypen en maatregelen om de standplaats te verbeteren. Dit is uitgebreid beschreven in het bijbehorende ontwikkelingstraject (zie hoofdstuk 5).

In hoofdstuk 2 is aangeven dat de oever kan worden onderverdeeld in drie verschil- lende zones: de aquatische, de amfibische en de terrestrische zone. In aansluiting hierop zijn drie deelsleutels opgesteld: sleutels voor de aquatische (Standplaatssleu- tel a), de amfibische (Standplaatssleutel b) en de terrestrische zone (Standplaatssleutel c) van de oever. Deze onderverdeling is gemaakt omdat in elk van de drie zones andere standplaatsfactoren een beslissende invloed hebben op de ontwikkeling van een vegetatietype.

Het doorlopen van de Standplaatssleutel vindt plaats in 4 stappen:

stappenschema

Een natuurvriendelijke oever kan aangelegd worden met het oog op: het verbeteren van de biologische waterkwaliteit (KRW-maatlatten); het stimuleren van niet-KRW-gerelateerde flora;

het stimuleren van niet-KRW-gerelateerde fauna;

het verbeteren van de chemische waterkwaliteit (zuiverende oever). fig 4.1 voorBeeld scorekAArt locAtiesleutel

Dit voorbeeld van een ingevulde scorekaart geeft aan dat drie locaties zeer kansrijk zijn voor aanleg van een natuurvriendelijke oever en dat locatie 3 het meest geschikt is.

1 neem het maximaal aantal punten over van het betreffende waterlichaamtype, of van de zuiverende oever

(zie paragraaf 4.2.2. stap 4).

Deze scorekaart kan worden gedownload op: www.stowa.nl.

4.3 4.3.1 4.3.2 1 2 3 4

stAP 1 vaststellen doel aanleg natuurvriendelijke oever

In document Handreiking natuurvriendelijke oevers (pagina 32-34)

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN