• No results found

Investeringen in de energievoorziening

In document Nationale Energieverkenning 2016 (pagina 183-186)

ontwikkeling van de energievoorziening

6.3 Investeringen in de energievoorziening

Ongeveer 10 procent van de investeringen in Nederland zijn ener- giegerelateerde investeringen, zoals is weergegeven in Figuur 6.1. Energie-exploitatiebedrijven hebben investeringen in de energie- voorziening nodig om in de toekomst aan de vraag naar energie te kunnen voldoen. Daarnaast doen ook andere bedrijven en huishoudens energiegerelateerde investeringen en uitgaven om hun productieproces of woning energie-efficiënter te maken. Bovendien investeert een toenemend aantal bedrijven en huishoudens in eigen energieopwekking. In deze paragraaf worden deze investeringen in kaart gebracht en wordt de economische activiteit die er uit voortvloeit10 geraamd.

Investeringen vallen lager uit

De investeringen in de energievoorziening zijn na een daling in 2013 weer toegenomen in 201411, zoals te zien is in Figuur 6.7. Deze cijfers

worden vooral bepaald door afzonderlijke grote projecten, zoals de bouw van kolencentrales en gaswinningsinstallaties.

10 De reeks investeringen is herzien ten opzichte van de NEV 2015. Deze valt nu lager uit bij de conventionele exploitatiesectoren, vooral in 2011-2012. De cijfers over de investeringen zijn niet altijd één-op-één te vergelijken met de activiteiten die voortvloeien uit deze investeringen. De activiteiten uit investeringen omvatten bijvoorbeeld ook consultancy en R&D-activiteiten die niet terugkomen in de investeringen.

11 De focus ligt in deze NEV op investeringen door energiebedrijven in machines en installaties, grond-, weg-, waterbouw en R&D. In de NEV 2015 werd het totaal aan investeringen meegenomen, dat is inclusief computers etc.

0 10 20 30 40 50 60 2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030 Bruto werkgelegenheid (duizend arbeidsjaren) Olie- en gaswinning Aardolieraffinaderijen

Productie elektricititeit en warmte uit fossiele brandstoffen (centraal en decentraal) Netwerken

Tankstations, opslag en groothandel in fossiele brandstoffen Productie hernieuwbare energie

Figuur 6.7. Ontwikkeling van de investeringen in de periode 2008-2020, uitgesplitst naar verschillende activiteiten.

In lopende prijzen, projecties bij voorgenomen beleid.

De laatste statistische waarneming betreft 2014. Voor 2015 en 2016 worden sterk afnemende investeringsniveaus verwacht in de conventionele energie-exploitatie. Dat heeft vooral te maken met de afbouw van de investeringen voor nieuwe elektriciteitscentrales en de verwachte stagnatie van investeringen in de gaswinning. De verwachting is dat het niveau van de investeringen in deze

activiteiten vanaf 2016 gelijkblijvend laag blijft. De stijging van investeringen zit dan ook niet bij de conventionele energie, maar juist bij windenergie, energiebesparing en netwerken. De algemene trend bij energie-investeringen blijft daardoor die van een geleidelijke stijging. Voor 2020 bedraagt het niveau ruim 17 miljard, ongeveer 1,5 miljard minder dan geraamd in de NEV 2015 (zie Figuur 6.7). Wind wordt koploper bij investeringen in hernieuwbare energie De ontwikkeling van investeringen is bij hernieuwbare energie per techniek verschillend. In 2014 zijn bijvoorbeeld investeringen in wind- en zonne-energie toegenomen, terwijl de investeringen in de overige hernieuwbare energietechnieken juist zijn afgenomen. Voor 2015 en komende jaren worden sterke stijgingen verwacht (paragraaf 3.2.2). De ISDE subsidieregeling (zie paragraaf 2.4.3 en 5.1.1) leidt naar verwachting tot een relatief sterke toename van investeringen in warmtepompen, zonnecollectoren en biomassaketels, vooral bij huishoudens. Het grootste investeringsvolume zit echter bij windenergie. Investeringen in wind op zee gaan daarbij naar verwachting vanaf 2017 de investeringen in wind op land overtreffen. Meer groei van investeringen in energiebesparing

In de komende jaren worden in de utiliteitsbouw substantieel meer investeringen in energiebesparing verwacht12. Dit hangt samen met

nieuw beleid dat voorschrijft dat kantoren verplicht energielabel C 12 De waarneming van energiebesparingsinvesteringen is ten opzichte van de NEV

2015 herzien. Dit leidt in de projecties tot hogere investeringsbedragen. Dit houdt verband met herziening van de bedrijvenlijst en bijbehorende fracties, zie achtergrondrapport (CBS 2016b). 02 4 6 8 1012 1416 18 20 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Investeringen (miljard euro)

Productie elektriciteit en warmte uit fossiele brandstoffen en kernenergie Aardolieraffinaderijen

Olie- en gaswinning Netwerken

Warmte, geothermie en energie uit water Biomassa, -gas, -brandstoffen en -raffinage en overig Wind

Zon

moeten dragen en gebouwinstallaties verder moeten worden geopti- maliseerd (zie ook hoofdstuk 5.1.3).

Bruto werkgelegenheid uit investeringen blijft belangrijk De activiteiten die voortvloeien uit de investeringen in energie zijn een belangrijk onderdeel van de Nederlandse energievoorziening. In 2015 was de werkgelegenheid 109 duizend vte en werd door deze activiteiten 8,8 miljard euro toegevoegde waarde gegenereerd. De werkgelegenheid is daarmee aanzienlijk groter dan in de exploitatie van de energievoorziening, terwijl de toegevoegde waarde een stuk lager is. Met name de activiteiten bij hernieuwbare energieopwek- king en netwerken zijn sinds 2008 toegenomen. De werkgelegen- heid in conventionele energieactiviteiten is daarentegen na een stijging tot 2014 flink gedaald. De werkgelegenheid in activiteiten uit investeringen stijgt onder voorgenomen beleid naar meer dan 120 duizend vte in 2020. Deze raming is vrijwel gelijk aan die in de NEV 2015. De verdeling over verschillende technische categorieën vertoont echter wel verschillen, die worden behandeld in hoofdstuk 4, 5 en 6.2. De raming voor de investeringen in conventionele activiteiten is neerwaarts bijgesteld. Hetzelfde geldt voor zonnestroom (zon-PV). Voor hernieuwbare warmte en energiebe- sparing wordt de werkgelegenheid uit investeringen juist aanzienlijk hoger geraamd (zie Figuur 6.8).

Figuur 6.8. Ontwikkeling van de bruto werkgelegenheid in activiteiten uit investeringen in de periode 2008-2020. Projecties bij voorgenomen beleid.

0 20 40 60 80 100 120 140 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

Werkgelegenheid uit investeringen

(duizend arbeidsjaren)

Overige conventionele energieactiviteiten Exploratie olie- en gaswinning Netwerken

Warmte, geothermie en energie uit water Biomassa, -gas, - brandstoffen en -raffinage en overig Wind

Zon

Offshore kan stand houden door export en omschakeling op windenergie

De Nederlandse maritieme offshore-sector heeft voornamelijk klanten uit de olie- en gaswinning. Door de lage olie- en gasprijzen heeft deze sector gevoelige klappen geïncasseerd. Dit betreft met name de bedrijven die gespecialiseerd zijn in olie- en gasexploratie of boorwerkzaamheden, omdat die onvoldoende gediversifieerd zijn. De maritieme offshore sector is belangrijk voor de Nederlandse export. Ernst & Young becijfert de omzet van de sector op 25 miljard euro in 2014, waarvan circa 75 procent in het buitenland wordt gerealiseerd (EY 2015). Dit is inclusief buitenlandse vestigingen van bedrijven met hoofdzetel in Nederland. Ecorys raamt de omvang van de Nederlandse offshore sector op 6,3 miljard en de maritieme dienstverlening vanuit Nederlandse vestigingen op 1,8 miljard in 2014 (Ecorys 2015). De maritieme offshore en dienstverlening hebben volgens deze bronnen 40 duizend personen in dienst. Hoewel ook civiele werken en baggerwerk onder de offshore vallen is het energie- gerelateerde deel van deze sector aanzienlijk. Dit betreft vooral ontwerp, bouw, onderhoud, exploitatie en verwijdering van olie- en gasplatforms en infrastructuur. Windenergieprojecten vormen een nieuw, sterk groeiend deel van de omzet13.

Groei van werkgelegenheid vooral in de bouw

De bruto werkgelegenheid uit investeringen - zowel met betrekking tot hernieuwbare energie en energiebesparing als conventionele energie- is nu geraamd op 109 duizend vte in 2015. Dat is meer dan 13 http://www.vanoord.com/nl/nieuws/2016-2015-jaar-met-veel-hoogtepunten

het dubbele van de energie-exploitatie. Rond 2020 wordt een niveau van ruim 120 duizend vte geraamd, waardoor dit verschil nog groter wordt (zie ook EIB 2012). Ongeveer 60 procent van deze werkgele- genheid is terug te vinden in de verschillende bouw- en installatie- sectoren, namelijk isolatiewerk, beglazing, installatiewerk, offshore, kabel- en buizenleggers. Dit zijn ook de activiteiten die het hardst groeien. In de Nederlandse maakindustrie komt hier 15-20 procent van de werkgelegenheid terecht.

In document Nationale Energieverkenning 2016 (pagina 183-186)