• No results found

Aardgasvoorziening Nederlandse gaswinning fors gedaald

In document Nationale Energieverkenning 2016 (pagina 121-124)

Berekeningen toekomstige ontwikkelingen elektrici teitsmarkt

4.2.2 Aardgasvoorziening Nederlandse gaswinning fors gedaald

De aardgaswinning uit Nederlandse bodem daalde afgelopen jaar tot 51 miljard kubieke meter (2014: 66 miljard kubieke meter).5

Dit komt doordat de Nederlandse overheid de gaswinning uit het Groningenveld heeft ingeperkt, met het doel om veiligheids- risico’s en schade van aardbevingen te beperken. Als gevolg van de voortgaande maatschappelijke discussie en gerechtelijke uitspraken zal het maximale productieniveau voor de komende jaren naar verwachting substantieel worden verlaagd. De maximale winning uit het Groningenveld bedraagt in deze NEV 24 miljard kubieke meter tegen 33 miljard kubieke meter in de editie van vorig jaar.6 Er

is verondersteld dat de productie van het Groningenveld zeker de komende 10 jaar gelijk is aan dit maximum (zie Figuur 4.8). Daarna is de geprognosticeerde gaswinning in Groningen lager dan de winningslimiet. Dit komt doordat gasreserves afnemen en daarmee het mogelijke winningstempo. In het jaar 2030 en daarna zou er meer 5 In deze paragraaf worden de aardgashoeveelheden weergegeven in zogenaamde normaal kubieke meters. ‘Normaal’ heeft betrekking op de referentiecondities 0 °C en 101,325 kPa. Wanneer wordt gesproken over aardgashoeveelheden in relatie tot gas uit het Groningerveld is er sprake van kwaliteit die specifiek is voor Groningengas van 35,17 megajoules bovenwaarde per kubieke meter bij 0 °C en 101,325 kPa.

6 In een brief van 24 juni informeerde de Minister de Tweede Kamer dat de maximale jaarproductie voor het Groningenveld in het ontwerp-instemmingsbe- sluit gaswinning Groningen is vastgesteld op 24 miljard kubieke meter per jaar voor een periode van 5 jaar (van 1 oktober 2016 tot 1 oktober 2021). Tegelijkertijd is er beperkte ruimte voor meer winning in een winter die kouder is dan gemiddeld vanwege de leveringszekerheid.

gas gewonnen kunnen worden dan eerder voorzien (‘uitgestelde gasproductie’), ervan uitgaand dat de totale te winnen hoeveelheid gas uit het Groningenveld ongewijzigd blijft.

Figuur 4.8. Nederlandse gasproductie en gasvraag.

Nederlandse gasexport fors afgenomen, Nederland blijft echter enkele jaren langer netto-exporteur van aardgas

Met de substantiële daling van de gasproductie is ook de Nederlandse gasexport fors afgenomen. In 2014 exporteerde Nederland nog 56 miljard kubieke meter en in 2015 is dit gedaald naar 48 miljard kubieke meter (zie Figuur 4.9.). Gegeven dat de gasvraag

nagenoeg constant bleef, is de import gestegen van circa 28 miljard kubieke meter in 2014 naar 36 miljard kubieke meter in 2015 (zie Figuur 4.10). De netto exportpositie van Nederland is daardoor meer dan gehalveerd naar 12 miljard kubieke meter.

Tegelijkertijd is de verwachting dat Nederland langer in haar eigen gasbehoefte kan voorzien doordat naar verwachting pas tussen 2030 en 2035 op jaarbasis meer zal worden geïmporteerd dan geëxporteerd. In de NEV 2015 werd nog verwacht dat Nederland tussen 2025 en 2030 netto-importeur zou worden. Het verschil ontstaat met name doordat de winningsbeperking de facto zorgt voor uitstel van productie tot na 2030. Verder valt naar verwachting rond 2030 de gasvraag wat lager uit en de productie uit kleine velden wat hoger dan eerder werd aangenomen.

Aardgasbergingen vangen extra gasvraag in winter op

In de eerste drie maanden van 2015 werd voor een recordhoeveel- heid van bijna 6 miljard m3 uit de opslag van aardgas onttrokken.

In Nederland zijn de laatste jaren extra faciliteiten gebouwd om gas tijdelijk ondergronds op te slaan. De vraag naar gas is in de wintermaanden bijna drie maal hoger dan in de zomermaanden. Het gasveld van Groningen is door uitputting en productiebeperkingen in steeds mindere mate geschikt om deze schommelingen in de vraag op te vangen. De gasopslagen worden in de zomer bij lagere vraag naar aardgas weer aangevuld.

Gasproductie en gasvraag (miljard Nm3) Groningen Other onshore Offshore Realisatie gasvraag Projectie gasvraag VV 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 2015 2010 2005 2000 2020 2025 2030 2035

Figuur 4.9. Bestemming van gasexport in 2014 en 2015. Bron: CBS

Effect op de voorzieningszekerheid van gas is nog onduidelijk Nederland importeert gas uit diverse landen. De meeste import komt binnen via pijpleidingen, maar een klein deel van de totale import (6,5 procent) is gas in vloeibare vorm (LNG) en wordt dus op een andere manier vervoerd. Figuur 4.10. laat zien dat Nederland in 2015 vooral gas importeerde uit Noorwegen (51 procent), Rusland (21

procent) en het Verenigd Koninkrijk (15 procent; bron: CBS cijfers).7

De voorzieningszekerheid van gas is afhankelijk van een reeks van factoren, waaronder niet alleen de hoeveelheid gas die Nederland importeert, maar ook de diversiteit aan aanbieders, de ontwikkeling van de gasvraag, uitbreiding van gasinfrastructuur en de mate waarin een Europese gasmarkt wordt gerealiseerd.8 Deze factoren worden

onder meer beïnvloed door de toename en geografische spreiding van LNG- en schaliegasproductie wereldwijd, de toename van gasop- slagcapaciteit en de ontwikkeling van één Europese gasmarkt binnen Europa. Tweerichtingsverkeer op grensoverschrijdende verbindingen grootschalig mogelijk maken is ook een onderdeel van deze Europese gasmarkt. Hoewel duidelijk is dat Nederland de komende tien jaar meer gas zal moeten importeren dan eerder werd voorzien, kunnen deze factoren de importafhankelijkheid van Nederland in de toekomst verkleinen. Nader onderzoek hiernaar is noodzakelijk om het netto-effect op de voorzieningszekerheid van gas te kunnen vaststellen.

7 De land-specifieke import en export gegevens in de Figuur 4.9. en Figuur 4.10. zijn gebaseerd op een combinatie van import en export gegevens over de gasstromen per grensoverschrijdende pijplijn in combinatie met schattingen op hoofdlijnen van de landen van herkomst en bestemming van enkele belangrijke spelers op de markt.

8 De rol van biogas blijft naar verwachting beperkt. Uitgaand van een substantieel lagere aardgaswinning van 115 PJ in 2030, bedraagt het aandeel groen gas dan circa 8% van de productie.

0 10 20 30 40 50 60 70 2014 2015 Gasexport Onbekend en overig (miljard Nm3) Italië Belgie Verenigd Koninkrijk Duitsland Frankrijk Zwitserland

Figuur 4.10. Herkomst van gasimport in 2014 en 2015. Bron: CBS

In document Nationale Energieverkenning 2016 (pagina 121-124)