• No results found

Invalshoek sociale participatie

In document SEGREGATIE IN BREDA REKENKAMER BREDA (pagina 35-38)

Staat van de segregatie in Breda

2.5 Invalshoek sociale participatie

De volgende gegevens zijn gebruikt:

1. Percentage inwoners dat zich het afgelopen jaar actief heeft ingezet voor de buurt, 2. Percentage inwoners dat (incidenteel of intensief) vrijwilligerswerk doet

3. Percentage inwoners dat (incidenteel of intensief) mantelzorg verricht

4. Score op de samengestelde variabele Sociale participatie (0 – 10). Dit is een door de gemeente

gehanteerde samengestelde score op deelname aan allerlei activiteiten (sport, cursussen, uitstapjes naar dierentuin, bos, theater, museum, restaurant etc.). Hoe hoger de score, hoe groter de participatie.

5. Score op de samengestelde variabele Sociale cohesie (0 – 10). Dit is een door de gemeente

samengestelde score op de aspecten: of mensen elkaar kennen in de buurt, of buurtbewoners prettig met elkaar omgaan, of het een gezellige buurt is waar mensen elkaar helpen, of men zich thuis voelt bij de mensen in de buurt. Hoe hoger de score, hoe beter de sociale cohesie.

6. De mate waarin inwoners vinden dat de gemeente Breda buurtinitiatieven op het gebied van leefbaarheid en veiligheid voldoende ondersteunt.

Breda

De sociale participatie blijft in Breda als geheel gemiddeld redelijk stabiel in de periode 2015-2019. Het percentage inwoners dat zich actief inzet voor de buurt neemt iets af van 28% in 2015 naar 26% in 2019.

Het percentage inwoners dat incidenteel of intensief mantelzorg verricht neemt gemiddeld toe van 42%

naar 48%. Dat ligt in lijn met de toename van ouderen in de stad en het toenemende beroep dat de gemeente doet op burgers om samenredzaam te zijn en meer elkaar te gaan helpen. Het aandeel inwoners dat intensief en incidenteel vrijwilligerswerk verricht, neemt gemiddeld licht af van 35% naar 33%. De participatie in de zin van uitstapjes naar museum, theater, dierentuin, bos e.d., zoals gemeten in de

gemeentelijke Buurtenquête, neemt licht toe (van 4.9 in 2015, naar 5.1 in 2019). De sociale cohesie in Breda als geheel blijft ongeveer stabiel. Het aandeel inwoners dat zich meer betrokken is gaan voelen bij de buurt is stabiel: 21% in 2015 en 20% in 2019. Dit geldt ook voor het aandeel inwoners dat vindt dat de gemeente initiatieven op het gebied van leefbaarheid en veiligheid onvoldoende ondersteunt. Dit varieert van 19% in 2015 tot 18% in 2019.

Ontwikkelingen in de buurten 2015-2019

Bovenstaande figuur laat zien dat 17 (van de 40) buurten bovengemiddeld goed scoren op sociale

participatie, waarvan 8 buurten ook positieve ontwikkelingen laten zien in de tijd. In 16 buurten is de sociale participatie op één of meer punten minder goed dan gemiddeld in Breda, waarbij in 11 buurten een negatieve ontwikkeling in de tijd te zien is. Zeven buurten (Muizenberg, Kievitsloop, Waterdonken, Wisselaar, Gageldonk, Valkenberg en Heusdenhout) liggen ongeveer op het stedelijke gemiddelde. In Waterdonken zijn wat wisselende scores in de tijd te zien, wat mogelijk te maken heeft met het feit dat Waterdonken een nieuwbouwwijk is, waar nog steeds bijgebouwd is en wordt.

In het groene kwadrant linksonder staan de wijken/buurten die zowel een bovengemiddelde goede score op participatie hebben, als een positieve ontwikkeling in de tijd te zien. Zo is in Princenhage op meerdere punten een gemiddelde of bovengemiddeld goede score te zien, plus op bijna alle punten een positieve ontwikkeling in de tijd, zowel op actief zijn in de buurt, op mantelzorg, op sociale cohesie, op uitstapjes en op het oordeel over de ondersteuning van de buurtinitiatieven door de gemeente. Naarmate buurten meer naar de middellijn liggen, ligt de participatie meer op het gemiddelde en is overall geen grote ontwikkeling in de tijd te zien. Zo hebben in Overkroeten iets minder inwoners zich actief ingezet in de buurt het afgelopen jaar, maar is wel het aandeel mantelzorg toegenomen (van 39% naar 50%) en is de score op uitstapjes iets omhoog. Overall laten wijken als Princenhage en Overakker bovengemiddeld veel actieve inzet in de buurt zien (veelal boven de 30%). Ook wordt in de wijken/buurten bovengemiddeld veel mantelzorg verricht (50% of meer) en is het percentage inwoners dat vrijwilligerswerk verricht relatief hoog (>40%). Ook de sociale cohesie is relatief groot in de buurten in het groene kwadrant. De inwoners in de meeste van deze buurten zijn overall positief over de gemeentelijke ondersteuning van de buurtinitiatieven.

In het gele kwadrant staan 5 buurten die nog steeds bovengemiddeld goed scoren op sociale participatie, sociale cohesie, actief zijn in de buurt, vrijwilligerswerk en mantelzorg, maar waar op enkele punten een (lichte) achteruitgang is te zien. In buurten als Ypelaar en Ruitersbos is te zien dat deze wijken op de meeste meetpunten in positieve zin boven het stedelijk gemiddelde uitkomen, maar is vooral op aspecten als het aandeel inwoners dat zich actief inzet voor de buurt en sociale cohesie sprake van een negatieve

ontwikkeling. In Belcrum blijven veel scores min of meer stabiel op of net boven het stedelijk gemiddelde, maar is wel een iets dalende trend in de sociale cohesie te zien.

In het oranje kwadrant liggen buurten als Heuvel, Kesteren, Biesdonk en Heksenwiel, waar op sommige punten sprake is van een positieve ontwikkeling in de tijd (op één of meer van de zes meetpunten), maar waar de scores nog wel op drie respectievelijk vier meetpunten lager liggen dan het stedelijk gemiddelde.

Heuvel, Biesdonk en Kesteren zijn buurten die door de gemeente als kwetsbaar/vroegsignaleringsbuurt zijn benoemd en waar het kwetsbare wijkenbeleid zich op richt. De positieve ontwikkeling zit in deze 3 buurten onder andere op aspecten als dat meer bewoners mantelzorg zijn gaan verrichten (alle 3 buurten), in Biesdonk zijn daarnaast meer inwoners vrijwilligerswerk gaan doen en in Kesteren is met name de sociale cohesie toegenomen.

In het rode kwadrant staan 11 buurten waar de participatie op meerdere meetpunten onder het stedelijk gemiddelde ligt én waar een negatieve ontwikkeling in de tijd te zien is op één of meer meetpunten.

Hiervan zijn 7 buurten kwetsbare/vroegsignaleringswijken, zoals Doornbos-Linie, Geeren Zuid, Geeren Noord, Fellenoord, Schorsmolen, Haagpoort en Tuinzigt. Op tenminste vijf van de meetpunten is hier sprake van een lagere score dan het stedelijk gemiddelde en op tenminste vier van de meetpunten is de

ontwikkeling in de tijd ook negatief. De mate waarin inwoners zich actief inzetten voor de eigen buurt is laag c.q. fors gedaald in Geeren Zuid, Fellenoord, Schorsmolen, Tuinzigt en Haagpoort, Heuvel, Dit geldt ook voor City, waar vooral het vrijwilligerswerk en het actief inzetten in de buurt sterk is afgenomen. In buurten als Geeren-Noord en Fellenoord is sprake van scores beneden het gemeentelijke gemiddelde, maar is op enkele punten een daling van de participatie te zien en op andere punten een stijging. Daardoor liggen deze buurten wat meer naar de lijn van het oranje kwadrant toe. In Schorsmolen valt de zeer lage score voor de sociale cohesie op (allerlaagste van de stad met 4,4). Met betrekking tot de mate waarin inwoners zich actief inzetten voor de eigen buurt, is te zien dat dat aandeel met name laag (13-19%) is of fors gedaald is tot (ver) onder het gemeentelijke gemiddelde (26%) sinds 201 Vooral in Wisselaar (31%), Geeren Noord (30%), Biesdonk (30%), Haagpoort (28%), Fellenoord (27%), Tuinzigt (24%), Doornbos-Linie (23%) en Schorsmolen (22%), 5. Bovendien zijn de inwoners ook relatief negatief over de ondersteuning van de gemeente van de buurtinitiatieven in die wijken. Vooral in Wisselaar (31%), Geeren Noord (30%), Biesdonk (30%), Haagpoort (28%) en Fellenoord (27%) zijn relatief veel inwoners negatief over de ondersteuning van de gemeente van de buurtinitiatieven in die wijken.

Samenvattende bevindingen

Kijkend naar Breda als geheel is tot 2019 sprake van een redelijk stabiel beeld als het gaat om de sociale participatie.

Sprake is van een toenemende sociale participatie waar het gaat om het verrichten van mantelzorg (+ 6%), terwijl op de andere meetpunten de verschillen niet groter zijn dan 2%.

Al met al nemen de verschillen tussen de betere wijken en de slechtere wijken toe op het gebied van sociale participatie.

In 17 buurten is sprake van een bovengemiddeld goede score op sociale participatie, waarbij 8 buurten ook positieve ontwikkelingen laten zien in de tijd. In 15 buurten is de sociale participatie op één of meer punten minder goed dan gemiddeld in Breda, waarbij in 11 buurten een negatieve ontwikkeling in de tijd te zien is. Bij deze 11 buurten zijn de door de gemeente als kwetsbaar benoemde wijken oververtegenwoordigd. Daartegenover laten 3 kwetsbare- en vroegsignaleringsbuurten (Heuvel, Biesdonk en Kesteren) op meerdere meetpunten een positieve ontwikkeling zien.

In document SEGREGATIE IN BREDA REKENKAMER BREDA (pagina 35-38)