• No results found

Effecten van beleid en maatregelen

In document SEGREGATIE IN BREDA REKENKAMER BREDA (pagina 63-66)

Beleid, maatregelen en effecten segregatie in Breda

3.3 Zorg en participatie

3.4.3 Effecten van beleid en maatregelen

Over de effecten van de uitvoeringsaanpak Een plus op kwetsbare wijken is nog niet gerapporteerd en de aanpak is pas halverwege 2019 gestart. De gegevens die de Rekenkamer heeft gebruikt voor de bepaling van de mate van segregatie gaan tot en met 2019. Om die reden zijn nog geen expliciete effecten van de uitvoeringsaanpak vast te stellen. Onderstaand is daarom de focus gelegd op de effecten van de wijkimpuls die zich richtte op leefbaarheid, maatschappelijke participatie en economische participatie. Gebruik is gemaakt van de gegevens verzameld ten behoeve van hoofdstuk 2 en de gegevens uit de interne evaluatie (Terugblik Wijkimpuls, 2019) van de gemeente Breda over de wijkimpulsaanpak.

Beoogd effect: De maatschappelijke participatie verbetert

Volgens de ‘Terugblik Wijkimpuls’ (2019) stijgt de maatschappelijke participatie tussen 2013 en 2017 in Heuvel en Kesteren/Muizenberg. In Hoge Vucht is vanaf 2015 sprake van een daling. Biesdonk en Wisselaar scoren in Hoge Vucht wel iets positiever. Dit terwijl in Hoge Vucht de meeste wijkimpulsinitiatieven te vinden waren. In de wijken zijn verschillende projecten geweest om de maatschappelijke participatie te bevorderen, deze projecten beoordeelt de gemeente op projectniveau.

In de gegevens in onderstaande tabel laten Heuvel, Kesteren/Muizenberg een stijging zien tot 2017 op actieve inzet voor de buurt, maar deze daalt daarna stevig. Alleen Biesdonk en Wisselaar laten onder de impulswijken vanaf 2017 een toename zien. Hetzelfde geldt grotendeels voor de mate van vrijwilligerswerk in de buurten. Wederom laten Heuvel en Kesteren/Muizenberg een positieve trend zien tot 2017. Daarnaast stijgt ook het vrijwilligerswerk in Biesdonk en Geeren-Noord tot 2017. Vanaf 2017 laten alleen Wisselaar en Geeren-Zuid een toename zien.

Heeft u zich het afgelopen jaar actief ingezet voor uw buurt? (Ja)18

18 Bron: buurtenquête. Dit is een tweejaarlijkse enquête vanuit de gemeente Breda.

19 Bron: buurtenquête. Dit is een tweejaarlijkse enquête vanuit de gemeente Breda.

Heeft u zich het afgelopen jaar actief ingezet voor uw buurt? (Ja)18

Vrijwilligerswerk (intensief en incidenteel)19

Heuvel 17% 25% 17% 25% 39% 30%

Kesteren 23% 33% 23% 29% 39% 24%

Muizenberg 29% 31% 21% 34% 40% 30%

Samenvattend kan worden gesteld dat de maatschappelijke participatie tussen 2015 en 2019 in de helft van de wijken een verslechtering laat zien.Op dit vlak neemt de segregatie tussen deze buurten en de andere buurten in de rest van Breda dus niet af.

Beoogd effect: De economische participatie verbetert

In de ‘Terugblik Wijkimpuls’ (2019) komt naar voren dat maar weinig wijkimpulsinitiatieven zich richten op dit doel. Dit wordt ook bevestigd door de bevindingen uit de voorgaande paragraaf. De economische participatie verbetert niet, maar blijft in Heuvel en Kesteren/Muizenberg stabiel en gaat in Hoge Vucht omlaag. Dit wordt ook bevestigd in de gepresenteerde bevindingen in hoofdstuk 2 bij de invalshoek sociaaleconomische status. Binnen Hoge Vucht scoren Geeren Zuid en Geeren Noord het slechtst. In de

‘Terugblik Wijkimpuls’ (2019) worden mogelijke verklaringen gegeven zoals dat woningcorporaties

woningen ‘passend toewijzen’, waardoor een sterkere instroom is van bewoners met een kleine beurs en dat een ander toewijzingsbeleid, zoals bij Wonen+ op kleine schaal gebeurt, van invloed kan zijn.

Voor de impulswijken geldt dat op onderdelen zeker sprake is van verbeteringen, maar het geheel van variabelen overziend heeft het feitelijke effect van de aanpak Wijkimpuls de segregatie tussen buurten op dit vlak niet of nauwelijks doen afnemen. In de paragraaf over beleid en maatregelen zorg en participatie wordt uitgebreider ingegaan op de effecten op de economische participatie.

Beoogd effect: het verbeteren van de leefbaarheid

Uit de ‘Terugblik Wijkimpuls’ (2019) blijkt dat de leefbaarheidsscores in Kesteren/Muizenberg en Heuvel positief zijn ontwikkeld, en zijn boven het Bredase gemiddelde komen te liggen. Dit geldt niet voor de buurten in Hoge Vucht, terwijl veel fysiek geïnvesteerd is (met name de buurt Geeren-Zuid) en deze wijk ook de meeste Wijkimpuls-initiatieven kende. De ontwikkeling van de leefbaarheid is in Geeren Zuid en Geeren Noord positief. In Biesdonk en Wisselaar is die juist negatief.

Uit onderstaande tabel blijkt aanvullend dat in Fellenoord, Schorsmolen Tuinzigt, Heuvel en Muizenberg sprake is van een toename van ervaren positieve ontwikkelingen (buurt is erop vooruit gegaan) door bewoners. In de andere buurten is dat niet het geval (zie onderstaand). Niet opgenomen in onderstaande tabel, maar wel opgenomen in hoofdstuk 2 en de bijlagen, is dat in buurten als Doornbos-Linie, Biesdonk, Geeren-Zuid, Wisselaar, Fellenoord, Schorsmolen en Tuinzigt 30 procent of meer van de bewoners in 2019 van mening is dat hun wijk erop achteruit gegaan is in het afgelopen jaar. Ook vermeldt de ‘Terugblik Wijkimpuls’ (2019) dat bewoners moeite hebben met het beeld dat anderen van hun buurt hebben.

Bewoners zien verbeteringen en wonen er prettig. Maar naamgeving door de instanties als ‘Wijkimpuls’ wijk of probleemwijk bevestigt het negatieve beeld dat anderen hebben. Dit blijkt ook uit de onderstaande cijfers; veel bewoners uit Impulswijken vinden inderdaad in toenemende mate dat er negatief naar hun wijk wordt gekeken. Alleen in Doornbos-Linie, Haagpoort Heuvel en Kesteren neemt dat aandeel af. De mate van verloedering neemt in vrijwel alle wijken toe. Alleen in Fellenoord, Tuinzigt, Heuvel, Kesteren en Muizenberg neemt het iets af.

Vindt u dat de buurt waarin u woont het afgelopen jaar

vooruit is gegaan?20

Hoe denkt u dat Bredanaars die niet in uw buurt wonen tegen uw

buurt aankijken? (Negatief +

Aanvullend op de gemeten indicatoren in de ‘Terugblik Wijkimpuls’ (2019) is in onderhavig onderzoek gekeken naar veiligheid. Uit onderstaande tabel blijkt dat het rapportcijfer veiligheid in de meeste wijken is toegenomen. Alleen in Doornbos-Linie, Geeren-Zuid en Schorsmolen is een afname. De indicator

bedreiging neemt daarentegen in vrijwel alle wijken toe. Alleen Biesdonk, Geeren-Noord, Fellenoord en Heuvel is een afname.

Samengevat is sprake van enige verbetering van de leefbaarheid in een aantal impulswijken. Dat geldt met name voor wijken als Heuvel, Kesteren, Muizenberg, Fellenoord en Schorsmolen. Echter vindt nog steeds een groot deel van de bewoners (30% of meer in 7 wijken) dat de buurt er op achteruit gaat. In acht wijken daalt het rapportcijfer voor de veiligheid en in 7 wijken neemt de bedreiging toe. De gepercipieerde buurtbeleving door niet buurtgenoten neemt in een wijk als Heuvel en Doornbos-Linie in positieve zin toe: minder bewoners denken dat er negatief tegen hun buurt wordt aangekeken. Het overall-beeld blijft echter dat de leefbaarheid en veiligheid in de meeste impulswijken achterblijft bij die in andere wijken, zoals ook al in hoofdstuk 2 geconstateerd.

20 Bron: buurtenquête. Dit is een tweejaarlijkse enquête vanuit de gemeente Breda.

21 Bron: buurtenquête. Dit is een tweejaarlijkse enquête vanuit de gemeente Breda.

22 Bron: buurtenquête. Dit is een tweejaarlijkse enquête vanuit de gemeente Breda.

23 Bron: buurt enquête. Dit is een tweejaarlijkse enquête vanuit de gemeente Breda.

24 Bron: buurt enquête. Dit is een tweejaarlijkse enquête vanuit de gemeente Breda.

3.5 Woonbeleid

3.5.1 Beleidsdoelen sinds 2014

Ter afbakening is gekozen om de doelen die ingaan op de versterking van kwaliteit van de directe

leefomgeving en gedifferentieerde woonmilieus kort weer te geven zoals geformuleerd in het woonbeleid.

Doelen ter versterking van kwaliteit van de directe leefomgeving en gedifferentieerde woonmilieus Bron

Het in stand houden en versterken van buurten en wijken, met daarin een compleet aanbod en variëteit aan gewilde woonmilieus.

Het voorkomen van een verdere segregatie en concentratie en het streven naar gedifferentieerde woonmilieus in de gemeente Breda.

Het daadkrachtig doorzetten van Herstructureringsopgaven.

Woonvisie 2013

Ambities:

De starterslening blijft bestaan.

Bij nieuwe ontwikkelingen sturen we op betaalbare en middeldure huur en koopwoningen.

We gaan de markt stimuleren leegstaande kantoren en gebouwen (zoals het oude belastingkantoor) te benutten voor andere doeleinden, zoals bewoning. Het leegstandsregister dient als stimulans.

Deze ambities zijn in de programmabegrotingen in deze raadsperiode vertaald in de volgende meer concrete doelen:

Binnen de programmering van ruim 8.185 woningen voor de periode 2015 tot en met 2024 beoogt de gemeente 1.640 reguliere sociale huurwoningen toe te voegen.

Voor 1 juli 2019 dient de bouw van tenminste 1.000 betaalbare huurwoningen te zijn gestart.

Coalitieakkoord ruimte en verbinding 2014-201825

Binnen de bestaande (huur)voorraad het aantal en de beschikbaarheid van goedkope/betaalbare huurwoningen vergroten om zo de slaagkansen voor

woningzoekenden met een laag inkomen (primaire doelgroep) te kunnen handhaven (huurvoorraad tot 629,- euro per maand verruimen).

Het realiseren van extra betaalbare huurwoningen op korte termijn met aandacht voor huisvesting van vergunninghouders en mensen met een beperking.

Het realiseren van extra betaalbare huurwoningen op lange termijn.

Extra maatregelen voor betaalbaarheid woonlasten (ic voor risicogroep met betalingsproblemen) plus armoedebeleid

Extra maatregelen voor Impulswijken en aandacht voor potentieel kwetsbare woonmilieus.

Naar aanleiding van de gemeentelijke doelen in het document ‘Aanvullingen op de woonvisie 2013, 2016’ heeft de gemeente Breda de volgende aanvullende afspraken gemaakt per 2016:

Het beperken van de sloop van sociale woningen en het handhaven van een minimumaantal sociale huurwoningen en een minimumaantal goedkope huurwoningen.

Het tegengaan van ongewenste concentraties van lage inkomens en kwetsbare doelgroepen

Het aftoppen van de huurprijs voor betaalbare woningen om de woningen ook echt betaalbaar te kunnen houden voor lage inkomens

Het inzetten van maatregelen tegen betalingsproblemen

Aanvullingen op de woonvisie 2013, gemeente Breda, 2016

De komende vier jaar willen we er 6.000 woningen bij. 1.200 sociale huurwoningen (20%), 1.800 woningen voor mensen met een inkomen tussen de € 36.000 en € 45.000 (30%) en 3.000 (50%) voor de vrije markt. De gemeente bouwt niet zelf, maar we gaan het gesprek aan met de bouwsector en de corporaties om versneld tot realisatie te komen.

Bestuursakkoord Lef en liefde 2018-2022

In document SEGREGATIE IN BREDA REKENKAMER BREDA (pagina 63-66)