• No results found

Interieur en afwerking

In document Woonwensen autisme (pagina 129-135)

Categorie Problemen Oplossingen aantal keer benoemd

Algemeen Onrustig bij veranderingen in interieur Persoon met ASS betrekken in de keuzes 3 Moment van verandering vertellen 2 Verandering geleidelijk doorvoeren 2

Gebrek aan eigen invloed Eigen inbreng realiseren 4

Gevoelig voor allergieën Materiaalgebruik aanpassen 2

Geluid medebewoners Afzonderingsmogelijkheden creëren 1

Geur overlast medebewoners of zichzelf Ventilatie via ramen of deuren 1 Meer last van hoge tonen dan van lage

tonen

1

Structuur Rotzooi Voldoende kastruimte 7

Toepassen gesloten (inbouw) kasten 4

Schappen 4

Bureau met veel lades 4

Geen voorwerpen op de grond plaatsen 2 Vermijd overtollige voorwerpen 2

Voorwerpen een vaste plaats 3

Indeling Te druk interieur Geen onnodig meubilair / rustig interieur 6 Ruimtelijk en overzichtelijke indeling 2

Meubilair niet verplaatsen 3

Stoten tegen meubilair Strakke indeling met meubels tegen muur

3

Functie Functie van ruimte niet duidelijk Per ruimte eigen (typerende) kleur 2

Gebruik van visualisaties 1

Functie van voorwerpen niet duidelijk Één functie per voorwerp toepassen 2 Geluid Huishoudelijke apparaten veroorzaken

geluidsoverlast

Stillere apparatuur aanschaffen 5

Geen fluitketel gebruiken 3

Niet op gas koken 2

Plaatsen in geïsoleerde ruimte 1

Gehorige vloer Toepassen niet gehorige vloer 3

Deurbel Deurbel niet dicht bij slaapkamer

plaatsen

1 Geluid zachter afstellen, of ander

geluidsoort toepassen

2 Geluidsdempend materiaal over de

deurbel plaatsen

1

Verlichting Verlichting wordt als te fel ervaren Dimmers 2

Zachtere tinten 4

Lagere wattage 3

Gebruik van lampenkappen 2

Helder licht 1

Zoemende TL-verlichting Toepassen andere verlichting 3

Gloeilampen 1

Halogeen 2

Spaarlampen 1

Veiligheid Uitglijden badkamer Antislipmatten 1

Verwondingmogelijkheden Zo min mogelijk deuren met glas 2

Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | 3. Omgevingsinvloeden 31

Categorie Problemen Oplossingen aantal keer benoemd

Geur Etensgeur Geur verwijderen 3

Geur van roken 1

Geur van vloerbedekking of tapijt 1

Bloemen planten 1

Persoonlijke verzorgingsmiddelen 1

Geur van luchtverfrisser 1

Geur kachel 1

Kleur Toegepaste kleuren veroorzaken onrust of paniek

Toepassen van natuurkleuren/tinten 2

Houttinten toepassen 4

Lichte (effen)kleuren 4

Soms kan het gebruik van

sombere/donkere kleuren ook rust bieden

1

Per individu eigen kleur bepalen 1 Geen felle kleuren en donkere kleuren 3

Geen spierwitte kleur 2

Geen drukke patronen 2

Geen weerspiegelde of glimmende materialen

3

Huishoudelijke apparaten

Alle Adviseren over de geluidsproductie bij

aanschaf

4

Wasmachine en droger In aparte ruimte 3

Televisie en radio (van medebewoners) 3

Afzuigkap (tocht en geluid) 2

Vaatwasser 1 Koelkast en vrieskist 1 Magnetron en oven 1 Stofzuiger Mixer 1 Materiaal gebruik

Visuele overprikkeling Eenvoud, prikkelarm materiaalgebruik 1

Galm/ overprikkeling van de wand Verminderen contrasten 1

Natuurlijke materialen 1

Leren meubelen voelen koud aan Gebruik van stof i.p.v. leer 1

Tast Aanraken deurknoppen Vaste knop of beugel 2

Wol 4 Synthetische stof 2 Koude leuningen 2 Hout 1 Kunstof 1 Steen 1 Beton 1 Stucwerk 1 Gladde verf 1 Ruwe verf 1 Katoen 1 Badstof 1 Leer 1 Behang 1 Vloerbedekking 1 Vloerkleden 1 Lichtknoppen 1 Vochtige materialen 1

Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Conclusie 32

CONCLUSIE

Voorafgaand aan de literatuurstudie is de hoofdvraag “Welke groepen binnen ASS zijn op basis van

overeenkomende woonwensen te definiëren? “ geformuleerd. Om hierop een correct antwoord te kunnen geven zijn een viertal deelvragen opgesteld, welke tevens dienen ter ondersteuning van verdieping in de doelgroep.

Deelvragen die zijn onderzocht zijn: • Wat is autisme?

• Welke vormen zijn er binnen ASS? • Hoe ontstaat ASS?

• Wat zijn de specifieke kenmerken binnen ASS die leiden tot een afwijkende woonvorm?

Wat is autisme?

Autisme kan worden omschreven als een informatieverwerkingsstoornis van de hersenen. De zintuiglijke waarnemingen (zien, voelen, horen, proeven en ruiken) worden anders verwerkt dan normaal. Het gevolg is dat iemand met autisme alle details die hij/zij waarneemt niet tot een geheel kan brengen. Hierdoor ontstaan er problemen met communicatie, sociale interactie en de verbeelding. Vanaf 1995 is de term autisme verbreed naar Autisme Spectrum Stoornissen, nader te noemen ASS. Een andere benaming voor ASS is de medische term pervasieve ontwikkelingsstoornis.

Welke vormen zijn er binnen ASS?

De pervasieve ontwikkelingsstoornissen worden geclassificeerd volgens de criteria van de DSM-IVwelke onderscheid maakt tussen 5 subgroepen. Onder ASS zijn de volgende vormen bekend:

• (Klassiek) autisme • De stoornis van Asperger • PDD-NOS

• McDD • A-typisch • Rett syndroom

• Desintegratiestoornis van de kindertijd (syndroom van Heller)

Hoe ontstaat ASS?

Autisme Spectrum Stoornissen ontstaan in 90% van alle gevallen door een genetische afwijking in de ontwikkeling van het ongeboren kind. Omgevingsinvloeden van zowel voor als na de geboorte zijn risicofactoren welke, wanneer er meerdere factoren samenvallen, kunnen bijdragen aan de doorontwikkeling van autisme.

Wat zijn de specifieke kenmerken binnen ASS die leiden tot een afwijkende woonvorm?

Doordat alle zintuiglijke prikkelingen in het autistische brein anders verwerkt worden, dienen er ook andere eisen gesteld te worden aan een woning. Aanpassingen op het gebied van interne en externe

geluidsreductie, lichtinval, verlichtingssoort en -sterkte, technische installaties, muurafwerking,

kleurgebruik, indeling en structuur in de woning zijn gewenst. Alhoewel niet iedere persoon met ASS gelijke wensen heeft, blijft het reduceren van de zintuiglijke prikkels een vereiste. De individuele aanpasbaarheid van een woning blijft belangrijk, maar hierin verschilt iemand met ASS niet veel van een niet-ASS persoon. “Gewoon zoals thuis” is wat altijd in gedachten gehouden dient te worden wanneer aanpassingen of ontwerpen gemaakt worden voor een huis, juist ook voor iemand met ASS.

In deze literatuurstudie zijn literaire werken, wetenschappelijke onderzoeken, niet-wetenschappelijke onderzoeken en internetsites geraadpleegd en met elkaar vergeleken. Uit voorgaande paragrafen blijkt dat er een aantal tegenstrijdigheden zitten in de bevindingen en de aanbevelingen van de onderzoeken. Er zijn drie tegenstrijdigheden welke nadrukkelijk toegelicht dienen te worden.

• Misvatting over wat autisme is?

• Misvatting over de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM)? • Misvattingen over het ontstaan van ASS?

Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Conclusie 33

Misvatting over wat autisme is?

In Nederland is er nog weinig tot zeer weinig onderzocht op het gebied van autisme. Er wordt aangenomen dat ongeveer 1,5% van de mensen in Nederland (is ongeveer 220.00 mensen) autisme hebben. Deze waarde wordt geschat aan de hand van buitenlandse aantallen (kengetallen). De vraag kan gesteld worden of het probleem dan niet groter of juist kleiner wordt gemaakt dan dat het is. Immers, hebben de afkomst en het leefmilieu geen invloed op de kans van autisme?

Misvatting over de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM)?

In 2013 word in de DSM-V de verschillende vormen van ASS opnieuw ingedeeld. Sinds dat er werd aangekondigd dat er een nieuwe DSM kwam, zijn deskundigen al in discussie. In de nieuwe versie gaat gesproken worden over één doelgroep met diverse gradaties, niet meer over de vijf subgroepen.

In dit nieuwe model zal geen onderscheid meer worden gemaakt tussen de autistische stoornis, syndroom van Asperger, PDD-NOS en het sydroom van Heller; het syndroom van Rett is hier niet meer opgenomen. In de oude DSM was er veel overlapping, denk aan de autistische triade van symptomen. In de nieuwe DSM- V zal dit verdwijnen waardoor verwarring wordt weggenomen voor zowel behandelend arts als patiënt.

Misvattingen over het ontstaan van ASS?

In de loop der jaren zijn er tal van opvattingen geweest over het ontstaan van autisme. De gedachte dat ouders verantwoordelijk zouden zijn voor ASS is inmiddels achterhaald. Bij de allereerste celdelingen van de mens kunnen genetische afwijkingen ontstaan, die het begin zijn van syndromen of stoornissen als ASS. Welke chromosomen en genetisch materiaal hiervoor verantwoordelijk zijn is echter nog niet bekend, maar wordt momenteel wereldwijd nog veelvuldig onderzocht.

Omgevingsinvloeden kunnen bijdragen aan het ontwikkelen van autistische symptomen, maar zullen niet de basis zijn voor het ontstaan van ASS, zij zijn slechts een risicofactor. Twee veelbesproken invloeden zijn de Bof, Mazelen, Rode hond (BMR) vaccinatie en het gluten- en caseïnevrije dieet. Beiden zijn veelvuldig getest op controlegroepen en hebben daar positieve resultaten laten zien. Echter is bij beiden door wetenschappelijke studies het tegenovergestelde aangetoond. Wellicht dat, met name op gebied van voeding, ASS hier inderdaad niet door ontstaat, maar dat de klachten wel verminderd kunnen worden door aanpassingen te doen in het voedingspatroon.

Daarnaast is de informatie over het verergeren van ASS na een psychische verandering niet uitgebreid toegelicht in de literatuur. Wanneer er over de connectie wordt gesproken dan lijkt uiterste voorzichtigheid een pré voor de onderzoekers. Uit eigen ervaring en dus niet wetenschappelijk onderbouwd, vermeldt Chantal dat de autistische kenmerken van haar vader duidelijker naar voren kwamen nadat hij een psychose had doorgemaakt. Waar hij voorheen relatief normaal kon functioneren, heeft de psychische verandering zijn dagelijkse leven dermate beïnvloed dat dit niet meer mogelijk was. De autistische klachten werden dermate vergroot dat zij van mening is dat de connectie is aangetoond en hier vermeld dient te worden.

In hoofdstuk 3.2 zijn problemen en oplossingen voor de storende omgevingsinvloeden in tabelvorm weergegeven. In deze tabel komen een beperkt aantal opvallende waarnemingen naar voren:

1. Donkere kleuren worden over het algemeen beschouwd als een slechte kleurkeuze, maar in één onderzoek kwamen deze positief naar voren in de onderzoeksresultaten.

2. Het gebruik van een trap is in meerdere onderzoek sterk negatief afgeraden. Deze geven aan dat een ruimte gelijkvloers dient te zijn. Echter zijn vele woonruimten van het Dr. Leo Kannerhuis voorzien van een reguliere trap.

3. Ligging van de woning binnen/ buiten bebouwde kom is ongelijk verdeeld over de onderzoeken. Wanneer een woonruimte buiten de bebouwde kom gelegen is zal deze niet per definitie in een rustige omgeving gelegen zijn. Daarnaast zijn voorzieningen vaak te ver van de woonruimte verwijderd. Het belangrijkste is dat de woonruimte op een rustige plek is gelegen.

4. Het materiaalgebruik binnen de woonruimte is erg persoonlijk. Van belang is dat de vele mogelijke opties worden gekozen op basis van de individuele prikkels, er is geen ideaal materiaal welke voor iedere persoon met ASS geschikt is. Daarnaast is de eigen keuze van groot belang.

Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Conclusie 34

Eindconclusie literatuurstudie

Voorafgaande aan deze literatuurstudie is de hypothese gesteld dat middels vergelijkend theoretisch onderzoek één doelgroep binnen ASS gedefinieerd kon worden. Deze doelgroep zou overeenkomende voorwaarden stellen aan omgevingsfactoren in en om de woonruimte. Tevens zou deze gebruikt gaan worden voor het hoofdonderzoek.

Concluderend kan gezegd worden dat er geen specifieke doelgroep binnen de Autistische Spectrum Stoornissen te bepalen is. In de nieuwe DSM-V gaat gesproken worden over één doelgroep met diverse gradaties, niet meer over de vijf subgroepen. De vernieuwde DSM-V zal naar onze mening zorgen voor meer duidelijkheid betreffende ASS. Tevens wordt met uitsluiting van het syndroom van Rett het aantal meervoudige diagnosestellingen en verstandelijke beperkingen gereduceerd, waardoor de nieuwe doelgroepsformulering specifieker wordt.

De gehele doelgroep ASS heeft overeenkomende woonwensen op het gebied van prikkel reductie, zodat het risico op zintuigelijke overprikkeling wordt gereduceerd. Echter worden de woonwensen bepaald door individuele gradaties van deze storende prikkels, waardoor één ideale situatie niet bestaat.

Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlagen 35

BIJLAGEN

Bijlage I

Uitgebreide Samenvatting Onderzoeken NVA

Bijlage II

Figurenlijst

Afstudeerproject: Woonwensen Autisme | Bijlage I: Uitgebreide samenvatting onderzoeken 36

BIJLAGE I: UITGEBREIDE SAMENVATTING ONDERZOEKEN

In document Woonwensen autisme (pagina 129-135)