• No results found

Inleiding en definitie

Visie leidinggeven CDS (2007)

4. Besluitvorming en bevelvoering

4.1 Inleiding en definitie

4.1.1 Inleiding

Dit hoofdstuk gaat over de tweede en derde component van commandovoering: besluitvor-ming en bevelvoering, en is in zes secties ingedeeld. De eerste sectie definieert beide begrippen en leidt ze in, waarna de volgende secties ingaan op de specifiek militaire besluitvorming en het besluitvormingsproces. De drie laatste secties gaan in op de verschillende aspecten van besluitvorming bij analyse en planning, bij de uitvoering en tot slot bij de evaluatie.

4.1.2 Inleiding besluitvorming

Besluitvorming is naast leidinggeven de belangrijkste activiteit van commandanten. De militaire definitie van besluitvorming is het vermogen om een besluit te nemen over een wijze van optreden om een opgedragen of zelf gesteld doel te bereiken ter ondersteuning van het oogmerk van de hogere commandant. Uitgangspunten hierbij zijn dit oogmerk en de specifieke opdracht aan de uitvoerende commandant (zie verder sectie 2).

91

92

Commandanten moeten op alle niveaus vaststellen welke situatie wordt beoogd, welke doelen daarvoor belangrijk zijn, welke actoren daarbij een rol kunnen spelen, en welke informatie daarover beschikbaar moet zijn. Zij nemen dus niet alleen besluiten over de inzet van de eigen (soms specifiek toegewezen) middelen. Een goed werkend inlichtingen-proces40 is daarom een voorwaarde voor effectieve besluitvorming.

Uiteindelijk is het doel van elk besluitvormingsproces te komen tot een plan dat goede kans van slagen heeft. Dit plan wordt vervolgens vertaald in werkbare opdrachten en daarna tijdig bekend gesteld, zodat uitvoerders voldoende voorbereidingstijd hebben41. De in opdrachten verwoorde besluiten moeten in lijn zijn met het oogmerk van de opdrachtgever.

Zij zijn derhalve flexibel, en bieden de uitvoerenden vrijheid om eventueel noodzakelijke aanpassingen te doen, bijvoorbeeld in verband met wijzigende omstandigheden.

De planningsfase van een operatie of actie leent zich vanwege de normaliter beschikbare tijd bij uitstek voor het zorgvuldig uitvoeren van het besluitvormingsproces, waarbij veelal tijd beschikbaar is voor de noodzakelijke coördinatie met andere bij de operatie betrokken staven. Maar juist tijdens de uitvoering van het plan, als er vaak minder tijd beschikbaar is, moeten snel besluiten worden genomen. Pas dan zullen zich mogelijk onvoorziene kansen of bedreigingen voordoen, en zijn de effecten van het eigen optreden daartegen waarneem-baar en wellicht meetwaarneem-baar.

4.1.3 Inleiding bevelvoering

Bevelvoering is het continue proces waarmee de commandant de activiteiten van de aan hem toebedeelde en eventueel steunende eenheden organiseert, dirigeert en coördineert. De commandant doet dit door het vastleggen van besluiten in bevelen, het volgen van de uitvoering van de opdrachten, en het controleren en evalueren van het behaalde resultaat conform de principes van cyclische besluitvorming (zie verder sectie 4.3). Tijdens de besluitvorming worden zo veel mogelijk de verschillende geplande activiteiten van de eenheden gesynchroniseerd en geïntegreerd om zo de gewenste effecten te sorteren. Zo nodig stuurt de commandant de daadwerkelijke uitvoering bij door middel van een aanvullend bevel. De commandant wordt hierbij geassisteerd door zijn staf. Alleen de commandant zelf heeft de bevoegdheid eenheden aan te sturen, al zal hij deze voor routinematige aangelegenheden in de praktijk vaak delegeren aan zijn staf. Dit laat onverlet dat er altijd overleg mogelijk is tussen staven en subeenheden over allerlei functionele aangelegenheden. Bevelvoering is een continu proces. De

40 De Joint Doctrine Publicatie 2 Inlichtingen (uitgifte voorzien voor 2010) zal hier in detail op in gaan.

41 In de praktijk wordt vaak de 1/3 – 2/3 regel toegepast, waarbij eenderde deel van de beschikbare tijd wordt gereserveerd voor de besluitvorming en tweederde wordt toebedeeld aan het uitvoerende niveau.

bevelsuitgifte door de commandant aan zijn ondercommandanten is het ideale moment waarop de commandant zijn visie kan overbrengen, en zijn besluit kan toelichten.

Terwijl besluitvorming zich richt op de analyse en definitie van het probleem en het ontwerp van mogelijke oplossingen, en intellectueel van aard is, richt bevelvoering zich meer op de implementatie van de besluiten en de exploitatie van tijd en ruimte. Dit is dus meer instrumen-teel van aard, en leent zich daardoor meer voor standaardisering en automatiseringsonder-steuning. In feite stelt een commandant aan zijn ondercommandanten een set gebruiks-aanwijzingen ter beschikking, al dient hiermee met verstand te worden omgegaan omdat in een complexe omgeving actoren en factoren snel kunnen veranderen. Een commandant zal terughoudend zijn met het delegeren van bevelvoeringsbevoegdheden als hij snel wil kunnen interveniëren om te verzekeren dat zijn oogmerk wordt bereikt. Bevelvoering is informatiezwaar, en wordt gekarakteriseerd door processen en procedures.

Kennis en beheersing van actuele doctrine en een op de praktijk afgestemde set vaste orders (standard operating procedures (SOP) voor onder bevel gestelde eenheden en standard operating instructions (SOI) voor de staf ) zijn essentieel om de activiteiten van onder bevel staande eenheden te kunnen coördineren. Het gebruik hiervan tijdens de opleidings- en trainings-periode, en met name tijdens de missiegerichte opleiding en training voorafgaande aan een

93

94

inzet, is daarom essentieel voor een goede uitvoering van een missie.

Het bekend stellen van genomen besluiten is cruciaal. In uitzonderingsgevallen, bij relatief eenvoudige opdrachten met een korte uitvoeringsduur, kan dat mondeling.

Normaalgesproken, bij meer complexe acties en operaties waarbij grotere en specifiek samengestelde eenheden betrokken zijn, gebeurt dit met schriftelijke plannen en bevelen.

Een overzicht hiervan is in bijlage 4-1 opgenomen. Deze plannen en bevelen kunnen snel digitaal ter beschikking worden gesteld. Toch is voor een succesvolle uitvoering, ook bij grotere verbanden, persoonlijk contact van de commandant met zijn ondercommandanten en eenheden essentieel. Dat is de enige manier om eenheid van opvatting over de wijze van uitvoering en het oogmerk te waarborgen. Persoonlijk contact was, is en blijft de cruciale factor voor bevelvoering.