• No results found

Complexe operationele problemen

Visie leidinggeven CDS (2007)

OPERATIONAL ART

4.4 Besluitvorming bij analyse en planning

4.4.1 Complexe operationele problemen

De complexe operationele omgeving vraagt om een andere dan de traditioneel militaire benadering om problemen op te lossen. Van oudsher zijn militairen geneigd een probleem direct en rationeel-analytisch te benaderen om er zo snel mogelijk een bruikbare oplossing voor te bedenken. Militairen zijn nog wel eens oplossingsgericht, waarbij de verleiding bestaat om analyse van achterliggende oorzaken of redenen achterwege te laten. In een complexe operationele omgeving is het cruciaal dat juist veel aandacht wordt besteed aan beeldvorming. Het is zinloos een gedetailleerde planning te doorlopen zonder eerst grondig te hebben vastgesteld wat de oorzaak van het op te lossen probleem is.

4.4.1.1 Kenmerken

De belangrijkste kenmerken van complexe operationele problemen (‘ill-structured problems’) zijn de volgende.

› Geen definitieve en eenduidige oplossing. Een duidelijk gestructureerd probleem is helder definieerbaar; men kan aangeven welke informatie nodig is voor de oplossing. Bij ongestructureerde problemen is dit niet zonder meer mogelijk. De benodigde informatie hangt af van de probleemdefinitie, en de oplossing hangt af van de veronderstelde oorzaak van het probleem. Ongestructureerde problemen kennen zelden een enkelvoudige oorzaak. Daarnaast interpreteren en appreciëren de verschillende

104

belanghebbenden de oorzaken, gevolgen en het belang daarvan op verschillende wijze.

Het begrijpen en formuleren van een complexe situatie hangt daarom deels af van het gekozen perspectief, wat overigens niet wil zeggen dat objectieve oorzaken niet bestaan.

Bij de definitie van een complex operationeel probleem gaat het erom een gezamenlijk bruikbare interpretatie te vinden.

› De probleemdefinitie wijst naar de oplossingsrichting. In de praktijk zijn

probleemdefinitie en het ontwerpen van een oplossingsrichting gelijktijdige cognitieve processen. Als men bijvoorbeeld een conflict definieert als het resultaat van een falende economie, zal de oplossingsrichting een andere zijn dan wanneer falend bestuur als oorzaak wordt beschouwd van het conflict.

› Elke situatie is in essentie uniek en nieuw. Historische voorbeelden zijn bruikbaar, maar de verschillen tussen vergelijkbare situaties zijn vaak significant. Politieke doelstellingen, belangen van betrokken actoren, culturele en maatschappelijke omstandigheden etc. verschillen per geval.

› Geen standaard oplossingen. Tactisch uitvoerende doctrine biedt vaak standaard formats voor actie, procedures of drills die met een kleine aanpassing bruikbaar zijn.

Voor complexe problemen op strategisch en operationeel niveau bestaan geen direct toepasbare oplossingen. Bij dit soort problemen biedt doctrine slechts instrumenten en handvatten die helpen bij het nadenken over het probleem en het zoeken naar de oplossingsrichting, maar niet de oplossing zelf.

› Oplossingen zijn ‘beter of slechter’, niet ‘goed of fout’. Er is geen objectieve maatstaf voor succes, zodat verschillende betrokkenen van mening kunnen verschillen over de kwaliteit van een oplossing. De geschiktheid van de oplossing hangt daarom enerzijds af van de probleemdefinitie van de verschillende betrokkenen, en anderzijds van wat succes voor hen betekent.

› Interactieve complexiteit. Operationele problemen zijn complex vanwege de grote vrijheid van handelen van de verschillende actoren. Eenzelfde actie, uitgevoerd op verschillende tijdstippen, kan tot verschillende resultaten leiden. Daarom zijn oorzaak en gevolg moeilijk te verklaren en voorspellen.

› Waterdichte oplossingen bestaan niet. De kwaliteit van een oplossing kan afhankelijk van het moment variëren. Een initieel als goed beoordeelde oplossing kan uiteindelijk

105 rampzalige gevolgen hebben wanneer onbedoelde neveneffecten gaandeweg duidelijk

worden. Verder is beoordeling van een situatie moeilijk omdat resultaten van genomen acties vaak niet direct meetbaar zijn.

› Er bestaat geen definitieve oplossing. Het is meestal onmogelijk op enig moment te concluderen dat een operationeel probleem definitief is opgelost. Men werkt door aan de oplossing totdat de situatie als ‘voldoende’ wordt beoordeeld, of tot het moment dat nationale belangen zijn veranderd of bronnen zijn uitgeput.

› Een complex operationeel probleem is mogelijk een symptoom van een ander probleem. De verklaring van een probleem bepaalt in grote mate de mogelijke oplossingsrichtingen. Echter, bij het oplossen van een probleem komt mogelijk een probleem van een hogere orde aan het licht, waar het eerste probleem een symptoom van blijkt te zijn geweest. Men moet dan niet slechts streven naar symptoombestrijding, maar juist naar oplossing van het hogere orde probleem. Ook hier bestaat echter een valkuil: wanneer het hogere order probleem te abstract wordt geformuleerd, is het minder aannemelijk dat de verschillende aspecten van het specifieke probleem worden opgelost.

› De probleemoplosser mag niet falen. De operationeel commandant dient, geholpen door zijn staf, zijn doelstellingen te behalen. Hij blijft te allen tijde verantwoordelijk voor de gevolgen van zijn beslissingen.

Kort samenvattend: omdat er geen unieke manier bestaat om complexe operationele problemen op te lossen (elk probleem is nieuw en anders), moet een operationeel commandant dit zelf vormgeven. Er bestaat geen checklist voor, al zijn er hulpmiddelen in de vorm van planningsprocessen. Maar altijd geldt: uit de wijze van formuleren van het probleem volgt automatisch een bepaalde oplossingsrichting.

4.4.1.2 Probleemdefinitie en probleemoplossing

De analyse richt zich primair op de definitie van het probleem en een eerste conceptuele benadering. De commandant speelt hierbij een cruciale rol. Een goede analyse en beschrij-ving van het probleem zal veelal richtinggevend zijn voor een mogelijke aanpak, het ontwerp van een operatie. De appreciatie van het probleem en de op basis hiervan geformuleerde doelen zijn vervolgens de ingrediënten van een gestructureerd plannings-proces, waarbij de staf binnen de richtlijnen van de commandant bruikbare en uitvoerbare plannen en orders ontwikkelt. Het eerste deel van de besluitvorming is creatief en iteratief

106

van aard en doet vooral een beroep op operational art en operational design. Het tweede deel, de planning, is onder ideale omstandigheden een praktische, logische en lineaire activiteit, maar kan in de praktijk noodgedwongen ook iteratief plaatsvinden.