• No results found

Visie leidinggeven CDS (2007)

3. De staf en de ondersteuning

3.7 Het hoofdkwartier

3.7.1 Algemene aspecten

Het hoofdkwartier is een inrichting waarin een commandant en zijn staf zijn ondergebracht en van waaruit hij zijn commando voert. De locatie, omvang, structuur, samenstelling, en inrichting zijn daarbij afhankelijk van de omvang van de eenheid en de karakteristieken van de operatie en het operatiegebied. Veelal spreekt men bij grotere eenheden en formaties van (deployable) hoofdkwartier in plaats van commandopost.

Een operatie met hoge dynamiek en veelvuldige verplaatsing over grotere afstanden, zal eisen stellen aan de ontplooibaarheid, mobiliteit en inrichting van het hoofdkwartier.

Minder toegankelijke gebieden en een hogere geweldsdreiging hebben invloed op de locatiekeuze of de bescherming.

3.7.2 Locatie-eisen

Ondanks ICT-mogelijkheden blijft het belangrijk dat men elkaar in persoon treft en ideeën en standpunten uitwisselt. Een commandant zal dan ook regelmatig met zijn staf willen spreken. Persoonlijk contact draagt in hoge mate bij aan het in stand houden van situational awareness. De beschikbaarheid van voldoende vergader- en bespreekruimtes is daarom een van de belangrijkste locatie-eisen voor een commandopost of hoofdkwartier. Dat vraagt om voldoende bruikbare infrastructuur. Daarnaast heeft de eis dat commandoposten langdurig continu inzetbaar moeten zijn, geleid tot het inbouwen van redundantie en dus uitbrei-ding. Deze ontwikkelingen hebben negatieve effecten op de eerder genoemde mobiliteit en inzetbaarheid.

Als er tijdens inzet geen of nauwelijks dreiging aanwezig is, er voldoende infrastructuur van de vereiste kwaliteit beschikbaar is, en langdurig op een plaats kan worden gewerkt, zijn er nauwelijks grenzen aan de omvang van een commandopost. Het hoofdkwartier moet goed bereikbaar zijn voor alle relevante actoren in het inzetgebied. Deze bereikbaarheid en de zichtbare aanwezigheid van een commandant en zijn staf staan soms haaks op veiligheid, en stellen weer bijzondere eisen aan de bescherming. Risicomanagement is daarom een belangrijk aspect bij de locatiekeuze. Voorafgaande aan de ontplooiing van een hoofdkwar-tier kan een verkenningsteam worden uitgestuurd naar het operatiegebied dat tot taak heeft de mogelijkheden en beperkingen te inventariseren.

Het hoofdkwartier kan zowel op land als op zee worden ingericht. De karakteristieken van hoofdkwartieren op land of op zee bieden verschillende, soms complementaire capacitei-ten. De keuze is afhankelijk van de situatie en het is denkbaar dat een initieel zeegaand

(sea-based) hoofdkwartier zelf overgaat op het land of de taken overdraagt aan een, ondertus-sen, opgebouwd landgebonden (land-based) hoofdkwartier.

Een zeegaand hoofdkwartier is vaak kant-en-klaar en snel inzetbaar. Uiteraard kost varen tijd, maar de transittijd naar het inzetgebied kan effectief benut worden. Versterking en opwerken van de staf vindt al plaats en het hoofdkwartier kan al aanvangen met comman-dovoering. De vrijheid van navigatie in open water geeft de mogelijkheid om ongehinderd, zonder de noodzaak van transitrechten over en via andere landen, in de nabijheid van het inzetgebied te komen en zichtbaar aanwezig te zijn. Organieke maritieme logistieke middelen zorgen voor instandhouding met een minimale behoefte aan Host Nation Support (HNS). Hoewel andere schepen gebruikt kunnen worden voor aanvullende ruimte, is de beschikbare ruimte op het commandoschip beperkt en bepalend voor het aantal inge-scheepte functionarissen. Om een groter joint hoofdkwartier te kunnen onderbrengen is een specifiek toegerust varend commandoplatform noodzakelijk. De communicatiemiddelen en de benodigde bandbreedte voor verbindingen zijn bij een zeegaand hoofdkwartier in beginsel beperkter dan bij een landgebonden hoofdkwartier.

86

Een groot landgebonden hoofdkwartier is doorgaans minder snel inzetbaar dan een zeegaand hoofdkwartier, hoewel kleinere elementen uit een landgebonden hoofdkwartier wel snel inzetbaar zijn en door een relatief geringe omvang door luchttransport snel in het inzetgebied kunnen komen. Landhoofdkwartieren vergen een grote logistieke inspanning voor ontplooiing en instandhouding. Dit soort hoofdkwartieren kan wel de meest uitgebreide ondersteuning van de commandovoering realiseren, en kan daardoor voorzien in de C2-behoefte van operaties op elke schaal. Landhoofdkwartieren zijn veelal de beste oplossing voor de langere termijn.

3.7.3 Soorten hoofdkwartieren

De volgende soorten hoofdkwartieren (of joint commandoposten) zijn te onderscheiden: de hoofd commandopost (main CP, main HQ), de vooruitgeschoven commandopost (forward CP, forward element/ HQ) en de reserve commandopost (alternate). Feitelijk gaan de verschillende concepten uit van één commandopost/ hoofdkwartier dat fysiek en/of functioneel kan worden opgedeeld over verschillende locaties. Door ondersteuning met ICT is het mogelijk om vanuit verschillende locaties toch integraal een of meerdere operaties te leiden en te ondersteunen.

3.7.3.1 Hoofdcommandopost (main)

Dit is het centrale staforgaan van waaruit een operatie of actie wordt voorbereid en de

87

88

uitvoering wordt gevolgd, alle staffuncties worden gecoördineerd en alle onderliggende eenheden worden aangestuurd. Deze commandopost wordt bijna zonder uitzondering geleid door de chef-staf. Hij neemt besluiten over de samenstelling, organisatie, locatie, ontplooiing en inrichting van het hoofdkwartier. Hoewel deze commandopost in principe de hoofdlocatie is voor de commandant, betekent dit niet dat hij ook altijd daar in persoon aanwezig is.

3.7.3.2 De vooruitgeschoven commandopost (forward)

Dit is een afgesplitst element van de hoofd commandopost van waaruit de commandant met een deel van zijn staf tijdelijk, en soms vooruitlopend op de ontplooiing van de hoofd commandopost, leiding kan geven aan de operatie of actie. Deze commandopost beschikt over voldoende faciliteiten om voor kortere tijd de noodzakelijke situational awareness op te bouwen en in stand te houden. Mobiliteit en een minimale beveiligingscapaciteit zijn andere belangrijke eisen. Door het toepassen van Reach Back38 is het mogelijk dat de capaciteit van het vooruitgeschoven deel (forward element) wordt uitgebreid. Het vooruitge-schoven deel is geen extra niveau in de commandovoering; main HQ en forward element vormen samen één hoofdkwartier.

3.7.3.3 De reserve commandopost (alternate)

Het is niet efficiënt om een complete hoofdcommandopost te kopiëren, maar voor de continuïteit in de commandovoering is het noodzakelijk om de essentiële delen van een commandopost in reserve te hebben (redundantie). Als de hoofdcommandopost moet worden verplaatst naar een nieuwe locatie of is uitgeschakeld, wordt met deze capaciteiten tijdelijk een commandopost ingericht. Reservecommandoposten zijn vooral van belang op tactisch niveau.

3.7.4 Inrichting

Om personeel te kunnen uitwisselen tussen eenheden en om te kunnen samenwerken met anderen is een standaard werkwijze en inrichting gewenst. Elke commandant en elke staf hebben echter eigen procedures en aanvullende wensen op het gebied van de inrichting van het hoofdkwartier. Dit is vastgelegd in SOP’s en SOI’s. Een aantal basiseisen is generiek:

› voldoende werkruimtes voor de diverse stafsecties;

› vergader- en presentatieruimtes;

38 Zie voor uitleg van Reach Back paragraaf 3.7.5.

89

› voldoende plaats voor transportmiddelen (helikopters, voertuigen en eventueel vaartuigen);

› betrouwbare energievoorziening;

› ruimte voor logistieke ondersteuning en personele verzorging;

› voldoende ruimte voor uitbreiding van infrastructuur als gevolg van tijdelijke en permanente personele en materiële uitbreiding;

› de mogelijkheid om het hoofdkwartier adequaat te kunnen beveiligen tegen relevante dreiging.

Het hoofdkwartier is het visitekaartje van de troepenmacht. Uitstraling van het hoofdkwar-tier is van groot belang voor de beeldvorming over de professionaliteit. Ook opponenten beseffen dat het hoofdkwartier een van de belangrijkste elementen is van de commando-voeringscapaciteit en zij zullen proberen deze te degraderen of zelfs uit te schakelen.

Communicatie- en informatie-infrastructuur zijn hierbij speciale aandachtsgebieden. Het in diskrediet brengen van het hoofdkwartier en het gedrag van de staffunctionarissen kan deel uit maken van hun strategie. Alle functionarissen die werkzaam zijn in een commandopost moeten zich bewust zijn van deze risico’s.

3.7.5 Reach Back capaciteit

Gebruik maken van Reach Back is het terugvallen op de volledige ondersteuning in het achterblijvende hoofdkwartier via over-the-horizon C2 en CIS39. Hierdoor is het mogelijk om slechts delen van een hoofdkwartier voorwaarts te ontplooien met zo min mogelijk verlies van kwaliteit in de commandovoering. Gebruik maken van Reach Back betekent een verkleining van de footprint in het inzetgebied, een vermindering van de benodigde (strategische) transportcapaciteit, een vermindering van de instandhoudingscapaciteit in het inzetgebied, en de daarbij behorende capaciteit voor bescherming. Door het op afstand aanboren van extra capaciteit voor planning en (kennis)ondersteuning wordt de organieke capaciteit van een hoofdkwartier uitgebreid. Hoewel de voordelen groot zijn, moeten de nadelen van Reach Back niet worden onderschat. Reach Back is volledig afhankelijk van robuuste CIS inclusief bandbreedte. De dynamiek van de operatie is veel minder voelbaar

39 “Reach Back, at the operational level, is the process of obtaining, command and control products, services and applications in a timely manner, from deployed and static elements forming a single operational level HQ, in order to achieve efficiency and effectiveness while minimizing the operational level HQ footprint in theatre”, MCM-0019-2008, 27 maart 2008. Reach Back is binnen NAVO onlosmakelijk verbonden aan de zgn. Deployable Joint Staff Elements (DJSE) die het voorwaartse element vormen van een Joint Force HQ.

90

buiten het operatiegebied. Hierdoor kan een verschil ontstaan in betrokkenheid en het gevoel van urgentie. Het voorwaartse element dient rond de klok toegang te hebben tot functionele en specialistische expertise in het hoofdkwartier. Essentieel is dat Reach Back geen afbreuk doet aan de eenheid van commandovoering; de verspreide delen van het hoofdkwartier dienen één geheel te zijn.

De commandant bepaalt welke mate van Reach Back wordt toegepast. Overwegingen bij het bepalen van de afhankelijkheid van Reach Back zijn onder andere de toegankelijkheid van het inzetgebied en de mate van dreiging, waardoor de omvang van het noodzakelijke hoofd-kwartier kan worden beperkt. De duur van de operatie en de eisen voor instandhouding zijn ook bepalend voor de keuze voor Reach Back. Een aantal - veelal niet-tijdkritische - functiona-liteiten leent zich goed voor ondersteuning via Reach Back:

› lange termijn planning;

› specifieke inlichtingenondersteuning;

› niet-militaire kennisopbouw (o.a. academische ondersteuning);

› strategisch transport, lange termijn instandhouding;

› operationele analyse;

› aanvullende politieke en juridische advisering.