• No results found

Besluitvorming bij de evaluatie

Visie leidinggeven CDS (2007)

BATTLE RHYTM

4.6 Besluitvorming bij de evaluatie

4.6.1 Het doel van evaluatie

Evaluatie, gedefinieerd als ‘de bepaling van de voortgang, gebaseerd op subjectieve en objectieve niveaumetingen, teneinde besluitvorming te ondersteunen’, is een fundamen-teel aspect van een succesvolle operatie. Het verschaft de mogelijkheden om de situatie en voortgang van de operatie continu in het oog te houden. In een dynamische omgeving ondersteunt evaluatie de commandant bij de afwegingen die hij maakt alvorens beslissin-gen te nemen over de voortzetting van de operatie. Als een benoemde stap in het cyclische besluitvormingsproces moet evaluatie continu plaatsvinden op de verschillende niveaus van een militaire organisatie.

Net zoals de gewenste effecten tijdens de planning worden benoemd, moet dit met de evaluatiecriteria ook gebeuren. Ook moet de wijze waarop de resultaten inzichtelijk worden gemaakt worden bepaald. Dit betekent overigens niet dat evaluatie leidend moet worden;

het ondersteunt het beslissingsproces, maar doet niet meer dan dat. Empirisch, objectief bewijs is niet altijd haalbaar, of wellicht ontbreken de middelen om het te verkrijgen. In zulke gevallen lijkt het gebruik van evaluatiecriteria onjuist. Bovenal blijft daarom het subjectieve oordeel van de commandant, gebaseerd op zijn ervaring en gevoel voor de situatie, cruciaal en dominant. Evaluatie moet voorts niet verworden tot een puur mecha-nisch proces. Het vereist inschattingsvermogen en een afgewogen militair oordeel, gebaseerd op voldoende informatie. De verleiding om evaluatiemethodes te ontwikkelen die onnodig complex zijn en een onevenredig beslag leggen op de stafcapaciteit, moet worden onderdrukt.

4.6.2 Evaluatie en campaigning

Er zijn drie vormen van evaluatie: Measurement of Activity (MOA), Measurement of Effect (MOE) en Campaign Effectiveness Assessment (CEA). Elk van deze vormen draagt op drie manieren bij aan campaigning:

› Initiële campaign planning. Evaluatie tijdens de initiële planning verschaft een gedetailleerd begrip van de mogelijke gewenste effecten, en kan ook dienen als middel om het proces te valideren.

› Iteratieve planning. Evaluatie ondersteunt iteratieve planning zodra de operatie is

133 begonnen. Het stelt de commandant in de gelegenheid om tijdig bijgestelde bevelen te

geven. Het verschaft de commandant de mogelijkheid om zich snel aan wijzigende omstandigheden aan te passen.

› Veranderende situatie. Evaluatie heeft ook een bredere functie: de validatie van de initiële planningsoverwegingen en het vaststellen van eventuele wijzigingen daarin.

Voorts verdiept evaluatie het begrip van de operationele omgeving van de commandant en zijn staf.

4.6.3 Evaluatie als operational art

Net als andere elementen van campaigning is evaluatie een uiting van operational art, Succesvolle evaluatie is daarmee dus een integraal deel van de skillset die een commandant moet beheersen.

De vastgestelde synchronisatie van activiteiten voor een operatie is vrijwel geheel aanpas-baar op basis van evaluatieresultaten. Een commandant moet vervolgens bepalen welke aspecten van de operatie baat hebben bij de evaluatieresultaten, waarbij de beschikbaar-heid van middelen een belangrijke factor is om te bepalen of een aanpassing moet plaatsvinden. Dit proces vereist van een commandant een creatieve geest, open voor verschillende opties.

Evaluatie ondersteunt het beslissingsproces van de commandant. Dit wordt verder mede bepaald door zijn bredere kijk op de situatie, persoonlijke omgang met ondergeschikten en vertegenwoordigers van andere betrokken organisaties, evenals door de mening van zijn superieuren. Het kritisch bekijken en nadenken over evaluatieresultaten is daarmee een belangrijk deel van het bredere beslissingsproces.

4.6.4 Campaign design en management

De staf is verantwoordelijk voor het ontwerpen en managen van de operatie waarvan evaluatie deel uitmaakt.

› Planningsevaluatie. Terwijl de commandant richtlijnen opstelt en richting geeft aan de te evalueren processen, is de staf verantwoordelijk voor de detailplanning van het evaluatieproces.

› Het verzamelen en vastleggen van evaluatiegegevens. Ondergeschikte commandanten zijn verantwoordelijk voor het verzamelen en vervolgens aanleveren van gegevens ten behoeve van het evaluatieproces op het operationele niveau. Bovendien wordt ook

134

gebruik gemaakt van inputs van het hogere niveau, evenals van betrokken (internationale) organisaties.

› Het beoordelen van evaluatiegegevens. De beoordeling van evaluatiegegevens wordt bewaakt door de commandant. Om dit goed te kunnen doen is weliswaar expertise en een uitgebreide kennis van evaluatietechnieken noodzakelijk, maar uiteindelijk moet het militaire beoordelingsvermogen de doorslaggevende factor zijn. Hierbij is een objectieve beoordeling van de mediaverslaggeving, in combinatie met het analyseren van de publieke waardering voor de missie, van groot belang bij het bepalen van de mediastrategie en bij eventueel noodzakelijke bijstelling hiervan.

› <mXclXk`\Xcjjk\lemffiY\jcl`kmfid`e^% Evaluatie dient als ondersteuning voor de militaire besluitvorming, en moet daarom ook daarop toegesneden worden ingericht.

4.6.5 Omgang met evaluatie op een hoofdkwartier

Hoe hoofdkwartieren omgaan met evaluatie is afhankelijk van het type operatie en de beschikbare middelen. Tijdens multinationale operaties zijn de omstandigheden anders en waarschijnlijk lastiger dan bij nationale operaties. Dit omdat voor zowel nationale als internationale doeleinden evaluatiegegevens moeten worden verzameld, waarbij er sprake kan zijn van verschillende invalshoeken. In dit soort gevallen moet een commandant vooraf duidelijk maken aan betrokken partijen wat de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn teneinde het evaluatieproces zo simpel en transparant mogelijk te houden.

4.6.6 Lessons Learned

Lessons Learned (LL) zijn blijvende verbeteringen van de gevechtskracht gebaseerd op ervaringen uit het verleden. Het LL-proces heeft betrekking op lopende en toekomstige operaties. Het doel van het LL-proces is om doorlopend en structureel te leren van opgedane ervaringen. Het LL-proces heeft betrekking op lopende en toekomstige operaties en dient adequaat te worden aangestuurd. LL kunnen leiden tot bevestiging of verbetering van bestaande doctrines, organisatie, materieel, opleidingen etc.

Observaties vormen de basis van het LL-proces. Observaties (Lessons Identified) zijn waargenomen effecten van uitgevoerde activiteiten. Het verzamelen en het analyseren van de waarnemingen vormen de kern van het LL-proces. De analyse moet leiden tot een diepgaander begrip waarbij waardeoordelen zoveel als mogelijk dienen te worden vermeden om te komen tot een zo objectief mogelijk beeld. Gezien de diverse (culturele) perspectieven is dat vooral van belang in een multinationale omgeving.

135 Commandanten moeten van meet af aan de voorwaarden scheppen om op alle niveaus

observaties te verzamelen en een LL-proces op te starten. De verantwoordelijkheid voor de aansturing van dit proces en de verwerking van de resultaten ligt op militair strategisch niveau.

4.6.7 Vastlegging

De vastlegging van het operationele optreden van de Nederlandse krijgsmacht is van belang voor het systematisch toepassingsgericht onderzoek daarnaar en voor de informatievoorzie-ning daarover aan de politieke en ambtelijke leiding van het Ministerie van Defensie. Dit geldt onverkort voor alle operaties waaraan eenheden van de Nederlandse krijgsmacht of individuele militairen deelnemen. Onder vastlegging wordt verstaan de normale archiefvor-ming, aangevuld met bijzondere voorzieningen. Tezamen verzekeren deze dat achteraf uit documenten een betrouwbare en integrale reconstructie van het verloop van de operatie mogelijk is. Tevens kan hieruit lering worden getrokken voor een volgende inzet van Nederlandse militairen. CDS Aanwijzing A-1201 regelt de bijzondere voorzieningen bij de vastlegging tijdens alle operaties in de zin van nationale administratieve

onderbevelstelling.

Naast de bovengenoemde vastlegging kan de Directeur Operaties, in overleg met het coördinerende Operationeel Commando en het Nederlands Instituut voor Militaire Historie, bepalen dat aan een operatie een dagboekschrijver wordt toegevoegd. Deze dagboekschrijver maakt deel uit van de staf en neemt deel aan alle stafbesprekingen en briefings. CDS Aanwijzing A-157 bevat nadere bepalingen over de rol van de dagboekschrij-ver. Tot slot stelt CDS Aanwijzing A-158 eisen aan de archiefvorming tijdens operaties.