• No results found

DEEL II: Instrumenten waarmee de erflater zijn nalatenschap kan regelen

Afdeling 1: Het Valkeniersbeding

1.3. De grens van een Valkeniersbeding

1.3.4. Impact van de wijziging van de grens op echtgenoten die reeds trouwden voor de

inlassen

181. Echtgenoten die reeds getrouwd waren voor 1 september 2018, maar pas na deze datum wensen over te gaan tot het inlassen van een Valkeniersbeding in hun huwelijksovereenkomst, zullen de nieuwe regels moeten toepassen (Art. 78, §2 Erfwet 2018). Dit betekent dan ook dat de langstlevende echtgenote afstand kan doen van al haar rechten in de nalatenschap van de eerststervende met minimum het behoud van dat bewoning- en gebruiksrecht van zes maanden.273

1.4.

De procedure die moet worden gevolgd voor het opstellen van een Valkeniersbeding

182. Tot voor 1 september 2018 was de procedure voor het opstellen van een Valkeniersbeding vrij simpel. Het beding diende gewoon in de notariële akte (de huwelijksovereenkomst of de wijzigingsakte) te

271 B. VAN DEN HOUTE, “De mogelijkheden van de Wet Valkeniers in het vernieuwde familiaal

vermogensrecht” in R. BARBAIX en N. CARETTE (eds.), Tendensen Vermogensrecht 2019, Mortsel, Intersentia, 2019, (199) 211, nr. 17.

272 B. VAN DEN HOUTE, “De mogelijkheden van de Wet Valkeniers in het vernieuwde familiaal

vermogensrecht” in R. BARBAIX en N. CARETTE (eds.), Tendensen Vermogensrecht 2019, Mortsel, Intersentia, 2019, (199) 211, nr. 17.

273 B. VAN DEN HOUTE, “De mogelijkheden van de Wet Valkeniers in het vernieuwde familiaal

vermogensrecht” in R. BARBAIX en N. CARETTE (eds.), Tendensen Vermogensrecht 2019, Mortsel, Intersentia, 2019, (199) 212, nr. 18.

worden opgenomen. De tussenkomst van de notaris waarborgde dat de echtgenoten handelden met kennis van zaken.274

183. Sinds 1 september 2018 is de procedure om een Valkeniersbeding in een huwelijksovereenkomst of wijzigingsakte op te nemen, veel omslachtiger geworden. Dit heeft alles te maken met het feit dat de wetgever de mogelijkheden om een erfovereenkomst (zoals een Valkeniersbeding) af te sluiten, verruimd heeft. Gezien het ingrijpende karakter van erfovereenkomsten vond de wetgever het nodig om een bijzondere procedure in te voeren voor het afsluiten van een erfovereenkomst. In het begin was het onduidelijk of deze procedure ook van toepassing was op het Valkeniersbeding aangezien de Erfwet 2017 daarover niets expliciet vermeldde. De Erfwet 2018 bracht duidelijkheid door in art. 1388 BW een derde lid in te voegen dat bepaalt dat de regels die gelden voor erfovereenkomsten, de artikelen 1100/2 tot 1100/6 BW, van toepassing zijn op het Valkeniersbeding.275 Dit betekent dat ook art. 1100/5 BW, dat handelt over de vorm van de

erfovereenkomst, van toepassing is op het Valkeniersbeding. Paragraaf drie van voornoemd artikel vermeldt het Valkeniersbeding immers niet als uitzondering op de vormvereisten.276

184. De te volgen procedure en formaliteiten voor erfovereenkomsten (art. 1100/5, §1 en §2 BW) zullen later uitgebreid aan bod komen bij het bespreken van de erfovereenkomsten.277 Het komt erop neer dat de

procedure voortaan zeer streng en omslachtig is door het feit dat er een aantal wachttermijnen moeten worden gerespecteerd en er heel wat formaliteiten moeten worden vervuld. Al die bijzondere pleegvormen zijn bovendien voorgeschreven op straffe van nietigheid. Deze nietigheid heeft alleen betrekking op het in de akte opgenomen Valkeniersbeding. Voor de rest behoudt het huwelijkscontract (of de wijzigingsakte) haar rechtskracht in zover de akte authentiek is. Het anders stellen, zo meent DE WULF, zou tot gevolg hebben dat omwille van het nietige Valkeniersbeding echtgenoten die gehuwd zijn onder een stelsel van scheiding van goederen zouden ressorteren onder het wettelijk stelsel.278 Dit kan inderdaad niet de bedoeling zijn.

185. Door het feit dat voor de opmaak of de wijziging van een Valkeniersbeding telkens de procedure voor erfovereenkomsten moet worden gevolgd, verzwaart de totstandkoming van huwelijkscontracten waarin een Valkeniersbeding wordt opgenomen. Vanuit de notariële praktijk weerklinkt dan ook de kritiek dat deze procedure en de erin voorziene termijnen te omslachtig zijn voor overeenkomsten waar slechts twee partijen

274 N. LABEEUW en E. JANSSENS, “De Valkeniersclausule anno 2018”, Notariaat 2018, afl.19, (1) 2-3, nr.

8.

275 C. DE WULF, De wet van 22 juli 2018 tot wijziging van het huwelijksvermogensrecht – een algemeen

overzicht met modellen voor de praktijk, Brugge, die Keure/ la Charte, 2019, 9, nr. 14.

276 J. BAEL, “Wijzigingen aan en reparaties van het erfrecht door de wet van 22 juli 2018 tot hervorming van

het huwelijksvermogensrecht” in G. VERSCHELDEN (ed.), Rechtskroniek voor het notariaat – Deel 33, Brugge, die Keure, 2018, (59) 77, nr. 17.

277 Infra nr. 232 e.v.

278 C. DE WULF, De wet van 22 juli 2018 tot wijziging van het huwelijksvermogensrecht – een algemeen

bij betrokken zijn. DE WULF stelt dat deze kritiek terecht is en dat de wetgever een vereenvoudiging van de procedure zou moeten overwegen. Zij stelt wel dat het nuttig is dat de partijen en de notarissen zich ervan bewust zijn dat een verzaking aan erfelijke rechten voor de langstlevende echtgenote verregaande gevolgen kan hebben en met omzichtigheid moet worden omringd.279

Ook BAEL heeft twijfels bij de strenge procedure. Hij stelt zich de vraag of men in art. 1100/5, §3 BW niet beter ook in een uitzondering had voorzien op de strikte procedure zodat een Valkeniersbeding indien gewenst nog gesloten zou kunnen worden op het sterfbed. Bovendien bleken er in het verleden, zonder de zware procedure van het nieuwe artikel 1100/5, §2 BW, niet zoveel problemen geweest te zijn. Desondanks heeft men toch de strikte procedure van voornoemd artikel opgelegd. BAEL besluit echter wel met te stellen dat het feit dat de wet die strikte procedure oplegt, begrijpelijk is omdat men beter consequent blijft, maar ook omdat de overeenkomst die men nu kan sluiten veel verder gaat dan de vroegere overeenkomst op grond van artikel 1388, tweede lid BW.280

Er kan inderdaad niet worden ontkend dat de huidige mogelijkheden van een Valkeniersbeding verregaande gevolgen kunnen hebben. Het is dan ook belangrijk dat de echtgenoten goed beseffen welke gevolgen hun overeenkomst met zich meebrengt. De begeleiding van een notaris is dan ook een must. Of dergelijke verregaande procedures dan weer nodig zijn, is een moeilijke discussie. De toekomst zal moeten uitwijzen of het een (grote) hinderpaal vormt voor het opstellen van Valkeniersbedingen. Indien dit inderdaad het geval blijkt te zijn, lijkt een aanpassing noodzakelijk.