• No results found

DEEL II: Instrumenten waarmee de erflater zijn nalatenschap kan regelen

Afdeling 2: Soorten erfovereenkomsten

2.2. De globale erfovereenkomst

2.2.1. Doel

243. Het is de bedoeling dat in een globale erfovereenkomst een subjectief evenwicht wordt vastgesteld tussen de vermoedelijke erfgenamen in rechte nederdalende lijn (de kinderen) en dit rekening houdend met onder meer de schenkingen die de ouder hen al heeft toegestaan voorafgaand aan de overeenkomst (toegekend als voorschot op erfdeel of buiten erfdeel), met de schenkingen toegekend in de globale overeenkomst zelf en eventueel met de situatie van elk van de vermoedelijke erfgenamen (art. 1100/7, §1, eerste lid BW).382

244. Om tot dit evenwicht te komen, is het toegestaan dat de partijen overeenkomen dat voordelen die voordien of in de overeenkomst zelf aan de vermoedelijke erfgenamen zijn toegekend en die technisch gesproken geen schenkingen zijn (de zogenaamde ‘dienstengiften’), met schenkingen worden gelijkgesteld (art. 1100/7, §1, tweede lid BW).383 Onder ‘voordelen’ wordt onder andere begrepen: hulp van een ouder aan

een kind door gratis werken uit te voeren, gratis op de kleinkinderen te passen, onderdak verlenen aan één kind, enz.384 De wetgever heeft deze dienstengiften niet willen gelijkstellen met schenkingen, maar heeft wel

de mogelijkheid willen bieden aan de partijen om zelf tot die gelijkstelling over te gaan, voor zover iedereen het erover eens is dat dit gewenst of nodig is om het te bereiken evenwicht vast te stellen.385

245. De partijen bij de globale erfovereenkomst kunnen er ook voor opteren om het aandeel van één van hen ‘op te vullen’ met een schuldvordering tegenover een andere afstammeling-erfgenaam indien dat nodig zou zijn om het vereiste evenwicht te bereiken (art. 1100/7, §1, derde lid BW). Op die manier kan het voornaamste vermogensbestanddeel aan één van de afstammelingen worden toebedeeld, met de verplichting voor deze afstammeling om zijn mede-erfgenamen te vergoeden.386 De overeenkomst zal dan

vermelden ten laste van wie de schuldvordering wordt opgelegd en wat de modaliteiten van de betaling ervan

381 A.L. VERBEKE en M. DELBROEK, “Family dynamics en het evenwicht bij de globale erfovereenkomst”

in A.L. VERBEKE, C. DECLERCK en J. DU MONGH (eds.), Themis 109 – Familiaal vermogensrecht, Brugge, die Keure/ la Charte, 2019, (75) 76-77.

382 C. DECLERCK en W. PINTENS, Schets van het familiaal vermogensrecht, Brugge, die Keure, 2019, 428,

nr. 1094; M. GIJBELS en A. VAN GEEL, “Familiale vermogensplanning in het nieuwe erfrecht: nieuwe mogelijkheden?”, Notariaat 2018, afl. 1-2, (1) 9.

383 H. CASMAN, A.L. VERBEKE, N. NIJBOER, S. SLAETS en B. VERDICKT, Vermogensplanning tussen

echtgenoten anno 2020, Mortsel, Intersentia, 2020, 130, nr. 175; M. GIJBELS en A. VAN GEEL, “Familiale vermogensplanning in het nieuwe erfrecht: nieuwe mogelijkheden?”, Notariaat 2018, afl. 1-2, (1) 9.

384 H. CASMAN, A.L. VERBEKE, N. NIJBOER, S. SLAETS en B. VERDICKT, Vermogensplanning tussen

echtgenoten anno 2020, Mortsel, Intersentia, 2020, 130, nr. 175.

385 H. CASMAN, “Nieuwe Erfwet. Een geactualiseerde kennismaking”, NJW 2018, afl. 391, (810) 823, nr. 81. 386 R. BARBAIX, “Erfrecht in een nieuw jasje - krachtlijnen van het hervormde erfrecht” in R. BARBAIX en J.

zullen zijn. De wet sluit niet uit dat er in de erfovereenkomst ook een schuldvordering ten laste van een ouder wordt gelegd.387

246. Het evenwicht dat moet worden bereikt, is geen rekenkundige gelijkheid. Het is dus niet zo dat alle schenkingen bij elkaar worden geteld en er gekeken wordt of elke vermoedelijke erfgenaam evenveel krijgt. De verschillende schenkingen worden daarentegen gewogen en daarbij wordt rekening gehouden met de individuele situatie van elk van de kinderen, zijnde de vermogens-, gezins-, professionele en individuele positie van elk kind. Daaronder vallen persoonlijke capaciteiten, talenten, noden, beperkingen, …388

247. Opdat zou kunnen worden nagegaan of het evenwicht daadwerkelijk is bereikt, is het vereist dat de partijen alle schenkingen en alle voordelen waarmee in de globale erfovereenkomst rekening is gehouden, vermelden en dat zij preciseren hoe zij het evenwicht in het concrete geval hebben opgevat en aanvaard (art. 1100/7, §1, vierde lid BW).389 Het valt te betreuren dat de wetgever in voornoemd artikel niet uitdrukkelijk

heeft gesteld dat de partijen alle schenkingen dienen te vermelden in de globale erfovereenkomst. Het is dus perfect mogelijk dat de partijen ervoor opteren om niet alle schenkingen in rekening te nemen waardoor die schenkingen, tenzij ze daarvan vrijgesteld zijn, aan inbreng en inkorting onderworpen zullen zijn.390

248. Wat opvalt, is dat de wetgever zeer terughoudend is geweest om het subjectieve evenwicht juridisch te omschrijven. Ook de parlementaire voorbereiding geeft geen echte verduidelijking en stelt enkel dat de partijen moeten verduidelijken met welke omstandigheden zij rekening hebben gehouden om te rechtvaardigen dat de overeenkomst, die op het eerste zicht onevenwichtig zou kunnen zijn, toch evenwichtig is volgens de partijen.391 Het feit dat het evenwicht subjectief wordt ingevuld, maakt het eigenlijk zo goed als

onmogelijk voor de notaris om zelf op een inhoudelijk objectieve manier vast te stellen of er al dan niet een evenwicht is bereikt in een voorliggend ontwerp van erfovereenkomst. Men kan eigenlijk zelfs stellen dat de notaris dat niet eens mag doen aangezien het enkel en alleen de partijen zijn die moeten bepalen in de akte hoe zij dit evenwicht hebben opgevat en aanvaard. De notaris kan en mag dus niet zijn eigen visie of perceptie van wat een evenwicht zou zijn aan de partijen opdringen. Doordat er een gebrek aan objectieve,

387 H. CASMAN, “Nieuwe Erfwet. Een geactualiseerde kennismaking”, NJW 2018, afl. 391, (810) 823, nr. 82. 388 H. CASMAN, A.L. VERBEKE, N. NIJBOER, S. SLAETS en B. VERDICKT, Vermogensplanning tussen

echtgenoten anno 2020, Mortsel, Intersentia, 2020, 130, nr. 175.

389 A.L. VERBEKE en M. DELBROEK, “Family dynamics en het evenwicht bij de globale erfovereenkomst”

in A.L. VERBEKE, C. DECLERCK en J. DU MONGH (eds.), Themis 109 – Familiaal vermogensrecht, Brugge, die Keure/ la Charte, 2019, (75) 79; R. BARBAIX, “Erfrecht in een nieuw jasje - krachtlijnen van het hervormde erfrecht” in R. BARBAIX en J. DU MONGH (eds.), Actualia Vermogensrecht, Mortsel, Intersentia, 2018, (25) 59, nr. 66.

390 A.L. VERBEKE en M. DELBROEK, “Family dynamics en het evenwicht bij de globale erfovereenkomst”

in A.L. VERBEKE, C. DECLERCK en J. DU MONGH (eds.), Themis 109 – Familiaal vermogensrecht, Brugge, die Keure/ la Charte, 2019, (75) 77-78.

391 Wetsvoorstel (C. VAN CAUTER en S. BECQ, P. GOFFIN en S. SMEYERS) tot wijziging van het Burgerlijk

Wetboek wat de erfenissen en de giften betreft en tot wijziging van diverse andere bepalingen ter zake, Parl.St. Kamer 2016-17, nr. 54-2282/1, 139.

inhoudelijke controle is, vergroot het risico op misbruik en bijgevolg het risico dat partijen zullen instemmen (onder druk) met de erfovereenkomst zonder dat ze goed beseffen waarmee ze juist instemmen.392

2.2.2. Gevolgen

249. Door het ondertekenen van de globale erfovereenkomst kunnen de vermoedelijke erfgenamen na het overlijden van de ouder geen inbreng of inkorting meer vragen van de daarin vermelde giften (art. 1100/7, §6, eerste lid BW). 393 Bovendien is de waardering van de voordelen en de schenkingen waarmee rekening

werd gehouden om het evenwicht te bereiken definitief (art. 1100/7, §9 BW). Niemand kan bij de latere verdeling beweren benadeeld te zijn geweest (art. 1100/7, §9 BW).394 Al de schenkingen die vermeld worden

in de globale erfovereenkomst mogen dan ook beschouwd worden als gedane zaken die met eenieders goedkeuring zijn afgehandeld en kunnen dan ook bij de verdeling van de nalatenschap niet meer tot discussies of betwistingen leiden.395 Op die manier wordt er rust gecreëerd in het hoofd van de erflater.

250. Indien na het afsluiten van de globale erfovereenkomst nog een afstammeling-erfgenaam zou opduiken, zal die globale erfovereenkomst geen uitwerking hebben tegenover dat kind (art. 1100/7, §8 BW). Het is dus niet zo dat deze afstammeling-erfgenaam de vernietiging van de overeenkomst zal kunnen vorderen. 396

2.2.3. Het betrekken van de niet-gemeenschappelijke kinderen bij de globale