• No results found

Huidige participatie

Afbeelding 5 : Plattegrond Gr oninger Museum (Groninger Museum, 2014)

6.3 Huidige participatie

De inzet van de Beacontechnologie wordt in de komende periode uitgebreid door het gehele museum. In het begin werd de technologie ingezet bij de vaste collectie van het museum en werd het hier en daar uitgebreid naar tijdelijke exposities.

Het blijkt dat het Groninger Museum en Tapme Media vrij weinig precieze data rondom de huidige participatie in het m useum beschikbaar hebben, terwijl dit soort informatie wel bijgehouden zou kunnen worden: zie paragraaf 5.2.3. Volgens Rob Dijkstra, coördinator informatie bij het Groninger Museum, zal de participatie tegen de tien procent van alle museumbezoekers liggen, zonder specifiek naar een bepaalde doelgroep te kijken.(Rob Dijkstra, 2015) Op basis van mijn aanwezigheid in het Groninger Museum tijdens de onderzoeksperiode (tien werkdagen) zal dit percentage zelfs iets lager liggen: tussen de vijf en tien procent van de bezoekers heb ik met de smartphone zien werken tijdens het museumbezoek, hiernaast h ebben maar twee van de

gesproken museumbezoekers tijdens de diepte-interviews gebruik gemaakt van de Groninger Museum app (of een oudere versie). Wel kan dit ook te maken hebben met het destijdse aanbod aan tentoonstellingen en exposities in het museum waarbij er voornamelijk een wat oudere doelgroep aanwezig is geweest.

6.4 Conclusie

Het Groninger Museum was er vroeg bij: zij hadden in Nederland de primeur met de inzet van de Beacontechnologie in 2014. Het museum zag al snel in dat dit een gemakkelijke manier zou zijn om museumbezoekers te kunnen voorzien van extra content en informatie en zijn hierop doorgebouwd. Het idee was het bieden van extra informatie en een extra beleving voor de museumbezoeker, hierbij was het van belang dat de consument kon kijken en luisteren op haar eigen manier en tempo.

Voor het Groninger Museum staat het medium nog in de kinderschoenen en wordt het netwerk van Beacons door het museum nog steeds uitgebreid, dit tijdens de op - en afbouw van de

tentoonstellingen door het museum heen, totdat het hele museum voorzien is van een uitgebreid netwerk. Wél worden er hier en daar al testversies ingezet, op het moment is de app vernoemd naar het museum zelf: Groninger Museum. Qua design en vormgeving ziet de app er vrij objectief en professioneel uit, een zwart, schreefloos lettertype op een witte achtergrond met een zakelijk, blauw kleurenthema: inspelend op de informatieve/ educatieve functie van de app, al past dit wellicht minder goed bij het speelse en kleurrijke museum zelf. Wél wordt d e app een stuk kleurrijker en speelser door het gebruik van passende foto's en afbeeldingen.

De app is ingedeeld in een aantal opties voor de gebruiker: de homepage (Museum) biedt algemene informatie over het museum en haar faciliteiten, een overzicht van de lopende tentoonstellingen die ondersteund worden door de app, de instellingen die de gebruiker toegang geven tot bepaalde opties als taal en lettergrootte en natuurlijk de optie 'start' waarna de app gaat zoeken naar Beaconsignalen in het museum. Onder de optie 'start' is ook de kern van de app te vinden, dit is wat de museumbezoeker precies kan met de app in het museum. Deze functie draait om het bieden van extra informatie en content over de tentoonstellingen en de kunstwerken op basis van de fysieke locatie van de museumbezoeker. Het bieden van deze informatie gaat voornamelijk op basis van detailfoto's en tekst, al wil dit per afdeling nog wel eens verschillen: zo wordt er hier en daar ook gebruikt van audiofragmenten en hebben ze in het verleden oo k gewerkt met videofragmenten. De informatie dat gegeven wordt bij de kunstwerken verschilt ook sterk.

Al met al kunnen we zeggen dat het museum goed op weg is met de inzet van de

Beacontechnologie maar het mist wellicht nog enige samenhang en eenheid met zowel de

kunstwerken als het museum zelf. Hiernaast heeft het museum maar gebruik gemaakt van één van de vele toepassingsmogelijkheden, namelijk het bieden van extra informatie. Als we kijken naar hoofdstuk vijf zien we dat dit nog maar het topje van de ijsberg is.

7 Doelgroeponderzoek

Het Groninger Museum richt zich niet op een specifieke doelgroep. Het museum prijst zich juist om de veelzijdigheid van de tentoonstellingen en de verschillende doelgroepen die hierop af komen. Het Groninger Museum is van iedereen en iedereen is welkom. Wél houdt het Groninger Museum al jaren (jaarlijks sinds 2002) een publieksonderzoek bij om een beeld te creëren van de

bezoekersaantallen maar ook over de ontwikkeling van hun publiek, hierbij wordt de analyse van 2014 gebruikt. Deze analyse bevat informatie over de museumbezoekers en sociaal -demografische ontwikkelingen in de maatschappij als vergrijzing en individualisering die hebben geleid tot

veranderingen in wensen en behoeften van de consument. (Publieksonderzoek, 201 4) Dit is erg belangrijke informatie voor dit onderzoek aangezien de inzet van de Beacontechnologie in het museum specifiek bedoeld was als toevoeging voor de al bestaande museumbezoeker, en niet zo zeer voor het aantrekken van een nieuw publiek.

Bij dit onderzoek wordt de meest recente, gemiddelde museumbezoeker aangehouden zoals deze beschreven staat in het publieksonderzoek van het Groninger Museum, al kan deze doelgroep nog iets aangepast worden aan de hand van het beleidsplan van het museum. Het publie ksonderzoek 'Groninger Museum door de jaren heen' is uitgevoerd door Grontmij, een Gronings advies - en ingenieursbureau. (Grontmij, z.j.)

7.1 Doelgroepsegmentatie

De bezoekers van het Groninger Museum zijn over het algemeen hoger opgeleid en beschikken over een bovenmodaal inkomen. Over de jaren heen spreken we van een aandeel van 70 tot 80 procent van de museumbezoekers met een HBO of WO diploma. Hierbij zien we wel grote verschillen in de bezoekers als we kijken naar de verschillende, tijdelijke exposities. Zo trok de tentoonstelling Russische Sprookjes in 2008 een publiek van 70 procent ouder dan 55 jaar, ten opzichte van een tentoonstelling van Erwin Olaf in 2003 waarbij dit percentage rond de 20 procent lag. De samenstelling van het publiek in het Groninger Museum is dus sterk afhankelijk van de tentoonstellingen. (Publieksonderzoek, 2014)

De museumbezoeker van het Groninger Museum is gemiddeld vijftig jaar oud en bestaat uit zowel mannen als vrouwen. De laatste twee jaar ziet het museum een vergrijzing onder de

museumbezoekers, al heeft dit ook te maken met het aanbod van tentoonstellingen in 2013 en 2014 dat simpelweg een wat ouder publiek heeft aangetrokken. Een andere interessante ontwikkeling is dat het aantal herhalingsbezoeken altijd hoger is geweest dan het aantal nieuwe bezoeken, wel zien we dat het aantal nieuwe bezoeken is gestegen de laatste drie

jaar.(Publieksonderzoek, 2014) Het museum geeft in het beleidsplan aan zich te richten op een zo breed mogelijk publiek door middel van een uitgebreid en breed programma aan tentoonstellingen, hierbij heeft de hedendaagse kunst een centrale plaats. (Beleidsplan, 2013 -2016) Deze

tentoonstellingen van hedendaagse kunst zal de gemiddelde leeftijd van de bezoeker ook iets naar beneden halen. Om deze reden zal de volgende doelgroep aangehouden worden: hoger opgeleide mannen en vrouwen van veertig tot vijftig jaar oud, met culturele interesse.

7.2 Doelgroepomvang

Volgens de bevolkingsteller van het Centraal Bureau voor de Statistiek telt de Nederlandse bevolking op 1 mei 2015 16.914.615 personen (momentopname). Van deze personen vallen er 2.517.793 mannen en vrouwen in de leeftijdscategorie veertig tot vijftig jaar oud.(CBS, 2014 A) Het CBS houdt het opleidingsniveau op een net andere manier bij, de leeftijdscategor ie 40 tot 50 jaar oud wordt niet vertegenwoordigd en zal dus anders berekend moeten worden. Voor deze berekening worden de leeftijdscategorieën 35 tot 45 jaar en 45 tot 55 jaar aangehouden. In de leeftijdscategorie 35 tot 55 jaar is het percentage hoger opgeleiden, of een HBO+ diploma volgens de meest recente gegevens van het CBS 25,8%, afgerond op één decimaal. (CBS, 2013) Wanneer dit percentage toegepast zou worden op de eerder berekende mannen en vrouwen binnen de leeftijdscategorie 40 tot 50 jaar, komen we uit op ongeveer 650.000 hoger opgeleiden binnen deze leeftijdscategorie (2.517.793 : 100 x 25,8 = 649.591). Wel moet hierbij gezegd worden dat er hier alleen wordt gesproken over Nederland, al heeft het Groninger Museum natuurlijk ook te maken met internationale bezoekers. Het aandeel buitenlandse bezoekers heeft lang geschommeld tussen de twee en vijf procent al is er de laatste vijf/ zes jaar sprake van een continue stijging met in 2014 een internationaal aandeel van 15% van de museumbezoekers. (publieksonderzoek, 2013)