• No results found

Huidige inzet Beacontechnologie

Gemiddeld 49 jaar oud Middel/ hoog HBO+ 8 per jaar Figuur 15: Samenstelling respondenten.

8.4 Huidige inzet Beacontechnologie

Ook dit onderdeel van de diepte-interviews vroeg om een introductie, aangezien de meeste respondenten nog niet bekend waren met de inzet van de Beacontechnologie in het Groninger Museum. Tijdens de introductie is er gesproken over de collecties, de vormen van inzet en is er op basis van de drie digitale dimensies van de experiencescape (gebaseerd op het model van Mary Jo Bitner en hoofdstuk zes van dit onderzoeksrapport) gesproken over de huidige inzet.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 Zeer negatief Negatief Neutraal Positief Zeer positief

Houding Beacontechnolgie

Ondersteunend bij dit onderdeel van de diepte-interviews is er gebruik gemaakt van een geprint overzicht van verschillende pagina's en screenshots van de Groninger Museum app.

8.4.1 Ambient conditions & spacial layout

Als we het hebben over de vormgeving van de Groninger Museum app zien we dat de meningen vrij uiteenlopend zijn. Ongeveer één derde van de respondenten vonden het passend bij het Groninger Museum, drie andere respondenten gaven direct aan het niet te vinden passen bij het Groninger Museum. Uitspraken over de vormgeving van de app gingen alle kanten op: van traditioneel tot futuristisch en van klassiek tot modern. "Iedere zaal heeft weer zijn eigen kleur zegmaar, het moet er ook uit springen. Dat is wel het Groninger Museum dus laat dat dan ook zien", aldus Hella die de app juist niet bij het museum vond passen, zij vond het museum modern en speels terwijl de app een oubollig en klassiek uiterlijk heeft. Als we kijken naar de indeling van de app blijkt het dat de meeste respondenten vrij zelfverzekerd zijn over het feit dat ze de app zonder problemen zelf zouden kunnen toepassen en gebruiken. Wanneer er iets doorgevraagd wordt blijkt het dat de indeling toch niet voor iedereen even duidelijk is. Toevallig was één van de respondenten, Wim, websitebouwer en had dit te zeggen over de indeling van de Groninger Museum app: "Ik ben webbouwer dus ik weet wel hoe het werkt, al denk ik dat het voor veel bezoekers lastig kan zijn."

8.4.2 Functionality

Als we het hebben over de functionaliteit van de Beacontechnologie en de Groninger Museum app zoals deze nu loopt in het museum gaven veel respondenten aan het doel achter de inzet van de Beacontechnologie in te schatten als informatievoorziening/ educatie voor de doelgroep waar nodig, hiernaast is het meegaan in de tijd en het aantrekken van nieuw of jonger publiek vier keer genoemd als mogelijke doeleinden voor het Groninger Museum. "Ik denk dat de jongere bezoekers hier vooral mee aan de slag zullen gaan", aldus Barbara. Het grootste deel van de respondenten (16 van de 18) hebben de app nog niet getest en sommige respondenten gaven aan het lastig te vinden een gegrond oordeel te geven over de functionaliteit. Na een korte uitleg over de

functionaliteit en de huidige inzet gaven de respondenten aan de extra informatievoorziening bij de kunstwerken te beschouwen als belangrijkste aspect (zie bijlage II afbeelding 10 voor welke soort informatie), hiernaast gaf men het aan het fijn te vinden dat je als gebruiker nergens aan vast zit en zelf keuzes kunt maken. Deze mening werd onder andere geuit door Hans: "Het fijne is dat je wanneer je extra informatie zou willen, dat het beschikbaar is. Dit is niet het geval wanneer je niet alle kunstwerken vertegenwoordigd. " Hierbij kaart Hans ook een belangrijk negatief aspect aan van de huidige inzet. Negatieve aspecten van de huidige functionaliteit kwamen neer op de inconsistentie qua informatievoorziening en de incomplete dekking qua kunstwerken. Hiernaast blijkt het dat de respondenten, nadat we het hebben gehad over de mogelijkheden bij het vorige onderdeel van de diepte-interviews, van mening zijn dat er meer uit deze technologie te halen valt.

8.4.3 Digital and physical coöperation

Het derde en laatste onderdeel van de digitale dimensies van de experiencescape gaat om de samenhang van het fysieke museum en de digitale omgeving in het museum. In het museum is er op verschillende manieren aandacht gevestigd op de implementatie van de Beacontechnologie in het museum, zo wordt je bij binnenkomst op de schermen bij de ticketbalies gewezen op de app en wordt er in het museum op verschillende plaatsen door middel van tekst op de muur uitgelegd hoe en waar de app is te gebruiken. Opvallend is dat vrijwel niemand van de respondenten (op twee na) deze uitingen heeft gezien, één respondent heeft het op de website van het Gro ninger Museum gelezen. Zo kwam Hans de uiting op de muur toevallig tegen omdat hij een gesprek over de app overhoorde: "Toevallig waren er net mensen in gesprek met de museummedewerkers over de app, waarna ik het op de muur zag staan". Over de dekking van de kunstwerken die vertegenwoordigd worden op de Groninger Museum app wordt bij de vaste collectie bijvoorbeeld rond de tien tot vijfentwintig procent van de kunstwerken ondersteund. Over het algemeen vinden de respondenten dat deze dekking compleet zou moeten zijn voor zo ver mogelijk: "Dan zul je net weer zien dat het de werken zijn die ik interessant vind die niet te vinden zijn."

8.5 Conclusie

Door middel van diepte-interviews is er in het Groninger Museum gesproken met de doelgroep over de mate van kennis, houding en gedrag rondom nieuwe techniek en media in musea, met de nadruk op de Beacontechnologie. Hiernaast is de inzet van de Beacontechnologie door het Groninger Museum besproken en is er dieper ingegaan op de wensen en behoeften van de doelgroep rondom deze technologie. Uiteindelijk is er door middel van zestien half gestructureerde diepte-interviews (achttien respondenten: twee koppels) gesproken in het Groninger Museum zelf, als gevolg van de lage aanwezigheid van de juiste doelgroep tijdens de onderzoeksperiode is de hoeveelheid interviews iets lager geworden dan voorheen gepland (twintig diepte -interviews). De gesproken respondenten in het Groninger Museum hebben variërende gewoonten wat betreft de frequentie van museumbezoeken per jaar: de één gaf a an ruim dertig musea te bezoeken per jaar, de ander maar één museum per jaar. Toch blijkt het dat de motivatie van het bezoeken van een museum wél erg overeenkomt, de respondenten bezoeken musea vanwege de ervaring, de onderwijswaarde en intellectuele verrijking, gevolgd door rust en relaxatie. Hiernaast gaven respondenten aan de tentoonstellingen belangrijk te vinden bij het kiezen van een museum, al blijkt dat de meeste respondenten niet wisten wat er te zien was in het Groninger Museum voordat ze het museum bezochten.

Als we het hebben over de implementatie van nieuwe techniek en media in musea zien we dat respondenten hier over het algemeen weinig mee bezig zijn, wel hebben de meesten wel eens gebruik gemaakt van een audiotour, hierbij gaven velen wel a an dit vaak als uitzondering een keer proberen maar dat dit niet iets is wat ze vast tijdens hun museumbezoek gebruiken. In het

Groninger Museum zelf zien we dat de kennis rondom de Beacontechnologie erg laag is onder de doelgroep, het overgrote deel van de respondenten had nog nooit van deze technologie gehoord,

laat staan dat het Groninger Museum hiermee bezig is. Opvallend is dat na de introductie en het gehad te hebben over de mogelijkheden dat de respondenten over het algemeen erg positief waren over deze techniek. Wél zijn er een aantal zorgen geuit, privacy en vertrouwen is een issue, het moet niet te overweldigend, storend en aanwezig zijn en we hebben te maken met een early adopter markt met een wat oudere doelgroep. Zo gaven een aantal respondenten bijvoorbeeld aan de toegevoegde waarde erg goed te begrijpen maar dat ze het hun zoons/ dochters eerder zouden zien gebruiken dan zij zelf. Als we het hebben over de inzet van de Beacontechnologie zien we dat de respondenten de volgende inzetmogelijkheden erg interessant vinden: de indoor GPS/

plattegrondfunctie, de toevoeging van social media en natuurlijk de tourfunctie op basis van je fysieke locatie in het museum.

De meningen rondom de huidige versie zijn erg uiteenlopend. Over de vormgeving zijn de m eest verschillende uitingen gedaan, van klassiek en oubollig tot futuristisch en modern. Wél vonden de respondenten de app een betrouwbare en overzichtelijke indeling hebben, al mag het misschien nog wat makkelijker voor sommigen (gezien de wat oudere doel groep). Over de functionaliteit waren de respondenten het wat meer met elkaar eens en hadden het doel ingeschat als

informatievoorziening/ educatie voor de gebruiker waar nodig, zelf keuzes maken en nergens aan vast zitten wordt als belangrijk beschouwd en de informatievoorziening in de app (audio, tekst, video, foto's) zou over het algemeen hetzelfde moeten zijn. Hiernaast gaven een aantal

respondenten aan dat er meer uit deze technologie te halen valt. Het komt er dus op neer dat de doelgroep wel geïnteresseerd is maar dat het op kennis al stuk loopt. Om het gedrag en de participatie onder de doelgroep te stimuleren zal er dus op kennis gefocust moeten worden.

Tot slot gaf het grootste deel van de respondenten aan geïnteresseerd genoeg te zijn om bij de implementatie van de nieuwe Groninger Museum app door het gehele museum een poging te wagen en de app een keer te proberen. Natuurlijk had deze reactie anders kunnen zijn als ze niet mee hadden gedaan aan dit onderzoek.

9 Balansmodel

Het onderstaande 'balansmodel' is samengesteld om het Groninger Museum en het doel van de inzet van deze technologie in het museum te koppelen aan de doelgroep van het museum: hierbij gaat het om het vinden van een balans tussen het Groninger Museum en de doelgroep van het museum rondom de inzet van de Beacontechnologie. Er wordt gekeken naar waarom de bezoeker naar een museum gaat, de mate van kennis, houding en gedrag rondom techniek en media in musea (en de Beacontechnologie) en wordt er gekeken naar de behoefte van de doelg roep met betrekking tot de inzet van dit medium in de vorm van een SWOT analyse.

Figuur 18: Balansmodel.

Op deze manier wordt het op een overzichtelijke manier duidelijk hoe de nieuwe versie ingezet zou moeten worden zodat het past bij het Groninger Museum en de wensen en behoeften van de doelgroep om de participatie in het museum te kunnen verhogen.