• No results found

Wat is de huidige inzet van de iBeacon door het Gr oninger Museum?

Verantwoording methode van onderzoek

Deelvraag 4: Wat is de huidige inzet van de iBeacon door het Gr oninger Museum?

Bij deze deelvraag wordt de volgende stap genomen. We hebben het gehad over

experiencescapes, de iBeacon technologie en het Groninger Museum zelf. Vervolgens wordt er gekeken naar de inzet van de iBeacon door het Groninger Museum. Er wordt gekeken naar het huidige netwerk van iBeacons in het museum om mee te nem en in het advies voor het volledige netwerk door het gehele museum.

Het tweede deel van deze deelvraag gaat over de daadwerkelijke inzet van de digitale omgeving van het museum door middel van de iBeacon. Hierbij wordt het framework van Bitner (1992) als voorbeeld gebruikt: "Framework for Understanding Environment-User Relationships in Service Organisations". Al is dit misschien een oud model uit 1992 wordt het nog steeds als relevant ervaren (Eroglu & Machleit, 2008). Hiernaast zal dit model als voorbeeld aangehouden worden, dit framework richt zich op de 'Environmental dimensions', oftewel de ruimtelijke omgeving van servicescapes. Dit wordt gedaan op basis van drie elementen: Ambient conditions

(achtergrondkarakteristieken op basis van de vijf zintuigen), Spacial Layout and Functionality (de fysieke invulling van de servicescape en de functionaliteit) en tot slot Signs, Symbols and Artifacts (informatieborden en andere communicatieuitingen binnen de servicescape).

Dit model zal worden bijgescherpt, we hebben het niet over de fysieke invulling van een

servicescape maar de digitale omgeving van de experiencescape, door middel van de iBeacon. De eerdergenoemde drie elementen (environmental dimenions) zullen dan ook worden aangepast (digital dimensions):

Servicescape Experiencescape Environmental

Dimensions

Inhoud Digital Dimensions Inhoud

Ambient Conditions achtergrondkarakteristieken op basis van de vijf

zintuigen

Ambient Conditions & Spacial Layout

Design en vormgeving

Spacial Layout an Functionality

de fysieke invulling van de servicescape en de functionaliteit

Functionality De daadwerkelijke mogelijkheden voor de gebruiker Signs, Symbols and

Artifacts

informatieborden en andere communicatieuitingen binnen de fysieke servicescape

Digital and fysical cooperation

De relatie van de digitale omgeving met het fysieke museum

Deze informatie zal door middel van fieldresearch worden verkregen. Dit door aan de hand van deze elementen zelf het medium en de app te testen in het museum.

Wat is de doelgroep van het Groninger Museum?

Het Groninger Museum houdt geen vaste doelgroep aan, iedereen is van harte welkom en het museum heeft zich niet gesegmenteerd op een bepaalde soort museumbezoeker. Wel doet het

Groninger Museum al jaren onderzoek naar hun museumbezoeke rs en dit wordt bijgehouden in het onderzoeksrapport 'Publieksonderzoek door de jaren heen', terug daterend uit 2002.

Met de ze deelvraag wordt er dus niet dieper ingegaan op een specifieke doelgroep maar wordt de gemiddelde museumbezoeker aangehouden. Dit wordt ook benadrukt door het feit dat de inzet van de iBeacon niet perse was om een bepaalde doelgroep aan te trekken maar juist voor het bieden van een extra dimensie, een extra ervaring voor de museumbezoeker. De doelgroep voor de inzet van de iBeacon is in principe de gemiddelde museumbezoeker.

Het beantwoorden van deze deelvraag zal gedaan worden aan de hand van online deskresearch waarbij er voornamlijk statistische websites zullen worden geraadpleegd als het Centraal Bureau voor Statistiek. Hiernaast zal het onderzoeksrapport 'Publieksonderzoek door de jaren heen' zorgen voor interessante statistieken vanuit het oogpunt van het Groninger Museum.

Bij deze deelvraag gaat het over belangrijke informatie over de doelgroep van het Groninger Museum, hierbij komen de algemene, demografische gegevens als inkomen en leeftijd natuurlijk naar voren maar de nadruk ligt hem vooral op het domeinspecifieke niveau. Hierbij gaat het onder andere om vrije tijd, cultuur en mediagewoonten. Met deze deelvraag wordt er een beeld geschetst van de gemiddelde museumbezoeker en zijn/ haar gewoonten met betrekking tot nieuwe media en technologie.

Vervolgens wordt de iBeacon betrokken bij de doelgroep. Het aandeel van de museumbezoeker dat ook daadwerkelijk gebruik maakt van de iBeacon technologie tijdens het museumbezoek zal door middel van persoonlijke observatie worden vastgesteld. Tijdens deze observatie zal er aan de gebruikers een korte enquête worden voorgelegd. Deze enquête zal stellingen bevatten over de huidige inzet van de iBeacon in het Groninger Museum. Deze stellingen zullen worden

samengesteld aan de hand van de eerdergenoemde Digital Dimensions van Bitner (deelvraag 4). Op deze manier wordt er een overzicht gecreëerd van de houding van de museumbezoeker over de huidige inzet van de digitale omgeving van het Groninger Museum (door middel van de inzet van de iBeacon). De verwerkte resultaten zullen een mooi beeld geven van de sterke en zwakke punten van de huidige inzet met betrekking tot de iBeacon en de resultaten zull en meegenomen worden in de diepte-interviews met de museumbezoeker (deelvraag 6). Hoeveel ingevulde vragenlijsten dit zal gaan opleveren hangt af van de mate van participatie met betrekking tot de iBeacon in het museum en zal dus niet zorgen voor een statistisch representatief beeld van de doelgroep maar geeft zeker aan wat er leeft onder de gebruikers van de iBeacon in het museum. Het gaat hier ook puur om een ondersteuning van de diepte -interviews.

Wat is het huidige effect van de inzet van de iBeacon in het Gr oninger Museum?

De laatste deelvraag zal inzicht geven op het effect van de huidige inzet van de iBeacon in het Groninger Museum.

Door middel van 10 diepte-interviews met de museumbezoeker (zonder gebruik iBeacon) en 10 interviews met de museumbezoeker (met gebruik iBeacon) wordt er gekeken in hoeverre er een verschil is in de publiekservaring door middel van de inzet van de iBeacon in het museum. De tien diepte -interviews met de museumbezoekers die niet gebruik gemaakt hebben van de iBeacon zullen worden ondervraagd over:

 Moti vatie museumbezoek

 Moti vatie voor het niet gebruiken van de iBeacon

 Ervaring museumbezoek

 Uitleg iBeacon en voorleggen technische mogelijkheden (deelvraag 2)

De tien diepte-interviews met de museumbezoekers die wel gebruik gemaakt hebben van de iBeacon tijdens hun museumbezoek zullen ondervraagd worden over:

 Moti vatie museumbezoek

 Moti vatie voor het gebruik van de iBeacon

 Ervaring museumbezoek

 Toevoeging op de museumervaring door middel van de iBeacon

 Interessante toepassingsmogelijkheden van de iBeacon (deelvraag 2)

 Voorleggen huidige inzet Digitale Dimensies Bitner (deelvraag 4&5)

Deze diepte-interviews zullen een overzicht creëren van het verschil tussen de publiekservaring van de museumbezoeker die wel gebruik gemaakt heeft van de iBeacon technologie en de

museumbezoeker die hier geen gebruik van heeft gemaakt. Hiernaast wordt er gekeken waarom de museumbezoeker hier wel of juist geen gebruik van heeft gemaakt, wordt er gekeken naar de overige technische mogelijkheden van de iBeacon en wordt de huidige inzet getest aan de hand van de eerdergenoemde Digitale Dimensies van Bitner (voorleggen resultaten enquête deelvraag 5).

In de topiclijst zullen de vragen met betrekking tot de motivatie en ervaring opgesteld worden aan de hand van eerder verrichte onderzoeken. Zo kwam Crompton (1979) met een conceptueel kader dat ze ven sociopsychologische domeinen van motivatie bevat. Deze ze ven (vertaalde)

hoofddomeinen die hij toen op toerisme toepaste waren:

Nieuwigheid Men wil nieuwe ervaringen opdoen. Volgens Lee & Crompton (1992) kan dit te maken hebben met ervaringen van sensaties, avontuur, verrassing en het verlichten van stress.

Socialisatie Men wil graag in contact komen met een groep mensen en de leden ervan.

Prestige en status Men wil bij de andere bezoekers de indruk wekken dat men een hoge levensstandaard heeft of van goede afkomst is.

Rust en relaxatie Men wil zichzelf herbronnen, zowel op mentaal als op lichamelijk vlakom de dagdagelijkse stress even te vergeten

Onderwijs waarde en intellectuele verrijking

Men wil de kennis verbreden en de intellectuele horizonten verruimen.

Het samenzijn met de familie

Men wil het verwantschap met de familieleden verhogen.

Regressie Men wil zich meer gedragen op een manier die doet denken aan een adolescent of een kind.

Museumbezoek kan gelinkt worden aan toerisme en toeristische evenementen, waarvoor het gebruik van dezelfde waarden van Crompton ook toegepast kan worden voor museumbezoekers. (Van Vliet, H. 2012)

Hiernaast zal de vraagstelling rondom de publiekservaring worden samengesteld aan de hand van de vier ervaringswaarden van Rippen en Bos (2008). In hun studie naar de beleving van events streven mensen naar vier ervaringswaarden:

Sociaal-rationeel Zich verbinden met anderen, samenleven en samenwerken, netwerken, het aangaan van relaties en sociale verbanden, zoals bij reünies,

straatfeesten bedrijfsevents en beurzen. Het gaat hierbij om het wel of niet versterken van sociale verbanden, en/of het vormen van nieuwe sociale verbanden.

Betekenis Realiseren van zingeving, betekenisgeving en vormgeving, zoals bij culturele reizen, muziekfestivals, culturele events en meditatieve arrangementen. Een event kent altijd een vorm van zingeving. Het event zelf kan zinvol zijn, zoals een excursie of museumbezoek, het kan zinvol zijn doordat het bezoekers stoom laat afblazen om er daarna weer tegenaan te kunnen gaan, of het kan zinvol zijn door de bezinning op onszelf en anderen.

Competentie Het inzetten, ontwikkelen en onderhouden van competenties, zoals bij trainingen, conferenties, workshops en sportieve events. Dit kan de hoofdzaak zijn zoals bij cursussen en bijvoorbeeld duik-, klim- of skitrainingen, of bijzaak, zo kun je bij een museumbezoek kennis opdoen over kunst.

Genietbaarheid Zich ontspannen, plezier maken en genieten, zoals bij wandeltochten, feesten, pretparken, kermissen en vakanties. Ieder event moet een aspect van genietbaarheid hebben in de zin van sfeer, onderhoudendheid, spanning, humor en avontuur.

Er zijn veel combinaties mogelijk tussen deze vier ervaringswaarden, het blijkt dat deze vier elementen altijd in mindere of meerdere mate voorkomen. Het interessante is dat de samenhang tussen deze vier waarden vertaald kunnen worden naar een assenstelsel. (Van Vliet, H. 2012)

Alle interviews zullen in het museum worden afgenomen. Op deze manier hebben de respondenten net de iBeacon toe kunnen passen in het museum en zit hun ervaring nog vers in het geheugen. Hierbij zijn alle museumbezoekers relevant en wordt er niet specifiek gekeken naar de gemiddelde museumbezoeker zoals deze beschreven staat bij het hoofdstuk 'De museumbezoeker'.

Er is hier expliciet gekozen voor kwalitatief onderzoek in plaats van kwantitatief onderzoek. Deze vorm van onderzoek geeft diepere informatie door verder in te gaan op achterliggende motivaties, meningen, wensen en persoonlijke ervaringen van de doelgroep op basis van de huidige invulling van de digitale omgeving van het Groninger Museum (door middel van de inzet van de iBeacon). Het gaat hier namelijk om inzichten ten aanzien van individuele belevingsprocessen op basis van het gebruik van de iBeacon en de bijbehorende meningen, houdingen en gedragingen rondom

deze dienst in het museum. In een groepsdiscussie kan het lastig zijn voor respondenten om objectief te blijven en kan lastig zijn om niet beïnvloedbaar te zijn door mederespondenten die misschien een andere mening hebben.

De dataverwerking zal thematish gedaan worden. Hierbij worden de strappen van Verhoeven (2011) aangehouden worden:

 Uiteenrafelen: de gegevens worden verdeeld in belangrijke fragmenten die bij elkaar horen voor analyse.

 Evalueren van de gebruikte termen: zijn de genoemde termen over het algemeen positief of negatief.

 De fragmenten worden gecodeerd: hierbij komen de Digitale Dim ensies van Bitner, de ze ven hoofddomeinen van motivatie van Crompton en de vier ervaringswaarden van Rippen en Bos weer terug.

 Hiërarchie aanbrengen: welke gecodeerde fragmenten worden als goed ervaren door de doelgroep, welke fragmenten minder.

 Het maken van een diagram (model).

 Het model in verband brengen met de probleemstelling: Wat is het effect van de inzet van de iBeacon door het Groninger Museum op de publieksbeleving en hoe zou dit medium ingezet moeten worden door het gehele museum voor het creëre n van een passende experiencescape.