• No results found

Pest te Smirna. Voorzorg der Franken tegens dezelve. Beschrijving

van Smirna, benevens eenige aanmerkelijke byzonderheden nopende

de manier van leven aldaar. Gelegentheid voor den autheur om na

Ephesen te gaan.

Pest te Smirna

Leggende hier onder het waterkasteel ten anker vernamen we dat de pest zeer sterk te Smirna geregeerd had en er ook nog hier en daar eenige overblijfselen van desselfs woede vernomen wierden. Weshalven de kooplieden al schoorvoetende hunne huizen naauwlyks begonden te openen, die dus lange+

waaren geslooten geweest. Inderdaad ’t had reden, want binnen den tydt van drie maanden waren in en omtrent de gemelde stad over de dartigduizend menschen door die ziekte weggerukt.

Ik oordeelde het dan raadzaam my nog eenige dagen te scheep te houden, dog dit kon niet anders als verdrietig vallen+

en dreef my ’t verlangen om weer voeten aan land te zetten (na zo lange op zee geweest te zyn) eindelyk na veertien dagen draalens uit het schip, en deed my een besluit nemen om een ruimer verblyf tot Smirna te zoeken.

Hier aangekomen ging ik aanstondts den heer Jacob van Dam, consul van de Hollandsche natie, begroeten en volgens de manier van die landen zyne bescherminge verzoeken.[BA/15]Ik vond hem te zyn een zeer beleefd heer van wien ik by verscheidene gelegentheden veele gunsten heb genooten.

Ik had reedts tevooren in de stad geweest dog dezelve weinig bewandeld, vermits het zeer gevaarlyk was. Want de Turken – niettegenstaande de menigvuldige ondervinding van de besmettelykheid dezer ziekte – schroomen niet evenals voorheen by malkander te komen en een onbekommerde verkeering+

te houden. En gelyk zy haar zelven niet vermyden, nogte+

ook malkanderen in hunnen ommegang verschoonen+

, geven zy ook geen de minste verschooning aan de Franken+

, die zy om dezelve te kwellen en te doen verschrikken meenigmaal voorbedagtelyk zouden op het lyf loopen, niettegenstaande zy wisten reeds de kwaale op het lyf te hebben.

Deese onbesuisde drift van haar zelfs in de besmettinge onvertsaagd en

onbekommerd te toonen – voortspruitende wel uit een goeden grond, namentlyk het vertrouwen op Gods voorzienigheid over haar leven en dood, dog die geweldelyk+

verkeerd van hun toegepast werd – doet er onder haar meenigen sneuvelen wanneer

+ die zo lang

+ maar dit kon alleen maar vervelend zijn + omgang met elkaar

+ noch + ontzien + westerlingen + in hevige mate

by hun dit vuur begind uit te bersten. Gelyk dan mede in en ontrent de stad Manassia (omtrent acht uuren van Smirna gelegen) binnen den gemelden tyd over de

dartigduizend perzoonen aan dese kwaale waaren gestorven.

Ondertusschen, hoewel de Turken geene vrees voor deze schrikkelyke bezoeking schynen te betoonen, is d’elende welke men by dusdanige gelegentheden hier te lande ziet, niet te beschryven. Het gekryt en gekerm duurt nacht en dag, zulks dat men byna niet een oogenblik is zonder hetzelve te hooren, en als er iemand komt t’overlyden koopen ze zekere lieden met geld, welke voor een tyd (tzy langer of korter, na dat+

men bedongen heeft) zoowel by nacht als by dag een afgryselyk misbaar en gehuil maaken onder het gestaadig wegdraagen van meenigte lyken der verstorvenen. Waerlyk een droevig

23

schouwburg+

voor degeenen die het moeten bywoonen.

Voorzorg der Franken tegens dezelve

Maar zelden word iemand van de Franken of Europische Christenen door deze ziekte aangetast, mogelyk omdat zy gehoorsaamen aan die lesse die zegt ‘dat men de plaagen moet myden daar ze vallen’. Om hierin alle mogelyke voorzichtigheid te gebruiken, vertrekken zich meest alle de kooplieden, zoo Engelschen, Franschen, als Hollanders, ’t zy in eenig bygelegen dorp daar de pest zich het minste doet gevoelen, ofwel in hunne eigene wooningen, sluitende dezelve rondom dicht toe, zonder die (zo lang als zy hooren dat het gevaar nog niet over is) te openen of ymand in te laaten. Alles wat zy van buiten tot hunne behoefte van nooden hebben, word voor het huys in een mande, welke zy met een touw uit de venster neederlaaten, gelegt en opgehaald en wyders, eer zy het gebruiken, in het water gesteeken of berookt, na dat+

de dingen het vereischen. Om de swaarmoedigheid te beter aan een kant te zetten en zich vrolyk en lustig te maaken – want men denkt dan nergens anders op, vermits alle koophandel t’eenemaal stilstaat – voegen zich de huisgezinnen gemeenlyk by malkander en sluiten zich aldus gezamentlyk op.

Beschryving van Smirna

Wat de stad Smirna belangt, de inwoonders zeggen dat ze door Tantalus gesticht en naderhand Smirna genaamd is na eene der Amazonen, welke in Asia komende deze stad vermeesterden. Langen tyd daarna wierd ze door eenige aardbevingen gansch en al verwoest doch door Marcus Antonius, om de bequaamheid van de haven, dichter aan de zee herbouwd.

Deze stad, door de Turken tegenwoordig Ismyr geheeten, beroemt zich van de geboorte aan den poëet Homerus gegeeven te hebben, en dese was eertyds eene der zeven hoofdkerken van Asia, daar in d’Openbaring van gesproken word. Zy is tamelyk groot, en gebouwd tegen het hangen van een berg na ’t westen geleegen, gelyk blykt uit de nevenstaande afbeeldinge.

Smyrna

+ schouwspel + naargelang dat

Men ziet er noch verscheidene ruïnen van d’oude stad, inzonderheid op den berg de muuren van het kasteel, aan de oostzyde van de stad gelegen, welk maakzel de Griekse keisers werd toegeschreven. Daarbinnen is een kleyne moskèe die men meent voor dezen een kerk geweest te zyn aan den Heiligen Johannes toegewyd, aan desselfs kleen portaal zyn noch twee pilaren, na de Corintische ordre gebouwd. Daarbenevens is noch een gewelf dat door verscheide pilaren onderstut werd.

Buiten, boven aan de poorten van het kasteel, ziet men noch – hoewel ten deele geschonden – de gezeide Amazone, zynde een half borststuk in marmer gehouwen, gelyk als men dezelve op de medalien vind die ik zelve van zilver noch hebbe medegebragt. Men vind er ook op welke aan de eene zyde ’t afbeeldsel der Amazone gevonden werd en op de andere zyde een dobbele dubbelde byl en schild afgebeeld zyn, gelyk dezelve hiernevens gezien werden.

24

De onkundige daar te lande verhalen dat het zelve beeld aan ’t kasteel zoude verbeelden de koninginne Semiramis, of anders een zekere koninginne van Smirna die ten tyde van den Grooten Alexander zoude zyn geweest. Dit kasteel is getekent met de cyferletter 1.

Van hier naar beneden gaande ziet men de capelle van Polycarpus en

d’overblyfzelen van zyn graf, daar de 2 getekent staat. Hier omtrent in ’t afhangen van den berg zyn d’overblyfzelen van een amphitheater of colliseum in hetwelke men zegt dat St. Polycarpus, leerling van den evangelist Johannes en eerste bisschop van Smirna, voor de leeuwen geworpen zoude zyn – andere zeggen verbrand – mitsgaders eenige overblyfzelen van desselfs grafstede daar de Christenen des lands noch groote eerbiedigheid voor hebben; getekent 3.

Komende beneden, alwaar de 4 gezien werd, staat het tjoske of speelhuys+

van Hagmet aga. Het eerste gebouw aan de stad is een carvassera of woonplaats van verscheide Grieksche familien; is getekent 5. Eenige huisen der stad inwaarts, alwaar een stok verbeeld staat met een vlagge bovenaan, is de woning van den consul van Genua. Dit teken van de vlagge geschied om de schippers die onder haar behooren, scheep zynde, daar te ontbieden; anders is er de vlagge noit aan, waarin men de 6 ter aanwyzinge ziet.

Het cyfer 7 is de woonplaats van den consul van de Hollantsche natie. Het cyfer

8 wyst het huis van den consul van Venetien aan. Het cyfer 9 het huis van den vizir

Cara Mostafa basja, ‘tgeene het grootste en principaalste van de Frankenstraat is. Het cyfer 10 de woonplaats van den consul van Engeland, 11 die van den consul van Vrankryk. 12 is de dogane of het tolhuis, hetwelk een groote of rojale plaats is, daar alle de goedere gebracht moeten werden.

13 De besesteyn of winkelplaats is een der considerabelste gebouwen van de stad,

daar alle kostelykheden dagelyks gekoft en verkoft werden. 14 is de vizirchan, betekenende zoveel als een brandvry magazyn, waarin de kooplieden haare goederen zeker hebben in de vertrekken, door haar gehuurt, zynde yder magazyn van deze plaats byzonder met ysere deuren en vensters voorzien. Dit gebouw is gemaakt door den vizir Cara Mostafa basja in de jaren 1677 en 1678.

15 is het oude kasteel. Het teken 16 wyst de haven van de galeijen, zynde een

kleyne boesem of besloten plaats voor de galeijen en Turksche barken. 17 en daarbenevens de dogane of kleyne tol, alwaar de goederen die in ’t land gesleten werden, moeten aankomen, te weten die door haar eigen vaartuigen, zoo uit Egypten als elders, daar gebragt werden.

18 St. Veneranda. Het is een groote streek van den berg, welke dezen naam voerd,

en strekt zich omlaag tot by de graven toe naar de zeekant, alwaar de Grieken en Armeners haar begraafplaats hebben; getekent 19. d’Engelschen, Franschen en Hollanders hebben daar omtrent mede haare kerkhoven, en is dat van yder natie in ’t byzonder met een kleyne muur omtrokken; by deze is het cyffer 20 verbeeld. De begraafplaats der Joden is de benedenste naar de zeekant, alwaar men een menigte van steenen in de gront gezet ziet, aangewezen met 21.

Onderaan de stad ziet men noch veel groote steenen – zynde eenige overgebleven brokken van d’oude muur, aan welke veele huizen vastgehecht en aangetimmert zyn – dat eenige willen van den tempel van Cybele, de moeder der goden, zoude wezen, dewelke een van de vermaardste van het land was.

25

Ten oosten en noorden van de stad loopt de rivier Meles die in voorige tyden beroemd was, alzo men geloofde dat Homerus daar digtby zoude gebooren zyn. Tegenwoordig is het als een beek die byna droog is, tenzy dat ze door den regen komt op te zwellen. Dit water doet twee molens draaijen om de bygelegene tuynen het water te doen hebben.

Een goede uur van de stad, aan de plainuur of anders vlakte van Hazelaar, zyn eenige overblyfzelen die men zegt van den tempel van Janus te wezen. Het is een kleine plaatze die twee ingangen heeft, de eene ten noorden en de andere na ’t zuiden. Men zegt dat daar omtrent eenigen tyd geleden gegraven wierd en dat er een beeld van Janus, met twee aangezigten, zoude zyn gevonden, hetwelk door den consul van Venetien gekogt wierd, waardoor te meerder kan gelooft werden dat het zodanigen tempel is geweest.

Aan deze zelfde vlakte, omtrent een half uur van Smirna benevens de gemeene weg+

, is het bad van Diana. ’t Zelve is een water of lago hetwelke de zeven

watermolens doet draaijen om meel te maken. Een myle omtrent van de stad en naar het kasteel gaande meent men de plaats te zyn alwaar het oude Smirna eertyds heeft gestaan, gelyk men dan aldaar ook nog eenige oude overblyfzelen ziet.

Omtrent deze plaats is het dat de meeste beelden onder de aarde gevonden werden, gelyk dan ook gebeurt is – terwyl ik my tot Constantinopolen ophield – dat aldaar vier beelden wierden onverwagt, door het graven van de Turken, gevonden die men zegt uitstekend fraay te zyn. Dezelve wierden door een van onze kooplieden gekogt, en om de vryheid te verkrygen van dezelve te mogen vervoeren een geschenk aan den cady of rigter gegeven.

Het vinden van deze beelden ter ooren van den Franschen ambassadeur Monsieur de Guillerages gekomen zynde, verzocht dezelve van den koopman die ze gekogt had, over te nemen, apparent+

om d’eere daarvan te hebben en die aan zynen koning te zenden, hetwelke met beleefdheid door de gemelde koopman wierd afgeslagen.

Eenigen tyd daarna wierden drie van dezelve beelden op een Fransch schip, per Marseilje, geladen. Welk schip door de Algiersche rovers (als hebbende oorlog met die natie) genomen zynde, is hetzelve Algiersche schip naderhand komen te stranden omtrent de kust van Livorno, alwaar de drie gezeide beelden weder wierden opgevist en verder door de Fransche natie verzonden naa Parys, van waar zy gebracht zyn tot Versailles daar zy jegenwoordig staan.

Het vierde beeld is naderhand verzonden naa Rouaan, van welke plaats het mede na Versailles is gebragt alwaar ze jegenwoordig alle vier te zien zyn. Voor ’t laatste zyn tot Parys ontfangen twaalfhonderd ryxdaalders, en wierd, wanneer deze betalinge geschiedde, daarby gezegt dat indien de koopman alle vier de beelden had konnen leveren, hy zekerlyk daarvoor zoude gehad hebben ten minsten twintigduizend ryxdaalders.

d’Aardbevingen, die tot Smirna zeer gemeen zyn, hebben deze stad tot zes maalen verwoest, dog om haare bekwaame gelegenheid is ze t’elkens weder opgerecht. De Grieken des lands vreezen geweldig voor de zevende maal, ter oorzaak van een zekere voorzegginge, luidende dat ze door dezelve t’eenemaal verdelgt zal worden.

+ naast de openbare weg + klaarblijkelijk

Hier worden noch dikwils verscheide fraaye beelden onder d’aarde gevonden, als in den jaare 1671 de tombe of grafsteen van Marcus Fabius, Romein, benevens zynen zoon, in welke gevonden wierden beide de lyken, leggende by malkanderen in ‘t

26

harnas of in hunne volle wapenen, welkers opschrift, vertaald zynde, aldus luid:

Marcus Fabius, zoon van Marcus Fabius, (uit de stamme genaamt) Galeria, toegenaamt Junius, van een-en-twintig jaaren.

Deze grafsteen staat tegenwoordig even buiten Smirna in de tuin van Agmet aga en diend tot een fontein, vertoonende sich gelyk de volgende prentverbeelding aanwyst.

Dog het argst is, dat wanneer deeze beelden in de handen der Turken komen te vallen, dezelve terstond, door het in stukken slaan der hoofden, bedorven worden, want het stryd tegens hunne wet eenige beelden of gelykenissen te hebben. Ik heb eens, hier ter plaatze zynde, een steen met bas-relieven behouwen, staande boven de deur van eens Turks huys in de muur, willen koopen. Dog konnende wegens de prys niet overeenkomen en krygende de Turk mogelyk een inkeer, wegens beeldwerk aan zyn huys te hebben, zag ik hetzelve kort daarna t’eenemaal geschonden.

Ik bekwam er echter een waarop eenige beelden gehouwen waaren, van een goede hand, die door de vice-consul van Athenen alhier gebracht was, dog mede geschonden. Nadat ik hem gekocht hadde verzond ik hem aanstonds na ’t vaderland, alwaar ik hem op myn aankomst ook gevonden hebbe, gelyk hy dan noch in myn bewaaring is en zich vertoond gelyk als

27

in de nevensgaande schetse te zien is op het zes-tal+

, en betekenen de woorden ΜΗΝΟΔΩΡΑ ΧΑΙΡΕ O Menodora vaarwel. Ende de andere ΑΝΤΙΟΧΕ ΧΑΙΡΕ Vaarwel Antiochus.

Welke woorden meermaalen op der Ouden grafsteenen gesteld wierden+

opdat de reiziger, voorbytrekkende ende dezelve letters lezende, zo tegelyk den naam der overledene mocht erkennen en door ’t uitspreeken van dezelve mocht aangezet werden om de verstorvene het goede toe te wenschen. ’t Welk de heidensche bygeloovigheid meinde veel te konnen helpen en toebrengen tot derzelver rust.

Volkrykheid

De stad Smirna is zeer volkryk, begrypende wel omtrent tachtigduizend zielen. Het grootste getal maken de Turken uit, daaraan volgen de Grieken, na hun d’Armeniers en Jooden, en eindelyk d’Europische Christenen. Yder van deze heeft volkomene vryheid in den godsdienst. De Engelsche en Hollandsche natien doen haare godsdienst yder alle zondagen in haar eigen huis, waartoe zy expres een apartement+

houden en hetzelve als een kerke gebruiken, tot welken einde yder van haar altoos zyn predikant heeft. De Armeniers en Jooden woonen meestendeel boven in de stad,

+ met het cijfer 6

+ En deze woorden werden meermalen op de grafstenen van de oude Grieken en Romeinen geplaatst

d’Engelschen, Franschen, Hollanders en andere Franken langs de zeekant, hebbende voor hunne huizen een lange straat die men de Frankenstraat noemt, en elke natie haaren eigenen consul.

’t Is de voornaamste zeeplaats van de gantsche Levant. De koopvaardyscheepen komen tot op omtrent een musketschoot na aan de stad, van waar zy dan de goederen met de boot en sloep aan land brengen; op welke wys de scheepen ook geladen worden. De haven doet zig zeer vermaakelyk op, is een groote golf van acht uuren gaans in den omkring, heeft byna op alle plaatzen bekwaame diepte en ankergrond en begrypt meesten tyd allerhande zoorten van scheepen waardoor men dagelyks de nieuwigheden uit Christenryk verneemt.

Vruchtbaarheid enz.

Wat het land rondom Smirna belangt, ’t is ten deele een zeer vruchtbaare vlakte, bezet met veel schoone vygeboomen, overvloed van wyngaarden en een groote meenigte van olyfboomen. Allerwegen vind men tuinen en lusthoven, welke van verre het aangenaamste verschiet ter wereld maaken. De levensmiddelen zyn er overvloedig en heel goedkoop.

Inzonderheid heeft men aldaar uitstekende goede wynen en gewenschten oly; yder

ok van de wynen (‘tgeen omtrent een kan is) kost omtrent twee en een halve stuyver,

zynde zeer zwaar en delicaat om dezelve met veel water te drinken, zodanig dat men het water maar met de wyn, die root is, behoeft de couleur te geven.

Gelyk ook treffelyk wildbraad van verscheide zoorten en tot een zo geringen prys, dat een koppel patryzen gemeenlyk maar vier à vyf stuyvers geld, die in

ongelooffelyke quantiteit werden gevangen en dagelyks door de boeren te markt gebracht. De bekkafigi, ‘tgeene het delicieuste eeten is dat men bedenken kan, zynder in groote meenigte, die wy Franken ordinair+

zelfs gaan schieten. Haar grootte is gelyk een gemeene vink, dezelve zyn ordinair zo vet als spek. De frankolinen, die ruim zoo groot als een patrys zyn, zyn mede zeer smakelyk om te eeten maar men vind er dezelve zo menigvuldig niet.

De ok, zynde twee en een half pond, osschenvleesch kost ordinair vier stuyvers; het schaapen- en lamsvleesch vyf stuyvers; de hoenders heeft men yder voor vier à vyf stuyvers. Waarboven de zee ook noch een

28

menigte van goede visch uitlevert.

De jacht is hier een dagelykze bezigheid en staat een yder vry. Men huird slechts een schuitje en laat zich aan de zyde van het kasteel, of van Cariljou, aan land zetten, alwaar ten allen tyden zo veel te jagen valt, dat men om geen wild verlegen behoefd te wezen.

Als men er onze scheepen heeft, die er doorgaans omtrent drie maanden blyven leggen, gaat men dikwils met de zegen+

visschen en vangen bywylen+

zo veel, dat men er hondert perzoonen mede zoude konnen onthaalen. By deze gelegentheid slaat men zich doorgaans in het bosch omtrent het waterkasteel neder en bereid er de tafel, waartoe men alle de noodwendigheden met zich voert. ‘k Heb er verscheide maalen gasterijen+

van meer als vyf-en-twintig perzoonen, onder ’t geluid van trompetten en andere instrumenten, bygewoond, daar bywylen wel een stokkendans+

of iets anders van de sloeproeijers onder loopt+

. En deze vryheid heeft men zonder een janitzer+

by zich te hebben, waarmede men op andere plaatzen in Turkijen noodzaakelyk verzeld moet wezen.

De Grieken vervoegen zich ook (op eenige van hunne heilige dagen na) buiten in ’t veld, nemende spys en drank met zich, daar men dan onder anderen verscheide vrolykheden van de Griekinnen ziet bedryven. Men heeft er dagelyks by de kooplieden