• No results found

KAP VWA/KvW

6 METHODE VAN BEREKENEN EN VERGELIJKING GEGEVENS 2003, 2004 EN

6.3 Gesommeerde blootstelling

In dit rapport wordt de gesommeerde blootstelling berekend voor de groep van organofosfaten (OP’s) en carbamaten. Voor deze groepen stoffen is vastgesteld dat zij eenzelfde werkingsmechanisme hebben en wel de remming van het enzym acetylcholinesterase (AChE) in rode bloedcellen en hersenen, een acuut toxisch effect. Gezien het verschil in binding aan het enzym tussen beide stoffen is de

gesommeerde blootstelling afzonderlijk berekend voor de groep OP’s enerzijds en carbamaten anderzijds [18].

De methode die in dit rapport is gebruikt om de gesommeerde blootstelling te berekenen is de Relative Potency Factor (RPF) benadering, de methode die internationaal het meest wordt gebruikt, zoals door de US Environmental Protection Agency (EPA; [37]). In het RIVM rapport over gesommeerde

blootstelling [18] wordt gesteld dat ‘from a pragmatic point of view dose-additivity could be assumed in handling the risks of cumulative exposure to OP’s en dat daarom ‘the RPF-approach appears to be the most adequate method to be used’ [18]. Het voordeel van de RPF methode is dat deze methode gebruikt kan worden in combinatie met probabilistische innamenberekeningen zodat er een distributie van blootstelling kan worden berekend. De Hazard Index, en andere methoden die gebruikt worden voor het schatten van de gesommeerde blootstelling, berekenen de gemiddelde blootstelling. Het risico ligt echter niet bij de gemiddelde blootstelling, maar bij personen die blootgesteld worden aan gehaltes waarmee de acute toxicologische grenswaarde wordt overschreden.

Methode berekening gesommeerde blootstelling RPF factoren

Met de RPF benadering wordt de potentie berekend van een stof om AChE te remmen relatief ten opzichte van de potentie van een referentiestof. De berekening van de RPF factoren is identiek zoals uitgevoerd in het rapport ‘Cumulative exposure to acetylcholinesterase inhibiting compounds in the Dutch population and young children’, uitgebracht in opdracht van het ministerie van VWS [14]. Voor de afleiding van de RPF’s zijn benchmark doses (BMD) gebruikt zoals afgeleid door de US EPA. Daarbij is uitgegaan van 10% remming van acetylcholine-esterase in het bloed bij ratten [37]. Deze BMD’s zijn vastgesteld op basis van (sub)chronische toxiciteitstudies, terwijl het hier om acute toxiciteit gaat. RPF’s afgeleid van (sub)chronische studies hoeven niet persé gelijk te zijn aan RPF’s afgeleid na acute blootstelling. Echter gezien het gebrek aan acute toxiciteitstudies is het gebruik van RPF’s afgeleid van (sub)chronische studies op dit moment het best bruikbare.

Voor de stoffen waarvoor geen BMD is afgeleid zijn No-Observed-Adverse-Effect-Levels (NOAEL’s) zoals gerapporteerd in [14] gebruikt voor de afleiding van de RPF’s. Sinds deze publicatie zijn er echter nieuwe toxicologische studies gepubliceerd, welke zijn meegenomen om de berekening van de RPF’s

op basis van NOAEL’s te updaten. Dit betreft vooral informatie uit JMPR rapporten die sindsdien zijn gepubliceerd.

Als referentiestof voor de OP’s is acefaat gebruikt (conform [14]) en voor de carbamaten oxamyl, een stof die recentelijk grondig is geëvalueerd door JMPR2002. Een belangrijk criterium voor de keuze van de referentiestof is de beschikbaarheid en kwaliteit van de toxiciteitdata [18]. Voor een overzicht van de RPF’s zie bijlage 9.

Berekening gesommeerde residugehalten

Na vaststelling van de RPF’s voor alle relevante stoffen zijn de residugehalten van OP’s en carbamaten per monster vermenigvuldigd met de bijbehorende RPF en gesommeerd per monster. Dit resulteert in een nieuw gesommeerd gehalte per monster uitgedrukt in mg/kg equivalenten van de referentiestof. Monsters met gehalten beneden de LOD worden beschouwd als werkelijke nullen [18].

Voor appelmoes, een product dat veel wordt gegeten door jonge kinderen, zijn geen analysegegevens beschikbaar. Daarom is ervoor gekozen om voor dit product één vaste gemiddelde waarde voor de aanwezigheid van OP’s en carbamaten uit te rekenen. Hiervoor is eerst het gemiddelde gehalte van elk middel afzonderlijk op appel berekend. Deze gemiddelde concentraties zijn vervolgens

vermenigvuldigd met de bijbehorende RPF’s en gesommeerd tot één concentratie voor appelmoes uitgedrukt in mg/kg equivalenten van de referentiestof.

Homogeniteit

Homogeniteit is gemodelleerd in de gesommeerde berekeningen volgens een beta model. Dit betekent dat de residugehalten worden getrokken uit een begrensde verdeling rond het monitoringgehalte met als laagste waarde 0 mg/kg en als hoogste het monitoringgehalte van het monster maal het aantal eenheden in het samengestelde monster. Voor bepaling van het aantal eenheden in een samengesteld monster is de informatie betrokken uit EU-Directive 7029/VI/95 rev.5. Voor meer details over het Beta model wordt verwezen naar de reference guide van MCRA [12].

Processing

Processing is meegenomen als een vaste waarde die gelijk is gesteld aan de gemiddelde processing factor (tabel 6.7). Processing is enkel meegenomen bij de berekening van de gesommeerde blootstelling van OPs. Voor carbamaten waren er geen gegevens beschikbaar.

Probabilistische methode

De gesommeerde blootstelling kan enkel berekend worden met de probabilistische methode. Hiervoor is het Monte Carlo Risk Assessment (MCRA versie 4; [12]) programma gebruikt. MCRA is een

computerprogramma dat aangestuurd wordt via Internet gebruikt wordt door RIKILT en RIVM voor innamenberekeningen. Voor de berekening van de gesommeerde blootstelling zijn aselect geselecteerde dagelijkse consumptiehoeveelheden van producten uit de VCP 97/98 gecombineerd met aselect

geselecteerde gesommeerde residugehalten per product. Sommatie over de blootstelling via verschillende producten resulteert in een gesommeerde blootstelling op een willekeurige dag. De selectie van consumptiedagen en residugehaltes is vele malen herhaald, resulterend in een empirische schatting van de verdeling van de acute gesommeerde blootstelling aan OP’s en carbamaten in Nederland. Alle geschatte gesommeerde dagelijkse blootstelling zijn gecorrigeerd voor lichaamsgewicht en uitgedrukt in μg/kg lg per dag.

(8 – 12 maanden). Percentielen van blootstelling zijn berekend en de bijdrage van de top 5 van producten aan de totale inname. Berekeningen zijn uitgevoerd per jaar (2003, 2004 en 2005) voor de mogelijke identificatie van een tijdtrend. Bij de trendanalyse is aangenomen dat onzekerheden in data, RPF-factoren en berekeningsmethoden even zo goed meetellen in 2003, 2004 als in 2005.

Naast berekeningen met alle residugehalten geanalyseerd in de verschillende jaren, onafhankelijk van herkomst van het product, zijn tevens gesommeerde innamenberekeningen uitgevoerd waarbij enkel residugehalten van producten afkomstig uit Nederland zijn gekoppeld aan consumptie. Hiermee kan een beeld worden verkregen over de Nederlandse situatie qua gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in relatie tot gesommeerde blootstelling.

Onzekerheidsanalyse

Een van de bronnen van onzekerheid vormt de beperkte omvang van de dataset, zowel consumptie als residugehalten, waarmee gerekend wordt. ‘Bootstrappen’ is een methode om de mate van deze

onzekerheid te bepalen. Bij ‘bootstrappen’ wordt er uit de dataset een nieuwe steekproef getrokken met dezelfde omvang als de originele dataset. Het ‘bootstrap sample’ wordt getrokken met teruglegging uit de originele dataset. Dit ‘bootstrappen’ wordt een aantal keer herhaald (bijv. 100 keer), waardoor er bijv. 100 alternatieve datasets verkregen worden, die beschouwd kunnen worden als datasets die ook verkregen hadden kunnen worden uit de originele populatie. Alle statistische waardes, zoals

percentielen, die uit de originele dataset verkregen kunnen worden, kunnen ook berekend worden voor de bootstrapsamples. Hierdoor ontstaat een bootstrapverdeling, die de onzekerheid van de data karakteriseert. De statistische waarden in de bootstrapverdeling zijn waarden die verkregen hadden kunnen worden als een willekeurig andere steekproef was genomen uit dezelfde populatie.

In dit rapport is voor de totale populatie de blootstelling aan OP’s berekend met behulp van de bootstrapmethode. Omdat we in dit rapport geïnteresseerd zijn in de verandering van de gesommeerde blootstelling in de tijd ten gevolge van veranderingen in residugegevens over de tijd, is de onzekerheid in de residugegevens geëvalueerd. De consumptiedata zijn constant beschouwd. De onzekerheid wordt gerapporteerd als een 95% betrouwbaarheidsinterval rond de percentielen. Voor meer details wordt verwezen naar de reference guide van MCRA [12].

Verfijningen / gevoeligheidsanalyses van gesommeerde blootstelling

Gezien de beperkte hoeveelheid gegevens over het effect van processing op allerlei stof – product – processing combinaties en ook de grote variatie in afgeleide factoren wanneer gegevens beschikbaar waren, is, ter verfijning van de gesommeerde innamenberekeningen, processing ook meegenomen als een distributie. Hiervoor is per productgroep – processing type combinatie, naast een gemiddelde processing factor, tevens een hoge factor, de P95, afgeleid (tabel 6.3). Samen met de gemiddelde factor specificeren deze parameters een logistisch normale verdeling of een logarithmisch normale verdeling. Deze laatste verdeling is gebruikt voor die typen van processing waarbij de processing factor ook groter dan 1 kan zijn, zoals het drogen van druiven. Voor meer details zie [12].

Homogeniteit: De gesommeerde blootstelling aan OP’s voor de totale populatie zal verfijnd worden

Tabel 6.3. Overzicht processing factoren voor de gesommeerde blootstelling aan organofosfaten

Type processing Processing factor

Vast ( = gemiddelde) P95 (bovenste waarde) Wassen

Fruit / groente 0,76 0,94

Schillen

Fruit (citrus / exotisch) 0,44 0,99

Ander fruit / groente 0,761 0,941

Koken / Blik Groente 0,74 0,99 Moes Appel 0,67 0,92 Drogen Druif 0,49 3,18

1 Geen gegevens beschikbaar. Daarom processing factor voor schillen gelijkgesteld aan die van `wassen. RPF factoren: Uitkomsten van de gesommeerde blootstelling worden sterk bepaald door de acute

NOAEL of BMD van de referentiestof. De hoogte van deze referentiewaarden bepalen de hoogte van alle berekende RPF’s. Om te onderzoeken hoe gevoelig de uitkomsten van de gesommeerde

blootstelling zijn voor variaties in het niveau van de NOAEL en BMD van de referentiestof is voor de OP’s de blootstelling herberekend waarbij de waarde van de NOAEL en BMD voor acefaat 10% hoger of lager is verondersteld. Tevens is onderzocht hoe gevoelig de uitkomsten zijn voor veranderingen in de RPF van de meest kritische stof in de berekeningen. Meest kritische stof is hierbij gedefinieerd als de stof die de hoogste gesommeerde gehalte(n) veroorzaakt in het product met de hoogste bijdrage. Voor deze stof is de RPF gehalveerd en het effect daarvan op de gesommeerde blootstelling gekwantificeerd. Verfijnde berekeningen zijn enkel uitgevoerd voor het jaar 2003, het jaar met de hoogste gesommeerde blootstelling, en voor de totale Nederlandse populatie.

7

RESULTATEN