• No results found

2. Algemene schets: de bevrijding van België

3.2. Gedenktekens in Brugge

1. Standbeeld voor de slachtoffers van de Rijksmiddenschool

Identificatiefiche BG 1

Naam? Standbeeld voor de slachtoffers van de Rijksmiddenschool, WO I en II

Plaats? Boomgaardstraat, Rijksmiddenschool (speelplaats)

Type? Standbeeld - gebeeldhouwd gedenkteken

Materiaal? Hardsteen

Uitvoerder

(specifiek)? Octaaf Rotsaert (?)153

Beschrijving en interpretatie?

Staat anno 2008?

Het standbeeld werd opgetrokken ter herinnering aan de gesneuvelde leerlingen en personeelsleden tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog.

Het gedenkteken was bij het moment van bezichtigen onbereikbaar. Van de foto (ruim tien jaar oud) valt alvast af te leiden dat het gedenkteken niet in goede staat was.

Het gedenkteken stelt een man voor in ontbloot bovenlijf, het hoofd opzij gebogen, de armen machteloos op de dijen rustend. Het komt dus wat neerslachtig over, van overwinningssymboliek lijkt hier dan ook geen sprake. De ‘Pro Patria’ onder deze gebeeldhouwde man, met daaronder het wapenschild van Vlaanderen, wijst op een Vlaamse boodschap in een Belgische context (Rijksmiddenschool). Het is wat vreemd dat hier niet werd gekozen voor het Belgische wapenschild.

Oprichting en/of Het jaartal waarin het gedenkteken werd opgetrokken, is tot dusver

153 “Informatiebrochure Honderd jaar Rijksmiddelbare school te Brugge 1850-1950”. Uitgegeven te Brugge, 1950, pp. 83-84.

inhuldiging? onbekend. Hoogstwaarschijnlijk zal het, naar analogie van andere

‘gedeelde’ gedenktekens, opgetrokken zijn eind jaren ’10, begin jaren ’20.

De initiatiefnemers zijn wel bekend: het betreft de oudleerlingenbond van de school.

2. Gedenkplaat voor de terugtocht van de Duitsers

Identificatiefiche BG 2

Naam? Gedenkplaat voor de terugtocht van de Duitsers

Plaats? Gentpoortvest, Gentpoort (linktertoren)

Type? Gedenkplaat

Materiaal? Witte natuursteen Uitvoerder

(specifiek)? Onbekend Beschrijving en

interpretatie?

Staat anno 2008?

Deze gedenkplaat valt niet echt op aan de grote Gentpoort, maar is anno 2008 wel nog steeds in goede staat. Het gedenkteken herinnert specifiek aan de terugtocht van de Duitsers uit de West-Vlaamse hoofdstad op 12 september 1944. Het wapenschild in de rechterbenedenhoek van de gedenkplaat verwijst nog eens specifiek naar de stad Brugge, wat het gedenkteken een soort van ‘WIJ hebben hen verslagen’-gevoel meegeeft.

Oprichting en/of

inhuldiging? Onbekend. De opdrachtgever was het stadsbestuur van Brugge.154

3. Gedenkplaat ter herdenking van de gesneuvelde personeelsleden van de R.T.T.

154 A. VANHOUTRYVE, Brugse gedenkstenen en herdenkingsplaten, Brugge: s.l., 1990, p. 222.

Identificatiefiche BG 3

Naam? Gedenkplaat voor de gesneuvelde personeelsleden van de R.T.T. (WO I en II)

Plaats? Hoogstraat 8, R.T.T.-gebouw

Type? Gedenkplaat

Materiaal? Grijze marmer

Uitvoerder

(specifiek)? Onbekend

Beschrijving en interpretatie?

Staat anno 2008?

Deze gedenkplaat lijkt anno 2008 verdwenen te zijn. Het R.T.T.-gebouw wordt vandaag verbouwd tot een modern hotel. Het achtergebouw wordt zelfs gesloopt. Misschien houden de hoteluitbaters nog wel een plaatsje voor deze gedenkplaat, maar dat kan enkel de toekomst uitwijzen.

Oprichting en/of inhuldiging?

Aangezien dit een gedeeld gedenkteken betreft, werd het gedenkteken al op 11 maart 1923 onthuld. De plechtigheid voor de herdenking van de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog vond plaats op 27 juni 1948. De heer Henry, vertegenwoordiger van toenmalig minister Van Acker, leidde de ceremonie.155

4. Gedenkplaat van alle politieke gevangenen overleden te Dachau

Identificatiefiche BG 4

Gedenkplaat van alle politieke gevangenen overleden te Dachau

155 s.n., “Het Gewest Brugge herdenkt zijn slachtoffers”, in Brugsche Courant en Woensdagblad, 30.06.1948/1.

Naam?

Plaats? Karthuizerinnenstraat, militaire kapel

Type? Gedenkplaat

Materiaal? Witte marmer, uitgehouwen zwarte letters Uitvoerder

(specifiek)? Onbekend

Beschrijving en interpretatie?

Staat anno 2008?

Deze mooie witte gedenkplaat valt in de Karthuizerinnenstraat sterk op.

Ze hangt bovendien temidden van allerlei andere gedenktekens voor zowel de Eerste als de Tweede Wereldoorlog. De gedenkplaat spreekt voor zich:

ze hangt er om de politieke gevangenen te herdenken uit Dachau.

Binnenin de kapel hangt exact dezelfde gedenkplaat.

Oprichting en/of

inhuldiging? Onbekend

5. Gedenkplaat van alle slachtoffers van de stad Brugge

Identificatiefiche BG 5

Naam? Gedenkplaat voor alle slachtoffers van de stad Brugge (WO I en II)

Plaats? Karthuizerinnenstraat, militaire kapel

Type? Gedenkplaat

Materiaal? Witte marmer

Uitvoerder

(specifiek)? Onbekend

Beschrijving en interpretatie?

Staat anno 2008?

Deze grote gedenkplaat hangt naast zes andere gedenkplaten (waaronder vijf platen voor de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog) en valt dus zeker en vast op in het straatbeeld. Zowel de militairen, terechtgestelden en politieke gevangenen die overleden tijdens de Tweede Wereldoorlog worden hierop herdacht. De namen worden alfabetisch gerangschikt. Deze gedenkplaat vormt in feite een geheel met de zes andere. Op de gedenkplaten zien we afwisselend de wapenschilden van België, West-Vlaanderen en Brugge verschijnen. De druiventrossen die rond de wapenschilden gedrapeerd zijn, duiden op de overwinning. De gedenkplaten verkeren vandaag nog in zeer goede staat, wat te danken is aan het stadsbestuur van Brugge. Reeds in 1949 kregen de platen een eerste opfrissingsbeurt, een bedrag van 25.000 fr. werd door Stad Brugge gesubsidieerd.156

Over Irene Bruynooghe, een willekeurig geselecteerde naam op de gedenkplaat, werd niets teruggevonden in de archieven van de Dienst Oorlogsslachtoffers. Ze was een burgerlijk slachtoffer: dat is het enige wat vandaag nog over haar kan verteld worden. Sommige levensverhalen van oorlogsslachtoffers verdwijnen nu eenmaal in de grote hoop. Aangezien de namen van de burgerlijke slachtoffers waarschijnlijk niet veel gingen opleveren, werd overgestapt naar de militaire slachtoffers. Hier werd de naam Gaston Zwaenepoel gekozen, sergeant van het 24ste Leger uit België.

156 Stadsarchief Brugge, Lokale almanakken en informatiegidsen - gemeenteblad, kast XVIIIb, “Stad Brugge - Gemeenteblad 1949”, Gemeenteraad 19 november 1949, pp. 421-422, punt 30.

157 Ibid., Gemeenteraad 22 december 1945, pp. 525-526, punt 22.

Gaston Zwaenepoel werd geboren in Essen (provincie Antwerpen) op 24 oktober 1912. Zijn ouders woonden echter in Brugge, waar Gaston dan ook zijn jeugd doorbracht. Als burger oefende hij het beroep van postklerk uit. Op 25 september 1931 meldde hij zich aan bij het militaire rekruteringsbureau te Brugge en werd ingeschreven voor veertien maanden dienst. Hij promoveerde al vlug tot korporaal en werd in 1933 zelfs sergeant. Een militaire carrière lag voor zijn voeten. De veertien maanden dienst werden al vlug omgezet in enkele jaren.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog vocht hij in zijn functie als sergeant bij de Vierde Regimentslinie. Op 12 mei 1940, bij het krieken van de dag in Lummen, kreeg Gaston de opdracht om een kanon op te stellen. Dit moest mede het Albertkanaal helpen te verdedigen tegen de steeds verder oprukkende Duitse troepen. Terwijl hij hiermee bezig was, werd hij plots getroffen door Duits artillerievuur. Hij was op slag dood. Postuum kreeg Gaston door het Ministerie van Landsverdediging in 1946 het Oorlogskruis met Palm en het Kruis van Ridder in de Orde van Leopold II.158

158 Algemene Directie Human Resources (Dienst Defensie), dossier 083955672, Gaston Zwaenepoel.

6. Gedenkplaat voor de zwemkampioen J. Guilini-Cambier

Identificatiefiche BG 6

Naam? Gedenkplaat voor J. Guilini-Cambier

Plaats? Lauwerstraat 15, zwembad Guilini

Type? Gedenkplaat

Materiaal? Brons

Uitvoerder

(specifiek)? Octaaf Rotsaert (beeldhouwer)

Beschrijving en interpretatie?

Staat anno 2008?

Deze gedenkplaat geeft een portretbuste weer van Guilini in zwempak. We vinden ook een Belgische leeuw en ‘Belgique’ terug. Vlaamsgezind is deze gedenkplaat dus alleszins niet. Rechtsboven zien we het embleem van de Brugse zwemclub afgebeeld. Onder de afgebeelde buste vinden we ook kort het heldenverhaal van Guilini terug. De gedenkplaat lijkt niet onderhevig te zijn aan erosie.

Oprichting en/of

inhuldiging? Onbekend

Onversteend verleden?

Jan Guilini werd geboren op 29 juni 1912 te Blankenberge. De zeelucht deed hem blijkbaar goed: op jonge leeftijd won hij al vlug het Belgisch zwemkampioenschap en werd hij recordhouder op verschillende afstanden. Hij trad in het huwelijk met een zekere Aline (familienaam

onbekend, evenals de datum van het huwelijk) en was vader van drie kinderen: Rita, Carlos en Nicole. In 1941 kreeg hij nog de nationale Trofee voor Sportverdienste van het jaar in de categorie zwemmen.159 Naast zijn

‘hobby’ als zwemmer oefende hij het beroep van hotelhouder uit. Maar naast sportman in hart en nieren, was Guilini ook een man van het verzet.

Van de Duitse bezetting moest hij niets weten, hij probeerde de bezetters te boycotten. En daar zouden zijn zwemcapaciteiten bij gebruikt kunnen worden...

Op 11 oktober 1941 redde hij namelijk, in volle zee, vijf in doodsgevaar verkerende Engelse R.A.F.-piloten. Bovendien bespioneerde hij ook de Duitsers: in die hoedanigheid was hij medewerker van de Engelse inlichtingsagent Guy Stinglhamber.160 Op 3 maart 1942 kwam er echter een abrupt eind aan de verzetsactiviteiten van Jan Guilini: hij werd, te Blankenberge, aangehouden op grond van “spionage en hulpverlening aan de vijand”. Harde ondervragingen en folteringen werden zijn lot. Hij belandde al snel in de gevangenis van Bochum, waar hij verbleef tot 22 mei 1943. Van daaruit werd hij verplaatst naar het tuchthuis van Hameln en vervolgens naar de gevangenis van Maagdeburg. Op 6 januari 1944 werd hij door het Volksgericht van Berlijn veroordeeld tot de doodstraf door onthoofding. Op 22 mei 1944 werd deze straf uitgevoerd in Brandenburg. Guilini moest nog 32 jaar worden…

Zijn vrouw Aline ontving op 18 november 1949 een bevestiging dat ze recht had op het ‘pensioen’ van Guilini, omdat hij postuum de titel van Politiek Gevangene en Begunstigde van het Statuut had verkregen.161

159 Zie hiervoor de erelijst van de Nationale Trofee voor Sportverdienste op

http://www.belgium.be/eportal/application?languageParameter=nl&pageid=contentPage&docId=7501, geraadpleegd op 16.05.2008.

160 SOMA, mic 139/19, “Documenten betreffende Oskar Marcel Van Impe, Emile Binet, Jan Anton Guilini, Robert Claeys, Albert Cambier, Bertha Van Sevenant. Annklacht wegens spionage en samenwerking met ene geparachuteerde Britse agent, Stinglhamber (Belg in Zuid-Afrika) en de eveneens geparachuteerde "Funker" Van Impe”

161 Voor deze tekst is, tenzij anders vermeld, geput uit Dienst Oorlogsslachtoffers (FOD Sociale Zekerheid), dossiers Jan Anton Guilini.

7. Standbeelden van een bizon ter herinnering aan de bevrijding van Brugge door Canadese troepen

Identificatiefiche BG 7

Naam? Standbeelden van een bizon ter herinnering aan de bevrijding van Brugge door Canadese troepen

Plaats? Leopold I-laan, Canadabrug, net buiten het centrum, in Kristus-Koning

Type? Standbeeld(en)

Materiaal? Brons

Uitvoerder

(specifiek)? Octaaf Rotsaert (beeldhouver), Vindevogel (?), Honoré D’Hollander (aannemer)

Beschrijving en interpretatie?

Ontstaans- geschiedenis?

Staat anno 2008?

Deze zeer opvallende en in goede staat verkerende standbeelden stellen bizons voor. Dit diersymbool drukt de moed en de kracht van de Canadese troepen bij de bevrijding van Brugge uit. De bizon staat bovendien in aanvalshouding, wat wijst op de onverschrokkenheid en vastberadenheid waarmee de Canadese troepen tewerk gingen tegen de Duitse bezetters. Op de sokkel van het rechtse beeld staat ‘Canadabridge’

geschreven. De brug waar de bizons bijhoren, kan dus ook gezien worden als een apart gedenkteken voor de Canadese bevrijders. Op het rechtse standbeeld worden enkel Engelse zinnen weergegeven: ‘This bridge was erected in memory of the Canadian forces, who liberated the City of Bruges on September the 12th 1944’. Op de linkerbizon zien we dezelfde tekst in het Nederlands verschijnen.

De eerste idee om dit gedenkteken op te richten, werd geopperd tijdens de Brugse gemeenteraad van 3 februari 1945. Het gedenkteken moest “de geestdrift die toen heerschte onthouden. De Canadeezen hebben dat onthouden, en wij

zullen het ook onthouden. Daarom willen wij ook een herinnering aan de bevrijding van Brugge”.162 De Canadabrug zou in aanvang de Manitobabrug heetten, genaamd naar de Canadese 12de Dragonders van Manitoba, die het eerst Brugge binnenrukten.163 Uiteindelijk werd toch beslist om de naam Canadabrug te behouden. De Leopold-I-Laan werd bovendien omgedoopt tot Canadalaan, wat gezien kan worden als nog een gedenkteken voor de Canadese bevrijders. Langs de Canadalaan werden er grote esdoorns geplaatst, een typisch Canadese boomsoort.164 De gedenktekens kostten in totaal 1.128.478, 20 fr., een bedrag dat door de stad Brugge werd betaald.165

Oprichting en/of inhuldiging?

Op 12 september 1948 werd dit monument onthuld door Victor Doré, ambassadeur van Canada te Brussel. Ook enkele afgevaardigden van het Canadese leger waren aanwezig. 166 In feite had het gedenkteken al drie jaar eerder, op 12 september 1945 moeten ingehuldigd worden, maar wegens nalatigheid van het stadsbestuur (en tijdsgebonden omstandigheden) werd de oprichting (en onthulling) telkenmale uitgesteld.167

162 Stadsarchief Brugge, Lokale almanakken en informatiegidsen - gemeenteblad, kast XVIIIb, “Stad Brugge - Gemeenteblad 1945”, Gemeenteraad 3 februari 1945, p. 62, punt 19.

163 Ibid., Gemeenteraad 16 juni 1945, p. 125, punt 15.

164 Ibid., Gemeenteraad 22 december 1945, pp. 522-525, punt 21.

165 Ibid., Gemeenteraad 7 februari 1948, pp. 48-49, punt 5.

166 s.n., “De bevrijdingsfeesten te Brugge” in Brugsche Courant en Woensdagblad, 11.09.1948/1. en Stadsarchief Brugge, loc.cit., Gemeenteraad 1 augustus 1947, p. 331.

167 Ibid., Gemeenteraad 25 augustus 1945, p. 246, punt 28.

8. Gedenkplaat voor de gesneuvelde personeelsleden van de Post

Identificatiefiche BG 8

Naam? Gedenkplaat voor de gesneuvelde personeelsleden van de Post (WO I en II)

Plaats? Markt, postgebouw (linkerzijde)

Type? Gedenkplaat

Materiaal? Brons

Uitvoerder (specifiek)?

Poortman - Deconinck (?)

Beschrijving en interpretatie?

Staat anno 2008?

Bovenaan het gedenkteken vinden we het Belgisch wapenschild terug en een afbeelding van palmtakken. De palmtakken staan symbool voor de overwinning. Ook de posthoorn is afgebeeld, die uiteraard verwijst naar het feit dat de gesneuvelde personen die afgebeeld worden allen personeelsleden bij De Post waren. De gedenkplaat is in feite niet goed zichtbaar of trekt in alle geval de aandacht niet naar zich toe. Ook de staat waarin de gedenkplaat zich bevindt, is allesbehalve optimaal.

Oprichting en/of

inhuldiging? Onbekend

9. Gedenkplaat voor R. Meertens

Identificatiefiche BG 9

Naam? Gedenkplaat voor Raoul Meertens

Plaats? Minderbroederstraat B 18

Type? Gedenkplaat

Deze gedenkplaat verwijst specifiek naar Raoul Meertens: het medaillon beklemtoont dit nogmaals. Wapenschilden zijn hier niet op terug te vinden, enkel wat bloemen worden afgebeeld. Deze verwijzen naar rouw en verdriet.

Dit gedenkteken werd in het voorjaar van ’45 eerst opgesteld in het Astridpark onder toedoen van de heer Goossens, promotor van het opgerichte Comité Raoul Meertens. Het ging hier echter om een voorlopig gedenkteken en niet om de gedenkplaat die anno 2008 terug te vinden is.

Via een geldinzameling in de buurt, die 16.366 fr. opbracht, kon de gedenkplaat er pas komen. Uiteindelijk kwam de gedenkplaat te hangen boven de voordeur van het huis waar Raoul tijdens de oorlogsjaren verbleef.168 Te midden het straatbeeld valt dit gedenkteken echter niet op.

Ook de toenemende erosie zorgt ervoor dat het in de straatdrukte verdwijnt.

Oprichting en/of inhuldiging?

Op 30 juni 1946 werd deze afgewerkte gedenkplaat onthuld in aanwezigheid van talrijke prominente figuren zoals het voltallige Brugse stadsbestuur, generaal Bonnevie en vertegenwoordigers van oud-strijdersverenigingen en schoolhoofden.169

Onversteend verleden?

Raoul Meertens werd op 13 juni 1925 geboren te Brugge. Toen de oorlog uitbrak, was hij pas afgestudeerd met grootste onderscheiding aan de

168 M. JACOBS, Zij, die vielen als helden. Deel 2: Inventaris van de oorlogsgedenktekens van de twee

wereldoorlogen in West-Vlaanderen, Brugge, 1995, p. 67. en UGENT, BDW, “interviews verzet - niet verzet”, Brugge, interview met Mark Braet (V).

169 s.n., Historiek over de Raoul Meertens Hulde, Brugge: uitgegeven door Comité Raoul Meertens, 1946, pp. 5-7.

humaniora. Deze slimme jongen wou niet onder het juk van de nazi’s leven en besloot op 13 november 1943 toe te treden tot het Belgische partizanenleger. En daar was hij allesbehalve passief: van het moment van toetreding tot zijn arrestatie berokkende hij de Duitse bezetters enorm veel schade. Om een voorbeeld te geven, nemen we de maand mei van het jaar 1944 onder de loep. Daarin liet hij treinen ontsporen in Maria-Aalter en omstreken, de “rame Westinghouse-freins werd door hem doorgesneden in de haven van Brugge, alzoo gansch de rame blokkeerende en buiten dienst stellende”, hij lanceerde te Sint-Michiels enkele bommen waardoor het Marine Uitzendingsstation in de buurt werd vernietigd, hierbij vielen honderden Duitse doden en gekwetsten,… Tal van sabotageactiviteiten, gewapende acties en harde aanvallen voerde de jonge Meertens uit. Op 1 juni 1944 werd hij door de Geheimfeldpolizei aangehouden. Op dat moment vervulde hij het ambt van Bataljonsadjunct bij de Districtscommandant van het verzet te Brugge. Alle gepleegde feiten kwamen aan het licht: Meertens werd waarschijnlijk verklikt. Hij verbleef een maand in de gevangenis van Brugge en werd als vrijschutter ter dood veroordeeld. In juli 1944 werd hij te (Steen)Brugge gefusilleerd op 19-jarige leeftijd. Zijn lichaam werd overgebracht naar Oostakker, waar het werd begraven. De familie werd meteen op de hoogte gebracht van het verschrikkelijke nieuws. Twee maanden later zou Brugge bevrijd worden en werd het lichaam van Raoul Meertens terug opgegraven en overgebracht naar het stedelijk kerkhof in Brugge.

Meertens werd in november 1945 de titel van Politieke Gevangene en Begunstigde van het Statuut postuum gegeven. Zijn vader en moeder, René Meertens en Godelieve van Vlaenderen, trokken aldus pensioen voor hun overleden zoon. Dat bedroeg 2000 fr. per maand. Dit is natuurlijk vreemd: Raoul was nog maar pas afgestudeerd en verdiende nog geen geld.

Hij kon dus onmogelijk financieel iets bijgedragen hebben tot het gezinsinkomen voor het uitbreken van de oorlog. In juli 1947 kwam ook de overheid tot deze conclusie: de Staat vroeg, hoe hard dit ook klinkt, maar liefst 57.000 fr. terug aan de ouders van Raoul. Zij konden niet

170 Voor deze tekst is, tenzij anders vermeld, geput uit Dienst Oorlogsslachtoffers (FOD Sociale Zekerheid), dossiers Raoul Meertens.

anders dan zich hier bij neer te leggen.170

10. Gedenkplaat voor de gesneuvelde leraars en de leerlingen

Identificatiefiche BG 10

Naam? Gedenkplaat voor de gesneuvelde leraars en de leerlingen

Plaats? Potterierei 12-14, St.-Leocollege

Type? Gedenkplaat

Materiaal? Zwarte marmer

Uitvoerder (specifiek)?

Onbekend

Beschrijving en interpretatie?

Staat anno 2008?

Deze gedenkplaat kon tijdens het onderzoek niet worden bezichtigd, aangezien ze diep verborgen in het Sint-Leocollege (kapel) zit. Op de gedenkplaat vinden we een sprekende boodschap terug: ‘Uit liefde voor het vaderland hadden zij hun leven veil dankbare hulde van de Oud-Studentenbond en het Sint-Leocollege aan hen die vielen in de wereldoorlog 1940-1945. Geen liefde zonder offer’. Het grote Belgisch wapenschild dat zich temidden de alfabetisch gerangschikte slachtoffers bevindt, maakt duidelijk dat het hier om een erg Belgisch getint gedenkteken gaat.

Oprichting en/of inhuldiging?

De oud-studentenbond en het schoolbestuur waren de drijvende kracht achter dit gedenkteken, wat duidelijk is af te lezen van de afgebeelde zinnen. De gedenkplaat werd onthuld op 27 november 1947.171

171 s.n., Zestigjarig bestaan St.-Leocollege Brugge, 29 mei 1950, 1890-1950, Brugge: s.l., 1950, pp. 15-16.

11. Gedenkplaat voor José Dewit

Identificatiefiche BG 11

Naam? Gedenkplaat voor José Dewit

Plaats? Schaarstraat 88

Type? Gedenkplaat

Materiaal? Brons

Uitvoerder

(specifiek)? Onbekend

Beschrijving en interpretatie?

Staat anno 2008?

Deze gedenkplaat trekt de aandacht van de passant niet door de drukke straat en de vervallen toestand waarin het gedenkteken zich bevindt. Op de gedenkplaat vinden we geen wapenschilden of andere symbolen en tekens terug. Enkel de tekst ‘Ter herinnering aan den helfdhaftigen jongen man José Dewit alhier geboren op 1 dec. 1926 en als Politiek gevangene te Brunswijk in Duitschland overleden op 7 nov. 1944.’

Oprichting en/of

inhuldiging? Onbekend Onversteend

verleden? José Dewit, geboren op 1 december 1926 in Brugge, was toen de oorlog uitbrak leerling aan de Brugse R.M. Jongenschool. Als jonge knaap belandde hij op 1 september 1943 in het Brugse verzet, genaamd de Brugsche Vrije. Per maand verspreidde hij een twintigtal stuks van illegale publicaties zoals La Libre Belgique, Rode Vaan, Brugsche Vrije… José werd echter verklikt en aldus gearresteerd. Op 24 maart 1944, omstreeks elf uur in de voormiddag, stormde de Geheimfeldpolizei in het klaslokaal van de

jongensschool binnen en nam hem gevangen. Zonder veel weerstand liet hij zich meevoeren. Hij belandde in de gevangenis van Brugge. Daarna volgden de gevangenissen en tuchthuizen zich snel achter elkaar op: Sint-Gillis (tot 24 juni 1944), het kamp van Beverloo (tot 12 augustus 1944), terug Sint-Gillis (tot 17 augustus 1944), Bonn (tot 22 augustus 1944), Anraedt (tot 24 september 1944) en uiteindelijk Wolfenbüttel (tot 7 november 1944). Voor de toen zeventienjarige Dewit moeten deze gevangenissen een ware hel geweest zijn. Maar het ergste moest nog komen: hij werd ter dood veroordeeld door onthoofding. Op 7 november 1944 werd deze straf uitgevoerd in Wolfenbüttel. Zijn thuisstad was op dat moment al bijna twee maanden bevrijd. Postuum kreeg hij de titel Weerstander in de Sluikpers, waardoor zijn ouders (en de overheid) dachten dat ze aanspraak konden maken op een pensioen. Aanvankelijk verkregen ze dit, maar in 1952 werd het pensioen ingetrokken (José Dewit was minderjarig en had er dus geen recht op): Theodore Dewit en Blanche

jongensschool binnen en nam hem gevangen. Zonder veel weerstand liet hij zich meevoeren. Hij belandde in de gevangenis van Brugge. Daarna volgden de gevangenissen en tuchthuizen zich snel achter elkaar op: Sint-Gillis (tot 24 juni 1944), het kamp van Beverloo (tot 12 augustus 1944), terug Sint-Gillis (tot 17 augustus 1944), Bonn (tot 22 augustus 1944), Anraedt (tot 24 september 1944) en uiteindelijk Wolfenbüttel (tot 7 november 1944). Voor de toen zeventienjarige Dewit moeten deze gevangenissen een ware hel geweest zijn. Maar het ergste moest nog komen: hij werd ter dood veroordeeld door onthoofding. Op 7 november 1944 werd deze straf uitgevoerd in Wolfenbüttel. Zijn thuisstad was op dat moment al bijna twee maanden bevrijd. Postuum kreeg hij de titel Weerstander in de Sluikpers, waardoor zijn ouders (en de overheid) dachten dat ze aanspraak konden maken op een pensioen. Aanvankelijk verkregen ze dit, maar in 1952 werd het pensioen ingetrokken (José Dewit was minderjarig en had er dus geen recht op): Theodore Dewit en Blanche