• No results found

4. Langemark - Poelkapelle

6.2. De gedenktekens in Torhout

1. Gedenkteken voor de militaire slachtoffers

Identificatiefiche TG 1

Naam? Gedenkteken voor de militaire slachtoffers

Plaats? Bruggestraat (ingewerkt in de omheiningsmuur van het stedelijk kerkhof)

Type? Grafmonument – gebeeldhouwd reliëf

Materiaal? Witte natuursteen

Uitvoerder (specifiek)?

André Taeckens (kunstenaar), P. Van Brussel (architect) en A. Tanghe (uitvoering)221

Beschrijving en interpretatie?

Staat anno 2008?

Dit grijze gedenkteken staat langs de drukke Bruggestraat en deed vroeger dienst als toegangspoort van het kerkhof. Centraal staat de witte, natuurstenen reliëfvoorstelling: in het midden een gevleugelde engel met een lauriertak in de ene hand, de andere hand voor de borst gevouwen.

Het betreft één van de zeldzame vredesengelen op gedenktekens. Links hiervan staan drie mannen schuin achter elkaar, die met gebogen rug handenarbeid verrichten, rechts hetzelfde beeld, maar dan met drie vrouwen.

Aangezien de reliëfplaat de achterzijde is van het feitelijke grafmonument, is het niet te verwonderen dat het monument een religieus karakter uitstraalt (de gevleugelde engel). De drie mannen en drie vrouwen aan

221s.n., “Funerair Erfgoed: Oude Begraafplaats 1835-2007 (Bruggestraat Torhout)”, in: Informatiebrochure, Torhout: uitgegeven door o.a. Het Cultuurpunt van de stad Torhout (actie kaderend in het cultuurbeleidsplan van de stad 2003-2007), s.p.

weerszijden van de engel lijken als het ware, werkend, te buigen voor hem.

De engel neemt hen op zijn beurt onder zijn vleugels, de gevleugelde uitspraak op het monument ‘In Gods vrede leven wij, voor de vrede werken wij’ is dan ook toepasselijk. De lauriertak die de engel in zijn linkerhand draagt, is het symbool van de overwinning.

Het monument lijkt anno 2008 nog steeds in goede staat te zijn, maar kan, wegens de verkeersdrukte, niet echt de aandacht trekken. Wel waren er tekenen van recent gebruik (bloemen en kransen).

Oprichting en/of inhuldiging?

Zie G2

Onversteend verleden?

Zie G2

2. Grafmonument voor de militaire slachtoffers

Identificatiefiche TG 2

Naam? Grafmonument voor de militaire slachtoffers

Plaats? Bruggestraat (voorzijde van G1)

Type? Grafmonument

Materiaal? Grijze en witte natuursteen

Uitvoerder (specifiek)?

André Taeckens (kunstenaar), P. Van Brussel (architect) en A. Tanghe (uitvoering)222

Beschrijving en interpretatie?

Staat anno 2008?

Dit gedenkteken vormt een geheel met TG1, maar verschilt er toch van, omdat het hier een grafmonument betreft. Op dit gedenkteken prijken zes registers met namen van de militaire slachtoffers, links ernaast een hardstenen plaat met zes foto’s op porselein, versierd met lauriertakken.

Ook hier wijst de laurier terug op de overwinning.

In tegenstelling tot TG1 lijkt het grafmonument (en zeker de zes registers) wél onderhevig te zijn aan erosie: de letters van de gesneuvelde militairen zijn soms amper leesbaar. Vandaag zijn er vanuit het Torhoutse stadsbestuur plannen om het oude kerkhof binnen afzienbare tijd af te breken: ook TG1 en TG2 zullen hierdoor verdwijnen.

Oprichting en/of inhuldiging?

Tijdens de gemeenteraadszitting van 26 oktober 1949 werd beslist dit grafmonument (en TG1) te onthullen op 6 november van hetzelfde jaar.223 In aanwezigheid van o.a. het stadsbestuur, burgemeester Pollet, de notabelen van de stad, de oud-strijdersverenigingen en de weerstanders werd het monument ingezegend door Z.E.H. deken Leterme.224

Onversteend verleden?

Een van de nog goed leesbare namen op het monument is die van Theophiel Pannecoucke. Hij werd op 27 september 1903 geboren te

222Informatiebrochure “Funerair Erfgoed: Oude Begraafplaats 1835-2007 (Bruggestraat Torhout)”. Uitgegeven door o.a. Het Cultuurpunt van de stad Torhout (actie kaderend in het cultuurbeleidsplan van de stad 2003-2007).

223 Stadsarchief Torhout, kast 8, Notulen Schepencollege van 28.09.1942 tot 02.06.1954, “Verslag gemeenteraadszitting 26 oktober 1949”.

224 M. JACOBS, op.cit., deel 2, p. 394.

Torhout en was in zijn burgerleven mechanicien. In 1923 werd hij soldaat bij het 1ste Linieregiment. Tijdens zijn militair verlof trouwde hij (eveneens te Torhout) op 1 juni 1927 met Valerie-Marie Haezaert. Vier jaar later, op 3 augustus 1931, kregen ze een dochter: Odette-Leonie. Aan dit prille familiegeluk maakte de Tweede Wereldoorlog al gauw een eind. Theophiel moest in 1940 vechten voor zijn vaderland. Op 28 mei 1940 capituleerde België echter en werd hij krijgsgevangen genomen. Op 11 juni 1940 werd Theophiel, om onleesbare redenen, al bevrijd. Vele verhalen van ex-krijgsgevangenen stoppen hier, Theophiels verhaal is echter nog niet afgelopen.

Zijn vrijheidsdrang was namelijk zo groot, dat hij zich begin 1942 aansloot bij het Geheime Leger te Torhout, onder leiding van Arnould Van de Walle. Van mei tot juli 1942 vervoerde hij wapens voor hem naar Gaston Maertens in Lichtervelde. Bij de volbrachte zendingen in zijn “Staat van diensten bij het Geheim Leger” worden zijn activiteiten letterlijk zo weergegeven: “Heeft wapenherstellingen uitgevoerd voor leden van den weerstand.

Heeft zelf wapens vervoerd van Torhout naar den weerstandsgroep van Lichterveldse Vermander Omer.”

Zijn carrière bij het verzet duurde echter niet lang: op 25 juli 1942 werd hij gearresteerd door de Geheime Feldpolizei en de Sicherheitsdienst op beschuldiging van “wapenleveringen aan het B.L. (Belgisch Leger)”. In België vertoefde Theophiel in de gevangenissen van Roeselare, Gent en Brugge. In Gent werd hij gruwelijk gefolterd door de Gestapo. Na de gevangenis in Brugge, werd Theophiel getransporteerd naar Duitsland. Daar kwam hij - weergegeven in chronologische volgorde - in de volgende gevangenissen en concentratiekampen terecht: Bocchum, Esterwegen, Wolfenbüttel, Lingen en uiteindelijk terug in Wolfenbüttel.225 Tijdens een van deze verblijven werd hij door het Volksgericht van Berlijn veroordeeld tot de doodstraf door onthoofding op 15 juni 1944 te Wolfenbüttel. Deze datum is ook af te lezen op het monument zelf. Getuige van de uitvoering van deze straf was Georges Vanwalleghem uit Lichtervelde.226

225 Algemene Directie Human Resources (dienst Defensie), dossier 103233103, Theophiel Pannecoucke.

226 SOMA, MIC 136, “Documenten van het Volksgerichtshof vermeldende minstens strafmaat en misdrijf mbt 43 zaken tegen Belgen, 1941-1944”, (originelen: Bundesarchiv Berlin)

227 M. MESTDAGH, Torhout. De geschiedenis van een stad, p. 66.

228 Algemene Directie Human Resources (dienst Defensie), dossier 103233103, Theophiel Pannecoucke.

Het nieuws van deze gruwelijke dood moet als een bom zijn ingeslagen bij zijn vrouw, kind, familie en vrienden. De begrafenis van Theophiel, waarvan de datum niet terug te vinden was, was dan ook een dramatisch tafereel.227 Op 18 februari 1949 werd de titel van Gewapenden Weerstander postuum aan Theophiel toegekend. Op 6 juli 1949 werd door het Ministerie van het Algemeen Bestuur en der Pensioenen officieel besloten dat hij de titel kreeg van Politiek Gevangene en Begunstigde van het Statuur. Hierdoor kregen zijn weduwe Valérie en zijn kind Odette een vergoeding van de staat. Op 30 maart 1955 werd hij eveneens het Kruis van de Ridder in de Orde van Leopold II met de palm en het Oorlogskruis met palm postuum toegekend.228

de zes foto’s van de gesneuvelde militairen

3. Vredeskapel familie De Nolf-Borra

Identificatiefiche TG 3

Naam? Vredeskapel familie De Nolf-Borra

Plaats? Hoek Vredelaan en Langepijpestraat

Type? Kapel

Materiaal? Veldsteen

Uitvoerder (specifiek)?

Willem Nolf (ontwerp), L. Vanhaerents (uitvoering)229

229 M. MESTDAGH, Torhout 1750-1950, p. 81.

Beschrijving en interpretatie?

Staat anno 2008?

Deze veldstenen kapel is gebouwd langs een van de drukste wegen die Torhout heeft: de Vredelaan. Hierdoor verdrinkt de kapel, weliswaar op een goed zichtbare plaats gebouwd, in de drukte. Boven het portaal hangt er een gedenksteen met het opschrift ‘O.L.V. van altyddurende bystand bid voor ons Onze Moeder zyt gy yw kinderen zijn wy/A.D. 1945’. De kapel heeft een eenvoudig witgeschilderd interieur, met in het midden een altaar met een geschilderd drieluik: links de H. Alfonsus, centraal Maria met kind, rechts de H. Gerardus. Boven het altaar staat duidelijk het opschrift

‘Vrede’. De bidruimte wordt van het altaar afgescheiden met een ijzeren hek.230 Binnenin de kapel wordt ook duidelijk voor wie de kapel precies is gebouwd: er hangt een gedenkplaat met daarop de tekst ‘Ter nagedachtenis van de familie De Nolf – Borra’.

Anno 2008 is de kapel nog in zeer goeie staat. De vele bloemenkransen die terug aantroffen bij het bezoek, zijn duidelijke sporen van recent gebruik.

Oprichting en/of inhuldiging?

De kapel werd in opdracht van de familie (De?) Nolf gebouwd en werd op 15 augustus 1945 ingewijd.231

230 P. VANNESTE e.a., Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen. Inventaris van het bouwkundig erfgoed.

Provincie West-Vlaanderen. Gemeente Torhout, Brussel: Vlaamse Overheid. Agentschap R-O Vlaanderen.

Onroerend Erfgoed, 2007, p. 264.

231 M. MESTDAGH, Torhout 1750-1950, p. 81.

4. Gedenkplaat voor de gesneuvelde studenten en oud-leerlingen

Identificatiefiche TG 4

Naam? Gedenkplaat voor de gesneuvelde studenten en oud-leerlingen

Plaats? Sint-Jozefstraat, St.-Rembertcollege, voorgebouw

Type? Gedenkplaat

Materiaal? Hout

Uitvoerder

(specifiek)? Onbekend

Beschrijving en interpretatie?

Staat anno 2008?

Deze mooie houten gedenkplaat herdenkt zowel studenten, oud-studenten, soldaten, weerstanders en burgerlijke slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. We kunnen bovenaan, midden in het reliëf, duidelijk het Belgische wapenschild waarnemen, met links daarvan het wapenschild van Torhout en rechts daarvan het wapenschild van West-Vlaanderen. Het mag duidelijk zijn dat de nationale symboliek sterk beklemtoond wordt. Onderaan vinden we een palmtak en een zwaard terug, die beide symbool staan voor de overwinning. De toorts die het zwaard kruist, staat dan weer symbool voor leven en offer (of van verlossing en verrijzenis in een meer religieuze context).

De gedenkplaat hangt goed zichtbaar in de rechtervleugel van het voorgebouw van de school. Tekenen van erosie werden niet opgemerkt.

Oprichting en/of inhuldiging?

Wanneer deze gedenkplaat werd opgericht, kon deze studie niet achterhalen. Zowel de directeur als algemene directrice van het

Sint-Rembertcollege werden gecontacteerd, maar beiden konden geen antwoord geven op deze vraag. Ook de heer Hendrik Vandeginste, lid van de Geschied- en Heemkundige Kring Houtland - Torhout en historicus en master in de archivistiek, bleef het antwoord schuldig.

Onversteend verleden?

Dat sommige levensverhalen van oorlogsslachtoffers moeilijk of zelfs niet meer te herconstrueren zijn, bewijst het dossier van Gerard Ramon. Deze naam werd willekeurig geselecteerd op de gedenkplaat. De archieven van de Dienst Oorlogsslachtoffers hadden zeer weinig te bieden over deze persoon: enkel één steekkaart van het Rode Kruis werd teruggevonden.

Die bewees dat de heer Ramon inderdaad een burgerlijk slachtoffer was, zoals reeds aangeduid stond op de gedenkplaat zelf. Ook het feit dat hij op 27 mei 1940 overleed te Torhout, ten gevolge van de militaire oorlogsverrichtingen in en rond de stad, strookt met de informatie op de gedenkplaat. Hoe hij precies om het leven kwam, blijft echter een raadsel.

Ook naar zijn leeftijd, burgerlijke status, beroep… blijft het gissen.232 Wat vooral opvalt aan dit gedenkteken zijn de vlaggen: bij het zien van deze gedenkplaat krijg je het gevoel alsof de ontwerper ermee iets duidelijk wou maken. Een kleine geschiedenis van het Sint-Rembertcollege tijdens de Tweede Wereldoorlog (toen: de Normaalschool) maakt een en ander duidelijk.

Tussen september 1944 en 1948 zouden heel wat uitspraken volgen over

“Belgen die door hunne betrekkingen met den vijand verdacht zijn”. In Torhout kwam vooral de Normaalschool onder een spervuur van verwijten te liggen. De beschuldigingen luidden onder meer: opleiden van zwart-onderwijzers, leveren van Oostfronters, V.N.V-activiteiten, … . Door het toelaten van deze V.N.V.-activiteiten kon de school tot 1943 ongestoord zijn gang blijven gaan. Tussen de directie en de linkse oppositie ontwikkelde zich na de bevrijding een harde polemiek. De collaboratie van een aantal onderwijzers, vooral op intellectueel en politiek gebied en de aanwezigheid van een aantal Oostfronters zorgden voor heel wat politieke agitatie. Ook de vlucht in 1940 van toenmalig directeur Leterme naar de

232 Dienst Oorlogsslachtoffers (FOD Sociale Zekerheid), dossier Gerard Ramon.

Duitsers en het feit dat sommige oud-leerlingen naar het Oostfront waren getrokken, maakten de zaak alleen maar erger.233 De voorgevel van de school werd zodoende na 1944 enkele malen zwaar beklad met hakenkruisen en anti-nazistische leuzen. Toch kon de lastercampagne, voornamelijk door een hevig verweer van de schooldirectie, ingedijkt worden. Dat de directie dergelijke invloed had op de buitenwereld, ligt waarschijnlijk aan het feit dat ze tijdens de oorlog haar studenten, in de mate van het mogelijke, beschermde. Ze reikte bijvoorbeeld valse studiebewijzen uit, drukte geen palmaressen, … . Pas na 1947 zou de school de kans krijgen zich te rehabiliteren.234

Geschetst tegen deze historische achtergrond, wordt de ontstaansgeschiedenis van deze gedenkplaat natuurlijk veel boeiender.

Jammer genoeg kon hier nergens (niet bij de directie, niet in het school- of stadsarchief) meer informatie over worden ingewonnen. Wat wel kon worden achterhaald, is dat deze gedenkplaat een hele tijd op de zolder van de school terechtkwam en dat ze na een periode van rust plots terug werd geherwaardeerd.235 Wanneer dit precies gebeurde, is echter ook onduidelijk. Hoogstwaarschijnlijk gebeurde dit ‘herwaarderen’ toen de collaboratiebeschuldigingen na enkele jaren afnamen, maar dit is slechts gissing en geen wetenschap.

5. Het Kasteel van Wijnendale

Identificatiefiche TG 5

Naam? Het Kasteel van Wijnendale

Plaats? Oostendestraat 390, aan de rand van het Wijnendalebos

Type? Kasteel - waterburcht

233 J. BENNOOT e.a., 150 jaar Normaalschool Torhout: Jubileumbrochure 1838-1988, Torhout: Generale Bank, 1988, pp. 20-21.

234 M. MESTDAGH, Torhout 1750-1950, p. 151 en M. MESTDAGH, Torhout, p. 66.

235 M. JACOBS, op.cit., deel 1, p. 60.

Materiaal? Niet van toepassing

Uitvoerder (specifiek)?

Niet van toepassing

Beschrijving en interpretatie?

Deze atypische herinnering aan de Tweede Wereldoorlog dient zeker te worden vermeld. Het Kasteel van Wijnendale, beschermd monument en dorpsgezicht, werd vermoedelijk gebouwd in de periode 1085-1095 en ligt bij het eveneens (als landschap) beschermde Wijnendalebos. De restanten van bunkers en gedeeltelijk verharde wegen verraden dat in dit bos tijdens

’40-’45 een munitiedepot werd ingericht door de nazi’s.236 In het kasteel zelf speelde er zich echter een nog belangrijkere gebeurtenis af: de definitieve breuk tussen koning Leopold III en de regering in de meidagen van 1940.

Oprichting en/of

inhuldiging? Niet van toepassing

Onversteend verleden?

Het grondige meningsverschil tussen Leopold III en zijn regering kwam hier voor het eerst duidelijk aan het licht tijdens een nachtelijk gesprek op 25 mei 1940 tussen de koning enerzijds en de ministers Pierlot-Spaak-Denis-Vanderpoorten anderzijds.237 Minister Pierlot probeerde de koning te overhalen om met hen het land te verlaten. De koning antwoordde dat het zijn plicht als staatshoofd en opperbevelhebber was om in het land te blijven.

Enkele uren later, omstreeks elf uur, vlogen de eerste Duitse bommenwerpers over Torhout. Torhoutenaars die de Eerste Wereldoorlog nog hadden meegemaakt, werden bang. Ze herinnerden zich de vier jaar lange loopgravenoorlog van de Eerste Wereldoorlog nog veel te goed.238 De stad werd hevig onder vuur genomen door de Duitse

236 P. VANNESTE e.a., op.cit., p. 195.

237 E. VERHOEYEN, België bezet : 1940-1944, Brussel : BRTN Educatieve Uitgaven, 1993, p. 21.

238 Archief NSB Torhout, “Mijn Oorlogsjaren”, pp. 2-3.

troepen: de kerk brandde totaal uit, het ziekenhuis leed grote schade, burgerhuizen werden platgesmeten… Niettegenstaande alle bommen vielen er in Torhout maar vijf slachtoffers, wat in feite een klein mirakel is.

Toen de koning (en regering) op 28 mei 1940 uiteindelijk tot de

‘capitulatie’ overgingen, werd het duidelijk dat deze wereldoorlog niet dezelfde zou zijn als die van ’14 - ’18. Een gevoel van opluchting overheerste toen ook in de kleine provinciestad.239 Tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg Leopold III het statuut van krijgsgevangene, na de oorlog werd het aanblijven van de koning een belangrijk punt op de politieke agenda. De discussie resulteerde in de gekende Koningskwestie die pas na het referendum van 1950 en de latere troonsafstand van Leopold III ten voordele van Boudewijn I luwde.240

7. Veurne