• No results found

Hoofdstuk 3 Nord Stream gaspijpleiding

3.5 Staatsbedrijven, multinationale ondernemingen en consortiums

3.5.2 Financiële instellingen

In het Nord Stream project is er ook gekozen voor twee fases met betrekking tot de

financiering ervan. De grootste banken in de wereld zijn bij de financiering van Nord Stream betrokken geweest. De financiering door deze banken is niet volledig transparant aangezien we de precieze bedragen per bank niet kennen (Whist 2008: 17-18). Het overgrote deel van deze banken is gevestigd in de partnerlanden van Rusland zoals in Nederland, Spanje, Italië, Frankrijk en Duitsland. Nord Stream is inmiddels al operationeel sinds eind 2011 en levert ook Russisch gas aan de Europese Unie via Duitsland (Nord Stream 2013: 2). Dit project wordt als een succes beschouwd door alle betrokken partijen en men speculeert inmiddels ook over het uitbreiden van Nord Stream met 2 additionele pijpleidingen in het verlengde van de huidige infrastructuur (Gazprom 2014).

De eerste fase van de financiering van het project werd in maart 2010 afgerond door een groep van 26 banken die tot de grootste in de wereld behoren (Pavlova 2012: 3). Het totale bedrag van deze financiering was 3,9 miljard euro (Gazprom 16 Maart 2010). In tabel 3 volgt een selectie van de 26 deelnemende banken die in de Europese Unie gevestigd zijn. In de tweede fase van de financiering van Nord Stream hebben de oorspronkelijke deelnemers

82

nogmaals geïnvesteerd in het aardgasproject en hebben een aantal andere banken ook besloten om in dit project te investeren.

Tabel 3.2 Europese selectie van de deelnemende banken in de financiering van de eerste fase van Nord Stream

Staat Bank

Frankrijk BNP Paribas

Societe Generale

Duitsland Commerzbank

Deutsche Bank West Landesbank

Zwitserland Credit Suisse

Nederland ING Bank

Fotis Bank

Schotland Royal Bank of Scotland

Oostenrijk RaiffeisenZentralbank Bron: Pavlova The Nord Stream Project 2012: 3

Kritische geopolitiek en het staats- en samenlevingscomplex

Staats- en samenlevingscomplexen van zelf geïdentificeerde groepen die in voortdurende interactie zijn met andere zelf geïdentificeerde groepen vormen de analyse-eenheden in de kritische geopolitiek (Amineh & Houweling 2005: 10-11). Volgens Amineh & Houweling (2010) geven staats- en samenlevingscomplexen de onderlinge relaties weer tussen staats-, militaire - en economische actoren die onderdeel zijn van de verschillende instituties van samenlevingen. Natuurlijke hulpbronnen zijn noodzakelijk voor het voortbestaan van deze zelf geïdentificeerde groepen van mensen en moeten wel binnen hun bereik vallen. Om deze natuurlijke hulpbronnen binnen bereik te laten vallen moet er sprake zijn van een bepaalde controle over deze plaats waar de natuurlijke hulpbronnen zich bevinden. Volgens Amineh &

Houweling (2005: 11) worden de analyse-eenheden binnen de kritische geopolitiek zodoende gevormd door deze staats- en samenlevingscomplexen die gekenmerkt worden door zowel staats-, bedrijfs- en niet-gouvernementele actoren. Volgens Agnew wordt de wereldpolitiek steeds meer bepaald door niet-statelijke actoren, multinationale ondernemingen en andere niet-gouvernementele organisaties (ngo) (Agnew 2010: 569).

83

Het Nord Stream project wordt bij uitstek gekenmerkt door deze staats- en

samenlevingscomplexen waarbij verschillende sociale krachten (gedeelde) belangen hebben bij de totstandkoming van de Nord Stream pijpleiding. Het Nord Stream consortium is op zichzelf al een gezamenlijke onderneming waarbij verschillende actoren betrokken zijn.

Rusland en de Europese lidstaten die erbij betrokken zijn (Duitsland, Nederland, Frankrijk, Denemarken en Groot-Brittannië) vormen de staatsactoren, maar ook in de vorm van volledige of gedeeltelijke staatsbedrijven zoals het Russische Gazprom (51% staatsaandeel) en Nederlandse Gasunie (100% staatseigenaar) zijn voorbeelden van de wisselwerking tussen multinationale ondernemingen en staten. Daarnaast heeft Nord Stream ook enorme

verdeeldheid gecreëerd tussen Europese lidstaten die bezwaar hadden tegen de constructie van Nord Stream. Zuidoost Europese landen voelen zich benadeeld door dit ‘Europees project’

genaamd Nord Stream, omdat deze groep landen dit aardgasproject vooral zien als een voordeel voor de West-Europese lidstaten (Whist 2008: 12; Europese Commissie 2007: 14-15; Europese Commissie 2006c: 2). Deze Zuidoost Europese landen voelen zich benadeeld door het annuleren van het Nabucco-project die prioriteit kreeg als Europees project (Europese Commissie 2009: 2). Ze verwijten Rusland van een verdeel en heerspolitiek waarbij er onderlinge verdeeldheid binnen de Europese Unie en tussen de Europese lidstaten onderling. Een andere groep landen zien dit aardgasproject als nadelig voor hun

overheidsinkomsten, vooral de doorvoerlanden Oekraïne en Polen, en voelen zich daardoor buitengesloten van deze aardgasproject(en). Een andere groep landen zoals Polen, Zweden, Litouwen, Finland en Estland zijn enorm bezorgd over consequenties voor het milieu, veiligheid en de kwaliteit voor de leefomgeving (Whist 2008: 53-54). Verschillende niet-gouvernementele organisaties zoals Greenpeace, het Wereldnatuurfonds en andere

milieuorganisaties hebben de gevolgen voor het milieu onderstreept en hun bezwaar doen laten gelden bij de totstandkoming van de Nord Stream pijpleiding. Deze milieubewegingen hebben destijds gepleit voor een bovenlandse optie voor het aanleggen van de Nord Stream pijpleiding (Whist 2008: 40-41).

Daarnaast spelen ook belangrijke sleutelfiguren uit de politiek, en dan met name uit de Duitse, Russische en Nederlandse politiek, een cruciale rol in het Nord Stream consortium. Zo is de voormalige Duitse bondskanselier Gerard Schroder benoemd tot voorzitter van de

aandeelhouders in het consortium en is de voormalige leider van de Oost-Duitse geheime dienst, Matthias Warnig, algemeen directeur van Nord Stream (Nord Stream Fact Sheet 2013:

1). Deze omstreden benoemingen van met name Gerard Schroder hebben tot felle kritiek 84

geleid in zowel Duitsland als de Europese Unie. De Russische president Vladimir Poetin, zelf ook voormalig KGB agent die gestationeerd was in Dresden (Oost-Duitsland), is samen met de huidige Russische voorzitter van bestuur van het Russische Gazprom, Alexei Miller, ook enorm betrokken bij deze gezamenlijke onderneming. Alexei Miller behartigt naast de Russische staatsbelangen (meerderheidsaandeel van 51%) in Gazprom ook de Russische belangen als vice-voorzitter van de Raad van Bestuur in het Nord Stream consortium (Nord Stream Fact Sheet 2013: 1). Naast het feit dat deze belangrijke sleutelfiguren elkaar ook persoonlijk kennen en onderlinge relaties met elkaar onderhouden, zijn de onderlinge relaties met betrekking tot Nord Stream tevens terug te zien in de cruciale posities die de betrokken betrekken in zowel het bedrijfsleven als de politiek.

Daarnaast was er ook in Duitsland sprake van een onderlinge politieke verdeeldheid met betrekking tot versterken of verminderen van de energierelaties met Rusland. Duitsland wordt als een reus gezien in de Europese Unie vanwege het bevolkingsaantal van 83 miljoen en de sterke economie. Toch is Duitsland als één van de belangrijkste initiatiefnemers van de Nord Stream pijpleiding, naast Rusland en het oorspronkelijke Finse initiatief om North Trangas Oy daarvoor op te richten in 1997, enorm cruciaal geweest voor de totstandkoming van dit

aardgasproject. Toch heeft dit aardgasproject, dat door vele critici en landen wordt bestempeld als één van de meest omstreden Europese projecten, niet alleen geleid tot onderlinge verdeeldheid in de Europese Unie, maar ook tussen de politieke partijen in Duitsland (Whist 2008: 15). De drie grootste Duitse politieke partijen waren naar aanleiding van dit aardgasproject verdeeld: de Sociaaldemocratische Partij (SPD), de

Christendemocraten (CDU/CSU) en de Groenen (die Grunen). De Sociaaldemocratische Partij van voormalig bondskanselier Schroder was een fel voorstander van Nord Stream, terwijl de toenmalige coalitiepartner (die Grunen) in de personificatie van Joschka Fischer fel tegenstander was en pleitte juist voor de diversificatie van de aardgastoevoer door

bijvoorbeeld het Nabucco-project te steunen in het verleden. De huidige Duitse bondskanselier Angela Merkel van de Christendemocraten (CDU/CSU)

3.7 Conclusie

Nord Stream biedt zowel mogelijkheden als belemmeringen voor de energieveiligheid van de Europese Unie. Dit aardgasproject heeft namelijk als gevolg dat de deelnemende landen en daarmee ook de Europese Unie steeds meer afhankelijker worden van Russisch aardgas. Deze ontwikkeling vormt binnen de Europese Unie een grote belemmering voor het Europese initiatief om juist meer diversificatie van energietype, land van oorsprong en doorvoer

85

mogelijk te maken. Het Europese initiatief van de Zuidelijke Gas Corridor komt daarmee ook in gevaar en dit betekent een grote obstakel voor de Europese Unie om zich juist

onafhankelijker op te stellen tegenover de stijgende Russische gasimport naar de Europese Unie. De recente ontwikkelingen in de Oekraïne benadrukken juist des te meer dat de Europese importafhankelijkheid van Russisch aardgas verminderd moet worden aangezien Rusland in het verleden gas als een politiek wapen heeft gebruikt. Rusland misbruikt zijn energierelaties met de Europese Unie om politieke belangen in Oost-Europa of elders te behartigen. Daarentegen vormt de versterking van Russisch-Europese energierelaties door de constructie van Nord Stream ook mogelijkheden voor de Europese Unie om aan de stijgende vraag naar aardgas te voldoen. Nord Stream kan op zowel de korte als langere termijn

(aangezien de pijpleiding een levensduur heeft van 50 jaar) tegemoet komen aan de stijgende vraag naar aardgas in de Europese Unie.

De Nord Stream pijpleiding wordt tevens door een aantal andere zaken gekenmerkt namelijk:

interdependentie tussen Europese lidstaten en Rusland, een marktgerichte benadering en een combinatie tussen publieke en private financiering van het aardgasproject. In dit hoofdstuk heb ik vooral gekeken naar de volgende deelvraag: Welke sociale krachten hebben belangen bij de totstandkoming van de Nord Stream pijpleiding? De manier waarop en hoe deze sociale krachten hun belangen in dit project hebben gewaarborgd vormden de belangrijkste vragen in dit hoofdstuk. Het staats- en samenlevingscomplex is daarbij als uitgangspunt gebruikt voor het analyseren van de verschillende sociale krachten die betrokken waren bij de

totstandkoming van dit grootschalige aardgasproject. Dit aardgasproject wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door verschillende sociale krachten die gedeelde belangen hebben bij de

totstandkoming van Nord Stream. Deze verschillende sociale krachten hebben in meer of mindere mate bijgedragen tot het construeren van dit aardgasproject. De combinatie tussen staten, (staats-)bedrijven, transnationale ondernemingen, politieke partijen,

milieubelangengroepen en andere niet-gouvernementele organisaties is duidelijk zichtbaar geweest in dit project. Dit aardgasproject is gebaseerd op onderling samenwerking tussen transnationale ondernemingen in combinatie met andere bedrijven die grotendeels in

staatshanden zijn (Nederlandse Gasunie en Gazprom). De wisselwerking tussen transnationale ondernemingen, financiële instellingen, politieke partijen en andere niet-gouvernementele organisaties heeft uiteindelijk bijgedragen tot een succesvolle voltooiing van dit

aardgasproject. Aardgas wordt via deze pijpleiding getransporteerd en is gebaat bij onderlinge

86

samenwerking tussen de verschillende staten, (staats-)bedrijven, financiële instellingen en andere betrokken transnationale ondernemingen.

87

Hoofdstuk 4 De soap rondom het geannuleerde Nabucco