• No results found

Hoofdstuk 2 De Europese Unie en Rusland; energiebeleid, energieveiligheid en economie

2.8 Belemmeringen voor de Europese energieveiligheid

De diversificatie van olie en gas doorvoerroutes behoort tot één van de belangrijkste doelstellingen van de Europese energiestrategie. De Zuidelijke Gas Corridor is een doorvoerroute die oorspronkelijk vanuit de Kaspische regio tot aan de Europese Unie gas moet gaan transporteren waarbij Russisch territorium wordt vermeden. De Europese Commissie heeft de Zuidelijke Gas Corridor als volgt gedefinieerd:

‘’The integration of multiple pipeline systems which would [have] transport[ed] gas not from a single supplier but from multiple sources, including Caspian countries, Iran, Iraq and the broader MENA region” (Koranyi & Sartori 2013: 5).

Het Nabucco-project vormde het vlaggenschip in de Zuidelijke Gas Corridor en in het oorspronkelijke plan kon deze een jaarlijkse gascapaciteit van 31 miljard kubieke meter leveren aan de Europese Unie. Ondanks de politieke steun van de Europese Commissie en de Verenigde Staten heeft het project gefaald (EurActiv 27 Juni 2013). Het Nabucco-project heeft gefaald vanwege de financiële problemen en het gebrek aan zekere en

betrouwbare gasleveringen (Koranyi & Sartori 2013: 5). Er zijn daarnaast ook nog meer verschillende oorzaken aan te wijzen die een bijdrage hebben geleverd aan het falen van het Nabucco-project. Turkije speelt ook een belangrijke rol in het falen van het project zelf namelijk door geen overeenstemming te bereiken met Azerbeidzjan over de transit- en gaskosten. Dat het bijna drie jaar heeft geduurd voordat beide landen dit probleem hadden opgelost heeft ook niet bijgedragen aan de vlotte totstandkoming van de Zuidelijke Gas Corridor. De Turkse overheid bleek ook een geduchte onderhandelaar te zijn in de onderhandelingen met Azerbeidzjan over de gasprijs. De onderhandelingen tussen

Azerbeidzjan en Turkije begonnen in 2008 waarbij Turkije een gasprijs had voorgesteld van

$120 per duizend kubieke meter (de gangbare prijs in 2001), terwijl Azerbeidzjan het dubbele van deze gasprijs had voorgesteld. Beide partijen konden pas in 2011 een overeenkomst daarover sluiten en dit heeft bijgedragen aan de onzekerheid en onbetrouwbaarheid over de gasleveringen uit deze regio (Koranyi & Sartori 2013: 5).

Daarnaast heeft Turkije ook weer de energierelaties met Rusland nieuw leven ingeblazen. In 2011 hebben beide landen een overeenkomst kunnen sluiten over het passeren van de door Russen voorgestelde South Stream pijpleiding via de Turkse exclusieve economische zone. In ruil daarvoor hebben beide landen de lange termijncontracten heronderhandeld waarbij

60

Turkije lagere gasprijzen heeft binnengesleept uit deze onderhandelingen met Rusland. De Europese Unie is daar een felle tegenstander van geweest, omdat daarmee de haalbaarheid van het Nabucco-project en de gehele Zuidelijke Gas Corridor in gevaar zou komen (Koranyi

& Sartori 2013: 5). De betrouwbaarheid van Turkije als energiepartner voor de Europese Unie kwam daarmee ook in het geding en leidde tevens tot discussie onder de Europese lidstaten.

Turkije heeft tevens ook bijgedragen aan de totstandkoming van een ander concurrent van het Nabucco-project, naast South Stream, namelijk de Trans-Anatolia Pipeline (TANAP). Deze pijpleiding moet gas gaan transporteren vanuit Azerbeidzjan naar de Turks-Europese grens (Livanios 2013: 3-4). TANAP wordt gevormd door een consortium waarbij de

Azerbeidjaanse energiebedrijf (SOCAR) een meerderheidspercentage heeft van 80%, het Turkse BOTAS (15%) en TPAO (5%). In 2010 kocht British Petroleum ook een aandeel van 12% in dit project. Turkije heeft hieraan meegewerkt om zodoende additionele gasleveringen vanuit Azerbeidzjan tegen een betaalbare prijs te kunnen bemachtigen.

Geopolitieke rivaliteit met betrekking tot de constructie van de Zuidelijke Gas Corridor vormt ook een belangrijke belemmering voor het verhogen van de Europese energieveiligheid.

Rusland is vastbesloten om de South Stream pijpleiding te construeren om daarmee als eerst de Zuid-Europese markt te bereiken. Rusland als felle tegenstander van het inmiddels geannuleerde Nabucco-project, vormt een grote concurrent en bedreiging voor het Europese initiatief om de Zuidelijke Gas Corridor te construeren om vervolgens minder afhankelijk te zijn van Russisch aardgas (Smith Stegen 2011: 6508; Umbach 2010: 1237). Rusland heeft met de voorgestelde South Stream pijpleiding mede bijgedragen aan de annulering van het Nabucco-project waar beide pijpleidingen als elkaars grootste concurrenten werden gezien (Baev 2012: 180-181). Daarnaast ziet Rusland South Stream als een geopolitiek project om voornamelijk Oekraïens territorium te vermijden en daarmee een bijdrage kan leveren,

volgens Russisch perspectief, aan de Europese energieveiligheid door de diversificatie van de aanvoerroutes (Livanios 2013: 15). Volgens het Europees perspectief is het Russisch

argument onvolledig en niet juist, omdat South Stream, als geopolitiek project, geen toegang verleent tot nieuwe of additionele energiebronnen van aardgas zoals de Turkmeense, Iraakse, Iraanse of Azerbeidjaanse gasvelden (Livanios 2013: 15-16).

Terwijl bijna alle Europese lidstaten akkoord zijn gegaan met het Europese initiatief om diversificatie van energiebronnen en doorvoerlanden mogelijk te maken, hebben de betrokken partijen bij de totstandkoming van de Nord Stream pijpleiding (deels) geen politieke steun

61

verleend aan het vlaggenschip van het oorspronkelijke Europese initiatief, in het kader van de Zuidelijke Gas Corridor, namelijk het Nabucco-project. Dit project was onderdeel van het Europese initiatief om te diversifiëren en moest een bijdrage leveren aan de stijgende

Europese vraag naar aardgas (Europese Commissie 2006b: 2-3). Desondanks zag Rusland het Nabucco-project als een directe bedreiging van de eigen nationale belangen in de

desbetreffende regio en met betrekking tot de energierelaties met de Europese Unie (Umbach 2010: 1237; Freifeld 2009: 121-122). Daardoor werd Rusland een felle tegenstander van dit project en heeft alle beschikbare middelen in zijn bereik ingezet om de constructie van deze pijpleiding te belemmeren en onmogelijk te maken (Smith Stegen 2011: 6508; Baev 2010:

1084). Rusland heeft tevens een concurrent voor de Nabucco pijpleiding ontworpen genaamd South Stream en Gazprom bood de Europese energiebedrijven een mogelijkheid om mee te participeren in dit project dat als doel heeft om in de eerste plaats het Nabucco-project te ondermijnen en een enorme hoeveelheid (jaarlijkse gascapaciteit van 61 miljard kubieke meter) aan aardgas te leveren aan de Europese Unie (Baev 2010: 1084: Umbach 2010: 1237).

Uiteindelijk is het Nord Stream project gerealiseerd en operationeel sinds eind 2011 (Nord Stream Background information 2013: 2). De betrokken partijen bij dit project zien de realisatie van dit project als een enorm succes en overwegen om dit project verder uit te breiden (Gazprom 2014). Nord Stream en de verdere uitbreiding van dit project zorgt wel voor een toenemende Europese importafhankelijkheid van Russisch aardgas en dit vormt gezien de recente ontwikkelingen in de Oekraïne een zeer grote bedreiging voor de Europese energieveiligheid.

Naast de commerciële rivaliteit tussen de onderlinge consortiums en de betrokken

energiebedrijven, vormt de geopolitieke rivaliteit tussen de Europese Unie en Rusland een belangrijkere en zwaarwegende element binnen de onderlinge concurrentiestrijd in het aanleggen van pijpleidingen (Umbach 2010: 1237; Smith Stegen: 6508). De onderlinge concurrentiestrijd is zeer merkbaar en zichtbaar in de competitie tussen het Europese initiatief genaamd Zuidelijke Gas Corridor en de Russische tegenhangers Nord – en South Stream.

Waarbij er toch een onderscheid moet worden gemaakt tussen de Nord Stream pijpleiding die voornamelijk gas moet leveren aan West-Europese landen (Duitsland, Frankrijk en

Nederland) en de South Stream pijpleiding die geacht wordt om gas te leveren aan de Zuidoostelijke Europese landen (Italië, Griekenland, Bulgarije, Servië, Hongarije en

Oostenrijk). Critici wijzen erop dat Rusland met deze beide pijpleidingen de Europese Unie 62

aan het verdelen is en daarmee tevens het Europese initiatief van de Zuidelijke Gas Corridor aan het ondermijnen is (Umbach 2010: 1237). Deze Russische strategie is vergeleken met de Europese strategie, om meer diversificatie mogelijk te maken, tot nu toe veel succesvoller gebleken voor Rusland vanwege de vooruitgang in het aanleggen van overwegend door Russisch gedomineerde pijpleidingen zoals het reeds operationele Nord-Stream en het voorgestelde South Stream, terwijl andere Europese initiatieven zoals Nabucco en Nabucco-West inmiddels zijn geannuleerd door de hevige concurrentiestrijd met voornamelijk Rusland.

Nord-Stream en South Stream zorgen er tevens voor dat de Europese importafhankelijkheid van Russisch aardgas gaat toenemen en daarmee wordt de Europese energieveiligheid wel in absolute getallen verhoogt, maar relatief gezien is de Europese energieveiligheid eerder kwetsbaarder en afhankelijker geworden van Rusland die aardgas als politiek (energie)wapen kan gaan gebruiken (Umbach 2012: 77; Smith Stegen 2011: 6506-6507). De onderlinge verdeeldheid binnen de Europese Unie over het construeren van een Zuidelijke Gas Corridor is tevens toegenomen, omdat Rusland ook een bijdrage heeft geleverd aan een mogelijke

‘verdeling’ van de Europese Unie met het construeren van Nord Stream (West-Europese markt) en South Stream (Zuidoostelijke Europese markt). Deze zogenoemde verdeel en heers politiek van Rusland is voorlopig succesvoller gebleken dan het Europese initiatief om meer diversificatie van energietype, additionele energiebronnen en doorvoerlanden mogelijk te maken met behulp van de Zuidelijke Gas Corridor. Deze toenemende Europese

importafhankelijkheid, en daarmee het risico dat Rusland aardgas als energiewapen kan gebruiken, vormt een grote belemmering voor de Europese energieveiligheid en het verhogen ervan. Het niet doorgaan van Nabucco en Nabucco-West vormt een grote tegenslag in de Europese zoektocht naar additionele gasbronnen vanuit de Kaspische regio, het Midden-Oosten en de Perzische Golf. Het Europese initiatief om meer diversificatie van additionele energiebronnen en doorvoerlanden mogelijk te maken is voorlopig nog niet zo succesvol verlopen als de toename in de Europese importafhankelijkheid van Russisch aardgas die inmiddels door Nord Stream en mogelijk ook in de komende jaren door South Stream wordt verhoogd.