• No results found

Eigen woning als pensioenvoorziening

Vakmanschap voor ambtenaren in de 21ste eeuw

5.5 Eigen woning als pensioenvoorziening

Ook op een ander terrein heeft de financiële crisis gefungeerd als katalysator: de hypotheekmarkt. Na het uiteenspatten van de zeep-bel op de Amerikaanse huizenmarkt zijn de hypotheektouwtjes in Nederland flink aangetrokken. Voor hypotheekrenteaftrek gelden strengere voorwaarden, en de maximum leenbedragen in relatie tot inkomen en woningwaarde zijn verlaagd. Ook dit is een dossier dat al jaren op de politieke agenda stond te sluimeren en nu wakker is gekust. Dat kan alleen komen door de crisis, of is de hypotheekrente-discussie geen groot taboe meer nu een groot aantal kiezers op een leeftijd is gekomen waarop ze niet of veel minder van het aftrek-arrangement profiteren? Ze hebben immers grotendeels of helemaal afgelost en zitten in het lagere 65+-tarief. De meeste stemmen tellen nu eenmaal in een democratie.

Wat gepensioneerden niet kunnen, is het omzetten van een deel van hun woningvermogen. Nog niet. Want te hopen is dat dit in de toekomst wel zal kunnen, via een omkeerhypotheek. Daarbij sluit de 65+’er een lening af bij de bank, met zijn huis als onderpand.

De rente op die lening wordt bij de schuld aan de bank opgeteld.

Pas als de eigenaar het huis verlaat, al dan niet tussen zes plankjes, vindt ver rekening plaats. Het risico dat de schuld (hoofdsom plus rente) hoger is dan de marktwaarde van het huis, is voor de bank. Is de woning meer waard dan de schuld, dan is het overschot voor de erfgenamen. Een omkeerhypotheek afsluiten is alleen mogelijk als het huis geheel of grotendeels hypotheekvrij is, en als de eigenaar voldoende op leeftijd is. Het te gelde maken van de waarde van het huis is net zoiets als het opsouperen van financieel vermogen dat op-zij is gelegd voor de oude dag. Op dit moment hebben ouderen veel vermogen, ook financieel. Dat laatste spreken ze niet aan, wellicht om voor alle zekerheid geld achter de hand te hebben. Alleen al de mogelijkheid tot het afsluiten van een omkeerhypotheek zou deze mensen in staat stellen hun financiële vermogen aan te wenden voor consumptie – geen slechte zaak in tijden van economische recessie!

En verder zou het de mogelijkheid bieden om in het eigen huis te blijven wonen door dankzij de lening goede zorg in te kopen. Omdat de lening kan worden opgenomen als bedrag ineens, als maandelijk-se aanvulling op het inkomen of als variabel bedrag (nu eens meer, dan eens minder), is het tevens een geschikte manier om pensioen-risico te managen. Dat is een evidente verbetering, ook vergeleken met de situatie waarin mensen tegen hun zin verhuizen zodat ze bij hun geld kunnen. Wetenschappers met verstand van zaken maken zich dan ook al jaren sterk voor dit instrument als onderdeel van de persoonlijke financiële planning.9 Dat staat los van de recente discussie over de combinatie van wonen, zorg en pensioen in Neder-land, die meer is gericht op de vraag of pensioen deels in natura zou moeten worden uitgekeerd.

Mensen denken vaak dat het afbouwen van de waarde van de eigen woning niet past bij de wens om geld na te laten aan de kin-deren. Maar dat is een misverstand. Het tegendeel is eerder waar.

De gepensioneerde kan het geld van de omkeerhypotheek immers geven aan de kinderen op een moment dat dezen het geld het bes-te kunnen gebruiken, namelijk in de zomer van hun leven (tussen hun 30ste en 45ste), want zoals Lans Bovenberg schrijft: ‘summer is hot’.10 De gemiddelde levensverwachting van huizenbezitters in Nederland is ongeveer 85 jaar. Kinderen zijn dus al tegen de 60 als ze hun erfenis krijgen. Dat is een jaar of twintig te laat. Ook hier

9 ‘The traditional emphasis on the importance of asset allocation might lead one to be-lieve that the best way to improve retirement security is to adopt the perfect mix of stocks and bonds. However, households nearing retirement have more effective levers available that tend to fly under the radar: delaying retirement, taking a reverse mort-gage, and controlling spending.’ Zie A.H. Munnell, N. Sergeyevna Orlova & A. Webb, How important is asset allocation to retirement security?, Boston: Center for Retirement Research, Boston College 2012.

10 L. Bovenberg, ‘Grey new world: Europe on the road to gerontocracy?’, CESifo Forum 2007, 3; Zie ook R.C. Merton, Observations on Innovation in Pension Fund Manage-ment in the Impending Future, PREA Quarterly 2006; Winter & R.C. Merton, The Future of Retirement Planning, CFA Research Institute 2007.

geven demografische veranderingen aanleiding tot innovaties in het pensioensysteem.

Pensioen is bedoeld om mensen in staat te stellen hun uitgaven op peil te houden na pensionering. Woonlasten zijn een groot en on-vermijdelijk deel van die uitgaven. In het huidige systeem gaat de pensioenpremie verplicht naar het pensioenfonds. Dat belegt onder andere in onroerend goed en als het aan sommigen ligt misschien zelfs in hypotheken. Met als doel om dankzij die beleggingen later pensioen uit te kunnen keren, waarmee de ontvanger zijn woonlas-ten betaalt. Dat is nogal een omweg en beperkt bovendien de indi-viduele autonomie. Pensioen en eigen woning zijn ook te koppelen door werknemers toe te staan een deel van hun pensioenpremie in te zetten als hypotheekaflossing. Mensen de kans geven hun pensioen-premie gedeeltelijk, bijvoorbeeld voor een kwart, te gebruiken voor aflossing zou deze omweg beperken en de werknemer meer zeggen-schap geven over zijn pensioen zonder hem de aandelenmarkt op te jagen. Hoe meer iemand heeft afgelost, hoe lager zijn lasten, en hoe hoger de omkeerhypotheek die hij kan krijgen, ervan uitgaande dat die er komt. Het zou ook de gevolgen van de beperkingen van de hypotheekrenteaftrek verzachten, en misschien deze aftrek zelfs ge-heel kunnen vervangen. En het is sterk te prefereren boven oplossin-gen waarbij aan pensioenfondsen wordt gevraagd om met het geld van deelnemers hypotheken te financieren en de kredietverlening op gang te helpen. Daar was en is het verplichte collectieve arrange-ment niet voor bedoeld.

Stel nu eens dat, tegen alle evidence in, de individuele werknemer dankzij de informatie en communicatie wel zou overgaan tot pen-sioengedragsverandering. Wat zou hij moeten doen? Hij kan meer inleggen voor eigen risico, maar dat is alleen nodig voor het geval de beurs slecht presteert, en dan is het rendement op zijn extra inleg dus ook laag (of negatief!). Langer doorwerken als het tegenvalt kan niet, want het collectieve arrangement behelst niet een pensioen-gerechtigde maar een pensioenverplichtende leeftijd. Veilig bijsparen

kan, maar is dat niet een beetje de omgekeerde wereld, een verplicht riskant pensioen en een veilige spaarpot voor als het tegenvalt? Met als gevolg dat je veel te veel hebt gespaard als het meezit op de beurs, en dat als het misgaat ook je vrijwillige aanvullende premie mis-schien niet genoeg oplevert. Meer aflossen op de eigen woning en zo de toekomstige vaste lasten verlagen is een mogelijkheid, maar die wordt vooralsnog ontmoedigd door de fiscus en door het feit dat er in Nederland geen aantrekkelijk aanbod is van omkeerhypotheken.