• No results found

Collectief + individueel

Vakmanschap voor ambtenaren in de 21ste eeuw

5.6 Collectief + individueel

De meeste werknemers zijn blij met de verplichte tweede pijler, omdat ze bang zijn dat ze anders niet (genoeg) sparen en omdat ze zelf niet willen nadenken over hun pensioen.11 Het komt niet door-dat we in Nederland gewend zijn aan een collectief vangnet. In de Verenigde Staten kunnen en willen werknemers evenmin plan-nen voor hun pensioen, hoewel ze zijn geboren en getogen in een sys teem van zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid. Het komt ook niet doordat mensen dom zijn. Het komt door zelfken-nis – mensen weten dat ze het sparen voor later zullen uitstellen en zijn daardoor blij dat het voor hen geregeld wordt. En het komt doordat het weinig zin heeft om je te verdiepen in zaken waarover je toch geen goede beslissingen kunt nemen. Niet alleen is de gedachte dat mensen optimale keuzes zullen maken als ze zich maar zullen verdiepen in de materie, een illusie; ook is het een misverstand dat een systeem dat van mensen vraagt zich ergens tegen hun zin in te verdiepen omdat ze anders geen passende keuzes kunnen maken, ruimte biedt aan keuzevrijheid en autonomie. Het is inmenging in

11 Prast, Henriëtte, Maarten van Rooij en Clemens Kool (2005), Werknemer kan en wil niet zelf beleggen voor pensioen, in Economisch Statistische Berichten 90 (4458), april 2005, 172-175; Maarten van Rooij, Henriëtte Prast en Anouk Smits (2011), Gedrags-reacties van deelnemers op nieuwe contracten, Economisch Statistische Berichten 96 (4625), 52-5.

de vrijheid van mensen om een keuze al dan niet te delegeren, het is diefstal van tijd, en dwang tot moeite. Zeker, de overheid kan later zeggen ‘told you so’, maar dat zou wel een erg cynische invulling van haar verantwoordelijkheid zijn, op kosten van de belastingbetaler en pen sioendeelnemer.

Als we nu accepteren hoe mensen in elkaar zitten en wat ze wil-len, hoe kunnen we dan een houdbaar arrangement ontwerpen dat rekening houdt met wat mensen kunnen, willen en nodig hebben?

De pensioenoplossing van de toekomst zit hem in een combinatie van collectief waar het moet, individueel waar het kan.12

De werkgever koopt collectief individuele contracten in. De werk-nemer bepaalt niet hoe zijn premie wordt belegd – daar heeft hij geen verstand van en het is niet waar het in wezen om draait. Waar draait het wel om? Om de vraag naar welke levensstandaard hij streeft, onder welk niveau hij in elk geval niet uit wil komen en, voor zover hij kan kiezen, op welke leeftijd hij met pensioen wil. Dat, in combinatie met de premie die hij kan en wil inleggen, is waarover de deelnemer een besluit moet nemen. Daarna is het aan de experts om ervoor te zorgen dat zoveel van de inleg van de deelnemer vei-lig wordt belegd als nodig is om het minimum te realiseren. Nadat het benodigde minimum zo veilig is gesteld, kan de rest worden gebruikt om de gewenste levensstandaard te bereiken. Daarbij kan de werknemer ervoor kiezen om meer risico te nemen dat dit niet wordt bereikt, in ruil voor de kans op nog meer. Als er de mogelijk-heid is, te zijner tijd, van een omkeerhypotheek, kan de expert dat in het plaatje meenemen. Een dergelijk arrangement laat de werknemer keuzes maken die hij kan overzien en waarvoor hij nergens verstand van hoeft te hebben, behalve van zichzelf: hoe wil ik later leven, wat heb ik daarvoor over? Individuele ‘defined benefit’-producten,

12 Zie Z. Bodie & H. Prast, ‘Pensioenen in de 21e eeuw: individuele DB producten als wenkend perspectief, Tijdschrift voor Pensioenvraagstukken 2007, 3, p. 115-119;

Z.  Bodie, H. Prast & J. Snippe, ‘Individuele pensioenoplossingen: doel, vormgeving en een illustratie’, NEA paper 2008, 10.

collectief aangeschaft, verenigen dan ook het beste van twee werel-den. Verplicht of in elk geval standaard sparen via de werkgever en een beperkt aantal zinvolle keuzemogelijkheden: pensioenleeftijd, streefpensioen, minimumpensioen, al dan niet gebruikmaken van een omkeerhypotheek. Daarvoor is geen financiële geletterdheid nodig, en de werknemer hoeft zich niet te verdiepen in risicoplaatjes die er niet toe doen. Het voor hem relevante risico is immers niet het beleggingsrisico, maar het inkomens- of liever gezegd levens-standaardrisico.

5.7 Conclusie

Een eigen huis, een plek onder de zon. Mensen hebben behoefte aan zekerheid over zaken waar je niet buiten kunt: een dak boven je hoofd, zorg, en genoeg pensioen om vanaf je pensioen tot je dood in je onderhoud te kunnen voorzien. Tegelijkertijd houden mensen van goed nieuws, en dus geloven ze de boodschapper die zegt dat je garanties kunt krijgen zonder ervoor te hoeven betalen. Mensen denken ook al snel dat als iets collectief is, het vanzelfsprekend vei-ligheid en solidariteit biedt.

Het slechte nieuws (nu ja, nieuws…) is dat het huidige collectieve pensioensysteem geen veiligheid biedt. Slecht nieuws is er ook voor het ogenschijnlijk liberale beleid van pensioeninformatie, -educatie en -transparantie, dat mensen wil helpen passende financiële keuzes te maken nu pensioenen riskanter worden. Dat grijpt in in de indi-viduele autonomie, want mensen willen zich niet verdiepen in een onderwerp waar ze een hekel aan hebben, en willen er geen tijd en moeite in steken. Daarin hebben ze groot gelijk, want alle informatie en geletterdheid zal er niet toe leiden dat ze optimale keuzes maken.

Juist omdat mensen de boodschapper van slecht nieuws niet willen horen en zelfs geneigd zijn hem te ‘doden’, is het niet eenvoudig om publiek vertrouwen te houden in een periode waarin duidelijk wordt dat veronderstelde zekerheden helemaal niet ‘staan als een huis’. De overheid zelf is daar debet aan, want die bagatelliseert problemen,

schuift ze door of heeft ze niet door. Zo is nota bene de hypotheek-garantie nog verhoogd na het begin van de financiële crisis, met alle risico’s voor de overheidsfinanciën van dien. Zo’n garantie wordt gegeven ervan uitgaande dat het risico zich nooit zal manifesteren, want dan zou de overheid failliet zijn.

Een pensioenstelsel behoort de kans dat mensen hun levens-standaard tot het einde van hun leven kunnen handhaven te maxi-maliseren, en behoort te voorkomen dat mensen later te weinig pen-sioeninkomen hebben om van te kunnen leven. Een optimaal stelsel doet dat op een eerlijke manier, tegen zo laag mogelijke kosten, met de beschikbare mogelijkheden en zonder overbodige dwang. Ons huidige stelsel voldeed daaraan toen het werd ingericht. Nu is daar iets anders voor nodig. Niet omdat mensen zijn veranderd, maar omdat er een ander systeem nodig is om in hun behoeften te voor-zien. Een eigen huis kan veel meer bijdragen aan een zonnige oude dag dan nu het geval is.

Hoofdstuk 6

De eurocrisis en de