• No results found

De samenleving: globaler, vloeibaarder en interdependenter

Vakmanschap voor ambtenaren in de 21ste eeuw

4.2 De samenleving: globaler, vloeibaarder en interdependenter

Globaler

De wereld is in de afgelopen decennia sterk geïntegreerd; globali-sering – het verbreden, verdiepen en versnellen van de wereldwijde onderlinge verbondenheid4 – heeft ervoor gezorgd dat het steeds moeilijker is om nationale staten als min of meer gesloten syste-men te bestuderen. Het sterkst is de globalisering van internationale financiële markten, die eigenlijk al als één globale markt opereren.

Ook de markten voor goederen en diensten zijn in toenemende mate globaal, steeds minder gehinderd door nationale grenzen en gefaci-liteerd door lage transportkosten en informatie- en communicatie-technologie (ICT).

Globalisering heeft ingrijpende gevolgen voor de governance-systemen van nationale staten. Ten eerste is er in toenemende mate een scheiding tussen politiek en macht. Waar politiek verbonden blijft aan een territorium, heeft de echte macht zich losgemaakt van locaties.5 De essentie van moderne machthebbers, bijvoorbeeld het internationale bedrijfsleven, is dat zij zich bijna zonder obstakels over de wereld verplaatsen. Juist de mogelijkheid van investeerders om niet in land A maar in land B te investeren, of van bedrijven om zich niet in land C maar in land D te vestigen, is de grondslag van hun macht. Als de politiek, die per definitie gebonden is aan een specifieke locatie, zich niet conform hun eisen gedraagt, kun-nen investeerders ook elders investeren of kunkun-nen bedrijven zich ook elders vestigen.

4 D. Held & A. McGrew, Globalization Theory, Approaches and Controversies, Cam-bridge: Polity Press 2007.

5 Z. Bauman, Liquid Modernity, Cambridge: Polity Press 2000.

Onder andere als reactie op deze economische globalisering is er ook  een proces van politieke globalisering gaande. Er is een toe-nemend aantal invloedrijke internationale organisaties. Kenmer-kend voor de positie van deze organisaties in een geglobaliseerde wereld is dat ze niet langer alleen platforms zijn waarop landen onderling afspraken kunnen maken, maar dat deze organisaties ook – vaak zonder een democratische legitimatie – een eigenstandige invloed hebben op wat er in de nationale staten gebeurt.

Kortom, de macht van Den Haag wordt enerzijds gemarginaliseerd door een globalisering van markten en verplaatst zich anderzijds omhoog in de richting van internationale organisaties.

Vloeibaarder

Maar macht verplaatst zich niet alleen omhoog. Kenmerk van het huidige tijdsgewricht is dat macht zich tegelijkertijd naar beneden verplaatst. In de afgelopen drie decennia zijn de krachtige hiërar-chische instituties van weleer verzwakt: de Nederlandse overheid, de typisch Nederlandse zuilen, maar ook de politieke partijen, vak-bonden en kerken die daarvan een onderdeel waren, worden steeds minder als een vanzelfsprekende autoriteit ervaren. Op lokaal niveau zijn deze ontwikkelingen eveneens waar te nemen: lokale gemeenschappen zijn minder hecht en veel minder gesloten, een proces dat prachtig is beschreven door Geert Mak in Hoe God ver­

dween uit Jorwerd.6 Op nog kleinere schaal zijn ook gezinnen sterk veranderd. Het kerngezin, de traditionele hoeksteen van de samen-leving, is in de afgelopen dertig jaar veel minder dominant gewor-den.7 Een minderheid van de Nederlanders leeft nu in zo’n gezin.

Daarvoor in de plaats is een scala van alternatieven gekomen: het aantal alleenstaanden, eenoudergezinnen en partners die ongehuwd samenleven zonder kinderen is sterk toegenomen.

6 G. Mak, Hoe God verdween uit Jorwerd. Een Nederlands dorp in de twintigste eeuw, Amsterdam: Atlas 1996.

7 M. Carnoy, ‘Work, Society, Family and Learning for the Future’, in: What schools for the Future, Parijs: OECD 2001.

De genoemde ontwikkelingen zijn voorbeelden van het vloeibaar worden van de samenleving: instituties brokkelen af, grenzen ver-vagen en de vrijheid voor individuen neemt toe.8 Minder dan ooit worden individuen beperkt door instituties als gezinnen, buurten, kerken en staten, en minder dan ooit zijn ze gevoelig voor het gezag van de leiders van deze instituties. Dit betekent een veel grotere vrij-heid om keuzes te maken hoe en waar te willen leven, in wat voor samenlevingsverband en rond welke centrale waarden.

De macht, met andere woorden, is in de afgelopen decennia omlaag verplaatst van de instituties en hun leiders naar het individu.

Interdependenter

Macht verplaatst zich dus zowel naar boven als naar beneden, toch is de wereld geen open ruimte waarin autonome individuen zich vrij bewegen. Tegelijkertijd met het globaler en vloeibaarder worden van de samenleving is de interdependentie toegenomen.

Traditionele hiërarchische instituties zijn vervangen door meer veranderlijke en horizontale netwerken, waarbij een individu mak-kelijk lid kan zijn van verschillende, elkaar (soms) overlappende profes sionele en sociale netwerken. In die netwerken wordt samen-gewerkt, informatie gedeeld en gerecreëerd, en steeds vaker lopen die functies door elkaar heen. Sommige van die netwerken hebben globale dimensies. Globalisering heeft in sterke mate geleid tot han-del, investeringen en samenwerking over nationale grenzen heen, van bedrijven, maar ook van individuen. Deze netwerken worden gefaciliteerd door zich snel ontwikkelende virtuele netwerken, online samenwerkingsplatforms en goedkope, draagbare en snelle communicatiemiddelen. Sociale ontwikkelingen en ICT-ontwikke-lingen versterken elkaar hier.

Voor de overheid heeft dit twee soorten gevolgen. Enerzijds moet nu gestuurd worden in een samenleving waarin lichtvoetige hori-zontale netwerken een belangrijke organisatievorm worden. Dit betekent dat de beweeglijkheid van burgers is toegenomen en de

8 Z. Bauman 2000.

voorspelbaarheid is afgenomen en dat veel collectieve initiatieven ontstaan en floreren buiten het zicht van de nationale overheid.

Anderzijds betekent de netwerkstructuur van de samenleving dat weerstand tegen bepaalde maatregelen zich makkelijk laat organi-seren. Een goed geformuleerde tweet kan al leiden tot een publiek debat.

4.3 De overheid: New Public Management, netwerken en