6. Resultaten
6.2 Cross case analyse
6.2.1 Invloeden op intentie om wel of geen MDO te adopteren
6.2.1.3 Het effect van Sociale Invloeden
In deze subparagraaf wordt beschreven in welke mate respondenten geloofden dat voor hen belangrijke
mensen en organisaties, vonden dat hun bedrijven een MDO zou moeten gebruiken. Daarbij is beschreven
waaruit deze interne en externe Sociale invloeden bestonden en hoe zij verband met elkaar hielden. Dit is
ook visueel uitgewerkt in figuur 14. In bijlage 5 is in tabelvorm gecategoriseerd welke sociale invloeden op
welke respondenten effect hadden. Deze paragraaf geeft samen met de beantwoording van hypothese 4 tot en
met 8, antwoord op subvraag 1.4, 1.4.1, 1.4.2 en 1.4.3 (zie Conclusies, hoofdstuk 7).
Interne Sociale Invloed
Enkele respondenten gaven aan dat de medewerkers van transportbedrijven, zowel chauffeurs als planners,
over het algemeen vrij conservatief zijn. Dit is deels scepsis en deels onwennigheid, aldus de respondenten.
Medewerkers zagen over het algemeen op tegen vernieuwingen. Vooral chauffeurs voelden zich door de
komst van een MDO (nog meer) gecontroleerd en dat stuitte op weerstand. Aangetekend moet worden dat dit
vooral voor de internationale chauffeurs gold, die van vroeger uit altijd meer vrijheid genoten dan chauffeurs
die alleen binnen Nederland rijden. Eveneens gaf respondent 6, die op het punt stond een MDO aan te
schaffen, aan dat ze die fase ook wel weer gehad hebben, doordat ze al boordcomputers hadden. Maar met
boordcomputers gebeurt de controle achteraf en met een MDO gebeurt het real-time
37, waardoor chauffeurs
zich wel extra gecontroleerd zouden voelen.
De invloed van medewerkers op de beslissingen over een MDO was in de meeste geïnterviewde bedrijven
echter beperkt. Daarbij hadden planners over het algemeen een grotere invloed dan chauffeurs. In slechts één
bedrijf diende de invloed van de medewerkers zich aan in de vorm van zitting in een projectgroep. Bij
ongeveer de helft van de bedrijven zouden eerst pilots gedraaid worden met een potentiële MDO, waarbij
medewerkers betrokken werden. Respondent 5, die zelf meeontwikkelt aan hun MDO, gaf aan dat hun
medewerkers niet betrokken zijn bij de beslissingen over welke MDO geïmplementeerd zou worden, maar
dat naar aanleiding van klachten van de medewerkers, de MDO wel aangepast werd (o.a. de
gebruikersinterface).
Maar uiteindelijk lag de beslissing over de keuze voor een MDO bij het management en hebben
medewerkers hooguit een adviserende invloed.
Twee bedrijven gaven aan dat ze hun medewerkers heel duidelijke uitleg gaven waarom het bedrijf een
MDO wilde gaan gebruiken. Deze bedrijven gaven ook aan dat er geen weerstand was bij het personeel over
de invoering van een MDO. De andere respondenten gaven aan dat dat bij hen juist wel het geval was. Uit
het onderzoek kwam ook naar voren dat bij de helft van de onderzochte bedrijven projectgroepen en/of pilots
gedraaid werden, waarbij de medewerkers invloed hadden over welke MDO ingevoerd zou worden.
37
Externe Sociale Invloed
Alle respondenten gaven aan dat klanten niet van transporteurs vereisen dat ze een MDO gebruiken, maar
wel informatie over hun zendingen eisen als ze daarom vragen. Alle respondenten gaven ook aan dat ze die
informatie in principe ook met behulp van mobiele telefoons kunnen geven, maar dat dat meer inspanning
vergt voor de rijders en planners en hogere communicatiekosten met zich meebrengt. Respondent 1 gaf aan
dat “waar het tegenwoordig steeds meer om draait, is om je transport natuurlijk goed en op tijd te doen,
maar daarnaast de hele informatiestroom eromheen voor elkaar te hebben.” Met een MDO is naar
verwachting van alle respondenten een betere dienstverlening naar de klant mogelijk. Respondent 7 zei:
“regeren is vooruitzien, je moet dus niet wachten tot de klant het vraagt”.
Ook concurrentieoverwegingen speelden voor de meeste respondenten mee bij hun oriëntatie op een MDO.
De concurrentie is hard in de transportbranche en elk bedrijf moet heel scherp zijn met hun tarieven. Naar
verwachting van de respondenten is er met een MDO zeker een besparing in de kosten te realiseren (zie §
6.2.1.1).
Verder is het gebruik van een MDO volgens alle respondenten ook goed voor hun imago en status. Het
gebruik van een MDO zorgt voor een moderne uitstraling, aldus de respondenten. Het is dus goed voor de
concurrentiepositie in dat opzicht. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat een grote transporteur
(respondent 4) aangaf dat het gebruik van een MDO voor hem eerder een minimum vereiste was, dan iets
waar zij zich mee konden onderscheiden van de concurrenten.
De meeste respondenten met kleine en middelgrote bedrijven gaven aan dat zij zich wel konden
onderscheiden van concurrenten door het gebruik van een MDO.
Respondent 8 gaf aan dat zijn bedrijf binnenkort de mogelijkheid van een digitaal afleverbewijs (P.O.D.)
gaan bieden aan klanten en dat ze dit “in een mooi marketingverhaal brengen”. Dit is ook een duidelijk
voorbeeld van een verwachte imagoverbetering door het gebruik van een MDO.
Daarentegen gaf respondent 2 aan dat klanten een MDO mogelijk als overbodige ballast zagen, hoewel dit
niet zijn overtuiging was.
Transporteurs zijn verder huiverig voor de implementatie van een MDO door verhalen over mislukte
implementaties van een MDO en dubbele kosten, uit onder andere het magazine van branchevereniging TLN
en uit verhalen van “concollega’s“
38. Dit is een belangrijke negatieve invloed op de intentie om een MDO te
adopteren bij enkele respondenten.
Overigens komt er ook positief nieuws over het gebruik van een MDO van branchevereniging TLN.
ICT/MDO draagt, indien juist geïmplementeerd, duidelijk bij aan een beter rendement voor transporteurs
volgens TLN en het gebruik wordt in principe dan ook aangemoedigd door deze branchevereniging. Ook
komen op beurzen en ‘events’ steeds vaker transporteurs die een MDO in gebruik hebben, zelf hun verhaal
38