• No results found

7. Conclusies

7.1.7 Beantwoording hoofdvraag 1

Hoofdvraag 1: “Op basis van welke verwachtingen en invloeden beslissen transporteurs over het wel of niet

adopteren van mobiele data-oplossingen en waaruit bestaan die verwachtingen en invloeden?”

De Gebruiksintentie (intentie om een MDO te adopteren) is de sterkste voorspeller van daadwerkelijk

gebruik. Als een beslisser dus een positieve intentie heeft om een MDO te gaan gebruiken in zijn bedrijf, zal

een MDO waarschijnlijk ook gebruikt gaan worden. Een positieve Gebruiksintentie zorgt dus voor een

positieve adoptiebeslissing. Ditzelfde geldt ook andersom voor een negatieve Gebruiksintentie.

De Gebruiksintentie van de respondenten uit het onderzoek was bij alle respondenten positief. Uit het

onderzoek blijkt dat de Gebruiksintentie ingedeeld kan worden in vier verschillende fases, die vergelijkbaar

zijn met de fases die Rogers (1995) noemt in ‘innovatie beslissingsproces’-model (zie § 7.1.6). Deze

Gebruiksintentie wordt gevormd op basis van verwachtingen en invloeden met betrekking tot een MDO.

Zoals het onderzoeksmodel voorspeld, blijkt uit de resultaten dat de Performance-verwachting van een MDO

de sterkste invloed op de Gebruiksintentie is. De Performance-verwachting is dus de sterkste invloed op de

beslissing over de adoptie van een MDO. Deze Performance-verwachting is gedefinieerd als: “De mate

waarin geloofd wordt dat het gebruik van MDO in het bedrijf voordelen zal opleveren bij de uitvoering van

bedrijfsprocessen”. In dit onderzoek zijn dit: Minder administratiekosten, een efficiëntere inzet van

voertuigen & personeel, en een beter overzicht van waar de voertuigen zijn in combinatie met automatische

berichten hiervan. Dit zijn duidelijk de belangrijkste redenen om positief te beslissen over de adoptie van een

MDO, blijkt uit de resultaten. Het levert direct geld op en dat is voor een onderneming natuurlijk erg

interessant.

Sociale Invloeden hebben ook een belangrijke invloed op de Gebruiksintentie. De invloed van medewerkers

blijft in de meeste bedrijven beperkt, maar de externe invloed van vooral klanten is voor veel respondenten

toch een belangrijke reden om te investeren in een MDO. Voor slechts enkele bedrijven in het onderzoek is

het de hoofdreden, maar voor de meeste bedrijven is het in ieder geval een belangrijke ‘bijreden’. Klanten

vragen niet expliciet om het gebruik van een MDO, maar de verwachting is dat door het gebruik van een

MDO de klant een betere service geboden kan worden. Ook concurrentieoverwegingen spelen een

belangrijke rol bij overwegingen over de aanschaf van een MDO. De concurrentie zit immers niet stil en in

de transportbranche is de concurrentie hard. Daarnaast is het gebruik van een MDO statusverhogend richting

de klant. Sociale Invloeden hebben een minder sterke invloed op de adoptiebeslissing dan

Performance-verwachting, maar toch hebben Sociale Invloeden een duidelijke, overwegend positieve invloed op de

beslissing om een MDO te adopteren.

Het Gebruiksgemak van een MDO wordt ook als belangrijk gezien. Er wordt echter vanuit gegaan dat het

invoeren en aflezen van gegevens eenvoudig is bij een MDO. Dit is dus een minimumvereiste. De

Gebruiksgemak-verwachting heeft een positieve invloed op de intentie om te investeren in een MDO,

doordat hier weinig zorgen over zijn. Omdat het echter wordt gezien als een minimum vereiste, kan deze

verwachting beter gezien worden als ‘geen belemmering’ om een MDO te adopteren.

De verwachting is ook dat het werk van het management eenvoudiger wordt. Dit zorgt voor een duidelijke

positieve invloed op de intentie om een MDO te adopteren.

Wat betreft de verwachting ten aanzien van het implementatiegemak, overheerst de mening dat de invoering

van een MDO met problemen gepaard gaat. Dit zorgt in veel gevallen voor uitstel van de investering in een

MDO, echter niet voor afstel. Er worden maatregelen genomen om problemen zo veel mogelijk te

voorkomen, maar verwacht wordt dat er zich toch problemen zullen voordoen. Enkele respondenten

verwachten echter door het nemen van de juiste maatregelen – zoals een pilot, het zorgen dat backoffice op

orde is, of het uitbesteden van het traject aan een professional – grote implementatieproblemen te

voorkomen.

Al met al heeft de implementatiegemak-verwachting een remmende werking op de intentie om een MDO te

adopteren. Daarmee is dit een negatieve invloed op de adoptiebeslissing over een MDO.

Overige invloeden die uit het onderzoek naar voren zijn gekomen, hebben een beperkte invloed. Uiteraard is

het zo dat voordat een investering gedaan kan worden, er voldoende geld moet zijn. Dit is echter een

randvoorwaarde/vereiste voor een investering, en moet daarom niet gezien worden als een ‘invloed’ op de

adoptiebeslissing.

Het moeilijk kunnen vrijmaken van voldoende managementtijd voor een afgewogen beslissing speelt wel

mee. Financieringsvoordelen spelen mee voor de keuze voor een specifieke MDO. Verwachtingen ten

aanzien van de beveiliging van een MDO en verwachtingen ten aanzien van de terugverdientijd (ROI)

hebben anders dan verwacht, echter vrijwel geen invloed op de Gebruiksintentie en daarmee op de beslissing

om te investeren in een MDO.

In volgorde van belangrijkheid worden adoptiebeslissingen dus genomen op basis van de

Performance-verwachting, sociale invloeden en de implementatiegemak-verwachting. Hierbij moet het gebruik van en de

omgang met een MDO eenvoudig zijn, maar er wordt door de respondenten vanuit gegaan dat dat zo is.

Indien de Gebruiksintentie positief is, is een positieve adoptiebeslissing zeer waarschijnlijk. Indien de

Gebruiksintentie negatief is, volgt waarschijnlijk een negatieve adoptiebeslissing. De Gebruiksintentie, die in

te delen valt in vier intentiefases, was bij alle respondenten in dit onderzoek positief. Echter, de respondenten

in fase 3 hadden een positievere Gebruiksintentie dan de respondenten in fase 2, welke op hun beurt weer

een positievere Gebruiksintentie hadden dan de respondenten in fase 1. Ditzelfde gold voor de

Performance-verwachting, de Implementatiegemak-verwachting en de perceptie van de sociale invloeden (dus fase 3:

positiefst, fase 1: minst positief). De positieve Gebruiksintentie van de respondenten in fase 4 sloeg niet

terug op de intentie om een geheel nieuwe MDO te adopteren, maar op de intentie om nieuwe

functionaliteiten voor hun huidige MDO te adopteren, maar was ook positief.

Alle respondenten zullen dus waarschijnlijk een nieuwe MDO gaan adopteren of nieuwe functionaliteiten

aan hun huidige MDO toe gaan voegen. Het gebruik hiervan zal zijn impact hebben op hun

transportbedrijven. De impact van het gebruik van een MDO die respondenten al hadden ervaren, is

beschreven in § 7.2.

7.2 Impact MDO bij daadwerkelijk gebruik

In deze paragraaf staan de conclusies met de betrekking tot de impact die het gebruik van een MDO heeft op

de transportbedrijven. Waaruit de impact van het gebruik van een MDO bestaat, is beschreven in § 6.2.2. De

‘Impact op het bedrijf’ bestaat volgens het onderzoeksmodel uit de deelconstructen Performance-ervaring,

Gebruiksgemak-ervaring en Sociale-ervaring. De conclusies zijn getrokken op basis van de resultaten uit de

interviews en informatie uit verschillende documentatie.

In § 7.2.1 tot en met 7.1.4 wordt antwoord gegeven op de deel- en subvragen van hoofdvraag 2. Ook worden

hierin de hypotheses die daarmee samenhangen, beargumenteerd aangenomen of afgewezen. Uiteindelijk is

het antwoord op hoofdvraag 2 beschreven in § 7.2.5.

7.2.1 Performance-ervaring

Deelvraag 2.1: “Welke impact heeft de ervaring t.a.v. de Performance van een MDO op

transportbedrijven?”

In § 6.2.2.1 staat beschreven waaruit de Performance-ervaring met een MDO bestaat. Die paragraaf geeft

samen met de beantwoording van hypothese 12 (zie hieronder) antwoord op deelvraag 2.1.

Hypothese 12 – De Performance-ervaring met een MDO is het sterkste deelconstruct van Impact op het

bedrijf, en heeft een positieve impact.

Hypothese 12 wordt aangenomen. De Performance van een MDO levert voldoende op in verhouding tot de

gedane investering, was de algemene mening van de respondenten. En uit de interviewresultaten blijkt dat de

Performance-ervaring hoofdzakelijk uit voordelen voor de bedrijfsprocessen bestaat, en dat deze voordelen

een grotere impact op het bedrijf hadden dan andere ervaringen met het gebruik van een MDO. De

belangrijkste behaalde voordelen met behulp van een MDO zijn administratiekostenbesparing, beter

overzicht van de status van zendingen, betere controle op het transportverloop, meer rust op de

planningsafdeling en een besparing in de communicatiekosten. Deze behaalde voordelen komen ook terug in

andere onderzoeken en documentatie:

- Eindrapport (on)mogelijkheden GPRS, goederen & personen vervoer (2004):

Baten mobiele datacommunicatiesystemen: Tijdwinst op de planningsafdeling, betere management

informatie over voertuigen en chauffeurs, lagere kosten t.o.v. spraakcommunicatie.

- Borlez (2004):

Voordelen mobiele oplossingen: real-time informatie of recente gegevens verkrijgen; Nauwkeurige en

concreet bruikbare managementinformatie verzamelen of destilleren (o.a. overzicht en controle);

Rendabiliteit verhogen door minder administratief werk; Logistieke stromen versnellen (afwikkelen van

verkoop- en herstelorders).

- Van Eck(2004b):

Een compleet Transport Management Systeem biedt de mogelijkheid de administratieve organisatie van

het transportbedrijf te verbeteren.Daarbij zegt een groot aantal leveranciers dat de ontwikkelingen in

2004 vooral zijn gericht op informatie-uitwisseling met aan de ene kant de boordcomputer of PDA

(Personal Digital Assistant) in de voertuigen en aan de andere kant de informatie-uitwisseling met

opdrachtgevers via internet.

- Van der Vlugt (2004b):

Transportbedrijven zijn via boordcomputersystemen in staat om in combinatie met GPS-plaatsbepaling,

eventuele randapparatuur en mobiele datacommunicatie een beter inzicht te krijgen in de status van de

auto en lading en de geleverde prestaties. Planners kunnen sneller en beter geïnformeerd ingrijpen en het

management kan sturen op de juiste gegevens.

Concluderend kan gesteld worden dat de Performance-ervaring met een MDO de sterkste positieve impact

heeft op transportbedrijven.

7.2.2 Gebruiksgemak-ervaring

Deelvraag 2.2: “Welke impact heeft de ervaring t.a.v. het Gebruiksgemak van een MDO op

transportbedrijven?”

In § 6.2.2.2 staat beschreven waaruit de Gebruiksgemak-ervaring met een MDO bestaat. Die paragraaf geeft

samen met de beantwoording van hypothese 13 en 15 (zie hieronder) antwoord op deelvraag 2.2. Zoals

vermeld in §6.2.2.2 bestaat de Gebruiksgemak-ervaring uit twee delen:

1- De ervaring ten aanzien van het gebruik en de omgang met een MDO, &

2- De ervaring ten aanzien van de implementatie van een MDO.

Hypothese 13 – De Gebruiksgemak-ervaring met een MDO is het minst sterke deelconstruct van Impact op

het bedrijf, en heeft een negatieve impact.

Hypothese 13 wordt gedeeltelijk aangenomen en gedeeltelijk afgewezen. De uitleg hierover is hieronder te

vinden:

Ervaring ten aanzien van het gebruik en de omgang met een MDO

Vanuit deze ervaring wordt hypothese 2 verworpen wat betreft de negatieve impact die dit heeft op

transportbedrijven. Een MDO is in principe makkelijk in gebruik, zo gaven de respondenten aan. In het

begin waren het gebruik van en de omgang met een MDO nog wel eens lastig voor medewerkers, maar het

wende vrij snel. Deze ervaring had duidelijk een positieve impact, en was van belang om een positieve

performance en Sociale-ervaring met een MDO mogelijk te maken. In die zin kan deze ervaring beter gezien

worden als een randvoorwaarde/vereiste van een MDO om voordelen uit het gebruik van een MDO te

behalen.

Ervaring ten aanzien van de implementatie van een MDO

Vanuit deze ervaring wordt hypothese 13 aangenomen. Alle respondenten hebben last gehad van storingen

van het netwerk of van de apparatuur. Deze storingen hadden een grote, negatieve impact op hun bedrijven.

Bij storingen moesten bedrijfsprocessen weer op de oude manier plaatsvinden en het omschakelen daarnaar

kostte tijd, geld en zorgde voor irritatie bij medewerkers. De invoering van een MDO werd dan ook als

complex ervaren, door de problemen die hierbij plaatsvonden. Hierbij wordt hypothese 15 dan ook

aangenomen.

Hypothese 15 – De Implementatie van een MDO zorgt vaak voor problemen en heeft daarmee een negatieve

impact op transportbedrijven.

Door deze problemen is het vertrouwen in ICT/MDO leveranciers bij twee respondenten compleet

verdwenen.

7.2.3 Sociale-ervaring

Deelvraag 2.3: “Welke impact heeft de Sociale-ervaring t.a.v. een MDO op transportbedrijven?”

In § 6.2.2.3 staat beschreven waaruit de Sociale-ervaring van de respondenten met een MDO bestaat. Die

paragraaf geeft samen met de beantwoording van hypothese 14 (zie hieronder) antwoord op deelvraag 2.3.

Hypothese 14 - Sociale-ervaring met een MDO heeft meer impact dan Gebruiksgemak-ervaring, maar

minder dan Performance-ervaring, en is positief.

Deze hypothese wordt niet aangenomen, omdat de Gebruiksgemak-ervaring een randvoorwaarde/vereiste is

voor een positieve performance en Sociale-ervaring. Een goede vergelijking kan dus niet gemaakt worden.

De Performance-ervaring had in ieder geval wel een grotere impact dan de Sociale-ervaring (zie § 6.2.2.1).

Maar de Sociale-ervaring heeft wel enkele belangrijke voordelen opgeleverd, zie hieronder.

Externe Sociale-ervaring

Alle respondenten stelden dat door het gebruik van een MDO hun imago en hun status was verbeterd,

richting de klant. Ook vonden de meeste respondenten dat er door het gebruik van een MDO een betere

dienstverlening richting de klant was. Klanten waardeerden dit, zo gaven de respondenten aan. Dit vertaalde

zich in een grotere tevredenheid van de klanten. Deze externe sociale voordelen komen ook terug in andere

onderzoeken en documentatie:

- Eindrapport (on)mogelijkheden GPRS, goederen & personen vervoer (2004):

Baten mobiele datacommunicatiesystemen: (…) een betere service aan de klant.

- Borlez (2004):

Voordelen mobiele oplossingen: Perceptie van professionaliteit van de medewerkers bij klanten;

Diensten waarborgen, onafhankelijk van locatie en tijd.

- Van Eck (2004b):

Een compleet Transport Management Systeem (TMS) biedt de mogelijkheid de (…) externe

communicatie van het transportbedrijf te verbeteren. Daarbij zegt een groot aantal leveranciers dat de

ontwikkelingen in 2004 vooral zijn gericht op informatie-uitwisseling met aan de ene kant de

boordcomputer of PDA (Personal Digital Assistant) in de voertuigen en aan de andere kant de

informatie-uitwisseling met opdrachtgevers via internet.

- Vlught, van der (2004b):

Boordcomputersystemen zijn in staat om in combinatie met GPS-plaatsbepaling, eventuele

randapparatuur en mobiele datacommunicatie, transportondernemingen en hun opdrachtgevers inzicht te

geven in de status van de auto en lading. (…) opdrachtgevers hebben hierdoor een beter inzicht in de

kwaliteit van de geleverde diensten.

Interne Sociale-ervaring

De medewerkers van de onderzochte cases waren over het algemeen in het begin erg sceptisch over het

gebruik van een MDO, zie § 6.2.2.3. Later zagen zij echter vaak in dat het gebruik van een MDO voordelen

opleverde voor hen persoonlijk (o.a. betere ondersteuning voor chauffeurs vanuit de planning en navigatie)

en voor het bedrijf als geheel (o.a. modern imago bij klanten waar de chauffeurs komen). Na de

aanvankelijke scepsis, werden de medewerkers dus positief over het gebruik van een MDO.

Dat het gebruik van MDO zorgt voor positieve effecten op medewerkers, blijkt ook uit ander onderzoek:

- Borlez (2004):

Over mobiele oplossingen: Personeelsmotivatie wordt verhoogd door nieuwe technologische

hulpmiddelen (o.a. rust op planning)

Navigatie draagt bij aan het rijplezier van chauffeurs door het verminderen van de zoektijd en

omrijdkilometers.

- Eindrapport (on)mogelijkheden GPRS, goederen & personen vervoer (2004):

Baten mobiele datacommunicatiesystemen: (…) rust op de planningsafdeling, wat ten goede komt aan

het werkplezier van transportplanners.

7.2.4 Overige Ervaringen

Deze paragraaf geeft antwoord op deelvraag 2.4 (zie Conclusies, hoofdstuk 7).

Deelvraag 2.4: “Welke impact hebben overige ervaringen t.a.v. een MDO op transportbedrijven?”

Eén respondent gaf aan dat zijn verzekeringspremie omhoog was gegaan, omdat er nu meer dure apparatuur

in hun voertuigen zat. Maar ‘overige ervaring’ met een MDO hadden vrijwel geen impact op de

transportbedrijven. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de impact die een MDO heeft op

transportbedrijven, bestaat uit de Performance-ervaring, Gebruiksgemak-ervaring en Sociale-ervaring met

een MDO.