• No results found

Een onderwijsarrangement voor vernieuwende vakdidactiek

Ontwerp en evaluatie van de levensvatbaarheid van VILMS

3.2 Ontwerp van de interventie

3.2.3 Een onderwijsarrangement voor vernieuwende vakdidactiek

Op basis van ontwerp 1.0 (zie §3.2.1) is met gebruikmaking van de rich media- cases Werken aan tussendoelen beginnende geletterdheid (zie §3.2.2) een interventie ontwikkeld. De kern van de interventie betreft het gebruik van Video (uit rich media-cases) voor een Interactieve Lesvoorbereiding door Mentor en Student, kortweg: VILMS.

Een interventie ingebed in een onderwijsarrangement

De interventie is opgenomen in een onderwijsarrangement (Zie Tabel 3.3)in het tweedejaarscurriculum van OidS. Het onderwijsarrangement begint met drie inleidende colleges (à 1,5 uur), waarin de opleidingsdocent de vakdidactiek voor beginnende geletterdheid en de opbouw van de rich media-cases toelicht. Ook bekijken studenten in tweetallen enkele cases om vertrouwd te raken met het materiaal. Daarna voeren de studenten in de basisschool de interventie uit, gevolgd door de lesuitvoering en een lesnabespreking volgens de bestaande richtlijnen.

Tabel 3.3 Onderwijsarrangement voor vernieuwende vakdidactiek (VILMS1.0)

Onderdeel Inhoud/materiaal Plaats

1. Inleidende colleges Presentatie over vakdidactiek beginnende geletterdheid en opbouw rich media-cases door opleidingsdocent

Opleidings- instituut 2. Lesvoorbereidings-

gesprek (dialoog) Gezamenlijke lesvoorbereiding door student en mentor met behulp van rich media-cases Basisschool 3. Lesuitvoering Uitvoering van de les door student in de groep Basisschool 4. Lesnabespreking Nabespreking van de les door student en

mentor Basisschool

Inhoud van de interventie

De interventie bestaat uit twee componenten: een selectie exemplarische rich media-cases en een opdracht om gezamenlijk de cases te bekijken en te verwerken in een lesontwerp, dat wordt uitgevoerd door de student.

Tabel 3.4 Inhoud van de rich media-cases gebruikt in de interventie (VILMS 1.0) Casusinhoud Beschrijving videoa Situatie in video Tekst bij de cases

1 Boek- oriëntatie: Leerlingen maken in voorlees- situaties kennis met de functies van boeken

In groep 2 leest Ellie regelmatig voor. Iedere keer kiest ze een ander groepje. Met zes kinderen bekijkt ze voorafgaand aan het voorlezen de omslag van het prentenboek.

De leraar introduceert een prentenboek en bespreekt met de leerlingen de titel, de betekenis van het vraagteken en de namen van de auteur/illustrator.

1.1 Kinderen begrijpen dat illustraties en tekst samen een verhaal vertellen 1.2 Ze weten dat

boeken worden gelezen van voor naar achter, blad- zijden van boven naar beneden en regels van links naar rechts 1.3 Ze weten dat verhalen een opbouw hebben. 1.4 Ze kunnen aan de hand van de omslag van een boek de inhoud van het boek al enigszins voorspellen

1.5 Kinderen weten dat je vragen over een boek kunt stellen. Deze vragen helpen je om goed naar het verhaal te luisteren en te letten op de illustraties

2 Idem Ellie maakt de kinderen van groep 2 bewust van de opbouw van een verhaal. Ze maakt daarbij gebruik van picto's. De kinderen doen voorspellingen over de hoofd- personen, de plaats van handeling en het verhaalverloop.

De leraar toont de platen van het

prentenboek. Ze vraagt leerlingen

voorspellingen te doen over het verhaal en schrijft deze op een flap met picto’s (wie, wat, waar). Ze zegt welke vragen ze gaat stellen na het voorlezen. 3 Idem Ellie stimuleert in groep

2 actief luisteren door luistervragen te stellen en uit te lokken. De bedoeling is dat kinderen voorafgaand aan een verhaal vragen leren stellen. Sjoerd weet er al één.

De leerkracht formuleert een luistervraag en schrijft deze op de flap bij de luister-picto. Ze vraagt leerlingen om een luistervraag te formuleren en schrijft deze ook op de flap.

Voor ontwerp 1.0 zijn drie cases geselecteerd over Boekoriëntatie, omdat dit onderdeel van de vakdidactiek aansluit bij de gangbare onderwijspraktijk in groep 1 tot en met 3 van de basisschool (voorlezen van prentenboeken). De cases tonen echter onderwijssituaties die als vernieuwend kunnen worden beschouwd. Criteria voor selectie zijn ontleend aan het concept ‘interactief taalonderwijs’ (zie §3.2.2): er is sprake van functioneel en betekenisvol lezen en/of schrijven; er is interactie tussen leerlingen (en leraar) over lezen en/of schrijven; de leraar vertoont voorbeeldgedrag op gebied van lezen en/of schrijven. De inhoud van de geselecteerde cases is samengevat in Tabel 3.4. De cases bevatten videofragmenten (in totaal 3 min. en 48 sec.) uit dezelfde les. In totaal tonen de drie cases negen vernieuwende ideeën op het gebied van geletterdheid. Omdat deze ideeën niet expliciet worden benoemd, zijn ze ten behoeve van de analyse gelabeld in termen van didactisch handelen (zie Tabel 3.9).

De student en de mentor krijgen de opdracht om met gebruikmaking van de geselecteerde cases gezamenlijk een les voor te bereiden die de student zal uitvoeren in de groep. De opdracht is weergegeven in Tabel 3.5.

Tabel 3.5 Schriftelijke opdracht voor de gezamenlijke lesvoorbereiding (VILMS1.0) • Jullie gaan samen een les voorbereiden voor jullie groep. Het onderwerp is

beginnende geletterdheid. De les wordt op korte termijn gegeven door de student en daarna door jullie samen nabesproken.

• In de les verwerken jullie de volgende tussendoelen beginnende geletterdheid: Tussendoel 1 Boekoriëntatie

1.3 Kinderen weten dat verhalen een opbouw hebben.

1.4 Kinderen kunnen aan de hand van de omslag van een boek de inhoud van het boek al enigszins voorspellen

1.5 Kinderen weten dat je zelf vragen over een boek kunt stellen

• Bij de voorbereiding gebruiken jullie een aantal videofragmenten van de cd-rom. Deze videofragmenten hebben een inhoudelijke relatie met de genoemde tussendoelen:

Tussendoel 1 Boekoriëntatie