• No results found

1.2 Arbeidsongeschikte werknemers

1.2.4 Duur uitkering

WGA-UITKERING

De WGA kent een loongerelateerde, een loonaanvullings- en een vervolguitkering.

De loongerelateerde uitkering is afhankelijk van uw leeftijd op het moment dat uw uitkering aanvangt. De loongerelateerde uitkering duurt minimaal zes maanden en maximaal vijf jaar.

De duur van de loonaanvullingsuitkering is afhankelijk van uw persoonlijke situatie. Mits u aan de voorwaarden blijft voldoen, houdt u de loonaanvullingsuitkering tot uw 65e. Indien u bijvoorbeeld na verloop van tijd minder dan 35% arbeidsongeschikt bent, stopt de uitkering natuurlijk wel. Indien u uw restverdiencapaciteit niet voldoende benut (ten minste 50%

verdienen) verliest u ook het recht op de loonaanvullingsuitkering. U heeft dan mogelijk wel recht op de vervolguitkering.

Ook de vervolguitkering kent in beginsel een duur tot uw 65e jaar. Wanneer u erin slaagt 50%

van uw restverdiencapaciteit te benutten, dan eindigt de vervolguitkering en krijgt u recht op de loonaanvullingsuitkering.

Leeftijd Duur loongerelateerde uitkering 18 tot en met 22 6 maanden

23 tot en met 27 9 maanden 28 tot en met 32 1 jaar 33 tot en met 37 1,5 jaar 38 tot en met 42 2 jaar 43 tot en met 47 2,5 jaar 48 tot en met 52 3 jaar 53 tot en met 57 4 jaar 58 tot en met 64 5 jaar

Na afloop van de loongerelateerde uitkering wordt gekeken of u nog werkt en hoeveel u op dat moment verdient. Als u minimaal de helft verdient van wat u nog zou kunnen verdienen, gaat de uitkering over in een loonaanvulling. Als u niet meer werkt, of als u niet aan deze voorwaarde voldoet dan krijgt u zoals gezegd een vervolguitkering.

IVA-UITKERING

De IVA-uitkering duurt eveneens maximaal tot de eerste dag van de maand waarin u 65 jaar wordt. Ook kan de uitkering worden stopgezet als u gedeeltelijk arbeidsgeschikt wordt verklaard, of als u voor een periode van minimaal drie maanden naar het buitenland gaat waarmee Nederland geen verdrag heeft afgesloten over de uitbetaling van sociale verzeke-ringen of als u in de gevangenis belandt.

WAO-UITKERING

Als u nu een uitkering heeft, blijft u vallen onder het stelsel. De bestaande WAO-regels blijven gelden. Sinds 1 augustus 1993 kent de WAO een aanvangs- en een vervolguitke-ring. De duur van de aanvangsuitkering is afhankelijk van uw leeftijd op het moment van het begin van de WAO-uitkering. Blijft u arbeidsongeschikt, dan kunt u de duur van uw aanvangs-uitkering aflezen in onderstaande tabel. U gaat uit van uw leeftijd op uw eerste WAO-dag.

Leeftijd Duur aanvangsuitkering 59 of ouder tot 65 jaar

De werknemer die jonger is dan 33 jaar, komt meteen in aanmerking voor de vervolguitke-ring.

Na de aanvangsuitkering komt er een vervolguitkering. Blijft u arbeidsongeschikt, dan heeft u tot uw 65ste levensjaar recht op de vervolguitkering. De hoogte van de vervolguitkering wordt via een ingewikkelde rekenformule berekend. Eerst wordt gekeken naar uw leeftijd en naar het verschil tussen uw WAO-dagloon en het wettelijk minimumloon. Uw WAO-dagloon is het loon dat u verdiende voordat u arbeidsongeschikt werd, inclusief vakantietoeslag en alle toeslagen en vergoedingen die normaal gesproken tot uw loon behoorden. In tegenstelling tot het maatmanloon is het dagloon wel aan een maximum gebonden.

Voorbeeld WAO-uitkering Aanvangsuitkering

Stel dat u op uw veertigste volledig arbeidsongeschikt bent verklaard en dat uw bruto WAO-dagloon op dat moment € 75,- is. Op basis van uw leeftijd heeft u dan één jaar recht op een aanvangsuitke-ring van 70% van € 75,- = € 52,50.

Vervolguitkering

Blijft u volledig arbeidsongeschikt, dan heeft u na dat ene jaar recht op een WAO-vervolguitkering.

Deze is gebaseerd op het vervolgdagloon. Dit vervolgdagloon wordt als volgt bepaald: het minimumdagloon (M) en een percentage van het verschil tussen het dagloon (D) en het

minimumdagloon worden opgeteld (M + percentage van D-M). In dit voorbeeld is het minimumdag-loon € 50,-. Het percentage wordt berekend door uw leeftijd op het moment van toekenning van de WAO met vijftien te verminderen en de uitkomst met twee te vermenigvuldigen.

De hoogte van de vervolguitkering is het eerder gestelde arbeidsongeschiktheidspercentage (hier 70%) maal het berekende vervolgdagloon.

Samengevat gaat het om de volgende stappen:

Stap 1 40 (leeftijd) - 15 = 25 Stap 2 25 x 2 = 50

Stap 3: 50% x (dagloon € 75 - minimumdagloon € 50) = € 12,50 Stap 4: € 12,50 + € 50 (minimumdagloon) = € 62,50

Uw vervolguitkering bedraagt dan: 70% van € 62,50 = € 43,75.

Uw vervolguitkering is dus € 8,75 per dag ( 52,50 - 43,75) minder dan uw

WAO-aanvangsuitkering. Dit verschil tussen aanvangs- en vervolguitkering heet WAO-gat. In veel gevallen is het WAO-gat via de werkgever verzekerd.

)

Als u hulpbehoevend bent, in die zin dat u geregeld oppas en verzorging nodig heeft, dan kan uw volledige WAO-uitkering van 70% van uw WAO-dagloon opgehoogd worden tot maximaal 100%. Deze regel is niet van toepassing als u in een instelling bent opgenomen die door uw ziekteverzekering vergoed wordt.

1.2.5 Herbeoordeling

Bij elke toekenning van een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WIA/WAO, Waz of Wajong) is UWV verplicht regelmatig te bekijken of er redenen zijn om uw uitkering te herzien of in te trekken. Dit gebeurt op gezette tijden of wanneer uw situatie erom vraagt. Bij deze herbe-oordeling gelden vanaf 1 oktober 2004 strengere arbeidskundige criteria. Dat wil zeggen dat er strenger wordt gekeken naar wat u ondanks uw arbeidshandicap nog kunt. De arbeidskun-dige hoeft nog naar drie arbeidsplaatsen van de drie passende functies te zoeken (inclusief functies waarvoor u zich binnen zes maanden kunt kwalificeren). Voorheen waren dit er tien per functie. Ook kunt u worden gekeurd op voltijdbanen als u daarvoor parttime werkte, en wordt er geen rekening meer gehouden met uw oude arbeidspatroon. In bepaalde gevallen kan er ook sprake zijn van een ‘dubbele keuring’. U wordt dan gekeurd door een tweede verzekeringsarts en/of arbeidsdeskundige. Dit speelt vaak zodra u volledig arbeidsongeschikt wordt verklaard.

Tussen 1 oktober 2004 en medio 2006 vindt de herbeoordeling volgens de nieuwe keuringsre-gels plaats. Alle WAO-, WAZ- en Wajong-gerechtigden, behalve bepaalde groepen 50+’ers (op 1 juli 2004), worden opnieuw beoordeeld. Degenen met de grootste kans op werkhervatting komen als eerste aan de beurt. Bij die herbeoordeling hanteert het UWV de strengere ar-beidskundige criteria.

Hiermee komen de vaste herbeoordelingen te vervallen. Dit betekent dat u niet langer één jaar na de eerste toekenning van de uitkering opnieuw beoordeeld wordt. Ook wordt u niet meer bij iedere aanvraag om verlenging van de uitkering opnieuw gekeurd. Als het UWV van mening is dat een herbeoordeling wel zinvol is, wordt u hier tijdig van op de hoogte gesteld.

In het algemeen vraagt uw situatie om een herbeoordeling:

• als er veranderingen in uw gezondheidstoestand optreden, bijvoorbeeld als uw gezond-heid verslechtert of verbetert;

• als er veranderingen in uw werksituatie zijn opgetreden, bijvoorbeeld als u een baan accepteert, of uitbreiding van het aantal uren dat u naast uw uitkering werkt;

• als dat van te voren met u is afgesproken.

VERANDERINGEN GEZONDHEIDSTOESTAND

Als uw gezondheidstoestand verslechtert en u was al volledig arbeidsongeschikt, dan bestaat de mogelijkheid dat uw arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt opgehoogd wordt. Hiervoor moet u in uw dagelijkse levensverrichtingen van derden afhankelijk zijn geworden. Is dit niet het geval, dan zal het melden van de verslechtering geen financiële consequenties voor u hebben. Voor de volledigheid van uw dossier is het melden van een verslechtering wel van belang.

Was u gedeeltelijk arbeidsongeschikt, dan kan het melden van een verslechtering van uw gezondheidstoestand gevolgen hebben voor de arbeidsongeschiktheidsklasse waarin u bent ingedeeld. Die verslechtering moet wel komen door dezelfde ziekteoorzaak. Als de verslech-tering plaatsvindt binnen vijf jaar nadat uw arbeidsongeschiktheidsklasse voor het eerst werd vastgesteld, dan kan uw uitkering na een wachtperiode van vier weken herzien worden.

Heeft u al langer dan vijf jaar een gedeeltelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering en verslech-tert uw situatie, dan gaat voor het deel dat u niet arbeidsongeschikt was (bijvoorbeeld omdat u werk had of WW) de Ziektewet opnieuw een rol spelen.

staat. De wetgever gaat ervan uit dat structurele verbeteringen in uw gezondheidstoestand via de normale herbeoordelingen wel aan het licht komen.

VERANDERINGEN IN WERKSITUATIE

Wanneer u werk heeft gevonden dat u graag wilt doen, is het in verband met uw uitkerings-rechten van belang dat u dit meldt aan UWV. UWV moet van mening zijn dat uw gezondheid dit werken toelaat, want anders bent u niet verzekerd als u onverhoopt uit zou vallen.

Daarnaast kan het zo zijn dat verrekening van de inkomsten uit uw nieuwe baan een ander arbeidsongeschiktheidspercentage oplevert. Uw uitkering moet dan aangepast worden of stopgezet. Maar ook als de inkomsten zo gering zijn dat van een aanpassing of stopzetting van uw uitkering geen sprake is, bent u verplicht de inkomsten te melden. Als u inkomsten niet meldt en UWV komt daar achter, dan kunt u een fikse boete krijgen.

VAN TE VOREN AFGESPROKEN

Het kan ook zijn dat de verzekeringsarts met u een herbeoordeling heeft afgesproken op een nader te bepalen tijdstip, bijvoorbeeld omdat u nog geopereerd moest worden of volop aan het revalideren was op het moment van de vorige beoordeling.

Een ander moment is dat u toestemming heeft gekregen voor het volgen van een omscholing.

In die situatie krijgt u na afronding van de omscholing één jaar de tijd om werk te zoeken. Na dat jaar wordt u opnieuw beoordeeld.

Als u voor 1 januari 2004 ziek bent geworden, blijft (na herkeuring) de WAO gelden. U komt dan niet in de WIA terecht. Wie na de herbeoordeling volledig is goedgekeurd en weer gaat werken, kan terugvallen in de WAO als de oorzaak dezelfde is als bij de vroegere WAO-aanvraag. Deze regel geldt voor een periode van vijf jaar na de herbeoordeling. Wie na de herbeoordeling gedeeltelijk is goedgekeurd en opnieuw arbeidsongeschikt raakt, blijft ook onder de WAO vallen. In dit geval zijn geen voorwaarden van toepassing.

Als u na de herbeoordeling uw WAO-uitkering gedeeltelijk of in zijn geheel kwijt raakt, bestaat er in bepaalde gevallen het recht op een tegemoetkoming. Dit geldt bijvoorbeeld voor mensen die niet in aanmerking komen voor een WW-uitkering. U kunt dan voor maxi-maal zes maanden aanspraak maken op de Tijdelijke Regeling Inkomensgevolgen

herbeoordeelde arbeidsongeschikten (TRI). De TRI is meestal vergelijkbaar met de hoogte van uw vroegere WAO-uitkering. Als u nog een gedeeltelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt, vult de TRI dit bedrag aan tot het niveau voor de herbeoordeling. Zodra u weer meer gaat werken, wordt het loon in mindering gebracht op de TRI. Als u na zes maanden nog geen werk heeft, kunt u een bijstandsuitkering aanvragen.