• No results found

officiële beslissingen van de uitkeringsinstantie waar u het niet mee eens bent. Bijvoorbeeld de beslissing u in te delen in een

3.4 In beroep gaan

Als u het niet eens bent met de uitkomst van de bezwaarprocedure, kunt u in beroep gaan bij de rechtbank, sector bestuursrecht. In Nederland zijn negentien rechtbanken. U gaat in beroep bij de rechtbank die hoort bij uw woonplaats. Welke rechtbank dat is vindt u onder-aan de beslissing op het bezwaar (ook wel beschikking genoemd). Krijgt u ook van de rechtbank geen gelijk, dan kunt u nog in hoger beroep gaan bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB).

3.4.1 Beroepschrift

Een procedure van beroep bij de rechtbank, sector bestuursrecht is het vervolg op een bezwaarprocedure. U kunt deze procedure overwegen als u de beslissing op het bezwaar onjuist vindt. In beroep gaan doet u door het schrijven van een beroepschrift. Dit is een brief waarin u uitlegt waarom u het niet eens bent met de beslissing op uw bezwaarschrift. Verder schrijft u in de brief wat naar uw mening de beslissing van de rechter zou moeten zijn. Het is verstandig uw beroepschrift aangetekend te versturen.

Bereidt u zich er wel op voor dat dit vaak een lange procedure is. Een beroepszaak kan soms wel een jaar duren. Voor sommige mensen betekent een beroepszaak een periode van veel onzekerheid. Mensen zijn bang dat ze de zaak zullen verliezen en dat ze in dat geval de volledige kosten moeten betalen, dus ook die van de tegenpartij. Deze vrees is echter niet terecht. Aan de procedure van beroep zijn beperkte kosten verbonden:

• In beroep gaan bij de rechtbank kost eenmalig € 38,- aan griffierechten. U moet betalen binnen vier weken nadat u hiervoor een acceptgiro in de bus heft gekregen. Betaalt u niet op tijd dan wordt uw beroep niet ontvankelijk verklaard en vervalt uw recht op be-roep.

• In hoger beroep gaan bij de Centrale Raad kost eenmalig € 105,- aan griffierechten. Ook dit bedrag moet u op tijd betalen.

Als u de zaak wint, krijgt u de griffierechten terug. En als u de zaak verliest hoeft u geen proceskosten te betalen. Ook de kosten die de tegenpartij heeft gemaakt hoeft u niet te betalen.

Voor het voeren van een beroepsprocedure is het niet nodig dat u wordt bijgestaan door een

3.4.2 De stappen van de beroepsprocedure

De beroepsprocedure bij de rechtbank is onder te verdelen in zes stappen:

Stap 1: het ontvankelijk verklaren van het beroepschrift;

Stap 2: het opvragen van het dossier;

Stap 3: is het een eenvoudige of een ingewikkelde zaak?

Stap 4: het inzien van de stukken;

Stap 5: de zitting;

Stap 6: de beslissing.

Stap 1 Het ontvankelijk verklaren van het beroepschrift

Nadat u een beroepschrift heeft ingediend bij de rechtbank, zal de rechtbank allereerst kijken of er redenen zijn om het beroep niet in behandeling te nemen. Als die redenen er zijn, noemt de rechtbank het beroep 'niet ontvankelijk'. Een te late indiening van het beroep-schrift of het niet betalen van het griffierecht kunnen redenen zijn het beroep niet in behandeling te nemen.

Lukt het u niet om binnen zes weken een beroepschrift in te dienen, dan kunt u binnen die zes weken alvast een 'voorlopig beroepschrift' indienen. In dat voorlopige beroepschrift schrijft u dat u beroep aantekent en waarom u meer tijd nodig heeft voor uw beroepschrift.

Stuur tevens een kopie van de beslissing op bezwaar mee. Op deze manier stelt u de termijn van reageren veilig. De redenen om in beroep te gaan kunt u later in uw eigenlijke beroep-schrift opgeven.

)

Houdt de termijn van zes weken goed in de gaten. Stuur uw beroepschrift niet op het laatste nippertje, maar ruim op tijd. Stuur een kopie van de beslissing mee. Verstuur de brief aangetekend.

Stap 2 Het opvragen van het dossier

De rechtbank vraagt uw dossier op bij UWV of Sociale Dienst. U krijgt een afschrift van uw dossier. De uitkeringsinstantie moet een verweerschrift schrijven. Hierin staat waarom de beslissing is genomen. Het verweerschrift krijgt u ook toegestuurd. De rechter begint soms een nader onderzoek. Hierin wint de rechter ontbrekende informatie in, bijvoorbeeld bij uzelf of bij de betreffende instantie, of bij uw (vroegere) werkgever. Ook kan de rechter een onafhankelijke deskundige om advies vragen, zoals een onafhankelijke arts of arbeidsdeskun-dige. Het kan zijn dat u gevraagd wordt mee te werken aan dit onderzoek. Als de rechter vindt dat hij voldoende informatie heeft, stopt hij met het onderzoek.

Stap 3 Is het een eenvoudige of een ingewikkelde zaak?

Als de zaak is voorbereid, bepaalt de voorzitter van de rechtbank welke weg er gevolgd gaat worden. In een eenvoudige zaak kan een schriftelijke behandeling volgen. De rechter doet een uitspraak op basis van de stukken. Dit kan alleen als u daarvoor toestemming geeft.

Als u geen toestemming geeft, komt er een rechtszitting. U krijgt hiervoor een oproep. In deze oproep staat waar en wanneer de zitting plaatsvindt en of u verplicht bent te komen. In een ingewikkelde zaak verwijst de voorzitter via een beschikking naar de Kamer van de rechtbank waar meerdere rechters aan deelnemen.

Zaken in het kader van de WIA/WAO worden doorgaans als 'eenvoudige' zaken aangemerkt en zullen dus door één rechter worden afgedaan.

Stap 4 het inzien van de stukken

Voordat de zitting plaatsvindt, kunt u de stukken in te zien. De rechter kan u eventueel uitsluiten van het kennisnemen van bepaalde geneeskundige rapporten als hij denkt dat dit schade toebrengt aan uw geestelijke of lichamelijke gezondheid.

Stap 5 De zitting

Het kan zijn dat de rechter over bepaalde dingen verduidelijking of aanvullende informatie wil hebben. De zitting geeft de rechter die mogelijkheid. Partijen hebben op de zitting de kans om hun zaak mondeling toe te lichten. Als de rechter of één van de partijen dat nodig vindt, kunnen ter zitting getuigen of deskundigen gehoord worden.

Stap 6 De beslissing

Binnen ongeveer zes weken na de zitting neemt de rechter een beslissing op basis van de stukken en op basis van wat hij ter terechtzitting heeft gehoord. Soms trekt de rechter zich tijdens terug in de Raadkamer, denkt daar na over de zaak en geeft vervolgens op de zitting al een beslissing over het beroep.

De rechter bepaalt zelf wat hij als bewijs aanneemt en welk bewijs naar zijn mening het sterkst is. De uitspraak vindt in het openbaar plaats. De rechter moet de uitspraak ook schriftelijk aan de partijen kenbaar maken.

GEEN SCHORSENDE WERKING

Bezwaar en beroep hebben geen schorsende werking. Dit betekent dat de beslissing die in eerste instantie door de uitkeringsinstantie is genomen en waartegen u bezwaar of beroep hebt aangetekend, gewoon uitgevoerd moet worden, ook al zou achteraf blijken dat het een onjuist besluit was. In spoedeisende gevallen kan wel aangedrongen worden op een snellere behandeling van de zaak. U kunt dan een kortgedingprocedure starten bij de president van de rechtbank. De president van de rechtbank gaat kijken of er zwaarwegende belangen zijn die zich tegen een tenuitvoerlegging van een besluit verzetten. Van een spoedeisend geval is bijvoorbeeld sprake als er in verband met een terugvordering beslag is gelegd op uw huis en de uitkeringsinstantie van plan is dit huis te verkopen.

VOORLOPIGE VOORZIENING

De nadelige gevolgen van het uitvoeren van de eerste beslissing van UWV of Sociale Dienst kunnen heel groot zijn: u krijgt misschien geen geld meer van de uitkeringsinstantie, maar uw kosten (huur, gas, water, licht) blijven gewoon doorlopen. Om die reden bestaat de mogelijkheid een voorlopige voorziening aan te vragen bij de voorzieningenrechter van de rechtbank. Deze voorziening is een speciale regeling voor de periode waarin uw beroep wordt behandeld. Het UWV-kantoor kan bijvoorbeeld het bevel krijgen om uw uitkering door te betalen tijdens de beroepsprocedure.

Aan een verzoekschrift tot voorlopige voorziening worden dezelfde eisen gesteld als aan een bezwaarschrift. Nadat het griffierecht van € 38,- door u is betaald en de voorzieningenrechter uw zaak wil behandelen (uw zaak ontvankelijk wordt verklaard), wordt u op een zitting bij de rechtbank uitgenodigd. Net als in een beroepsprocedure kunnen de partijen getuigen en deskundigen meenemen. Na afloop van de zitting zal de voorzieningenrechter zo snel moge-lijk uitspraak doen of u al dan niet een voorlopige voorziening krijgt. Krijgt u een voorlopige voorziening toegewezen, dan vervalt deze zodra de rechter een uitspraak doet over de beroepszaak.

3.4.3 Hoger beroep

Als u het niet eens bent met de uitspraak van de rechtbank kunt u in hoger beroep gaan bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB). De uitkeringsinstantie heeft ook de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan. De termijn om in hoger beroep te gaan is zes weken na dagtekening van de uitspraak van de rechtbank. Het hoger beroep moet schriftelijk gebeuren door een beroepschrift. Voordat de CRvB uw zaak in behandeling neemt, moet u eerst het griffierecht van € 105,- betalen (per 1 februari 2006).

Het hoger beroep heeft ook geen schorsende werking. De eerste beslissing van UWV of Soci-ale Dienst is geldig. Heeft u bijvoorbeeld bij de rechtbank gelijk gekregen en is de

uitkeringsinstantie in hoger beroep gegaan, dan verandert er voor u niets. Eerst moet de Centrale Raad van Beroep een uitspraak doen. Voor hoger beroep ruimte is er aanleiding als het niet uitsluitend gaat om een geschil van geneeskundige aard. Er moet dus méér aan de hand zijn. De procedure in hoger beroep verloopt hetzelfde als de procedure bij de recht-bank.

3.5 Toetsingsgronden