• No results found

Voor zelfstandigen die arbeidsongeschikt worden is er de WAZ-uitkering. Vanaf 1 januari 1998 was elke zelfstandige ondernemer verplicht verzekerd volgens de Wet arbeidsongeschikt-heidsverzekering zelfstandigen (WAZ). Voor die datum was de Algemene

Arbeidsongeschiktheidswet (AAW) van toepassing. In principe was elke zelfstandige verplicht verzekerd volgens de WAZ.

Het kabinet heeft besloten de WAZ per 1 augustus 2004 af te schaffen. Bent u als zelfstandig ondernemer voor 1 augustus 2004 arbeidsongeschikt geraakt, dan heeft u nog steeds recht op de WAZ-uitkering. Is dit niet het geval, dan kunt u zich verzekeren bij een particuliere verze-keringsmaatschappij. Voor mensen die problemen ondervinden bij het verzekeren bestaat er een ‘vangnetverzekering’.

U kwam tot 1 augustus 2005 in aanmerking voor een WAZ-uitkering als u:

1. uw inkomen (gedeeltelijk) verdiende met werk als zelfstandige op het moment dat u ziek werd;

2. voor die datum langer dan 52 weken meer dan 25% arbeidsongeschikt was;

3. niet ouder was dan 65 jaar.

Voor arbeidsongeschikte zelfstandigen ontstaat dus na 52 weken ziekte recht op een uitkering volgens de WAZ. De 52 weken moeten zijn verstreken voor 1 augustus 2005. Na die datum is er geen recht meer op een WAZ-uitkering. De WAZ geldt ook voor de in het eigen bedrijf meewerkende partner die arbeidsongeschikt wordt, ook in die gevallen dat de partner mee-werkt zonder daarvoor een arbeidsbeloning te ontvangen. Vrije beroepsbeoefenaren

(freelancers bijvoorbeeld) worden doorgaans ook als zelfstandigen aangemerkt en komen dus ook voor de WAZ in aanmerking.

De afschaffing van de WAZ per 1 augustus 2004 betekent zoals gezegd dat u vanaf 1 augustus 2005 geen nieuwe WAZ-uitkering meer kunt krijgen. Heeft u op 1 augustus 2005 al een WAZ uitkering, dan loopt deze gewoon door. De WAZ-uitkering kan in principe tot uw 65ste le-vensjaar duren. Vanaf 1 oktober 2004 wordt u - net als mensen met een uitkering volgens de WAO en Wajong - éénmalig herbeoordeeld volgens de strengere keuringscriteria van het UWV.

1.3.1 De arbeidsongeschiktheidsbeoordeling

De beoordeling of u recht heeft op een WAZ-uitkering en zo ja, tegen welk percentage, gebeurt globaal genomen hetzelfde als in paragraaf 1.2.2 bij de WAO beschreven staat.

De arbeidsongeschiktheidsbeoordeling bestaat uit drie stappen:

stap 1: de verzekeringsgeneeskundige beoordeling;

stap 2: de arbeidskundige beoordeling;

stap 3: de beslissing.

Vraagt u een WAZ-uitkering aan, dan wordt u allereerst gezien door een verzekeringsarts van UWV. Acht de verzekeringsarts u op medische gronden volledig arbeidsongeschikt, dan krijgt u na deze beoordeling de uitslag. Is de verzekeringsarts van mening dat u nog in enige mate te belasten bent voor werk, dan moet u ook nog gezien worden door een arbeidsdeskundige.

De arbeidsdeskundige gaat kijken welk werk u - gezien uw beperkingen - nog zou kunnen verrichten en wat u daarmee zou kunnen verdienen. Vervolgens wordt een vergelijking gemaakt tussen het inkomen dat u verdiend zou hebben als u niet ziek zou zijn geworden en het inkomen dat u in theorie zou kunnen verdienen in het werk waarvoor de arbeidsdeskundi-ge u arbeidsdeskundi-geschikt acht.

De uitkomst van deze vergelijking is bepalend voor de beslissing over de arbeidsongeschikt-heidsklasse waarin u ingedeeld wordt.

1.3.2 Hoogte en duur van de WAZ

Bent u als zelfstandige arbeidsongeschikt geworden en komt u in aanmerking voor een WAZ-uitkering, dan wordt de hoogte van uw uitkering als volgt berekend. Allereerst wordt vastge-steld wat uw arbeidsongeschiktheidspercentage is. Dit percentage wordt vastgevastge-steld door vast te stellen wat u voor uw arbeidsongeschiktheid verdiende (‘oude inkomen’) en wat u nu nog kunt verdienen. In schema:

“oude inkomen” – nog te verdienen inkomen

x 100% = arbeidsongeschiktheidspercentage

“oude inkomen”

De hoogte van uw inkomen als zelfstandige kan van maand tot maand nogal eens wisselen.

Daarom wordt voor uw ‘oude inkomen’ voor uw uitkering uitgegaan van het gemiddelde inkomen per dag dat u had in het jaar voordat u ziek werd. Had u in dat laatste jaar aan-toonbaar minder inkomen dan in de jaren daarvoor, dan wordt uitgegaan van het gemiddelde inkomen over de laatste vijf jaar.

Het oude inkomen voor de meewerkende partner wordt vastgesteld in de vorm van het eigen behaalde inkomen of door een deel van de winst toe te schrijven aan die partner. Als de totaalsom van winst of inkomen leidt tot een negatief bedrag, dan wordt die winst of dat inkomen op nul gesteld.

De WAZ kent zes arbeidsongeschiktheidsklassen. Hieronder volgt een overzicht van de ar-beidsongeschiktheidsklassen en bijbehorende uitkeringspercentages. Wordt u voor minder dan 25% arbeidsongeschikt geacht, dan heeft u geen recht op een WAZ-uitkering.

AO-percentage Uitkeringspercentage

25-35% 21%

35-45% 28%

45-55% 35%

55-65% 42%

65-80% 50,75%

80-100% 70%

)

Als u hulpbehoevend bent, in die zin dat u geregeld oppas en verzorging nodig heeft, dan kan het percentage van 70% worden verhoogd tot maximaal 100% van de grondslag. Deze regel is niet van toepassing als u in een instelling bent opgenomen die door uw ziekteverzekering vergoed wordt..

De hoogte van uw WAZ-uitkering is behalve van de mate van uw arbeidsongeschiktheid afhankelijk van de zogenaamde grondslag. De grondslag bedraagt niet meer dan het mini-mumloon. De grondslag is gelijk aan het minimumloon als uw inkomen gelijk is aan of hoger is dan het voor u geldende minimumloon. Is uw inkomen lager dan het minimumloon, dan is de grondslag gelijk aan uw inkomen. Per 1 januari 2006 is het minimumloon voor mensen van 23 jaar en ouder € 1.272,60 bruto per maand exclusief vakantietoeslag. De grondslag bedraagt ten hoogste € 58,51 bruto per dag (excl. vakantietoeslag).

De hoogte van uw uitkering wordt dus als volgt vastgesteld:

Uitkeringspercentage X grondslag = uitkering

Voorbeeld

In het jaar voorafgaande aan uw ziekmelding verdiende u ongeveer 15 mille. Dit was beduidend minder dan u in de jaren daarvoor verdiende, aangezien u wegens ziekte een aantal opdrachten had laten lopen. De jaren daarvoor verdiende u drie keer 30 mille en één keer zelfs 35. Aangezien dat laatste jaar aantoonbaar minder was dan de jaren daarvoor wordt besloten niet uit te gaan van dat laatste jaar, maar van uw inkomen over de laatste vijf jaren. Wat maakt dit voor verschil?

Stel dat u op dit moment (met uw beperkingen) nog in staat bent een inkomen te verdienen van

€ 10.000,- per jaar. Dan wordt aan de hand van dit bedrag berekend in welke mate u arbeidsonge-schikt bent. Wordt er alleen gekeken naar uw inkomen van het laatste jaar voor uw ziekmelding, dan betekent dit dat u een inkomensverlies heeft opgelopen van € 5.000,-, ongeveer éénderde van uw inkomen over het laatste jaar. Door dit inkomensverlies valt u in de arbeidsongeschiktheidsklasse van 25-35% en ontvangt u een WAZ-uitkering van 21% van de grondslag. Wordt er echter uitgegaan van uw gemiddelde inkomen in de vijf jaar voorafgaande aan uw ziekmelding, dan levert dit in dit voorbeeld een gemiddeld jaarinkomen op van € 28.000,-. Uw huidige inkomsten van € 10,000 laten ten opzichte van uw inkomen over vijf jaar een inkomensverlies zien van bijna tweederde. U wordt derhalve ingedeeld in arbeidsongeschiktheidsklasse 55-65% en u ontvangt een WAZ-uitkering van 42%

van de grondslag. Door niet van het laatste jaar uit te gaan, maar van de laatste vijf jaren, heeft u dus twee keer zoveel WAZ-uitkering. De WAZ-uitkering zelf is nooit hoger dan 70% van het

minimumloon (bij volledige arbeidsongeschiktheid). Om die reden hebben zelfstandige ondernemers vaak een aanvullende particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering afgesloten.

De particuliere verzekeraar gaat doorgaans uit van het arbeidsongeschiktheidspercentage dat door UWV is vastgesteld, dus ook uw aanvullende uitkering van de verzekeringsmaatschappij zal in het tweede geval hoger zijn dan in het eerste.

Zo lang u aan de voorwaarden voldoet, heeft u recht op de WAZ-uitkering. De uitkering loopt maximaal door tot u 65-ste levensjaar. De uitkering kan eindigen, omdat u:

1. Minder dan 25% arbeidsongeschikt bent;

2. Onvoldoende meewerkt aan de vaststelling van het uitkeringsrecht;

3. Langer dan vier weken buiten de EU verblijft en dan in een land waarmee Nederland geen verdrag heeft gesloten over de export van uitkeringen;

4. Langer dan een maand in detentie zit;

5. Illegaal in Nederland verblijft;

6. 65 jaar wordt.

1.3.3 Herbeoordeling

Met de nieuwe beoordelingssystematiek van het UWV verdwijnen de periodieke herbeoorde-lingen. Het UWV houdt wel in de gaten of een nieuwe herbeoordeling nuttig lijkt. Natuurlijk kunt u ook zelf om een WAZ-beoordeling vragen als de omstandigheden daar aanleiding toe geven.

Het kan zijn dat u na verloop van tijd in verhoogde mate arbeidsongeschikt raakt. Dan zijn aanvullende regels van toepassing. Stel: u bent als zelfstandige voor 45% arbeidsongeschikt. U wordt 65% arbeidsongeschikt. Wanneer u in de 52 weken voorafgaande aan de verhoogde arbeidsongeschiktheid als zelfstandige heeft gewerkt, wordt de uitkering aangepast, onge-acht de oorzaak van de verhoogde arbeidsongeschiktheid. Indien u niet heeft gewerkt als zelfstandige dan wordt uw WAZ-uitkering alleen aangepast als de oorzaak van de toegenomen arbeidsongeschiktheid dezelfde is, die de oorspronkelijke WAZ-uitkering tot gevolg had. Als u al meer dan 45% arbeidsongeschikt was, gelden deze regels niet. In dat geval wordt uw uitkering in alle gevallen aangepast.

1.3.4 Wanneer bestaat er recht op een

uitkering volgens de IOAZ en recht op