• No results found

door middel van electriciteit in Nederlandsch-Indië

ART. 1. Binnen bet gebied van Ned.-Indië worden geen geleidingen voor eleetriscbe verlichting of voor het overbrengen van kracht door mid-del van electriciteit aangelegd en in gebruik gesteld, dan op last of met vergunning van den Gouverneur-Generaal.

Van deze verbodsbepalingen zijn uitgezonderd geleidingen, die uitslui-tend loopen over gronden bij één persoon of ééne bijzondere onderneming in gebruik.

(Stbl. 1913, No. 641). De vergunning wordt alleen verleend aan Neder-landsche onderdanen in Nederlandsch-Indië gevestigd of woonplaats ge-kozen hebbende en aan naamlooze vennootschappen, in Nederlandsch-Indië of in Nederland opgericht, die in Nederlandsch-Indië gevestigd of aldaar of aldaar behoorlijk vertegenwoordigd zijn.

(Stbl. 1917, No. '44). Behalve aan de in het voorgaande lid bedoelde per-sonen en naamlooze vennootschappen, kan de vergunning ook worden ver-leend aan gebiedsdeelèn met eigen geldmiddelen. .

Deze behoeven zoodanige vergunning alleen niet voor den aanleg van geleidingen, -welke zich niet uitstrekken buiten de grenzen van een enkel perceel of ééne enkele inrichting, bij zoodanig gebiedsdeel in beheer.

(Stbl. 1905, No. 428 en, 1915, No. 64I). Wanneer geleidingen, hoewel niet vallende in de omschrijving van het tweede lid van dit artikel, alleen ten nutte van den aanvrager zullen dienen, wordt de vergunning verleend door den Directeur der Burgerlijke Openbare Werken, welke die vergun-ning ook zal mogen verleenen aan ingezetenen van Nederlandsch-Indië die ' geen Nederlandsche onderdanen zijn. De bepalingen in de volgende

arti-kelen zijn op de hierbedoelde geleidingen toepasselijk met dien verstande, dat overal waar daarin sprake is van den „Gouverneur-Generaal", daar-voor gelezen wordt „Directeur der Burgerlijke Openbare Werken".

ABT. 2. Aanvragen om vergunning moeten gericht zijn aan den Gouver-neur-Generaal en vergezeld gaan van :

Ie. (Stbl. 1915, No. 641) het bewijs dat de aanvrager Nederlandsch onder-daan, dan wel, in het geval bedoeld bij de laatste alinea van artikel 1, ingezetene van Nederlandsch-Indië is, of dat de naamlooze vennoot-schap in Nederlandsch-Indië of in Nederland opgericht en in Neder-landsch-Indië gevestigd of aldaar behoorlijk vertegenwoordigd is;

2e. een gedetailleerd ontwerp, waarin behalve alles wat ter beoordeeling van het doel en de werking der -te maken inrichting noodig is, ver-meld moet worden :

o. welke toestellen tot voortbrenging yan electriciteit zullen worden gebezigd, en meer in het bijzonder of zij voor doorloopende, dan wel voor wisselstroomen zijn ingericht, het grootste potentiaal verschil tussehen de klemmen der machine, alsmede de maximum stroom-sterkte, die in elk der geleidingen zal worden toegelaten;

1 b. binnen welk tijdsverloop de geleidingen in gebruik zullen worden genomen ;

|

H « o E l e c t r i c i t e i t .

c de soort v a n h e t a a n t e wenden m a t e r i e e l voor de geleidingen, alsmede de wijze waarop deze zullen worden a a n g e b r a c h t en

ge-1S o l G 6 Ï Cl "

Se. eene t e e k e n i n g op duidelijke schaal., waarop de r i c h t i n g d e r geleidingen m e t j u i s t h e i d is a a n g e g e v e n .

ART 3. H e t aanleggen van geleidingen voor electrische verlichting of t o t h e t o v e r b r e n g e n v a n k r a c h t door middel v a n electriciteit, zonder de 'vereischte v e r g u n n i n g , w o r d t g e s t r a f t m e t e e n e geldboete v a n twee h o n d e r d

t o t duizend g u l d e n . , , ,,

D e G o u v e r n e u r - G e n e r a a l is bevoegd de i n d e v o o r g a a n d e a l i n e a bedoelde geleidingen op kosten v a n den e i g e n a a r t e doen o p r u i m e n .

ART 4. I n g e v a l voor den a a n l e g , de i n s t a n d h o u d i n g of de b e w a k i n g d e r geleidingen de beschikking over e i g e n d o m m e n v a n bijzondere personen noodig is, moet de o n d e r n e m e r ( w a a r m e d e h i e r e n v e r d e r m deze bepalin-g e n w o r d t bedoeld debepalin-geen of debepalin-genen, a a n wie overeenkomstibepalin-g h e t b e p a a l d e bij a r . 1 v e r g u n n i n g is verleend) vóór de u i t v o e r i n g v a n h e t werk h e t r e c h t t o t die beschikking hebben v e r k r e g e n .

A S T 5 D e o n d e r n e m e r d e p o n e e r t b i n n e n één j a a r n a , de d a g t e e -k e n i n g van h e t h e m u i t g e r e i -k t e besluit van den G o u v e r n e u r - G e n e r a a l , bij de R e g e e r i n g in N e d e r l a n d s c h - I n d i ë of i n N e d e r l a n d , t e r p l a a t s e door den G o u v e ï n e u r - G e n e r a a l of door den M i n i s t e r v a n Koloniën a a n t e wijzen een w a a r b o r g k a p i t a a l t o t een door den G o u v e r n e u r - G e n e r a a l b e p a a l d , b e d r a g en z e n d t tevens eene op zegel geschreven v e r k l a r i n g m , waarbij hij zich o n d e r w e r p t a a n de v o o r w a a r d e n , waarop h e m v e r g u n n i n g is

V H e t w a a r b o r g k a p i t a a l m o e t worden gedeponeerd i n N e d e r l a n d s e n of N e d e r l a n d s c h - I n d i s c h w e t t i g b e t a a l m i d d e l , n a a r m a t e h e t m N e d e r l a n d d a n wel in N e d e r l a n d s c h I n d i ë g e s t o r t wordt, of i n Nederlandsehe^ S t a a t s e t t e c -t e n m e -t d e onverschenen coupons en -t e g e n den door den M i n i s -t e r v a n K o l o n i ë n of den G o u v e r n e u r - G e n e r a a l t e b e p a l e n koers.

> V a n h e t geld w o r d t geen i n t e r e s t b e t a a l d .

D e coupons zijn, behoudens h e t b e p a a l d e i n de volgende alinea, n a den verschijndag t e g e n reçu t e r beschikking van den o n d e r n e m e r .

W a n n e e r , overeenkomstig deze b e p a l i n g e n , tengevolge v a n verzuim v a n d e n o n d e r n e m e r , v a n R e g e e r i n g s w e g e werken worden u i t g e v o e r d , worden d e kosten dier werken op h e t w a a r b o r g k a p i t a a l v e r h a a l d .

B i n n e n d r i e m a a n d e n n a d a t a a n den o n d e r n e m e r b e r i c h t is gegeven, d a t de R e g e e r i n g over eenig gedeelte v a n h e t w a a r b o r g k a p i t a a l h e e f t beschikt, m o e t d i t k a p i t a a l weder t o t h e t volle b e d r a g zijn a a n g e v u l d .

A R T 6. D e bij de e e r s t e alinea v a n a r t . 1 bedoelde v e r g u n n i n g w o r d t zonder eenig u i t s l u i t e n d r e c h t en voor een b e p a a l d e n tijd v a n hoogstens veertig j a r e n verleend, m e t voorbehoud d e r bevoegdheid v a n den Gouver-n e u r - G e Gouver-n e r a a l om :

a. op verzoek v a n den o n d e r n e m e r , uiterlijk één j a a r vóór h e t verstrijken v a n den tijd, w a a r v o o r v e r g u n n i n g is verleend, in t e dienen, h a r e n d u u r t e v e r l e n g e n : , , . , ' , , ,• -i j . b. t e allen tijde, zoo Hij d i t om r e d e n e n v a n publiek belang noodig a c h t ,

wijzigingen i n den a a n l e g d e r geleidingen of v e r v a n g i n g v a n boven-grond- door o n d e r g r o n d g e l e i d i n g e n of omgekeerd voor t e schrijven;

e. de o n d e r n e m i n g m e t de geleidingen en toestellen t e g e n vergoeding, volgens de regelen bij d e v e r g u n n i n g gesteld, voor den S t a a t t e n a a s t e n .

Bij overgang d e r o n d e r n e m i n g a a n den S t a a t is deze n i e t gebonden a a n d e overeenkomsten, door den o n d e r n e m e r m e t d e r d e n , o m t r e n t den aanleg e n h e t g e b r u i k d e r geleidingen a a n g e g a a n .

D e bij de l a a t s t e a l i n e a v a n a r t . 1 bedoelde v e r g u n n i n g w o r d t t o t

weder-Electriciteit. 184

opzeggens verleend.' Op de krachtens zoodanige vergunning aangelegde geleidingen is liet bepaalde bij § ft der eerste alinea van dit artikel toepas-selijk.

ART. 7. De vergunning vervalt door verloop van den termijn, voor wel-ken zij is verleend, tenzij tijdig een verzoek is ingediend om verlenging van dien termijn en bij het verstrijken daarvan nog geen beschikking op dat verzoek mocht zijn ontvangen.

De vergunning wordt:

a. als vervallen beschouwd, wanneer zij niet binnen den bij de eerste alinea van art. 5 bepaalde termijn, op de wijze als daarbij bepaald, is aanvaard.

b. ingetrokken :

Ie. op verzoek van den ondernemer;

• 2e. wanneer niet binnen zes maanden na de aanvaarding, ter beoor-deeling van den Gouverneur-Generaal, een ernstig begin met den aanleg der geleidingen is gemaakt;

3e. wanneer de geleidingen niet op het door den Gouverneur-Generaal bij de vergunning bepaalde tijdstip in gebruik zfljn gesteld;

4e. wanneer, in het bij de vijfde alinea van art. 5 bedoelde geval, het gedeponeerde waarborgkapitaal niet binnen den bij de laatste alinea van dat artikel gestelden termijn weder tot het volle bedrag is aangevuld;

öe. wanneer een of meer voorwaarden der vergunning naar het oordeel van den Gouverneur-Generaal niet of niet voldoende worden na-geleefd ;

,6e. bij niet dadelijke opvolging van den last tot buiten gebruikstelling der geleidingen, in de gevallen bedoeld bij de vierde alinea van art. 12 en de derde alinea van art. 14,

en voor zooveel betreft de geleidingen, aangelegd krachtens de vergunning, bedoeld bij de eerste alinea van art. 1, bovendien 7e. wanneer de exploitatie der onderneming geheel of gedeeltelijk

wordt gestaakt en niet binnen *een door den Gouverneur-Generaal te stellen termijn wordt hervat.

De in de voorgaande alinea van dit artikel bedoelde termijnen kunnen, op verzoek van den ondernemer, door den Gouverneur-Generaal verlengd worden.

De intrekking der vergunning geschiedt bij een met redenen omkleed be-sluit van den Gouverneur-Generaal.

Bij afloop of intrekking der vergunning, nadat met den aanleg of het gebruik der geleidingen reeds een begin is gemaakt, wordt door den Gou-verneur-Generaal een termijn gesteld om de verbindingen of inrichtingen, die zich op of over de openbare wegen of wateren en op of over de eigen-dommen van den Staat bevinden, weg 'te ruimen en die wegen,

eigendom-men, enz. weder in behoorlijken staat te brengen. v Bij nalatigheid wordt hetgeen te doen overblijft van Regeeringswege,

voor rekening van den ondernemer, verricht.

Voor zoover het waarborgkapitaal niet tot verhaal van kosten behoeft te worden aangesproken, wordt het na afloop of intrekking der vergunning aan den ondernemer teruggegeven.

ART. 8. Met gelijke geldboete, als bij de eerste alinea van art. 3 bedreigd tegen het aanleggen, zonder de vereischte vergunning, van geleidingen voor electrische .verlichting of voor het overbrengen van kracht door middel van electriciteit, wordt gestraft het gebruik van zulke geleidingen, nadat de verleende vergunning is ingetrokken of vervallen.

Het bepaalde bij de tweede alinea van art. 3 is in dit geval mede toe-passelijk.

2gg Electriciteit.

ART. 9. De ondernemer onderwerpt, door tusschenkomst van het hoofd van bestuur van het gewest, waarin het uitgangspunt der geleidingen ge-legen is, aan de goedkeuring van den Directeur der Burgerlijke Openbare Werken teekèningen in triplo van de samenstelling der te bezigen onder-grondgeleidingen", op natuurlijke grootte, en van de isolatoren, steunpunten enz., der bovengrondgeleiding op eene schaal v a n ' n i e t kleiner dan 1:20.

Met de uitvoering der werken mag niet worden begonnen voor dat die goedkeuring verkregen is.

Bij onderhoud, vernieuwing of herstel mag van de eenmaal goedgekeurd de teekèningen niet worden afgeweken, dan nadat de verlangde wijzigingen door den Directeur der Burgerlijke Openbare Werken zijn goedgkeurd.

ART. 10. Voor het gebruik van openbare wegen of wateren en van an-dere ter vrije beschikking .van de Itegeering staande gronden ten behoeve van de geleidingen, is eene door den Gouverneur-Generaal bij de vergunning vast te stellen jaarlijksche vergoeding per strekkenden meter geleiding

(kabels of bundels van verscheidene geleiddraden als één geleiding gere-kend) verschuldigd, tenzij de geleidingen in het algemeen belang zijn aan-gelegd of ten algemeen e nutte dienen, in welk geval geene betaling gevor-derd wordt.

Wanneer, ten behoeve van de geleidingen, ontgravingen of afdammin-gen moeten plaats hebben , is de ondernemer verplicht bovenbedoelde wegen, wateren of gronden na afloop van het werk in behoorlijken staat t e herstellen.

ART. lil. Bij de uitvoering van werken, zoowel van aanleg als van onder-houd langs, in en over de openbare wegen of wateren, en in of over de eigendommen van den Staat, gedraagt de ondernemer zich naar de bevelen hem door of vanwege het hoofd van Gewestelijk bestuur te geven, in het belang van de veiligheid en van de eischen van het openbaar verkeer en van de ongestoorde gemeenschap langs de telegraaf-, telephoon- of andere ge-leidingen voor electrische doeleinden.

Handelt de ondernemer in strijd met deze bevelen, dan kan het hoofd van Gewestelijk bestuur onmiddellijk het werk doen staken en ten koste van den ondernemer, voor zooveel noodig doen afbreken of opruimer!.

Alle kosten van voorzorg, van werken en van daaruit voortvloeiende ver-anderingen of herstellingen der wegen of eigendommen van den Staat komen ten laste van den ondernemer.

ART. 12. De geleidingen moeten een metallieken sluitdraad vormen, zcodat van de aarde als teruggeleider geen gebruik mag worden gemaakt;

ook gas- of waterbuizen mogen geen deel van de electrische geleiding uit-maken.

Voor zoover de geleidingen bij den aanleg of later bij uitbreiding in de nabijheid loopen van bestaande of nog aan te leggen Gouvernements tele-graaf- of telephoonlijnen, worden zij op dusdanigen afstand van deze lijnen gelegd als door den Hoofd-Inspecteur, Chef van den post- en telegraafdienst in het belang van dezen dienst wordt noodig geoordeeld.

Bijaldien na aanleg van de geleidingen voor electrische verlichting of het overbrengen van kracht door middel van electriciteit mocht blijken, dat de gemeenschap langs de in de voorgaande alinea bedoelde lijnen door dien aanleg storing ondervindt, is de ondernemer verplicht terstond te zijnen koste en ten genoege/van den Hoofd-Inspecteur, Chef van den post- en telegraafdienst, de maatregelen te nemen, welke noodig zijn om de oorzaken dier storing uit den weg te ruimen.

Wanneer storing als vorenbedoeld wordt waargenomen, is de ondernemer op aanzegging van voornoemden Hoofd-Inspecteur verplicht zijne gelei-dingen onmiddellijk buiten gebruik te stellen totdat de oorzaak der storing is weggenomen.

Electriciteit. - 186

ART. 13. De geleidingen binnen, gebouwen, woningen, lokalen, enz. moe-ten over hare geheele lengte deugdelijk geïsoleerd zijn.

"Waar de geleidingen door wrijving of andere oorzaken aan slijtage onder-hevig zouden zijn, moeten zij door eene duurzame bekleeding beschermd worden.

Waar de geleidingen aan het oog zijn onttrokken, wordt bijzonder te-gen beschadiging zorg gedrate-gen en is hare plaats zóó duidelijk aan te wijzen , dat noodige herstellingen. spoedig en gemakkelijk kunnen ge-schieden.

ART. 14. De geleidingen boven den grond worden, waar zij wegen of bin-nenwateren kruisen, zoo hoog gespannen, dat de gemeenschap langs die wegen of binnenwateren niet belemmerd wordt, en moeten overigens min-stens vijf meter boven den beganen grond verheven zijn.

Zij moeten zoo min mogelijk evenwijdig loopen met particuliere tele-graaf-, telephoon- of andere geleidingen voor electrische doeleinden, tot welker aanleg en gebruik de Begeerïng vergunning heeft verleend, en.

waar dit niet vermeden kan worden, op zoodanigen afstand van de be-staande geleidingen verwijderd blijven, dat deze laatste daarvan geen

hin-der onhin-dervinden. e

Indien het opvolgen van het bepaalde-nij de voorgaande alinea het be-reiken van gebouwen of plaatsen, waarheen de electriciteit moet worden gevoerd, zoude beletten, dan kan, met inachtneming van bijzondere voor-zorgsmaatregelen, ter beoordeeling van den Directeur der Burgerlijke Openbare Werken, door dezen eene afwijking van dat voorschrift worden toegestaan, onder verplichting nochthans voor den ondernemer om, op aan-zegging van genoemden Departements-Ohef, de geleidingen onmiddellijk buiten gebruik te stellen, zoolang daarvan hinder wordt ondervonden.

ART. 15. Waar de geleidingen andere geleidingen voor electrische doel-einden moeten kruisen, geschiedt dit rechthoekig en moeten zij op het kruispunt minstens twee meter er van verwijderd zijn.

Bovendien moet de ondernemer op dergelijke kruispunten, ten genoege van den Hoofd-Ispecteur, Chef van den post- en telegraafdienst, zoodanige maatregelen nemen, dat de geleidingen bij het breken of doorzakken niet met elkaar in aanraking kunnen komen.

ABT. 16. Minstens eenmaal daags moet door of vanwege den ondernemer nauwkeurig worden onderzocht of de geleidingen en toestellen aan de daar-aan gestelde eischen voldoen.

De uitkomsten van dit onderzoek moeten door of vanwege den onderne-mer in een register worden aangeteekend, dat op de eerste aanvraag aan een door den Directeur der Burgerlijke Openbare Werken aan te wijzen ambtenaar, die bevoegd is de, proefnemingen bij te wonen, moet worden vertoond.

ART. 17. Behalve tot de naleving van de voorschriften der voorgaande artikelen is de ondernemer verplicht om bij den aanleg en de exploitatie van het dradennet en de daarbij behoorende inrichtingen alle veiligheids-maatregelen te nemen, die de wetenschap en de ondervinding als noodig hebben doen kennen.

ART. 18. De ondernemer is verantwoordelijk voor de schade, door per-sonen of goederen tengevolge van de exploitatie zijner onderneming geleden, tenzij die schade buiten^ zijne schuld of die zijner ondergeschikten ontstaan zij.

ART. 19. fStbl. 1917, No. £4). Eene overeenkomstig deze bepalingen verleende vergunning mag niet aan anderen worden overgedragen dan met toestemming van den Gouverneur-Generaal, en alleen aan gebiedsdeelen

187 Electriciteit.

met eigen geldmiddelen dan wel aan personen of naamlooze vennootschap-pen, die overeenkomstig art. 1 voor dezelfde zaak eene vergunning zouden kunnen verkrijgen.

ART. 20. De ondernemer moet woonplaats kiezen ter griffie van den Raad van Justitie tot wiens ressort de plaats behoort, waarin het uitgangspunt der geleidingen gelegen is.

ART. 21. (Stbl. 1917, No. U). Ingeval aan gebiedsdeelen met eigen geld-middelen eene vergunning als in art. 1 bedoeld, wordt verleend of over-gedragen, zijn niet van toepassing de artt. 2 onder Ie. 3, 5, 8 en 10, 2e lid, en 20.

Reglement

fabrieken en werkplaatsen.

Reglement houdende bepalingen tot beveiliging bij het