• No results found

D e r a d j a 2) van en zijn b e t r o k k e n rijksgrooten verleenen a a n : -.., m e t u i t s l u i t i n g v a n alle a n d e r e n , «oncessie-tot h e t drijven v a n eene l a n d b o u w o n d e r n e m i n g op de g r o n d e n , blijkens de bij deze a k t e behoorende s c h e t s k a a r t , begrensd als v o l g t :

t o t eene nominale u i t g e s t r e k t h e i d v a n ongeveer <••'•

e n zulks onder de v o o r w a a r d e n en b e d i n g e n , die h i e r o n d e r zijn a a n g e g e v e n . A R T . 1. (1) Deze concessie w o r d t verleend voor den tijd van 3) 2) Sultan, Panembahan, Soetan, enz.

s) De concessie mag hoogstens voor 75 jaren worden verleend.

A c t e v a n Concessie. 5 2

achtereenvolgende j a r e n , i n g a a n d e m e t den dag, waarop zij door h e t Hoofd van Gewestelijk B e s t u u r zal zijn g o e d g e k e u r d .

(2-) Bij overlijden v a n den concessionaris vóór h e t eindigen van deze concessie, g a a n zijne r e c h t e n en v e r p l i c h t i n g e n over op zijne e r f g e n a m e n eri r e c h t v e r k r i j g e n d e n .

A R T . 2. Deze concessie m a a k t geen i n b r e u k op de bevoegdheid v a n h e t N e d e r l a n d s c h - I n d i s c h G o u v e r n e m e n t , zooals die in h e t politiek c o n t r a c t m e t is, of in n a d e r t e sluiten c o n t r a c t e n zal worden om-schreven.

A r a . 3. (1) De concessionaris zal, b i n n e n één j a a r n a de g o e d k e u r i n g v a n deze concessie, t e n genoege van h e t Hoofd v a n Gewestelijk B e s t u u r h e t concessie-terrein behoorlijk afbakenen door p l a a t s i n g op de s n i j p u n t e n der g r e n z e n onderling' of m e t r i v i e r e n en wegen, v a n d u u r z a m e , goed z i c h t b a r e m e r k t e e k e n e n , zooveel mogelijk voldoende a a n de eischen gesteld bij de o r d o n n a n t i e van 16 December 1882 (Stbl. no. Sil); zullende bij gebreke

v a n dien deze concessie door den r a d j a1) van vervallen

k u n n e n worden v e r k l a a r d .

(2) D e concessionaris v e r b i n d t zich om, bij voorkomende grensgeschillen, onvoorwaardelijk aich t e onderwerpen a a n de u i t s p r a a k v a n h e t Hoofd v a n Gewestelijk of, op m a c h t i g i n g van dezen, van h e t Plaatselijk B e s t u u r , n a overleg m e t h e t I n l a n d s c h B e s t u u r .

A R T . 4. (1) B i n n e n de grenzen v a n h e t concessie-terrein gelegen gron-d e n , welke bij legron-den van gron-de bevolking voor eigen c u l t u u r in g e b r u i k of voor wisselbouw bestemd zijn, blijven, desverlangd, t e r beschikking van de occu-p a n t e n .

(2) I n g e v a l die o c c u p a n t e n b u i t e n de grenzen van h e t concessieterrein n i e t k u n n e n beschikken over eene voor gemeld doel, n a a r h e t oordeel van h e t Hjoofd van Plaatselijk B e s t u u r , voldoende u i t g e s t r e k t h e i d g r o n d , zal de concessionaris bovendien zooveel b i n n e n die grenzen gelegen g r o n d e n te h u n n e r beschikking l a t e n , d a t de voor elk huisgezin gereserveerde opper-v l a k t e eene u i t g e s t r e k t h e i d hebbe opper-van 3) . '

(3) H e t a a n t a l huisgezinnen d a t d a a r v o o r in a a n m e r k i n g k o m t , wordt om de vijf j a r e n op nieuw vastgesteld.

(4) H e t is den concessionaris n i e t geoorloofd deze door de bevolking reecjs geoccupeerde g r o n d e n in g e b r u i k t e n e m e n , zelfs niet m e t t o e s t e m m i n g der o c c u p a n t e n , dan m e t v e r g u n n i n g v a n h e t Hoofd van plaatselijk B e s t u u r . (5) Die v e r g u n n i n g wordt mede vereischt voor elke o v e r d r a c h t van de hoogerbedoelde voor wisselbouw gereserveerde g r o n d e n op personen, die n i e t t o t de inlandsche bevolking behooren.

A R T , 5. (1) B i n n e n de grenzen v a n h e t concessie-terrein voorkomende vruchtboomen — w a a r o n d e r w o r d t v e r s t a a n alle overjarig p l a n t s o e n , w a a r -op eigendomsrechten worden uitgeoefend, dus ook bamboe, d a d a p e n der-gelijke — zoomede boomen, waarop bijennesten voorkomen, mogen door den concessionaris n i e t worden g e k a p t d a n m e t t o e s t e m m i n g van de d a a r o p r e c h t h e b b e n d e n en n a dezen t e h u n n e n genoege t e hebben schadeloosge-steld ; voor zoover die boomen s t a a n op de door de bevolking geoccupeerde

g r o n d e n , w o r d t d a a r t o e bovendien v e r g u n n i n g vereischt v a n h e t Hoofd van plaatselijk B e s t u u r .

(2) D e "concessionaris is jegens de r e c h t h e b b e n d e n op die' boomen mede gehouden t o t vergoeding v a n de e v e n t u e e l d a a r a a n door h e m , of h e t in zijn d i e n s t zijnd personeel toe t e b r e n g e n schade, welke vergoeding in h e t hoogste ressort zal worden b e p a a l d door h e t Hoofd v a n plaatselijk B e s t u u r .

A R T . 6. Mochten b i n n e n de g r e n z e n van h e t concessieterrein mijnwerken van i n l a n d e r s of van a n d e r e personen voorkomen, dan is de concessionaris n i e t bevoegd over de d a a r v o o r g e b r u i k t e gronden en de daarbij behoorende

!) Zie noot ' hiervoren.

3) Deze uitgestrektheid voor elke concessie afzonderlijk vast te stellen.

5 3 Acte van Concessie.

waterwerken te beschikken, tenzij na verkregen toestemming van rechtheb-benden en nadat deze te hunnen genoege daarvoor zijn schadeloosgesteld.

ART 7 (l) Rondom de kampongs waarvan de gronden, huizen enz. met overeenkomstig de vierde alinea van art. 4 door den concessionaris m

ge-bruik zijn genomen, zal, behalve de in de alinea's 1 en 2 van dat artikel bedoelde referve-gronden, een strook grond tot een minimum- breedte van twee honderd meters bij een minimum oppervlakte, gelijk aan ongeveer drie malen die der eigenlijke kampong, met al hetgeen daarop staat, ter beschikking van de bevolking gelaten worden als speciale kamponggrond.

(2) Deze grond is onvervreemdbaar. Elke overeenkomst, die daarop in-breuk maakt, is nietig. Alleen kan daarop, met toestemming van de be-volking en van het Hoofd van plaatselijk Bestuur, uitzondering worden toegelaten wanneer dat onvermijdelijk is voor werken, zooals waterleidin-gen; wegen, enz. ten behoeve van den concessionaris.

IRT 8 . Het zal aan de daarop volgens de landsinstellingen rechthebbende bevolking te allen tijde vrijstaan.om in het nog niet ontgonnen gedeelte van. het concessie-terrein natuurlijke producten in jte zamelen, ook brand-en timmerhout, doch dit laatste allebrand-en voor haar eigbrand-en gebruik brand-en met voorkennis van den concessionaris.

ART 9 (1) De concessionaris zal boven en behalve de in de artikelen 4 en 7 bedoelde voor de bevolking gereserveerde bouw- en kamponggronden, de door hem bebouwd geweest zijnde gronden, die hij gedurende het eerst-volgende jaar niet wenscht te beplanten, voor een gedeelte ter beschikking stellen van de binnen de grenzen van zijn concessie-terrein gevestigde be-volking om daarop voor een oogst rijst of djagoeng, dan wel gelijktijdig beide gewassen te beplanten, en zulks zonder dat het hem vergund zal wezen daarvoor eenige retributie te vorderen.

(2) Het in de vorige alinea bedoelde gedeelte zal niet meer behoeven te bedragen dan de helft van de beschikbare gronden.

(3) De hierbedoelde gronden mogen door de rechthebbenden niet worden overgedragen op personen, die niet tot de inlandsche bevolking behooren, dan met vergunning van het Hoofd van plaatselijk Bestuur.

ART. 10. (1) De binnen de grenzen van het concessie-terrein bestaande of nader aan te leggen begraafplaatsen of graven, zoomede alle daarin aanwezige plaatsen, welke om andere redenen naar de instellingen der in-landsche bevolking als gewijde worden beschouwd, zullen door den conces-sionaris ten strengste worden geëerbiedigd.

(2) Waar. naar het oordeel van het Hoofd van Gewestelijk Bestuur, be-hoefte bestaat aan uitbreiding van bestaande dan wel aan aanleg van nieuwe begraafplaatsen, zal de concessionaris den daarvoor noodig geachten grond, voor zooverre deze niet door landbouw-etablissementen of woningen, of ten .behoeve der cultuur van overjarige gewassen is ingenomen, zonder eenige schadevergoeding of vermindering van cijns beschikbaar stellen.

ART. 11. (1) Langs alle in den drogen moesson gewoonlijk waterhou-dende 'rivieren en beken (de kunstmatige waterleidingen uitgezonderd) mag het höutgewas tot op een afstand van 50 meters ter weerszijden (gemeten van af den normalen oeverrand), en rondom de in den drogen moesson gewoonlijk waterhoudende"bronnen tot op een afstand van 100 meters niet gekapt worden dan met vergunning van het Hoofd van plaatselijk Bestuur.

(2) De concessionaris is verplicht het kappen van boomen in die strooken toe te laten, wanneer dit door het Hoofd van plaatselijk Bestuur in het algemeen belang noodig wordt geoordeeld.

ART. 12. (1) De concessionaris zal, op vordering van den radja 1) van .; van het bij deze akte bedoelde concessie-terrein, voor zoover het niet door landbouw-etablissementen of woningen of ten behoeve

1) Zie noot 2 hiervoren.

Acte vai\ Concessie. 54

der cultuur van overjarig« gewassen is ingenomen, eene voldoende uitge-strektheid, ter keuze van het Hoofd van Gewestelijk Bestuur, beshikbaar stellen voor de vestiging van Gouvernements- of bestuurs-etablissementen, dan wel voor uitbreiding van de bestaande.

(2) Hij zal voor de beschikbaarstelling van die gronden geenérlei schade-vergoeding of vermindering van cijns kunnen vorderen.

ABT. 13. De concessionaris is bevoegd tot het winnen voor eigen ge-bruik van klei, grind, zand, kalk- of bouwsteen en dergelijke niet metaal-aardige stoffen.

ABT. 14. De concessionaris zal op het concessie-terrein geen papaver-planten telen.

ABT. 15. (1) Voor de, ingevolge deze akte, ter beschikking van den concessionaris staande gronden, wordt door dezen een jaarlijkscbe cijns voldaan van f

(2) De cijns wordt gerekend in te gaan met den dag waarop deze cessie zal zijn goedgekeurd, met dien verstande, dat over het eerste con-cessie-jaar één vijfde gedeelte van den geheelen cijns verschuldigd is, over het tweede jaar twee vijfden en verder over elk jaar één vijfde meer, zoo-dat over het vijfde en de volgende jaren de volle cijns betaald wordt.

(3) De cijns is verschuldigd zoodra het concessie-jaar is ingetreden en moet uiterlijk drie maanden na afloop daarvan worden voldaan.

(4) Komt de concessionaris deze verplichting niet na, ook niet na eene daarop gevolgde gerechtelijke aanmaning, dan zal drie maanden na de beteekening dier aanmaning de concessie van rechtswege vervallen zijn, onverminderd . de verplichting van den concessionaris tot vergoeding van kosten, schaden en interessen.

(5) Vooruitbetaling van den cijns voor langer dan één jaar mag niet plaats vinden ; alle hiermede strijdige bedingen zijn nietig.

AKT. 16. (1) In deze • concessie is, behoudens het hierboven in artikel 13 bepaalde, niet begrepen de ontginning van delfstoffen, aardoliebronnen en dergelijke.

(2) De concessionaris is verplicht op het concessie-terrein mijnbouwkun-dige onderzoekingen en mijnontginningen door het Gouvernement en krach-tens door het Gouvernement verleende of goedgekeurde vergunningen en concessies toe te laten, en de daarvoor benoodigde terreinen beschikbaar te stellen tegen vergoeding van de daardoor veroorzaakte schade..

(3) Kan omtrent het bedrag dier vergoeding tusschen de betrokken be-langhebbenden geene overeenstemming verkregen worden, dan zal zij worden bepaald door drie scheidslieden.

(4) Bij geschil omtrent de noodzakelijkheid van de beschikking over de voor mijnbouwkundige onderzoekingen en mijnontginningen verlangde gronden, beslist het Hoofd van Gewestelijk Bestuur, na partijen te hebben gehoord, in hoogste ressort.

(5) Wanneer de ingevolge dit artikel ter beschikking van anderen ge-stelde gronden vóór het eindigen dezer concesse niet meer voor mijnbouw-kundige onderzoekingen of ontginningen benoodigd zijn, komen ze desver-langd weder ter beschikking van den concessionaris, behoudens hetgeen bij de voorwaarden van mijnontginningen mocht zijn bepaald omtrent het ver-wijderen van gebouwen en inrichtingen, op die gronden gemaakt of ge-plaatst.

ABT. 17. (1) De concessionaris zal op het concessie-terrein al zoodanige gebouwen en inrichtingen mogen plaatsen of aanbrengen, wegen en water-leidingen aanleggen, die hij voor zijne onderneming nuttig of noodig acht.

(2) Over het water uit stroomen of rivieren mag de concessionaris door middel van aftapping en waterleidingen niet beschikken dan na vooraf verkregen toestemming van het Hoofd van Gewestelijk Bestuur, en onder de daaraan verbonden voorwaarden.

55 Acte van Concessie.

ART 18 (1) De concessionaris is verplicht bestaande land- en water-.veten voor zoover zij over zijn concessie-terrein loopen, ten genoege van te? Hoofd van PUatielijk Bestuur in goeden staat en voor het openbaar verkfer geopend te h o u i n ; bij gebreke waarvan bedoeld bestuur^ bevoegd l a l zijn, op kosten van den concessionaris, m het onderhoud dier wegen

te(d2)eDeVOc°oncees;ionar1s is gehouden den aanleg door of - t ^ g ^ m n g van het Hoofd van Gewestelijk Bestuur van spoor-, tram- rij- er r » weeën voetpaden en electriciteitsgeleidmgen zoomede den aanleg van wafeieidingen en draineeringsgrachten of slooten van hooger gelegen gronden ovfrzijn concessie-terrein te gedoogen en de daarvoor b e n o e m d e ftrooken grond op eerste aanzegging van wege het Hoofd van Gewestelijk Bestuui definitief beschikbaar te stellen, en zulks zonder aanspraak op eenige vergoeding voor het gemis van den grond, doch met recht van ver-goeding do^or belanghebbenden van de aan gebouwen, plan soen e , , tarne-ringsweVken of wegen of waterleidingen toe te brengen schade welke ver-goeding bij minnelijke schikking tussche« belanghebbenden of zoo daar-Ä n t geen overeenstemming W worden verkregen, door drie schexds-lieden zal worden bepaald.

ART 19 (1) De wegen, die door den concessionaris binnen zijn concessie-terrein worden aangelegd, en evenzoo de bruggen, die door hem gebouwd worden, zullen voor zoover zij, naar het oordeel van het Hoof d van Gewe te-lijk Bestuur, voor het algemeen verkeer van belang zijn, te allen tijde daarvoor geopend wezen. • ,. , , T

('n Ter tegemoetkoming in de kosten van het onderhoud van die wegen en bruggen, zal de concessionaris, zoolang zij ten genoege, van het Hoofd van plaatselijk Bestuur door hem worden onderhouden voor het gebruik daarvan tol mogen heffen, volgens eàn door het Hoofd van Gewestelijk Bestuur vast te stellen tarief.

AKT 20 (1) Deze concessie mag noch voor het geheel, noch voor een deel aan anderen overgedragen worden, dan met goedkeuring van het Hoold van Gewestelijk Bestuur en met kennisgeving aan den radja van *)...

(2) De concessionaris • zal echter de bevoegdheid hebben om kosteloos kleine stukken van de te zijner beschikking zijnde gronden tijdelijk ter beplanting of ter bewoning in gebruik te geven ajm de op de onderneming verblijf houdende winkeliers, groentenplanters, schuurbouwers, ambachts-lieden en dergelijken, welker nering of beroep, ofschoon voor eigen reke-ning uitgeoefend, met de exploitatie der onderneming m verband staat, en evenzoo aan het eigen personeel der onderneming.

• Am. 21.- (1) De concessionaris zal bij persoonlijk afwezen steeds m Nederlandsch-Indië behoorlijk vertegenwoordigd moeten zijn.

(2) Ter zake dezer concessie kiest hij, c. q. zijn vertegenwoordiger ot ge-machtigde onveranderlijk domicilie ten kantore .van het Hoofd van Plaat-selijk (of Gewestelijk) Bestuur te

AKT 22. (1) Hoogstens vijf en minstens twee jaren vóór het tijdstip van expiratie van deze concessie zal. op verlangen van den concessionaris, door den radja 1) van en zijne betrokken rijksgrooten, m overleg met het Hoofd van Gewestelijk Bestuur, in overweging genomen worden of tegen de vernieuwing van deze concessie, hetzij op de tegenwoordige, hetzij op gewijzigd© voorwaarden, al dan niet bezwaren bestaan.

(2) Zoo die niet bestaan, zal de tegenwoordige concessionaris bij voor-keur boven anderen op die vernieuwde concessie aanspraak hebben.

ART 23. (1) Bij expiratie van deze concessie zullen, indien zij niet wordt'vernieuwd, alle gebouwen en inrichtingen, door den concessionaris opgetrokken, binnen één jaar door hem verwijderd worden. De radja ^

1) Zie noot 2 hitrvoren.

Acte-van Concessie.—Nota. 56

van («n zijne betrokken rijks'grooten) hebben echter het recht die gebouwen en inrichtingen desverkiezende van den concessionaris over te nemen tegen een onderling overeentekomen prijs.

(2) Kunnen partijen het daarover niet eens worden, dan zullen die ge-bouwen en inrichtingen getaxeerd worden door drie scheidslieden.

(3) De rechten die de concessionaris op die gebouwen en inrichtingen kan doen gelden, vervallen door het verloop van één jaar nadat bij expi-ratie der concessie de radja l) van (en zijne betrokken rijksgroo-ten) verklaard zullen hebben niet tot overname genegen te "zijn.

(4) D'e voorschriften van de vorige drie alinea's van dit artikel zijn ook van toepassing, indien de concessie overeenkomstig de bepalingen van art. 15 van rechtswege komt te vervallen.

ART. 24. (1) De geschillen, die naar aanleiding der bepalingen van de artikelen 4,# 7 en 9 dezer akte mochten ontstaan, zullen in hoogste ressort worden beslist door het Hoofd van Gewestelijk Bestuur. .

(2) Alle, andere geschillen, die naar aanleiding van deze concessie-akte mochten ontstaan, zullen worden onderworpen aan de beslissing van drie*

scheidslieden, waarvan één aan te wijzen door ieder der belanghebbenden en de derde door het Hoofd van Gewestelijk Bestuur.

(3) Indien een der belanghebbenden in gebreke blijft een scheidsman aan te wijzen, en een daartoe door het Hoofd van Gewestelijk Bestuur te stellen termijn ongebruikt laat voorbijgaan, zal de aanwijzing van dien scheids-man mede door genoemd Bestuurshoofd geschieden.

(4) De scheidslieden zullen bij meerderheid van stemmen beslissen en hunne uitspraak zal niet aan hooger beroep onderhevig zijn.

(5) Zij bepalen tevens, wie der belanghebbenden de kosten der arbitrage of welk aandeel ieder van dezen daarin zal dragen.

ART. 25. Bij geschillen omtrent de uitlegging van de in deze akte voor-komende bepalingen is de Nederlandsche tekst voor alle partijen ver-bindend.

ART. 26. De kosten voor het zenden van ambtenaren, deskundigen of commission ter plaatselijke opname, in verband met de bepalingen dezer concessie, komen geheel of ten deele ten laste van den concessionaris, ter beslissing van het Hoofd van Gewestelijk Bestuur.

ART. 27. Deze akte moet o,p straffe van nietigheid, binnen één jaar na hare dagteekening, aan de -goedkeuring van het Hoofd van Gewestelijk Bestuur onderworpen worden.

Gegeven te den

('Handte'ekeningen en zegels van den radja !) en de betrokken rijksgrooten).

De- ondergeteekende

verklaart de in deze akte omschreven concessie onder de daarbij gestelde voorwaarden te aanvaarden.

N O T A .