• No results found

DE FIETSENV ORDE RING

In document 1939-1945 D EEL 6 eerste helft (pagina 69-73)

Hoe kon men op zo korte termijn aan 50 000 fietsen komen? De Joden buiten Amsterdam hadden kort tevoren hun fietsen moeten inleveren; 10 000 fietsen (6 500 herenfietsen, 3 500 damesfietsen) bevonden zich nog in de opslagplaatsen, maar, aldus I V B 4-Den H aag: ‘der Zustand der abgelieferten

Rader ist derartig schlecht, dass bestenfalls gegenwartig nur 1000 brauchbare Rader zur Verfiigung stehen.’1 Inbeslagneming bij de fabrieken zou niet voldoende

resultaat bieden, evenmin inbeslagneming bij de groot- en kleinhandel, want wat daar aan nieuwe fietsen stond, had geen banden. De fietsen die de

Wehrmacht zo dringend nodig had (van 50 000 waren het inmiddels 100 000

geworden), moesten dus bij het publiek in beslag genomen worden.

Seyss-Inquart besliste op 14 juli dat men in alle gemeenten des lands een vorderingsactie moest uitvoeren. Er werden toen vanuit het Reichskommissa­

riat bezwaren kenbaar gemaakt (vermoedelijk werd voorzien dat die actie

grote verontwaardiging zou wekken) en zo werd het zaterdagavond 18 juli (van de door Christiansen genoemde termijn van acht tot veertien dagen waren al negen verstreken!) voor de secretarissen-generaal Frederiks en Hirschfeld door de Generalkommissar fiir Verwaltung und Justiz, Wimmer, van de Duitse eisen in kennis gesteld werden, zulks met de mededeling erbij dat de eerste 50 000 fietsen al op dinsdag 2 1 juli ter beschikking moesten staan, de tweede 50 000 twee-en-een-halve week later: op 8 augustus. Wimmers medewerkers hadden de termijn van drie dagen voor de eerste vordering (met nog een zondag er bij!) absurd kort gevonden, maar Christiansens stafofficier met wie telefonisch contact opgenomen was, had van geen ver- verlenging willen weten: ‘jede halbe Stunde sei kostbar , had hij gezegd.2

Er leek Frederiks en Hirschfeld geen andere mogelijkheid te bestaan dan dat de 100 000 herenfietsen door de gemeentepolitie in beslag genomen zouden worden. Zij meenden evenwel dat het niet nodig was, het gehele land in rep en roer te brengen: de actie kon beperkt bhjven tot de 144 ge­ meenten die meer dan tienduizend inwoners hadden. Een snelle becijfering leerde dat men de eerste 50 000 fietsen bijeen kon krijgen indien daar per gemeente een aantal gevorderd werd, gelijk aan 0.9% van het aantal in­ woners per 1 januari 1941. Voor de drie grootste gemeenten werden aparte aantallen bepaald: Amsterdam zou 8 000 fietsen moeten leveren, Den Haag 4 000, Rotterdam werd ietwat gespaard (3 300 fietsen), vermoedelijk vanuit het besef dat het toch al zo zwaar getroffen was door de bombardementen

1 Brief, 18 juli 1942, van de Rii-In aan FiW i (a.v.). 2 Notitie, 22 juli 1942, van de

van mei '40 en oktober '41 .* N og op zaterdagavond werden de burge­ meesters in de grootste gemeenten telefonisch gewaarschuwd; zij' en alle overige van de 144 ontvingen voorts een regeringstelegram waarin bepaald was dat ‘handwerklieden’, landbouwers, personeel van politie, brandweer en luchtbescherming alsmede bezitters van dienstfietsen hun fiets zouden mogen behouden; ‘indien enigszins mogelijk, dienen mede te worden vrijgesteld zij die het rijwiel voor de uitoefening van hun beroep volstrekt nodig hebben.’ Frederiks seinde tenslotte:

‘Laat wijze van organisatie overigens aan uw beleid over zo bijvoorbeeld o f het niet wenselijk ware vordering in de eerste plaats te verrichten bij verhuur- inrichtingen, garages en andere opslagplaatsen en voorts bij voorkeur op straat, bij sportwedstrijden enzovoort stop u dient u voor te bereiden op een tweede inlevering in aanvang maand augustus stop strikte geheimhouding dringend geboden.’ 2

D it telegram riep een niet gering aantal problemen op. Frederiks’ suggestie om o.m. ‘bij voorkeur op straat, bij sportwedstrijden enzovoort’ de fietsen in beslag te nemen, leek het beste middel om een maximum aan onrust te veroorzaken. Bovendien: waarom werden de ‘handwerklieden’ zonder uitzondering vrijgesteld en niet al diegenen ‘die het rijwiel voor de uit­ oefening van hun beroep volstrekt nodig’ hadden ? En moest geen vergoeding betaald worden ? Binnen enkele dagen verstrekte Frederiks nadere instructies: de burgemeesters werden gemachtigd, fietsen die in beslag genomen waren bij hen die ze inderdaad voor hun beroep behoefden, terug te geven en de schadevergoeding werd op f 50 per fiets vastgesteld - maar toen lag de vorderingsactie die grote onrust gewekt had, al achter de rug.

In Amsterdam belegde burgemeester Voute op zondagmorgen 19 juli een bespreking o.m. met de gemeentepolitie. Daar werd vastgesteld dat men maandagochtend in de vroegte de fietsenstallingen in het grootste deel van Amsterdam-zuid zou bezetten (alleen de arbeidersbuurt ‘de Pijp’ viel er buiten). De politie bezat geen lijst van stallinghouders; zondagmiddag werden er motorrijders op uitgezonden om hun adressen te noteren. Verscheidene van die motorrijders waarschuwden de stallinghouders en bovendien drongen die middag al berichten door dat in het nabije Amstelveen fietsen gevorderd werden. Er ontstond een run op de stallingen: duizenden, wellicht tien­

1 Vlissingen kwam geheel buiten de actie te vallen; de haveninstallaties waren er in de voorafgaande periode het doelwit geweest van Engelse luchtaanvallen. De bevolking had daar zozeer onder te lijden gehad dat zelfs de gehele evacuatie van de stad overwogen werd. 2 Telegram in VuJ, HA Inneres, 136 g.

DE FIETSENVORDERING

duizenden haalden in de gehele stad hun fiets uit de stalling, verborgen deze op zolders o f in schuurtjes o f gingen haar demonteren. Ijlings begon de politie agenten te sturen naar de stallingen met opdracht niemand meer toe te laten, maar eerst in de loop van de avond had men voor alle ruim honderd stalhngen die uitgekozen waren, wachtposten kunnen plaatsen. Maandag­ morgen kregen diegenen die onder de uitzonderingsregels vielen, nog gelegenheid, hun fiets uit de stalling te halen voorzover zij dat niet al gedaan hadden; toen men ging tellen wat er nog stond, had men 2 ooo herenfietsen bijeen - een kwart van wat nodig was! Er werd toen door de burgemeester en de politie-autoriteiten besloten, tussen twaalf uur en half een op vier punten om de binnenstad heen fietsen op straat in beslag te nemen; elk punt werd met tien agenten en tien man personeel van het stadhuis bemand - opbrengst: 67 fietsen. Vervolgens werden de fietsenstallingen bij het Cen­ traal Station en de stalhngen van enkele grote banken bezet - dat leverde meer o p : ruim 600 fietsen, maar met name bij enkele bankinstellingen had het personeel, tijdig gewaarschuwd, zijn fiets in veiligheid kunnen brengen door het werk a f te breken en naar huis te gaan. Van vier uur op die maandag­ middag tot des avonds zeven uur werd toen door dertig agenten en dertig ambtenaren van het stadhuis een vorderingsactie ondernomen in de Water­ graafsmeer (Amsterdam-oost): huis aan huis werd aangebeld en gevraagd o f er fietsen waren. Resultaat: 170 fietsen, ofwel per agent c.q. ambtenaar nog niet eens één fiets per uur! Er werd, dat is duidelijk, op enorme schaal gesaboteerd en wij veronderstellen dat de 170 fietsen die tenslotte gerequi- reerd werden, in ruime mate in beslag genomen waren bij N S B ’ers voor wie tot hun grote ergernis geen algemene uitzondering gemaakt was. Dinsdag 2 1 juli (de actie moest die dag voltooid zijn!) huis-aan-huis razzia in heel Amsterdam-zuid: meer dan honderd agenten konden welgeteld 220 fietsen buitmaken. N og twee dagen lang werden die razzia’s voortgezet - toen had men in Amsterdam eindelijk een kleine 3 600 fietsen bijeen.

In de overige gemeenten die onder de vorderingsactie vielen, ging het, naar wij aannemen (onze gegevens zijn onvolledig), niet wezenlijk anders toe. In Tilburg (buit: 841 fietsen) zag men maandagmorgen mensen ‘op fietsen, zö gammel en zö slecht dat zelfs de Duitsers ze niet wilden hebben en het was soms vermakelijk om te zien, hoe zelfbewust deze fietsers de ene na de andere vorderingshindemis namen.’1 In Wisch en Terborg kocht het ge­ meentebestuur ‘wat oude fietsen op, om het de mensen niet te moeilijk te maken’2 (wij nemen aan dat dit geschiedde ter aanvulling van de fietsen

1 Gemeente Tilburg: Tilburg in de oorlogsjaren 1940-1945 (z.j.), pag. 35. 2 J. J. G. Boot: Burgemeester in bezettingstijd (1967), p. 107.

die gevorderd waren). In Leeuwarden gingen op maandagmorgen zestien agenten in zestien straten die door loting bepaald waren, huis aan huis fietsen in beslag nemen. ‘De mare’, aldus de burgemeester aan Frederiks, ‘ging nog sneller dan radioberichten door de betrokken en aangrenzende straten; voorzover de rijwielen niet reeds weggewerkt waren, werden zij . . . over de schuttingen heen aan achterburen gegeven . . . Uit aangrenzende straten werden zij ö f naar de hersteller gebracht, z.g. voor reparatie, ö f naar buiten de gemeente wonende kennissen. Daarna is overgegaan tot de ook in uw telegram genoemde manier van op straat aanhouden . . . Het gaf weinig, aangezien de aanhoudings- posten spoedig door een belangstellende menigte waren omringd en dus reeds van verre kenbaar waren . . . Maandagavond zijn daarom nieuwe adressen uit het bevolkingsregister genomen en zijn iooo (vorderings)lastgevingen gemaakt (later nog uitgebreid tot 1200). Van de ingeleverde rijwielen was een groot aantal ondeugdelijk.’ 1

In Den Haag had men op maandag 20 juli de gevraagde 4 000 fietsen bijeen (waaronder de fiets van Frederiks die hem bij een straatrazzia ontnomen w as!) — ‘Den Haag hat. . . sehr gute Arbeit geleistet’, werd bij het Reichs­

kommissariat genoteerd.2 In Rotterdam werden in plaats van de opgelegde

3 300 fietsen 5 000 in beslag genomen. In totaal werden in de gemeenten die onder de actie vielen, ruim 53 000 fietsen buitgemaakt, maar het duurde bijna twee weken voor daarvan de eerste partijen tot een totaal van bijna 25 000 door de Ortskommandanten afgenomen waren. Van die ruim 53 000 was ‘ein grosser Teil infolge schlechter Bereifung für Wehrmachtsaufgaben unge-

eignet’3; het werd oktober voor men uit de Duitse en de Nederlandse pro­

ductie voldoende banden bijeen had om de laatste partijen van de ruim 53 000 fietsen onder de eenheden van de Wehrmacht te verdelen.

Op 7 augustus, één dag voor de datum waarop, volgens het oorspronke­ lijke plan, de tweede actie die opnieuw 50 000 fietsen had moeten opleveren, ten einde moest zijn, was Frederiks door W immer ‘streng vertraulich’ ingelicht dat die tweede actie ‘ zurückgestellt’ was: ‘Infolge des Eintreffens motorisierter

Verbande in den Niederlanden werden die weiteren 50 000 Fahrrader einst- weilen nicht benötigt.’4 Dat argument was er, dunkt ons, met de haren

bijgesleept; wij nemen aan dat het in werkelijkheid ook tot Seyss-Inquart doorgedrongen was dat de twijfelachtige militaire baten van de vorderings­ actie verre overtroffen waren door de politieke kosten. ‘Nauwehjks enige

1 Brief, 24 juli 1942, van de burgemeester van Leeuwarden aan Frederiks (VuJ, HA

Inneres, 136 j). 2 Notitie, 20 juli 1942, van de H A Inneres (a.v., 136 g). 3 Telex­ bericht, 1 1 aug. 1942, van de W BN aan de H A Inneres (a.v., 136 k). 4 Brief, 7 aug. 1942, van de H A Inneres aan Frederiks (a.v., 136 g).

In document 1939-1945 D EEL 6 eerste helft (pagina 69-73)