• No results found

D e landing bij D ieppe en haar gevolgen

In document 1939-1945 D EEL 6 eerste helft (pagina 89-93)

Medio juli de fietsenroof, medio augustus de executie van de v ijf gijzelaars van Rotterdam, week na week nieuwe transporten naar Westerbork - dat alles deed met meer klem dan ooit de oude vraag rijzen: waar blijft het Tweede Front?

Het was uitgesteld.

In april '42 hadden de regeringen en de militaire staven van Engeland en Amerika in beginsel afgesproken dat in de zomer een poging ondernomen zou worden om Normandië o f Bretagne in handen te krijgen. Aan de uit­ voerbaarheid van dit project werd toen overigens reeds getwijfeld door Churchills War Cabinet en door de Britse Chiefs of Staff; die twijfels werden steeds sterker en eind juli kwam vast te staan dat er in '42 geen sprake zou zijn van een grootscheepse landing in West-Europa; wèl zou men trachten te landen in Frans Noordwest-Afrika. Een kleinere landing, in de zomer, ergens op de Franse kust leek verantwoord: men hoopte op het geselec­ teerde punt de Duitsers aanzienlijke schade te kunnen toebrengen; die kleine landing zou bovendien het voordeel bieden dat men zou ervaren, hoe sterk de Duitse kustverdediging eigenlijk was. Strategisch en tactisch zou men daar belangrijke conclusies aan kunnen verbinden.

Kleinere landingen waarbij zij zich spoedig terugtrokken, waren al eerder door de Engelsen uitgevoerd. Eind december '41 had een eenheid van de Britse Commandos (een formatie die speciaal opgericht was om hit-and-run- aanvallen uit te voeren) de Duitsers op het Lofoten-eiland Vaagsö voor de Noorse kust verrast; negentig Duitsers waren er krijgsgevangen gemaakt, een kleine veertig Noren waren naar Engeland mee teruggevaren. Korte tijd later had een groep Britse parachutisten een Duits radarstation bij Bruneval, aan de Kanaalkust, overvallen, ze had belangrijke onderdelen van de instal­ latie buit kunnen maken. Tenslotte had eind maart '42 een kleine gemengde strijdmacht waarbij een aantal Commandos ingedeeld was, met een oude torpedobootjager de deuren van het grote dok te St. Nazaire kunnen rammen; die jager was met explosieven volgestouwd die kort nadat de strijdmacht aan de terugtocht begonnen was, ontploften. Het gevolg was dat het enige dok in West-Europa waarin eventueel het gloednieuwe Duitse slagschip ‘ Tirpitz’ (dat sinds medio januari in het Noorse Trondheim lag) gerepareerd kon worden, buiten gebruik gesteld w erd; de schade was eerst na anderhalf jaar hersteld.

Voor de proeflanding op de Franse kust werd in april '42 een plan ge­ maakt: landen bij Dieppe, aan het Kanaal. Het plan werd op 13 mei door de Britse Chiefs o f Staff goedgekeurd. De opzet was dat de te landen

1 9 A U G U S T U S

macht zich na een tijdsverloop van zes uur weer zou terugtrekken. Die troepenmacht werd in de loop van de zomer gevormd: twee Canadese infanteriebrigades, een Canadees tankregiment, vier Commando-eenheden en een vergehjkbare Amerikaanse eenheid: vijftig Rangers - in totaal ruim zesduizend man, onder wie bijna vijfduizend Canadezen. Meer dan 200 schepen, waaronder 24 landingsvaartuigen voor tanks en 150 voor infanterie, zouden onder dekking van de Royal Air Force naar Dieppe varen; een deel van de troepen moest benoorden Dieppe aan land gaan, een deel ten zuiden daarvan, maar het grootste deel zou in de havenstad zelf aan land trachten te komen.

Op woensdag 19 augustus even voor v ijf uur ’s morgens werd de operatie ingezet. D e Duitsers werden er door verrast maar doordat op de dag van de aanval binnen het Duitse militaire apparaat nog een algemeen alarm gold (het was het einde van een periode waarin de stand van de maan en de eb- en vloedbeweging in het algemeen gunstig waren voor landingsoperaties), was het Duitse regiment dat Dieppe verdedigen moest, voltallig op post; het beet stevig van zich af: alleen bezuiden Dieppe kon het oorspronkelijke aanvalsplan uitgevoerd worden, elders kwam men daar niet aan toe; een groot deel van de tanks kon niet eens ontscheept worden. De troepen, voorzover geland, kwamen niet veel verder dan de kustlijn en toen zij zich volgens plan om e lf uur ’s morgens terugtrokken, hadden zij zware verliezen geleden, vooral de Canadezen: Van hen keerde nog geen derde deel zonder verwondingen terug. Tweeduizend Geallieerde militairen waren krijgsge­ vangen gemaakt, de Britse Navy had een torpedobootjager en 33 landings­ vaartuigen verloren en in hevige luchtgevechten waren meer dan honderd toestellen van de Royal A ir Force verloren gegaan. De Duitse verhezen, ook in de lucht, waren veel geringer.

Woensdagmorgen 19 augustus om negen uur berichtte de B B C dat een landingsoperatie op de Franse kust gaande was. Er werd te verstaan gegeven dat zij een beperkt doel had, maar die waarschuwing was, wat de bevolking in bezet gebied betrof, aan dovemansoren gericht. Maandenlang leefde men al in afwachting van het Tweede Front, vier dagen tevoren had men het schokkende bericht van de executie der v ijf gijzelaars vernomen - nu kwamen ze, de bevrijders! Opgewonden werd het grote nieuws doorgegeven. N og geen uur later gingen geruchten de ronde doen dat de Engelsen Brest ver­ overd hadden en naar Le Havre oprukten. Verscheidenen waren er die maar

vast oranjestrikjes opspeldden: misschien zou men al over een paar uur be­ vrijd zijn! Toen de Amsterdamse effectenbeurs om half twee geopend werd, golfde het enthousiasme door de zaal; de N S B ’ers onder de beursgangers stonden er bleek en bedrukt bij. In het concentratiekamp Amersfoort barstte de vreugde los: ‘Nü komt het! nü komt het! Mannen die een proces ver­ wachten, dat wel eindigen zal met de doodstraf, huilen van blijdschap. God­ dank ! Als die Engelsen nu maar doorzetten, dan behoeven zij niet te sterven i’1 ‘Vandaag’, (wij zijn weer in het gewestelijk arbeidsbureau te Zwolle) ‘worden meer dan zestig Joodse Nederlanders gekeurd voor tewerkstelling in de werkverruimingskampen. Voortdurend heb ik ze op m’n kamer. . . Als het bericht over Le Havre komt, zit er één bij me die ik heel goed ken. Ik vertel hem wat er gezegd wordt. Dan beven zijn handen, hij slikt en fluistert met schorre, moeilijke stem: ‘Zou - zouden ze werkelijk komen? Misschien is ’t voor ons dan niette laat!’

Hij hoopt, ik hoop het.’2

Die hoop werd spoedig de bodem ingeslagen.

’s Middags om twee uur berichtte de B B C dat er slechts sprake was van een

raid, niet van een invasie. W elk een teleurstelling! Op de beurs ‘werden de

gezichten langer en daalden de koersen.’3 Later op de dag deelde de B B C mee dat de gelande troepen zich in goede orde teruggetrokken hadden. Dat nieuws werd met bitterheid vernomen. De N S B ’ers, van hun angst bekomen, juichten, de Duitse berichtgeving in woord en beeld legde er een schepje bovenop: zo zou elke Geallieerde landingspoging afgeslagen worden!

Men wist niet wat men er van denken moest. Aan het zuidehjk deel van het Oostelijk front waren de Duitsers nog steeds in volle opmars - was de landing bij Dieppe (de plaatsnaam was inmiddels genoemd) niet meer dan een eerste aanloop? Zou er spoedig een tweede komen? O f hadden de Geallieerden alleen maar acte de présence gegeven en waren zij er bewust op uit, de Sowjet-Unie minder hulp te geven dan in hun vermogen lag? Van dat laatste waren de meeste communisten overtuigd. Zij hadden over de radio vernomen dat Churchill medio augustus in Moskou besprekingen met Stalin gevoerd had. W aar konden die anders over gegaan zijn dan over het Tweede Front? ‘Het is niet de vraag’, schreef De Waarheid na Dieppe,

1 H. L. Lieve en K. R . ter Steege: Predikant achter prikkeldraad (z.j.), p. 60. 2 A. van Boven: Jan Jansen in bezet gebied, p. 170. 3 C. F. OverhofF: ‘Effectenhandel in oorlogstijd’ (1949), p. 222 (Doc. I-1292, c-i).

In document 1939-1945 D EEL 6 eerste helft (pagina 89-93)