• No results found

De literatuurstudie leerde dat het onderzoeken van ouder-kind communicatie betreffende seksualiteit over het algemeen werd verricht door middel van semi-gestructureerde diepte-interviews. De

betekenisgeving en het interpreteren hiervan vraagt een interactieve benadering tussen interviewer en respondent. Via face-to face diepte-interviews kan er dieper ingegaan worden op bepaalde concepten en doorgevraagd worden naar oorzaken en meer diepliggende dimensies (Mortelmans, 2007). Binnen elk gezin werd één ouder en één kind (leeftijd tussen 12 en 16 jaar oud) geïnterviewd. De interviews werden individueel afgenomen in een aparte vertrouwde ruimte van beide gezinsleden om afleidingen te

vermijden (Baarda, et al., 2013). Daarom werden de interviews bij de gezinnen thuis afgenomen, op een

10 Bijlage 2: Informed consent

11 Bijlage 1: Brief onderhandelen toegang

37

plaats naar keuze. Aangezien dit onderzoek in grote mate focust op de tweeledige interpretatie van ouder-kind communicatie, werden aan ouder en kind binnen hetzelfde gezin bij bepaalde topics

overeenkomstige vragen gesteld. Om wederzijdse beïnvloeding van de antwoorden van ouder en kind te vermijden, was deze individuele benadering van cruciaal belang.

Er werd gebruik gemaakt van 6 verschillende vragenlijsten12, waarvan 3 verschillende vragenlijsten per gezinstype onderscheiden werden, nl. tweeoudergezin, éénoudergezin en nieuw samengesteld gezin. De verschillen binnen deze vragenlijsten zijn gericht op verschillen in de aanwezigheid van een stiefouder, het afwezig zijn van een tweede ouder, de ervaring van een scheiding, waarbij verder binnen elk interview werd rekening gehouden met specifieke situationele verschillen. Binnen de vragenlijsten van elk

gezinstype werden aparte vragenlijsten opgesteld voor de ouders en de kinderen, mits bepaalde gemeenschappelijke vragen naar de evaluatie van de communicatie onderling, de persoon naar wie het kind zich richt bij vragen over seksualiteit, de voorkeur van de plaats tijdens het gesprek, … Dit in het licht om de congruentie van de ervaringen en evaluaties van ouder en kind te vergelijken. De vragenlijsten werden gestructureerd aan de hand van een topiclijst. Bij aanvang van het interview met de ouders werd een situatieschets gemaakt van de gezinssituatie. Na deze introductie werd overgegaan tot het

onderwerp ouder-kind communicatie in het algemeen en hoe deze werd gepercipieerd. Hierbij werd naar voorbeelden en ervaringen gevraagd en de betekenis hieromtrent. Vervolgens werd uitvoerig ingegaan op het hoofdthema: ouder-kind communicatie over seksualiteit. Binnen dit hoofdthema werd gevraagd naar aanspreekpunten, de toegepaste aanpak, verscheidene onderwerpen over seksualiteit, problemen of barrières, kennis over seksualiteit en bijkomende beïnvloedende kanalen. Omdat interviews gericht zijn op het verkrijgen van inzicht in de persoonlijke beleving van respondenten, is het belangrijk de

antwoorden zo nauwkeurig mogelijk te registreren. Om later de interviews woordelijk te registreren en analyseren, werd gebruikt gemaakt van geluidsopnames (Plochg & Van Zwieten, 2007).

Deze studie richt zich deels op kinderen; hiermee werd rekening gehouden tijdens de interviews. De interviews met de kinderen startten met een verkennend gesprek, waarna het onderwerp seksualiteit werd geïntroduceerd. Er werd aan de hand van foto- en campagnemateriaal vragen gesteld om de jongeren vertrouwd te maken met het onderwerp seksualiteit in relatie tot hun ouders. Op deze manier werd de barrière om hierover te praten afgezwakt. Tijdens het interview werden diverse

gesprekstechnieken toegepast. Er werden open vragen toegepast om ruimte te laten voor

12 Bijlage 4 & 5: Vragenlijsten ouders/ kinderen

38

betekenisgeving en voorbeelden. De duurtijd van de interviews varieerde naargelang de respondent ouder of kind was. Bij de ouders duurde het interview gemiddeld 40 tot 45 minuten, waarnaast de interviews met de kinderen gemiddeld 35 minuten duurden.

Doorheen de interviewrondes werden de vragenlijsten verscheidene keren geanalyseerd en aangepast. Zo werden er nieuwe inzichten verkregen tijdens de interviews waarop dieper kon worden ingegaan bij volgende interviewrondes. Concreet werd er op basis van de antwoorden in een eerste interviewronde bij de beëindiging van het interview gevraagd naar bijkomende beïnvloedingen die ouders ervaren bij ouder-kind communicatie, los van de bevraagde factoren. Hieruit bleek dat een groot deel van de ouders de ouder-kind communicatie met hun eigen ouders tijdens hun puberperiode als een belangrijke

beïnvloedende factor beschouwden in de benadering naar hun eigen kinderen toe. Ook werd tijdens interviews met een éénoudergezin in een voorgaande interviewronde opgemerkt dat de invloed van de sibling heel belangrijk bleek. Daarom werd er de vragenlijst van éénoudergezinnen licht uitgebreid en werd er verder ingegaan op deze band om eventuele verklaringen te kunnen onderscheiden. Bij aanvang van de interviews bleek het bevragen van kinderen een uitdaging omwille van de minder open houding.

Om de techniek te optimaliseren werd na enkele testinterviews in het begin van het interview fotomateriaal gebruikt om de aandacht te verhogen.

4.2 Data-analyse

Bij de analyse van kwalitatief onderzoek is het belangrijk om de teksten op een systematische manier te interpreteren met de onderzoeksvraag steeds in gedachten. De afgenomen interviews werden verwerkt met behulp van de Grounded Theory (Glaser & Strauss, 1967). Bij deze aanpak worden fases van dataverzameling met fases van analyse afgewisseld, waarbij de coderingen en analyses telkens worden aangepast door ze te toetsen aan nieuwe data (Mortelmans, 2007). Deze analysetechniek past een open, axiaal en selectief coderingsproces toe, die een constant vergelijkende methode van de verkregen data veronderstelt. Bij het open coderen wordt het interview lijn per lijn gecodeerd, waarbij ruwe concepten en ideeën geïdentificeerd worden. Vervolgens worden tijdens het axiaal coderen deze ideeën gelinkt en uitgeschreven in een samenvattende paragraaf die de samenhang van de verschillende initiële concepten aantoont. De laatste, selectieve codeerfase heeft tot doel de verschillende ideeën en concepten tot één hoofdconcept te synthetiseren (Mortelmans, 2007). Deze vergelijkende werkwijze kent een cyclisch verloop en gaat door tot er theoretische “saturatie” bereikt wordt en er dus geen nieuwe, bijkomende informatie kan toegevoegd worden (Mortelmans, 2007). Vooraf zullen “sensitising concepts” opgesteld

39

worden, die eventuele hoofdcodes zullen uitmaken van het analyseproces van de interviews. “Sensitising concepts” suggereren een bepaalde richting en referentie in een empirisch onderzoek. Het wordt gezien als een startpunt van kwalitatief onderzoek en biedt een richtlijn voor het analyseren ervan (Blumer, 1954). Binnen dit onderzoek werden er vijf hoofdcodes13 toegepast; de ouder-kind relatie, de kenmerken van het ouder-kind gesprek, de ouder-kind communicatie over het thema seksualiteit, de invloed van het gezinstype en beïnvloedende factoren voor de betreffende communicatie. Deze concepten zijn echter enkel een richtlijn, er moet altijd ruimte zijn voor afwijkingen tijdens het onderzoeksproces. Als laatste werd een vergelijkende relatiematrix 14 opgesteld om de belangrijkste situaties en kenmerken in elk gezin in het licht van betreffend onderzoek in kaart te brengen. Door de coderingen en verdere diepgaande analyses naast elkaar te leggen en systematisch te vergelijken worden deze interpretaties en ervaringen van ouder als kind over dezelfde communicatie geanalyseerd en in beeld gebracht.