• No results found

“ “ Verwijst naar het begin en einde van een stuk waar de respondent een andere persoon citeert

[…] Verwijst naar onduidelijke fragmenten

… Verwijst naar een lange stilte tijdens het gesprek Cursief Verwijst naar een uitspraak van de respondent

UNID Verwijst naar de respondent RES Verwijst naar de onderzoeker

104

Bijlage 7: Codering en hoofdconcepten Algemene hoofdcode

Ouderlijke aanpak van ouder-kind communicatie over seksualiteit bij tweeoudergezinnen/

éénoudergezinnen/ nieuw samengestelde gezinnen

Dit hoofdconcept dat tijdens het coderingsproces steeds voor ogen werd gehouden, vormt het algemene onderzoeksthema. Er wordt ten eerste gepeild naar de ouderlijke strategieën die ouders aanwenden bij ouder-kind gesprekken om de kwalitatieve ouder-kind communicatie te garanderen. Hierbij werden de percepties van ouder en kind bevraagd op deze ouder-kind communicatie. Verder in het interview werden de vragen specifiek toegespitst op de benaderingswijze die ouder en kind aanwenden om een

kwaliteitsvolle ouder-kind communicatie over het thema seksualiteit aan te gaan. Doorheen het interview werden de vragen gedeeltelijk aangepast naar de gezinscontext en gezinsstructuur toe. Op deze manier konden variaties in de ouderlijke aanpak van ouder-kind communicatie over seksualiteit in verschillende gezinsstructuren in kaart gebracht worden. Hierbij werden de percepties van ouder en kind bevraagd op de ouder-kind relatie en ouder-kind communicatie. Als laatste aanvullend deel van het interview werd de mening over de rol van mogelijke bijkomende communicatiekanalen bevraagd zoals bv. siblings,

leeftijdsgenoten, media en de invloed van schoolse educatie/ leerkrachten. Elk interview werd objectief en apart gecodeerd. Er kwamen tijdens het coderingsproces voor het grootste deel van de afgenomen interviews dezelfde deelconcepten terug die elk afzonderlijk het hoofdconcept beïnvloeden.

Deelcodes diepte-interviews ouders

Perceptie ouder-kind relatie - Ouderlijke aanpak tegenover kind

Deze deelcode speelt in op de ouderlijke strategieën die worden aangewend in de algemene ouder-kind relatie. Ouders beoordelen en reflecteren over de relatie met hun kind, wat een belangrijk inzicht biedt voor de ouder-kind communicatie die hieruit voortvloeit. Deze percepties over de ouderlijke aanpak en de ouder-kind relatie hebben een rechtstreekse invloed op het hoofdconcept omdat dit een algemene basis vormt voor het verklaren van bepaalde uitingen in de ouder-kind communicatie over persoonlijke onderwerpen, zoals seksualiteit.

Kenmerken ouder-kind gesprek

105

De kenmerken van een persoonlijk ouder-kind gesprek kunnen bijvoorbeeld de aanleiding, tijdstip en plaats, de ernst en de sturing tijdens het gesprek uitmaken. Tijdens de interviews werden allerhande kenmerken bevraagd, maar er werden meerdere aanvullende kenmerken aangegeven door de respondenten. Deze code maakt een cruciaal deel uit van het hoofdconcept omdat de kenmerken de aanpak van ouder-kind communicatie bepalen en de beoordeling van deze kenmerken tot vergelijkende inzichten leidde.

Communicatie thema seksualiteit

Deze code geeft de kenmerken aan van een ouder-kind gesprek specifiek toegepast op ouder-kind communicatie. Door deze code te afzonderlijk te bekijken kon er een diepgaande analyse gemaakt worden van de ouder-kind benaderingen wat betreft het onderwerp seksualiteit en de ouderlijke percepties hierover. Dit staat rechtstreeks in verbinding met het hoofdconcept en de

hoofdonderzoeksvraag.

Aanwezigheid vs. afwezigheid partner

Deze code gaat de gezinsstructuur benaderen, waarbij er wordt gevraagd naar de rol van een tweede biologische ouder in een tweeoudergezin, de afwezigheid van een biologische ouder in een

éénoudergezin en de aanwezigheid van een stiefouder in een nieuw samengesteld gezin. Deze code biedt een overzicht van de waarde die ouders een tweede ouder toekennen en hoe zich dit uit in de ouderlijke aanpak en het communicatieproces naar hun kinderen toe over seksualiteit.

Bijkomende communicatiekanalen

Hierin wordt de perceptie van de ouders gevraagd over het inschakelen van bijkomende

aanspreekpersonen of instanties buiten de ouder-kind communicatie bij nood voor gesprekken over seksualiteit. Deze hebben een invloed op het hoofdconcept omdat deze extra kanalen de ouderlijke aanpak kunnen verzwakken of eventueel verklaren (vb. verantwoordelijkheid bij school).

106

Deelcodes diepte-interviews kinderen

De deelcodes die bij de ouders werden onderscheiden komen grotendeels terug bij de analyse van de interviews van de kinderen. Dit omwille van de overeenkomstige vragen die gesteld worden om een vergelijkende analyse mogelijk te maken.

Relatie en communicatie tussen ouder en kind

Deze code betreft de percepties van het kind over de relatie met zijn/haar ouders en hoe dit zich uit naar de communicatie toe. Er wordt gevraagd naar de manier waarop hun ouders hen benaderen bij het bespreken van persoonlijke en serieuze onderwerpen en hoe zij dit percipiëren en beoordelen. Er wordt evenwel naar mogelijke zwaktes/ sterktes in de communicatie gevraagd. Deze ervaringen en percepties kunnen de aanpak van de ouder-kind communicatie in perspectief plaatsen waardoor het proces beter kan begrepen en verklaard worden.

Ouder-kind communicatie over thema seksualiteit

Er wordt in dit deelconcept specifiek ingegaan op de kenmerken over het thema seksualiteit, waarbij een gevoel van schaamte wordt besproken, de voorkeur voor een bepaalde ouder om aan te spreken bij die onderwerp en verdere specifieke kenmerken die aangepast worden aan het thema seksualiteit. Er werd grotendeels gefocust op dezelfde kenmerken die werden bevraagd bij de ouders; maar er bestond echter ruimte voor de kinderen om concrete voorbeelden te geven van situaties die de ouder-kind communicatie over dit onderwerp illustreerden. De relatie tot het hoofdconcept is vanzelfsprekend, gezien de aanpak en het verloop van een ouder-kind gesprek over seksualiteit centraal staat.

Aanwezigheid vs. afwezigheid tweede ouder/ stiefouders

Deze code benadert de rol van een biologische vader en een eventuele stiefvader in de verschillende gezinsstructuren. Er wordt in tweeoudergezinnen gevraagd naar de waarde die een tweede ouder biedt voor het kind in de ouder-kind communicatie over seksualiteit, waarbij er in de éénoudergezinnen wordt gevraagd naar de afwezigheid van een tweede ouder. In nieuw samengestelde gezinnen wordt gevraagd naar de aanwezigheid van de tweede biologische ouder en eventuele aanwezigheid van een stiefouder.

107

De deelcode verzamelt ervaringen met verschillende tijdens ouder-kind communicatie over seksualiteit, concrete voorkeuren wat betreft het onderwerp of de aanpak en de verklaringen hiervoor. De al dan niet aanwezigheid van een tweede ouder heeft een impact op het hoofdconcept omdat dit variaties in de ervaren kwaliteit aantoont in de verschillende gezinstypes. Het verklaart eventuele barrières die het kind ervaart en aanpassingen van bepaalde benaderingswijzen over het thema seksualiteit van het kind naar de ouder toe.

Bijkomende communicatiekanalen

Er wordt gevraagd aan het kind om de waarde aan te geven van elk afzonderlijk bijkomend communicatiekanaal en die rol te beschrijven ten opzicht van de ouder-kind communicatie over

seksualiteit. Op deze manier was het mogelijk te begrijpen welke functie deze kanalen hebben en welke sterktes/ zwaktes dit met zich meebrengt in relatie tot de ouder-kind communicatie over seksualiteit.

Opnieuw geven deze bijkomende communicatiekanalen verder inzicht in de beoordelingen die kinderen aangeven voor de ouderlijke aanpak en de voorkeuren die zij hebben omtrent dit onderwerp.

108

Bijlage 8: Relatiematrix

109

110