• No results found

D e Sowjet-Unie houdt stand

In document 1939-1945 D E E L (pagina 181-189)

Eerder vermeldden wij dat aan elk van de drie legergroepen die de Sowjet- Unie overvielen, een specifiek doel gesteld was: de gtocp-Nord moest Leningrad bereiken, de groep-Mitte Moskou en de groep-SwJ diende door te stoten naar de voornaamste centra van de Russische aardolie- productie in de Kaukasus. Eind augustus, na een campagne van twee maan­ den, hadden de drie groepen wel belangrijke vorderingen gemaakt in de richting van de gestelde doelen, vooral in die van Leningrad, maar de Russische weerstand werd veeleer sterker dan zwakker. En de Duitse ver­ liezen stegen: aan gesneuvelden, vermisten en gewonden was het Ostheer medio augustus meer dan een tiende van zijn oorspronkelijke kracht kwijt geraakt. N og bedenkehjker was, dat begin september van elke tien Duitse tanks waarmee de grote aanval op 22 juni ingezet was, drie kapotgeschoten o f anderszins onherstelbaar beschadigd waren: de vuist die in de Blitzkrieg de krachtigste slagen placht uit te delen, werd dus zwakker.

Het werd in de loop van augustus duidehjk dat, in strijd met de oorspronke­ lijke opzet, in strijd ook met de uitgelaten verwachtingen die Hitler en zijn naaste medewerkers in de eerste vijf, zes weken van het offensief gekoesterd hadden, de Duitse krachten niet toereikend waren om de gestelde doelen

tegelijk na te streven: er moest een keuze worden gemaakt en die keuze con­

centreerde zich op de vraag o f het gros van de Duitse tankdivisies al o f niet

1 Brief, 17 juni 1942, van dr. Heinemann aan Fischböck en Schmidt (VuJ, HA

Inneres, 136 b). Een overeenkomstige metaalvordering bracht in België bijna drie­

maal zoveel op: 9000 ton, maar daar had de Militarbefehlshaber bepaald dat gezins­ hoofden o f zelfstandige personen die niet een zeker minimumgewicht inleverden, een extra belastingaanslag zouden krijgen. Wat men in Nederland aan metalen ingeleverd had, werd na omsmelting en zuivering aan de Nederlandse industrie ter beschikking gesteld, gedeeltelijk evenwel voor de bewerking van Duitse orders.

N A D E 2 2 S T E J U N I

in de richting van Moskou ingezet zou worden. Het eerste leek de meeste van Hitlers militaire adviseurs essentieel: de verovering van Moskou zou het hart rukken uit het gehele Russische spoorwegnet en men wist dat in de Sowjet- Unie met haar weinige wegen en vrachtauto’s de verbindingen van het R od e Leger nagenoeg volledig van de spoorwegen afhankelijk waren.1 Er werd Hitler ook op gewezen dat hij met het offensief in de richting van Moskou niet teveel moest talmen: als regel zette medio oktober de periode in van de herfstregens die het snelle opereren met tankformaties zouden bemoeihjken.

Hitler verwierp deze adviezen. Hij wenste, mede teneinde de R ode Vloot in de Oostzee uit te schakelen, eerst Leningrad te bereiken, en hij achtte het evenzeer van primair belang om de Oekraïne te veroveren teneinde van daaruit door te stoten naar R ostow ; was de Sowjet-Unie eenmaal de Oekraï­ ne, haar belangrijkste landbouw- en industriegebied, kwijtgeraakt en had men in R ostow een deel van de pijpleidingen uit de Kaukasus afgesneden, dan zou de Sowjet-Unie, zo meende Hitler, in elk geval haar ondergang tegemoet gaan - het offensief tegen Moskou zou daarmee het karakter krijgen van de genadeslag. N a verwoede debatten die enkele weken in beslag namen, ging eind augustus het nieuwe directief van het Führerhauptquartier uit waaraan Hitlers operatieve denkbeelden ten grondslag lagen. D e maand september werd weer een maand van Duitse overwinningen: nieuwe vorde­ ringen in de richting van Leningrad, verovering van de westehjke Oekraïne en het gebied beoosten Kiew. Beslissend waren die overwinningen niet; desondanks zette Hitler eind september nu toch het grote offensief in de richting van Moskou in dat zijn generaals hem al van eind juli a f aangeraden hadden. Op de eerste dag boekten de Duitse tanks zeventig kilometer ter­ reinwinst. Z o ging het door. Opnieuw werden honderdduizenden Russen krijgsgevangen gemaakt. Het leek alsof de weg naar Moskou open lag en toen Hitler op 3 oktober in het Sportpalast te Berlijn bij de opening van het

Winterhilfswerk zijn eerste grote toespraak hield na de 22ste juni, aarzelde hij

niet om zijn uitgelaten gehoor de verzekering te geven dat de strijd aan het oostehjk front eigenlijk al ten einde w as: ‘dass dieser Gegner bereits gebrochen

ist und sich nie mehr erheben wird!’

D e gehele Duitse pers ging in die geest schrijven en ook de gelijkgescha­ kelde Nederlandse bladen berichtten slechts van de snelle voortgang der Duitse legers. K w am het einde van de Russische weerstand in zicht? Een juichende Janke voorspelde het op zijn persconferenties. Bij het Algemeen

1 Voor het goederentransport van de Sowjet-Unie werd in 1940 voor 98,2% door de spoorwegen gezorgd, voor 1,8% door het wegverkeer.

N A D E 2 2 S T E J U N I

Handelsblad (waar hoofdredacteur von Balluseck inmiddels door een N S B ’er

vervangen was) werd al de extra-pagina klaar gemaakt die men zou plaatsen zodra het bericht ‘Moskou is gevallen’ zou binnenkomen en secretaris­ generaal Schrieke stelde aan zijn ambtgenoten voor dat in dat geval van alle departementsgebouwen gevlagd zou worden.1

D e Nederlandse publieke opinie reageerde in september bijzonder labiel. W eer vlogen wilde geruchten door het land: er werden data genoemd, nog in diezelfde maand, waarop Duitsland, naar men met zekerheid wist, zou moeten capituleren; er zou onderhandeld worden over vrede; Goeringzou in een concentratiekamp gezet zijn, Goebbels zou zelfmoord hebben ge­ pleegd, Himmler slachtoffer zijn geworden van een aanslag. ‘W ie dagehjks ziet en meedraagt het nameloze leed van duizenden . . . ademt verhcht op’ , schreef Frans Goedhart in Het (illegale) Parool,

‘als men hein zegt dat generaal Blomberg in Duitsland de leiding van een opstan­ dige beweging op zich genomen heeft, dat de staat van beleg is afgekondigd in München en Berlijn (en) dat Goering gearresteerd i s . . . Het zoemt door de lucht, het gerucht, en iedereen luistert en iedereen zegt: Wanneer zou het afgelopen zijn? En velen geven antwoord . . . In september is het afgelopen, zeggen zij, in september - in september - in september, en het zoemt door de lucht: in sep­ tember is het afgelopen. En het is o f zich van de ene dag op de andere een aanstekelijk optimisme van de publieke opinie heeft meester gemaakt. De een zegt tegen de ander: ‘Het gaat goed, hè?’ En men lacht en men knipoogt en men slaat elkaar op de schouders tot, alweer van de ene dag op de andere, de omme­ keer komt en men ineens beseft dat het toch niet zo goed gaat. Dan verandert het jongensachtige optimisme even snel in een defaitisme en wrevelig pessimisme.’ 2

1 Eind januari '42, drie maanden later, vroeg Schrieke o f men er voor voelde, Seyss-Inquart gelukwensen aan te bieden ‘na de eventuele val van Moskou’ ; de directeur-generaal der belastingen, Postma, vroeg toen, ‘o f het dan ook in de bedoeling zou liggen, zodanige gelukwensen aan te bieden bij de eventuele val van Batavia.’ (Csg: Notulen, 22 jan. 1942). 2 Het Parool drong in dit artikel op ‘nuch­ tere bezinning’ aan. Daarmee in strijd werd in hetzelfde stuk de overtuiging uit­ gesproken dat de ‘toestand in Duitsland meer dan ooit theoretisch de mogelijkheid stelt van een plotselinge ineenstorting . . . Een onzer medewerkers heeft enige weken in het Rijnland doorgebracht. Hij vertelde ons bij zijn terugkeer dat hij met eigen ogen aanschouwd heeft, hoe de Engelse bombardementen huisgehouden hebben in de industriegebieden. Er is maar één vergelijking mogehjk, zo zeide hij: ‘Rotterdam’.’ (Het Parool, 22 ( n sept. 1941), p. 1-2).

L A B I E L E P U B L I E K E O P I N I E

‘K iew gevallen’, noteerde de schrijfster Henriëtte M ooy medio september, ‘het betekent niet dat ze heel Rusland nu zouden hebben; met de kaart voor je, kan je dat toch wel zien, als je tenminste niet suf-verslagen de vorderingen zit na te staren. Iedereen laat merken moedeloos te zijn, dom, want dan wordt alles nog erger. Ik torn er wel tegen op, maar ik ben zowat de enige, ik ben moe, ik ben kriegel.’ 1

Drie weken later:

‘Hitler juicht: ‘De vijand is al gebroken en nooit zal hij zich meer opheffen’. De Duitsers juichen mee. Wij niet, integendeel. Iedereen zit diep in de p u t. . . Overal de ellendigste discussies en ik zie wel dat ik bijna alleen sta met mijn ‘de hoop niet opgeven’ . Maar het is van mij misschien meer buitenkant-houding dan juiste-kijk, want wat weet ik? En toch, tegen alles in, en toch verliest-ie het.’ 2

Alle formidabele tegenslagen ten spijt, waren de Russische heersers een gedecideerde centrale leiding bhjven geven. Van eind juni a f werden mil­ joenen dienstplichtigen onder de wapenen geroepen. W el baarde hun transport grote moeilijkheden maar men was toch in staat, telkens nieuwe divisies te formeren die, als de Duitsers dachten: ‘N u zijn we er definitief doorheen!’, snel-geïmproviseerde posities innamen die zij met toenemende hardnekkigheid verdedigden. Met het verloren gaan van geheel W it-Rus- land en de gehele Oekraïne werd spoedig rekening gehouden. Het vee kon men niet afvoeren maar wèl werd besloten tot de evacuatie van de machine­ rieën van alle grote industriële bedrijven en electrische centrales. Ook uit het bedreigde Leningrad werden belangrijke industriële bedrijven verplaatst. Versterkt door leden van de communistische partij zwoegden honderd­ duizenden arbeiders dag en nacht om alles wat men naar het oosten wilde overbrengen, te demonteren en naar gereedstaande goederentreinen over te brengen. Verwarring was onvermijdelijk, menigmaal deden zich op de stations en op de lange trajecten tussen de stations gigantische opstoppingen voor: op een gegeven moment moest men alleen al op de spoorweg die van Moskou naar het zuidoosten leidde, bijna vierhonderd goederentreinen op de

1 Henriëtte M ooy: Het Duitse schrikbewind 1940-1945. Dagboek en herinnering (1970), p. 54. 2 A.v., p. 55.

N A D E 2 2 S T E J U N I

rangeer-emplacementen tot stilstand brengen om eerst de chaos baas te worden.

De evacuatie uit W it-Rusland slaagde slechts gedeeltehjk, die uit de Oe­ kraïne verhep veel beter. In een enorme en bewonderenswaardige krachts­ inspanning zouden in totaal tot eind november meer dan vijftienhonderd grote industriële bedrijven naar het oosten verplaatst worden: ruim twee­ honderd naar het gebied van de W olga, bijna zevenhonderd naar de Oeral, de rest naar Siberië, Kazakstan en Centraal-Azië. Zij zouden voor de indus­ triële productie in die gebieden (die vóór de Duitse invasie al bijna een derde bedragen had van de totale industriële productie) een belangrijke aanvulling vormen. Dat vergde tijd. Primitieve nieuwe fabrieksgebouwen moesten opgetrokken worden, vaak uit hout, er was een groot tekort aan geschoolde arbeiders, vooral aan monteurs (van de arbeiders der geëvacueerde bedrijven had slechts een derde met de evacuatietreinen mee kunnen rijden) en de toevoer van grond- en hulpstoffen liet in het eerste halve jaar van de oorlog veel te wensen over. Het gevolg van dit alles was dat de industriële productie van het gehele land in november gedaald was tot op een derde van het peil van juni; de munitievoorraden raakten op, de nieuwe productie kwam slechts langzaam op gang. Dan was met de door Duitsland bezette gebieden bijna 4 °% van bet graan- en bijna 85% van het suikerbietenareaal verloren gegaan; de rundveestapel was tot drie-vijfde, de varkensstapel tot twee-vijfde ge­ daald. Grote moeihjkheden voor de voedselvoorziening zouden hieruit voort­ vloeien. Ondanks dit alles durfden Stalin en de zijnen, naarmate de herfst vorderde, vertrouwen dat zij niet alleen Leningrad maar ook Moskou zouden kunnen behouden.

Het werd een dubbeltje op zijn kant.

Het offensief dat de Duitsers eind september in de richting van Moskou inzetten, zag er zo gevaarhjk uit dat het medio oktober tot verschijnselen van paniek kwam in de Russische hoofdstad; die werden snel bedwongen. Bijna alle departementen en het corps diplomatique werden naar Koeïbisjew aan de W olga verplaatst; ook uit Moskou werden nu, afgezien nog van universiteiten, wetenschappelijke instituten, bibliotheken, musea en theaters, belangrijke industriële bedrijven naar het oosten geëvacueerd samen met meer dan tweehonderdduizend geschoolde arbeiders. Later in oktober werd een groot deel van de stadsbevolking aan het werk gezet teneinde, evenals bij Leningrad het geval was, alle wegen grondig te versperren en dwars door het terrein verdedigingslinies aan te leggen die een Duitse doorstoot naar de hoofdstad zouden bemoeilijken.

Die doorstoot kwam. Op 22 november bereikte de Duitse voorhoede de buitenwijken van Moskou. Een Russische tegenaanval wierp haar terug.

N A D E 2 2 S T E J U N I

Intussen had het Russische opperbevel verse troepen aangevoerd uit Siberië. Die werden aan de nog resterende divisies toegevoegd en in de nacht van 5 op 6 december werden de eerste tegenoffensieven ingezet. In het zuiden dwongen die offensieven de Duitsers die aan het einde van hun krachten waren, het veroverde R ostow te ontruimen en ook ten zuid- en noordwesten van Moskou moest de uitgeputte Wehrmacht belangrijk terrein prijsgeven. D e winter was ingevallen met veel sneeuw en felle kou. Winteruitrusting bezaten de Duitse troepen niet, de motoren van hun tanks, mobiele artillerie en vrachtauto’s vroren vast. Een korte periode zag het er naar uit alsof het onmogehjk zou zijn, samenhang te bewaren in het duizenden kilometers lange Duitse front. Met klem werd Hitler geadviseerd, zijn rillende troepen enkele honderden kilometers terug te trekken teneinde althans de schier onoplosbare transportproblemen te vergemakkelijken. Hij weigerde. Op 8 december ging zijn nieuwe instructie uit: alle onderdelen van het Ostheer moesten zich hardnekkig verdedigen daar waar zij zich bevonden.

Verdedigen.

De grote aanval was mislukt.

Zou men in '42 de Sowjet-Unie dodehjk kunnen treffen? Hitler kon er slechts op hopen. Eén ding was duidelijk: werd het voor '41 gestelde doel in '42 niet bereikt, dan zou Duitsland, tenzij het verdeeldheid kon zaaien in het kamp der tegenstanders, op den duur de Zweifrontenkrieg verhezen waaraan nu ook, na de Japanse aanval op Pearl Harbor, de Verenigde Staten met inzet van al hun krachten zouden gaan deelnemen. En in het verre Nederland, in Haarlem, maakte een kachelhandelaar (die prompt gearres­ teerd werd) van zijn etalage één groot sneeuwveld, bezaaid met miniaturen van kapotte wagens, paardenkadavers en soldatenlijken; hij zette een vul­ kachel in het midden met een steek als van Napoleon er boven op en ‘die

Passanten , aldus de Sicherheitsdienst, ‘verstanden es und freuten sich.’1

1 WBN, Feldkommandantur 724: ‘Lage- und Stimmungshericht 19 ’ (29 jan. 1942), p. 6.

H O O F D S T U K 3

In document 1939-1945 D E E L (pagina 181-189)