• No results found

Bouwsteden en bouwvlakken

In document moerdijk buitengebied (pagina 98-101)

4. Afweging sectorale wensbeelden en gebiedsvisie 79

4.4. Gebiedsvisie 1. Inleiding

5.2.1. Bouwsteden en bouwvlakken

Bouwsteden

Wat is een bouwstede?

Alle bestaande agrarische bedrijven zijn positief bestemd. De grondgebonden agrarische be-drijven hebben een bouwstede toegewezen gekregen. Een bouwstede is een aaneengesloten oppervlakte, waarbinnen agrarische bedrijfsbebouwing is toegestaan. Door middel van een aan-duiding op de plankaart (een ster) is aangegeven dat zich op die locatie een bouwstede bevindt.

De begrenzing van het oppervlak van de bouwstede, waarbinnen de bebouwing is toegestaan, is echter niet op de bestemmingsplankaart aangegeven, maar in de voorschriften geregeld.

Hierdoor ontstaat een grotere flexibiliteit dan met een vaste belijning op de plankaart kan wor-den verkregen. De bouwstede biedt de betrokken agrariër een grote mate van vrijheid bij het bepalen van de uitbreidingsrichting van zijn bedrijf.

Omvang en vorm bouwstede

De vorm van de bouwstede is een denkbeeldige rechthoek. De bouwstede heeft bij recht een maximaal oppervlak van 1,5 ha (15.000 m²). Binnen de bouwstede dienen gebouwen zoveel mogelijk aaneengesloten te worden gebouwd. De lengte of de breedte van de bouwstede mag niet meer dan 150 m bedragen. Figuur 5.1 geeft dit schematisch weer. Bouwsteden mogen met inachtneming van de van toepassing zijnde bebouwingsregels, in principe volledig worden be-bouwd.

Indien de maat van 1,5 ha niet toereikend is, is via vrijstelling een verruiming van de opper-vlakte van de bouwstede tot maximaal 2 ha mogelijk. Er moet dan wel een positief advies van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen (AAB) zijn, waarin wordt aangetoond dat ver-ruiming van de bouwstede voor het duurzaam voortbestaan van het agrarisch bedrijf noodzake-lijk is. Het bestemmingsplan biedt geen mogenoodzake-lijkheden voor nog grotere bouwsteden.

In totaal 7 agrarische bedrijven zijn gelegen in de, in het streekplan vastgelegde Groene Hoofd-structuur landbouw (omgeving Klaverpolder/Moerdijkbruggen) en de Agrarische HoofdHoofd-structuur landschap (omgeving Willemstad). Voor deze bedrijven geldt dat de bouwstede na vrijstelling met maximaal 15% mag worden uitgebreid of tot een omvang van 1,5 ha als de bouwstede na toepassing van dit percentage kleiner zou zijn. Aan deze bouwsteden is in het bestemmings-plan een nadere aanwijzing "beperkte uitbreiding" gegeven op basis waarvan de uitbreidings-mogelijkheden beperkt worden.

Adviesbureau RBOI

Rotterdam / Middelburg 264.10404.00

Figuur 5.1 Schematische weergave bouwstede

De feitelijke vorm van een bouwstede, zoals deze "zichtbaar" is in het veld, kan afhankelijk zijn van:

- de aard van de agrarische bedrijfsvoering;

- eigendomsgrenzen;

- openheid en doorzichten;

- de aanwezigheid van specifieke natuur- en landschapswaarden;

- het historisch-geografisch patroon (wegenpatroon, verkaveling);

- de aanwezigheid van milieugevoelige functies in de directe omgeving.

Bebouwing

Bij het oprichten van nieuwe bedrijfswoningen dient een afstand van ten minste 10 m tot de zij-kant van de openbare weg te worden aangehouden. Nieuwe bedrijfsgebouwen dienen op een afstand van ten minste 20 m uit de zijkant van de openbare weg te worden opgericht. Bedrijfs-woningen dienen op de "kop" van de bouwstede te worden gerealiseerd, voor de overige be-drijfsgebouwen.

Nadere uitwerking 97

Adviesbureau RBOI

Rotterdam / Middelburg 264.10404.00

De in het bestemmingsplan opgenomen afstanden en maten (zie artikel 2, lid 4) zijn erop ge-richt om een goede ruimtelijke inge-richting van bouwsteden en bouwvlakken te waarborgen. In het plan is een vrijstellingsbepaling opgenomen op basis waarvan van deze afstanden en maten kan worden afgeweken, bijvoorbeeld wanneer dit noodzakelijk is voor een doelmatige bedrijfs-voering of wanneer van toepassing zijnde milieuregels hier aanleiding toe geven.

Bouwvlakken

Alle bestaande glastuinbouw-, intensieve veehouderij- en intensieve kwekerijbedrijven hebben een bouwvlak toegewezen gekregen. Ook agrarische bedrijven waar intensieve veehouderij een neventak is hebben een bouwvlak toegewezen gekregen. De bouwvlakken zijn op de plan-kaart begrensd. Hierbinnen dienen, naast de bedrijfswoning en de bedrijfsgebouwen, ook de kassen (bij glastuinbouwbedrijven) te worden opgericht. Bouwvlakken mogen met inachtneming van de van toepassing zijnde bebouwingsregels, in principe volledig worden bebouwd.

De bovengenoemde agrarische bedrijven hebben geen bouwstede toegekend gekregen, omdat ze niet grondgebonden zijn en in de regel meer bedrijfsgebouwen in gebruik hebben dan an-dere agrarische bedrijven. Een bouwvlak schept bij dit type bedrijven meer duidelijkheid over waar wel en niet bebouwing is toegestaan hetgeen ook in het milieuspoor van betekenis is.

Bouwvlakken glastuinbouwbedrijven

In de gemeentelijke Visie over Glastuinbouw (oktober 2000) is aangegeven dat in het nieuwe bestemmingsplan een onderscheid wordt gemaakt tussen de glastuinbouwbedrijven in de Spie-polder en het gebied De Langeweg (zone AG) en de solitaire glastuinbouwbedrijven in het ove-rige gebied (zone ALO).

Aan de glastuinbouwbedrijven in de zone ALO is per bedrijf een bouwvlak toegekend, waarbij de feitelijke situatie bepalend is voor de werkelijke maatvoering (maatwerk). Via een wijzigings-bevoegdheid kan dit bouwvlak worden uitgebreid naar maximaal 3,5 ha. Een verdere vergroting van het bouwvlak is niet toegestaan. Binnen deze bouwvlakken kan maximaal 3 ha glas (na uit-breiding) worden opgericht.

Agrarische bedrijven die gebruikmaken van glas om producten te kweken, maar in de gemeen-telijke nota Visie over Glastuinbouw niet zijn benoemd als glastuinbouwbedrijf, komen niet in aanmerking voor een bestemming Agrarische doeleinden glastuinbouw (AG) en de daarbijbeho-rende bouwmogelijkheden voor glas.

Ook aan de glastuinbouwbedrijven in de zone AG is per bedrijf een bouwvlak toegekend. Ook hier is de feitelijke situatie bepalend voor de werkelijke maatvoering. Via een wijzigingsbe-voegdheid kan uitbreiding naar een oppervlakte van maximaal 7 ha plaatsvinden, waarbinnen maximaal 6 ha glas kan worden gerealiseerd (naast waterbassins en overige bedrijfsbebou-wing).

Door het gestelde maximum van 7 ha wordt, gegeven het in het gebied aanwezige aantal be-drijven, voorkomen dat in het kader van dit bestemmingsplan een m.e.r.-beoordeling voor het AG-gebied moet worden uitgevoerd.

Bij de uitbreiding van glastuinbouwbedrijven (vergroting glasoppervlak) moet rekening worden gehouden met de eis van het waterschap om voldoende oppervlak voor waterberging te reser-veren. Daarnaast dienen de kassen te worden aangesloten op riolering en dienen ze land-schappelijk te worden ingepast. In overleg met de gemeente stelt de ZLTO momenteel voor de Spiepolder een inrichtingsplan. In dit plan zal ook nadere invulling worden gegeven aan het as-pect duurzaamheid.

Uitgangspunt van het waterschap Brabantse Delta is dat bij een substantiële uitbreiding van verharding (inclusief glas), rekening moet worden gehouden met een berging van 40 mm (re-gen)water. Bij een toelaatbare peilstijging van het oppervlaktewater van 40 cm, komt dit over-een met 10% open water. In het bestemmingsplan is de realisering van 10% open water, inge-val van uitbreiding van glasopstallen, dan ook het uitgangspunt. Indien in overleg met het wa-terschap kan worden voorzien in aanvullende maatregelen op basis waarvan 40 mm berging kan worden gerealiseerd met een beperkter ruimtebeslag, kan van het percentage van 10%

worden afgeweken.

Adviesbureau RBOI

Rotterdam / Middelburg 264.10404.00

In die gevallen kan het percentage van 10% naar beneden worden bijgesteld. Waterberging kan ook buiten de bouwvlakken met de bestemming Agrarische doeleinden, Glastuinbouw (Ag) worden gerealiseerd, zodat dit niet ten koste gaat van de mogelijkheden voor het oprichten van glas.

Het oprichten van waterbassins wordt niet gezien als waterberging en deze dienen dan ook binnen de bouwvlakken opgericht dienen te worden. Bij de calamiteitenberekening wordt ervan uitgegaan dat deze bassins vol zijn met gietwater en daardoor het watersysteem niet ontlasten bij een regenbui.

Bouwvlakken intensieve veehouderijen/intensieve kwekerijen

De omvang van de bouwvlakken voor de bestaande intensieve veehouderijen en intensieve kwekerijen is individueel bepaald (maatwerk), waarbij is gekeken naar de huidige omvang van de bebouwing, landschappelijke kenmerken, ecologische waarden en milieuregelgeving.

In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen ten behoeve van een ver-groting van bouwvlakken voor intensieve veehouderijen/intensieve kwekerijen. Een voorwaarde bij de toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid is in de eerste plaats de agrarische nood-zaak. Deze noodzaak wordt beoordeeld door de agrarisch deskundige. Daarnaast geldt als voorwaarde voor het toepassen van deze wijzigingsbevoegdheid dat landschappelijke waarden door vergroting van het bouwvlak niet onevenredig mogen worden aangetast (behoud van waardevolle doorzichten).

De toegestane vergroting van het bouwvlak bedraagt 15% dan wel de oppervlakte die noodza-kelijk is met het oog op dierwelzijn of milieuwetgeving.

Verplaatsen van bouwsteden

In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om verplaatsing van reeds aanwezige agrarische bedrijven die over een bouwstede beschikken onder voorwaarden moge-lijk te maken. Van betekenis is daarbij dat het betrokken bedrijf op de huidige vestigingslocatie onvoldoende mogelijkheden heeft voor een duurzame bedrijfsontwikkeling en verplaatsing per saldo leidt tot een betere ruimtelijke kwaliteit. Op basis van een concreet verplaatsingsplan zal per geval bezien worden of van deze wijzigingsbevoegdheid gebruik kan worden gemaakt. Bij toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid wordt de bestemming van de huidige agrarische bouwstede gewijzigd in de bestemming Woondoeleinden, Tuinen en Agrarische doeleinden zonder bebouwingsmogelijkheden.

In document moerdijk buitengebied (pagina 98-101)