• No results found

Hoofdstuk 2 De West-Afrikaanse en de Centraal Mediterrane migratieroutes in kaart gebracht

2.4 De West-Afrikaanse route

2.4.1 Beknopte migratiegeschiedenis van de West-Afrikaanse migratieroute

Irreguliere migratie over de Spaans-Afrikaanse grenzen werd voor het eerst een kwestie in de jaren tachtig. Het grootste gedeelte van de migranten waren Marrokkanen die echter Spanje niet als eindbestemming hadden en wilden doorreizen naar Frankrijk of andere West-Europese landen om hier als gastarbeider aan het werk te gaan. Langdurig verblijf in Europa voor West-Afrikaanse migranten werd in de jaren tachtig door de striktere Europese immigratiewetgeving extreem lastig. Dit was voornamelijk het geval voor migranten die niet op humanitaire basis vluchtten of geen kennismigranten of migreerde om hun gezin te herenigen. Aangescherpte migratiewetgeving en de restrictieve Europese maatregelen tegen irreguliere migratie zorgde echter niet voor een daling in het aantal irreguliere migranten. Paradoxaal genoeg ontstond er een migratiepatroon wat vaker voorkomt als legale migratie routes afgesloten worden. Het zorgde juist voor het tegenovergestelde; er werd door migranten meer gebruik gemaakt van irreguliere migratieroutes. Dit zogenaamde ‘waterbed effect’ stelt dat zodra een route streng gecontroleerd wordt door patrouillediensten en er strikte afspraken met derde landen zijn migranten de grenscontrole zullen proberen te ontwijken waardoor de irreguliere migratiestromen zich geografisch blijven verplaatsen. Theoretisch gezien kan er gesteld worden dat het uitoefenen van druk op één plek leidt tot daling op de route zelf maar tot stijging elders waardoor het totale aantal irreguliere

migranten gelijk blijft. Bij verplaatsing worden andere migratieroutes dus de dupe van de effectieve

maatregelen tegen irreguliere migratie op de route zelf.125 Het resultaat hiervan is dat de migrantenstromingen

zich gingen verplaatsen naar gevaarlijkere routes, omdat de legale manier om te migreren werden ontnomen. Dirk Godenau stelt in het artikel ‘Irregular Maritime Immigration in the Canary Islands:

Externalization and Communautarisation in the Social Construction of Borders’ dat Spanje sinds het begin van de jaren negentig meer een vestigings- dan een transitieland is geworden. De sterke groei van de Spaanse economie en het herstel van de werkeloosheidscrisis tussen 1995 en 2007 droeg sterk bij aan het toenemend aantal (arbeids)migranten dat zich in Spanje vestigde. Ook de Canarische eilanden werden door de

economische opleving een stuk aantrekkelijker. Omdat er op deze eilanden voornamelijk in de toeristische sector veel vraag was naar relatief goedkope arbeid is het niet opmerkelijk dat de meeste niet-Europese migranten voor arbeidsdoeleinden naar de Canarische eilanden migreerden.126 Hoewel in de jaren tachtig het

grootste deel van de migranten voornamelijk afkomstig was uit Marokko was het grootste gedeelte van de migranten gedurende de jaren negentig voornamelijk afkomstig uit Sub-Sahara Afrika.127

Gedurende de jaren negentig nam ook het gebruik van irreguliere en alternatieve routes sterk toe en vond er door de invoering van steeds strengere restrictieve maatregelen steeds een verschuiving van de migratieroutes plaats. Een van de eerste populaire routes was de route via de Straat van Gibraltar, van

Marokko naar Spanje. Hoewel deze reis slechts twaalf kilometer hoefde te overbruggen was de overtocht niet

125 Wim Bernasco, Henk Elffers en Gerben Bruinsma, ‘Het waterbed effect - Ruimtelijke neven effecten van plaatsgebonden maatregelen tegen criminaliteit’ http://www.wimbernasco.nl/Manuscripts/Nederlands/BernascoElffersBruinsma2006b.pdf, geraadpleegd op 21 mei 2016.

126 Dirk Godenau, ‘Irregular Maritime Immigration in the Canary Islands: Externalization and Communautarisation in the Social Construction of Borders’, Journal of Immigrant & Refugee Studies, Canary Islands: nr. 12 (2011), p. 130.

127 Jorgen Carlingen ‘Migration Control and Migrant Fatalities at the Spanish-African Borders’, International Migration Review, nr. 41 (2007), p. 320.

zonder risico’s, waarbij tussen 1989 en 2003 ruim 10.000 migranten om het leven kwamen. De route verloor zijn populariteit toen aan het begin van deze eeuw een vooruitstrevend waarschuwingssysteem genaamd SIVE (Sistema Integrado de Vigiliancia Exterior) werd geïnstalleerd waardoor de overtocht sterk bemoeilijkt werd. Dit SIVE systeem een combinatie van vaste en flexibele mobiele radar stations en op afstand bestuurbare uitrusting langs de Spaanse kust dat tot doel heeft om irregulier grensverkeer te detecteren en tegen te gaan. De basis principes van SIVE zijn vroege detectie en een centraal commando waarbij er tevens gebruik wordt gemaakt van mobiele radar, infrarood camera’s, videocamera’s en helikopters voor detectie. Dit systeem werd geleidelijk aan uitgebouwd vanuit Gibraltar naar de verder Spaanse zuidkust en de Canarische eilanden. Daaropvolgend werd de route naar Cueta en Mellila, twee Spaanse enclaves in Noord-Afrika, steeds populairder. De Spaanse exclaves in Marokko vormden een springplank naar Europa totdat de Spaanse overheid besloot om het migratiebeleid aan te passen wegens een aanhoudende toestroom van migranten. Door de afgrenzing van deze enclaves vond er een verschuivende migratiebeweging richting de Atlantische Ocean plaats waardoor de explosieve groei van bootmigratie richting de Canarische eilanden in 2006 te verklaren valt. 128 Potentiele migranten vertrokken nu vanuit Mauritius en Senegal richting de Canarische

eilanden, een veel gevaarlijkere en langere route dan de route via de het vasteland naar de enclaves. Als eerste vertrokken migranten voornamelijk vanaf de kust van Mauritanië, maar toen Europese patrouille diensten, onder het gezag van Frontex, begonnen met het patrouilleren van het noordelijke deel van West-Afrika verschoof het vertrekpunt steeds verder richting Senegal. Het gegeven dat migranten steeds meer bereid zijn om gevaarlijkere routes te nemen blijkt ook uit de verschuiving van de aankomst eilanden. Zo kwamen migranten tussen 2000 en 2008 steeds vaker aan op de eilanden die verder van de Afrikaanse kust gelegen waren.129 Xavier Ferrer-Gallardo en Henk van Houtum stellen in hun artikel The Deadly EU Border Control

dat de externe grenzen van de EU door dit ‘waterbed effect’ zijn veranderd in een massagraf voor vluchtelingen en irreguliere migranten. Volgens de auteurs zijn de Europese externe grenzen hierdoor de meest dodelijke grens op aarde geworden.130

Volgens Godenau zijn er vanaf de jaren negentig drie fases te onderscheiden in de maritieme irreguliere migratiestroom naar de Canarische eilanden. De eerste fase bestaat uit de periode in de jaren negentig en wordt gekarakteriseerd door een laag aantal migranten dat arriveerden. Deze migranten gebruikten kleine bootjes en voeren binnen 1 á 2 dagen vanuit Marokko naar een van de eilanden. Deze sporadische aankomsten kregen weinig media aandacht en de kans op onderschepping was zeer gering. De tweede fase, van 2000 tot 2008, wordt getypeerd door de grote stijging in het aantal irreguliere migranten die vanaf de zee passage vanaf de Senegalese kust naar de Canarische eilanden reiden. Gedurende deze periode kwam de aankomst van West-Afrikaanse houten vissersboten steeds frequenter voor en de reizen die werden afgelegd (die meer dan twee weken konden duren) werden steeds riskanter. De lange reistijd en de slechte conditie van de boten zorgde voor hoge sterftecijfers. Hierdoor werd de route bekend onder het mom van 128 NRC, ‘Europa gaat migratie te lijf’, http://vorige.nrc.nl/europa/article1734673.ece/Europa_migratie_bilateraal_te_lijf, geraadpleegd op 16 mei 2015.

129 Dirk Godenau, ‘Irregular Maritime Immigration in the Canary Islands’, p. 131.

‘Barca wala Barsakh’ wat letterlijk ‘Barcelona of de dood’ betekend. Hiermee werd aangegeven dat men zich bewust was van het feit dat men of in Europa zou arriveren of zou sterven tijdens de overtocht op zee.131 De

derde fase die in 2009 startte wordt getypeerd door een sterke daling van het aantal migranten. Na de piek in 2006 ontstond er een daling van ruim 60% in het aantal irreguliere migranten die arriveerde op één van de eilanden. 132 Zo werden er in 2012 in totaal nog slechts 170 irreguliere migranten gerapporteerd, waarbij het

vertrek bijna uitsluitend plaatsvond vanuit Marokko. De vraag blijft natuurlijk hoe deze enorme daling voortgebracht is. Volgens Frontex is er een viertal factoren dat verklaart waarom het aantal migranten sterk is afgenomen. Ten eerste zijn er verscheidene bilaterale verdragen getekend tussen de Spaanse regering en de autoriteiten in Mauritanië en Senegal. De samenwerking met deze landen leidde tot de onderschepping van migranten aan de West-Afrikaanse kusten voordat ze daadwerkelijk met hun levensgevaarlijke oversteek naar de Canarische eilanden begonnen.133 Ten tweede is er aan aantal terugnameovereenkomsten gesloten met

herkomstlanden waardoor het aantal migranten dat moest terugkeren groter werd. Ten derde heeft de

installatie van het Integrated System of Extra Vigilance (SIVE) maritieme surveillance systeem, onder leiding van Frontex, langs de Spaanse kust gezorgd voor een sterke terugdringing van het aantal migranten. Ten slotte valt volgens Frontex de huidige terugdringing te verklaren door de complete versterking van grenscontrole activiteiten, waaronder verschillende Frontex operaties. 134 Frontex stelt dus dat het laag blijven van het aantal

migranten te danken valt aan het hoge niveau van surveillance doormiddel van Frontex operaties, waardoor onder andere het opsporen van migranten in boten snel wordt opgemerkt, en door nauwe samenwerking met de autoriteiten van derde landen. Ook Jesús Manuel Montero Corbín stelt in het interview dat de combinatie van verdragen en Frontex operaties zeer belangrijk is. Hij stelt dat zodra er geen afspraken gemaakt kunnen worden met de lokale autoriteiten er een groot probleem ontstaat. Hij stelt dat dit in het voorbeeld van Libië (waar op dit moment een machtsvacuüm heerst door de strijd tussen verschillende nationale groeperingen) terug te zien valt. Doordat er op dit moment geen autoriteit is waarmee stevig een verdrag gesloten kan worden, is het heel erg moeilijk om de huidige migratieproblematiek op te lossen.

Dit hoofdstuk samenvattend is het opvallend dat binnen een periode van tien jaar de media aandacht voor de West-Afrikaanse migratieroutes sterk is verschoven. Anno 2016 zijn het voornamelijk de Centraal Mediterrane en de Oostmediterrane route die het meest door migranten bereisd worden en waar de grootste vluchtelingendrama’s voor komen. Door de verschuiving naar de Oostmediterrane route daalde het aantal migranten op de Centraal-Mediterrane route in 2015. Uit cijfers van Frontex blijkt echter dat hoewel de migratiecijfers op de Centraal-Mediterrane route in 2015 niet de recordaantallen uit 2014 evenaarde er toch gesteld worden dat de aantallen toch nog zeer substantieel zijn. De cijfers tonen aan dat vluchtelingen die migreren om de brandhaarden in het Midden-Oosten te ontvluchten in 2015 voornamelijk voor de, relatief

131 Miranda Poeze, ‘High-risk migration: from Senegal to the Canary Islands by Sea’ in A. Triulzi, R. Lawrence McKenzie, ed. Long Journeys, African migrants on the Road, Leiden & Boston: Brill Uitgevers: 2013, p. 55.

132 Dirk Godenau, ‘Irregular Maritime Immigration in the Canary Islands’, p. 131.

133 Frontex, ‘FRAN Risk Analysis Q1 2010’, http://frontex.europa.eu/assets/Publications/Risk_Analysis/FRAN_Q1_2010.pdf, geraadpleegd op 9 mei 2015.

veiligere, Oostmediterrane route kozen. Het waren in 2015 voornamelijk de Sub-Sahara Afrikanen die het grootste onderdeel van de groep op de Centraal-Mediterrane route uitmaakten.135 De migratie op de West-

Afrikaanse route heeft dus duidelijk te maken gehad met het zogenaamde ‘waterbed effect’. Hoewel de migratiestroom zich ten eerste focuste op de relatief veilige en korte route via de Straat van Gibraltar

verschoof deze in 2000 naar de zee passage vanaf de Senegalese kust naar de Canarische eilanden. Gedurende deze periode kwam de aankomst van West-Afrikaanse houten vissersboten steeds frequenter voor en de reizen die werden afgelegd werden steeds riskanter. Na het piekjaar 2006 nam de migratie sterk af. Deze daling kan volgens Frontex verklaard worden door het hoge niveau van surveillance door de versterking van de Frontex operaties en door nauwe samenwerking met de autoriteiten van derde landen. Sub-Sahara migranten, die in eerste instantie zouden kiezen voor een reis per boot naar de Canarische Eilanden, kiezen nu in toenemende mate voor de Centraal-Mediterrane route. De kans om op deze route teruggestuurd te worden is immers veel kleiner en het machtsvacuüm in deze regio heeft de ruimte voor mensensmokkelaars open gelaten.136 Hierdoor

wordt het regelen van de illegale overtocht veel gemakkelijker.

Dit hoofdstuk toont aan dat achtergrondfactoren een zeer belangrijke rol hebben gespeeld bij de ontwikkeling van beide migratieroutes. Academici, zoals Hein de Haas, stellen dat Libië voornamelijk sinds de oliecrisis 1973, en de daarmee gepaard gaande politiek-economische verschuivingen, een aantrekkelijk land voor migranten uit Sub-Sahara Afrika is geweest.137 Door de economische opleving in deze periode

vroegen zeer grootschalige economische ontwikkelingsprojecten om een toenemend aantal laaggeschoolde arbeid, waardoor voornamelijk buitenlandse arbeiders uit de Sub-Sahara werden aangetrokken. Vandaag de dag kan de huidige toename van migranten op de Centraal-Mediterrane route voornamelijk verklaard worden door de politieke chaos in Libië en het machtsvacuüm wat is ontstaan naar aanleiding van de gebeurtenissen rondom de Arabische Lente. De val van het Al-Qadhafi regime in 2011 heeft gezorgd voor een gebrek aan regelgeving, een gebrek aan fundamentele veiligheidsomstandigheden en een falende economie, waardoor migrantenboten veel gemakkelijker, zonder veel controle, kunnen vertrekken vanaf de Libische kust.138

Hoewel academici verschillen van mening over de factoren die het aller belangrijkst zijn geweest voor de migratiepatronen in het Mediterrane gebied kan er gesteld worden dat de fundamentele veranderingen in het Mediterrane migratie beter verklaard kunnen worden aan de hand van de bredere politieke economische situatie van deze regio. Factoren zoals de oliecrisis, macro-economische verschuivingen en de huidige

politieke onstabiliteit in Libië hebben grote invloed gehad op de migratiepatronen en trends binnen deze route. Doordat politieke factoren een grote invloed hebben op de economische groei, ongelijkheid en de structuur van de arbeidsmarkt bepalen deze factoren de mate waarin de bevolking hun levensdoelen en behoeftes op lokaal niveau kan waarmaken. Indien dit op lokaal niveau niet mogelijk is besluiten veel Afrikanen om te migreren om zo toch hun levensbehoeftes te vervullen.

135 Frontex, ‘FRAN Risk Analysis Q3 2015’, geraadpleegd op 13 januari 2016. 136 Frontex, ‘Annual Risk Analysis 2016’

http://frontex.europa.eu/assets/Publications/Risk_Analysis/Annula_Risk_Analysis_2016.pdf, geraadpleegd op 22 mei 2016. 137Hein de Haas, ‘Mediterranean migration futures’, p. 63.

Achtergrondfactoren die migratie uit West-Afrika hebben aangewakkerd blijken echter van een totaal andere aard te zijn dan de factoren die op de Centraal-Mediterrane route een rol spelen. Migranten die via deze route reizen zijn namelijk vaak geen vluchtelingen vanuit oorlogsgebieden, maar zijn vaak economische migranten die migreren in de hoop op (economische gezien) een beter bestaan.139 Om te begrijpen waar de

migratie zijn oorsprong vindt moet er voornamelijk naar de sociale-culturele context gekeken worden. Voor veel West-Afrikaanse migranten zorgt arriveren in Europa ervoor dat ze zichzelf financieel kunnen

onderhouden en kunnen zorgen voor hun familie in het herkomstland. Senegalese mannen veronderstellen dat migratie naar Europa er voor zal zorgen dat hun eigen financiële situatie erop vooruit zal gaan, waarbij ze tevens de familieverplichtingen zullen kunnen nakomen. De mate van succes en de status en respect die migranten hiermee verkrijgen is een groot verlangen geworden voor vele jonge mannen.

2.4.2 Sociaal-culturele factoren voor West-Afrikaanse migratie naar de Canarische eilanden