• No results found

Bekendheid met de AIVD

HOOFDSTUK 6. KWANTITATIEVE RESULTATEN

6.2 Bekendheid met de AIVD

De ondervraagde groep personen werd gevraagd naar de mate van (naams)bekendheid met de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, de AIVD. Een relevant gegeven, aangezien geen oordeel geveld kan worden over een onbekende instantie. De respondenten kregen vijf keuzemogelijkheden voorgelegd, van ‘goed’ tot ‘nooit van gehoord’. Deze antwoordmogelijkheden zijn op interval meetniveau (of: ‘scale’ in SPSS) geschaald, aangezien de afstanden tussen de antwoordmogelijkheden gelijk zijn. Deze schaal bevat alle informatie van de ordinale schaal (welke logisch lijkt voor de variabele ‘bekendheid’, zie Appendix II voor de vragenlijst), maar het staat toe de verschillen tussen de objecten te vergelijken (Malhotra 2004:239). Bovendien is het op deze manier mogelijk meer statistische analyses uit te voeren.

6.2.1 Leeftijd

Op basis van de SPSS resultaten (zie Appendix IV-b) blijkt dat de respondenten uit de steekproef gemiddeld gezien de AIVD ‘een beetje’ kennen (gemiddelde waarde is 2.93). De leeftijdsgroep 56-70 jaar kent de hoogste waarde toe (2.68) aan de bekendheid van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst; uit de frequentietabellen blijkt dat van deze groep 31.0% de organisatie ‘redelijk goed’ kent.

Een opvallend resultaat uit de frequentietabellen daarentegen, is de bekendheid van de AIVD onder respondenten in de leeftijd van 71 jaar en ouder; 30% kent de AIVD ‘slechts van naam’; deze groep heeft een gemiddelde score van 3.20. Een mogelijke oorzaak van dit verschil kan gelegen zijn in het feit dat de dienst haar naam in 2004 heeft veranderd van Binnenlandse Veiligheidsdienst in Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, vanwege het uitgebreidere takenpakket en het internationale karakter dat de instelling heeft gekregen.

Significantie leeftijd en bekendheid organisatie

De verschillen in antwoorden ten aanzien van de bekendheid van de organisatie per leeftijdsgroep zijn klein. De uitgevoerde ANOVA (zie Appendix IV-b, tabel IV) toont dat de significantie van de gegeven antwoorden per leeftijdsgroep ten aanzien van de bekendheid met de AIVD, 0.160 bedraagt. Aangezien dit groter is dan = 0.05 kan geconcludeerd worden dat de groepsgemiddelden gelijk aan elkaar zijn. Er bestaan kortom geen significante verschillen in de gegeven antwoorden per leeftijdsgroep ten aanzien van de bekendheid met de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst.

6.2.2 Opleidingsniveau

Op basis van de SPSS resultaten uit Appendix IV-c kan de conclusie niet getrokken worden dat personen met een hoger opleidingsniveau een betere bekendheid hebben met de AIVD. Uit de resultaten van de frequentietabel van Appendix IV-c blijkt bijvoorbeeld dat 25% van de personen met het opleidingsniveau ‘lager onderwijs’ redelijk goed bekend is met de AIVD, in tegenstelling tot 20.2% van de personen met een HBO/ WO achtergrond. De gemiddelde scores ten aanzien van de bekendheid met de AIVD van de verschillende opleidingsniveaus liggen wederom dicht bij elkaar (zie tabel 9).

Tabel 9.

Gemiddelde scores opleidingsniveau en bekendheid organisatie

Opleidingsniveau Gemiddelde score

Lager onderwijs 2.7500

Middelbaar onderwijs 3.0000

Middelbaar beroepsonderwijs (MBO) 2.9853

Hoger beroepsonderwijs (HBO/WO) 2.8810 Gemiddelde totaal 2.9317

Significantie opleidingsniveau en bekendheid organisatie

De ANOVA resultaten van Appendix IV-c bevestigen het bovenstaande. Uit de SPSS output van tabel V in de Appendix, blijkt dat de significantie tussen de gegeven antwoorden per opleidingsniveau 0.572 bedraagt. Er bestaan kortom geen significante verschillen ten aanzien van de bekendheid met de AIVD per opleidingsniveau.

6.2.3 Afkomst

Uit de frequentietabellen van SPSS blijkt dat bij 59% van de groep ondervraagden (121 respondenten) de organisatie ‘een beetje’ bekend is. Er zijn hierbij geen verschillen waar te nemen tussen de mening van Nederlanders met een allochtone of autochtone afkomst: beide groepen gaven aan de organisatie voor respectievelijk 59.3% en 59.0% ‘een beetje’ te kennen.

Slechts 2.9% van de totale steekproef (6 respondenten) geeft aan de organisatie ‘goed’ te kennen. Opvallend hierbij is dat deze antwoorden enkel gegeven zijn door Nederlanders met een autochtone afkomst en dat de helft van deze groep (3 respondenten) het opleidingsniveau ‘MBO’ heeft.

Significantie afkomst en bekendheid organisatie

Op basis van de uitgevoerde t-toets (zie Appendix IV-d) kan gesteld worden dat er geen significante verschillen in de gemiddeld gegeven antwoorden bestaan tussen de respondenten van allochtone en autochtone afkomst, ten aanzien van de bekendheid met de AIVD. De groepsgemiddelden zijn wederom aan elkaar gelijk: de significantie tussen de gegeven antwoorden bedraagt 0.747 en is daarmee groter dan = 0.05.

6.2.4 Informatiebronnen

Uit Appendix IV-e blijkt dat de respondenten uit de steekproef voor 69.3% ‘regelmatig’ tot ‘vaak’ informatie te vergaren over de AIVD via het journaal en actualiteitenprogramma’s, zoals Netwerk, NOVA, Twee Vandaag en Zembla. Deze groep respondenten bestaat voornamelijk uit Nederlanders met een autochtone achtergrond (71.3%, tegen 55.6% van allochtone afkomst) en respondenten in de leeftijd van 16-24 jaar (82.2%). Overigens zijn er weinig verschillen op te merken tussen de verschillende opleidingsniveaus, afkomst en leeftijden; de gemiddelde antwoorden van deze groepen zijn ongeveer gelijk verdeeld (zoals te zien is in Appendix IV-e). Uit de ANOVA toetsen in dezelfde appendix blijkt dat de verschillen in antwoorden per leeftijd, opleidingsniveau en afkomst niet significant zijn.

Een tweede belangrijke informatiebron waar de respondenten uit de steekproef informatie vergaren over de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, zijn de landelijke dagbladen, zoals het AD, NRC Handelsblad, NRC Next, De Telegraaf, Spits, Metro en Volkskrant. Van de totale steekproef leest 50.2% ‘regelmatig’ tot ‘vaak’ een bericht over de AIVD. Het zijn voornamelijk de respondenten in de leeftijd van 56-70 jaar (58.6%) en ondervraagden met een MBO opleiding (54.4%) die landelijke dagbladen raadplegen. Al liggen de antwoorden van de verschillende leeftijdscategorieën en opleidingsniveaus zeer dicht bij elkaar en bestaan er geen significante verschillen (zie Appendix IV-e). Een belangrijke opmerking dient hier geplaatst te worden. Van de 205 respondenten heeft 20% aangegeven geen landelijk dagblad te lezen, maar juist de informatie van nieuwspagina’s op het

internet vergaart. Met name de respondenten met een MBO opleiding (25%) en Nederlanders met een allochtone achtergrond (37.0%) lezen geen landelijk dagblad.

De regionale kranten, weekbladen (zoals Nieuwe Revue, Panorama en Aktueel), misdaadprogramma’s op televisie (zoals Peter R. de Vries), het internet en familie, vrienden of collega’s zijn informatiebronnen waar door de steekproef zelden of nooit informatie verkregen wordt over de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Echter, via het internet lezen de leeftijdsklassen 16-24 jaar en 25-40 jaar respectievelijk voor 48.9% en 49.2% berichten over de AIVD. Van de respondenten in de leeftijd van 71 jaar of ouder daarentegen vergaart slechts 15% af en toe informatie over de AIVD via het internet; 85% doet dit zelden of nooit.

6.2.5 Communicatie afkomstig van de dienst

Van de 205 respondenten heeft 61.5% (60.1% autochtoon en 70.4% allochtoon) te kennen gegeven geen kennis te nemen van berichten die de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst zelf naar buiten brengt. Van de groep neemt 27.8% (18.5% allochtoon en 29.2% autochtoon) wel eens kennis van persberichten en slechts 2% van de ondervraagden (4 respondenten, allen met een autochtone afkomst) bezoekt wel eens de website van de dienst.

Opvallend is hier echter wel dat de respondenten met de opleidingsachtergrond ‘lager onderwijs’ of ‘middelbaar onderwijs’ voor respectievelijk 75% en 70.7% nooit informatie vergaren, maar dat de ondervraagden met een opleidingsachtergrond ‘MBO’ of ‘HBO/WO’ vaker kennisnemen van informatie afkomstig van de dienst. De twee laatst genoemde groepen nemen voor respectievelijk 35.3% en 26.2% kennis van de persberichten van de AIVD. De 4 respondenten van de steekproef welke de website van de dienst wel eens raadplagen bevinden zich in de laatste twee groepen (1 ondervraagde met een MBO achtergrond en 3 ondervraagden met een HBO/WO achtergrond).

6.2.6 Verband bekendheid organisatie en algemeen oordeel

Op basis van onderstaande correlatiematrix kan geconcludeerd worden dat het er een zwak verband bestaat tussen de mate van bekendheid met de organisatie (de AIVD) en het algemeen oordeel van de respondenten over het functioneren van de dienst. Tevens blijkt uit tabel 10 dat het verband niet significant is.

Tabel 10.

Verband bekendheid organisatie en algemeen oordeel

Correlations 1 -,026 . ,709 205 205 -,026 1 ,709 . 205 205 Pearson Correlation Sig. (2-tailed) N Pearson Correlation Sig. (2-tailed) N Hoe goed kent u de

AIVD?

Kunt u voor de AIVD aangeven wat uw algemene oordeel is over de manier waarop zij hun taken uitvoeren?

Hoe goed kent u de AIVD? Kunt u voor de AIVD aangeven wat uw algemene oordeel is over de manier waarop zij hun

taken uitvoeren?