• No results found

Aanwijzing en geometrische begrenzing van locaties: hoofdstuk 2 van de

5.1 Algemeen

Hoofdstuk 2 van deze regeling bevat de aanwijzing en geometrische begrenzing van locaties van onderdelen van de fysieke leefomgeving waar specifieke regels zijn gesteld door het Rijk in de wet, AMvB’s en deze regeling. De grondslag voor deze regels vormen de artikelen 2.20, tweede en derde lid, 2.21 en 2.24, tweede lid, onder a, van de wet.

De regels waarmee locaties worden aangewezen of geometrisch worden begrensd, zijn nodig voor de locatiespecifieke toedeling van taken en bevoegdheden aan bestuursorganen of voor het bepalen van het werkingsgebied van regels uit de wet, AMvB’s en deze regeling. Het gaat dan om regels over de meetpunten voor monitoring in deze regeling, monitoring van omgevingswaarden in het Besluit kwaliteit leefomgeving, de toedeling van taken in de wet en het Omgevingsbesluit, de instructieregels in het Besluit kwaliteit leefomgeving, de algemene rijksregels over activiteiten in het Besluit activiteiten leefomgeving en omgevingsvergunningplichten uit de wet. Deze regels met de aanwijzing of geometrische begrenzing van locaties zijn zowel van belang voor bestuursorganen als voor burgers en bedrijven. De locaties die in dit hoofdstuk worden aangewezen of begrensd, zijn thematisch geordend en hebben betrekking op water, infrastructuur (waaronder externe veiligheid, buisleidingen, luchtvaart, weg en spoor), kwaliteit van de buitenlucht, geluid, defensie en cultureel erfgoed.

5.2 Aanwijzen en geometrisch begrenzen van locaties

In de wet wordt een onderscheid gemaakt tussen het aanwijzen en het geometrisch begrenzen van locaties. In beide gevallen gaat het om locaties. Het begrip locatie moet hierbij breed worden opgevat. In de begrippenlijst bij het algemeen deel van de memorie van toelichting bij de Omgevingswet wordt het begrip als volgt beschreven: “een door geometrische plaatsbepaling begrensd deel van het grondgebied van een gemeente, waterschap, provincie of van Nederland”.

Locaties kunnen, zoals hiervoor aangegeven, worden aangewezen en geometrisch begrensd. Op het onderscheid en de verhouding hiertussen wordt hierna ingegaan.

Aanwijzen van locaties

Voor het vastleggen van locaties waar het Rijk specifieke regels stelt, is het nodig een locatie of bestuurlijke eenheid aan te wijzen. Als uit de aanwijzing in voldoende mate blijkt om welke locatie of bestuurlijke eenheid het gaat, dan is een geometrisch begrenzing minder noodzakelijk. Met de aanwijzing wordt beoogd duidelijkheid te bieden voor welke locatie het Rijk specifieke regelgeving heeft. De aanwijzing kan op wetsniveau zijn, gekoppeld aan toedeling van beheertaken, op

besluitniveau, bij locaties waar de wetgever van mening is dat het parlement moet worden gehoord (bijvoorbeeld het kustfundament), en op regelingniveau als sprake is van nadere uitwerking van belangen en/of taken. Een aanwijzing kan worden gedaan door een benaming van een locatie, een omschrijving daarvan, of een globale (pdf-)kaart of in samenhang met het geometrisch begrenzen van een locatie. Dit al naar gelang de regels waar die locatie betrekking op heeft een meer of mindere mate van concreetheid van de aanwijzing vraagt.

Geometrisch begrenzen van locaties

Het geometrisch begrenzen van locaties is het volgens afgesproken meeteenheden vastleggen van oppervlakten of andere plaatsbepalingen. Het geometrisch begrenzen van locaties in deze regeling heeft volgens de digitale STandaard officiële OverheidsPublicaties (STOP) plaatsgevonden. Het volgens deze standaard digitaal begrenzen van locaties biedt het voordeel dat het tonen van locaties in een digitale viewer door alle bestuurslagen op een gelijke wijze mogelijk wordt. Met als voordeel voor de gebruiker dat met 1 prik op de kaart alle relevante regels zichtbaar wordt.

TOELICHTING BIJ ONTWERP OMGEVINGSREGELING - 1 FEBRUARI 2019

48

Voor het vastleggen van de geometrische begrenzing van locaties in deze regeling wordt gebruik gemaakt van twee coördinatensystemen, namelijk het Rijksdriehoekstelsel (RD) en het European Terrestrial Reference System 1989 (ETRS89). Beide coördinatensystemen worden door het DSO-Landelijke Voorziening in de keten ondersteund. De aangeleverde coördinaten worden met een eenduidige projectie in de viewer van de landelijke voorziening getoond. Om eenduidige projectie mogelijk te maken worden de aangeleverde coördinaten waar nodig getransformeerd.

De coördinaten van de locaties worden met een unieke code, als zogenoemd informatieobject, opgenomen in de regeling.

Vanuit de wetsystematiek is er voor gekozen de geometrische begrenzing voor alle locaties op regelingniveau vast te leggen. Dit bevordert het gebruiksgemak. In alle gevallen is in deze regeling sprake van een exacte begrenzing waar in een viewer tot op perceelsniveau kan worden

ingezoomd. Hiervoor is gekozen om geen onduidelijkheid te laten bestaan voor welke locatie de regels van toepassing zijn (rechtszekerheid).

Reikwijdte van de aanwijzing en begrenzing

Op de aanwijzing en geometrische begrenzing van locaties zijn de criteria uit artikel 2.3, derde lid, van de wet van toepassing. In dit artikel zijn drie criteria voor de te maken subsidiariteits- en proportionaliteitsafweging opgenomen.

a. Aanwijzing en begrenzing van locaties door het Rijk kan alleen plaatsvinden als dat nodig is met het oog op een nationaal belang en dat belang niet op een doelmatige of doeltreffende wijze door het provinciebestuur of gemeentebestuur kan worden behartigd, of

b. als dat nodig is voor een doelmatige of doeltreffende uitoefening van de taken en bevoegdheden op grond van de Omgevingswet, of

c. uitvoering van een internationaalrechtelijke verplichting.

Dit betekent dat bij het aanwijzen en geometrisch begrenzen van locaties in deze regeling de locaties niet anders of groter zijn vastgesteld dan gelet op deze criteria nodig is.

Voor het onderwerp rechtsbescherming m.b.t. de aanwijzing en begrenzing van locaties wordt verwezen naar paragraaf 22.3.

5.3 De rol van de aanwijzing of geometrische begrenzing van locaties in relatie tot de regels uit de wet en AMvB’s

De aanwijzing en begrenzing van locaties op basis van de wet, de AMvB’s en deze regeling heeft meerdere doelen, zoals in paragraaf 5.1 is beschreven. Hieronder worden de locaties uit dit hoofdstuk van de regeling gerubriceerd naar de rol die zij spelen in relatie tot de regels uit de wet, de AMvB’s en deze regeling.

Locaties in relatie tot het monitoren van omgevingswaarden Besluit kwaliteit leefomgeving en deze regeling:

• aanwijzing agglomeraties bedoeld in de richtlijn luchtkwaliteit en de richtlijn gevaarlijke stoffen in de lucht;

• aanwijzing zones bedoeld in de richtlijn luchtkwaliteit en de richtlijn gevaarlijke stoffen in de lucht.

Taaktoedeling in de wet en het Omgevingsbesluit:

• geometrische begrenzing oppervlaktewaterlichamen;

• aanwijzing en geometrische begrenzing rijkswateren niet in beheer van het Rijk;

• aanwijzing stroomgebiedsdistricten.

Werkingssfeer instructieregels aan bestuursorganen Besluit kwaliteit leefomgeving en deze regeling:

• geometrische begrenzing grote rivieren (rivierbed, stroomvoerend en bergend deel);

TOELICHTING BIJ ONTWERP OMGEVINGSREGELING - 1 FEBRUARI 2019

49

• geometrische begrenzing reserveringsgebieden grote rivieren (voor de Rijntakken en Maas);

• geometrische begrenzing IJsselmeergebied;

• geometrische begrenzing vrijwaringsgebieden rijksvaarwegen;

• geometrische begrenzing civiele explosieaandachtsgebieden A, B en C;

• geometrische begrenzing militaire explosieaandachtsgebieden A, B en C;

• aanwijzing en geometrische begrenzing reserveringsgebieden autowegen, autosnelwegen en hoofdspoorwegen;

• aanwijzing en geometrische begrenzing reserveringsgebieden en zoekgebieden buisleidingen van nationaal belang;

• geometrische begrenzing aanleggebied Maasvlakte 2 met natuurcompensatie (Project Mainportontwikkeling Rotterdam);

• geometrische begrenzing van recreatie- en natuurgebieden (Project Mainportontwikkeling Rotterdam);

• geometrische begrenzing reserveringsgebied parallelle Kaagbaan;

• geometrische begrenzing locaties voor grootschalige elektriciteitsopwekking van ten minste 500 MW;

• geometrische begrenzing locaties voor kernenergiecentrales;

• geometrische begrenzing zone van 1 kilometer rond een kernenergiecentrale;

• geometrische begrenzing locaties voor een hoogspanningsverbinding van tenminste 220 kV;

• geometrische begrenzing militaire terreinen en terreinen met een militair object;

• geometrische begrenzing van de onveilige gebieden bij militaire schietbanen;

• geometrische begrenzing gebieden waar bouwwerken een militaire zend- en ontvanginstallatie kunnen verstoren;

• geometrische begrenzing militaire laagvliegroutes voor jacht- en transportvliegtuigen;

• geometrische begrenzing gebieden waar bouwwerken het radarbeeld kunnen verstoren;

• geometrische begrenzing gebieden waar windturbines het radarbeeld kunnen verstoren

• geometrische begrenzing De Beemster;

• geometrische begrenzing De Stelling van Amsterdam;

• geometrische begrenzing De Nieuwe Hollandse Waterlinie;

• geometrische begrenzing De Romeinse limes;

• aanwijzing agglomeraties bedoeld in de richtlijn omgevingslawaai;

• geometrische begrenzing kustfundament.

Reikwijdte omgevingsvergunningplichten op grond van het Besluit activiteiten leefomgeving:

• aanwijzing en geometrische begrenzing zeewaartse gebied NAP-min 20 meterdieptelijn;

• geometrische begrenzing rijksvaarwegen.

Voorziene aanwijzingen en begrenzingen via de Invoeringsregeling of aanvullingssporen

Voorzien wordt dat dit hoofdstuk via de Invoeringsregeling Omgevingswet nog wordt aangevuld met andere locaties. Die aanvullingen zijn voor een groot deel afgeleid van aanpassingen aan de Invoeringswet, waardoor het vastleggen van locaties het Invoeringsspoor volgen. Een deel van de locaties is naar de Invoeringsregeling verplaatst vanwege de langere tijd die nodig is om tot de juiste geometrie te komen. De Omgevingsregeling zal in ieder geval nog worden aangevuld met de geometrische begrenzing van meerdere beperkingengebieden, begrenzing van de primaire

waterkeringen, begrenzing van afstanden voor het plaatsgebonden risico en aandachtsgebieden bij het basisnet en de begrenzing van Waddenzee en Waddengebied.

Daarnaast wordt voorzien dat dit hoofdstuk via de aanvullingssporen (zie daarover paragraaf 1.6 van deze toelichting) wordt aangevuld met bijvoorbeeld de aanwijzing en/of geometrische begrenzing van locaties voor:

• herkomst- en toepassingsgebieden mijnsteen (aanvullingsspoor bodem);

• geluidaandachtsgebied (voorheen zonekaart) spoorwegen (aanvullingsspoor geluid);

• geluidaandachtsgebied (voorheen zonekaart) rijkswegen (aanvullingsspoor geluid).

TOELICHTING BIJ ONTWERP OMGEVINGSREGELING - 1 FEBRUARI 2019

50 5.4 Relatie met Digitaal Stelsel Omgevingswet

Bij het vastleggen van de geometrische begrenzingen van locaties is geanticipeerd op de vaststelling van een standaard voor overheidspublicaties in de ministeriële regeling onder de Bekendmakingswet 34. Deze standaard maakt straks ook een gebruiksvriendelijke ontsluiting mogelijk in het Digitaal Stelsel Omgevingswet.

In voorgaande regelgeving gold dat voor diverse onderwerpen gebruik werd gemaakt van een woordelijke beschrijving van een grens (bijvoorbeeld een afstand tot een object) of een (pdf-) kaart als visualisering van deze begrenzing. De precieze begrenzing moest uit een pdf-kaart van die wet, AMvB of regeling gehaald worden. Gezien de gefixeerde schaal, die inzoomen onmogelijk maakte, liet deze werkwijze met pdf-kaarten het nodige te wensen over voor de

gebruiksvriendelijkheid en accuraatheid.

Met de introductie onder de Wet ruimtelijke ordening van Ruimtelijkeplannen.nl is in het verleden een eerste stap gemaakt om het gebruiksgemak te vergroten. De geometrische begrenzing van locaties, zoals opgenomen in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening, werd opgenomen in Ruimtelijkeplannen.nl. Door middel van deze viewer was per ‘ruimtelijk plan’ voor elke locatie zichtbaar welke regels daar golden. Bij de decentrale plannen ging het om de provinciale ruimtelijke verordeningen en de gemeentelijke bestemmingsplannen. Voor elk plan afzonderlijk werd met één prik op de kaart duidelijk welke regels op een locatie golden. De vernieuwing en het voordeel van het nieuwe stelsel ten opzichte van Ruimtelijkeplannen.nl is dat het - door het gebruik van standaarden - mogelijk wordt de kaartlagen van de verschillende ruimtelijke plannen op elkaar te leggen. Met één prik op de kaart worden de locatiespecifieke regels van alle overheden getoond. En op termijn is het ook mogelijk vanuit de locatiespecifieke regels direct bij de locaties uit te komen.

5.5 Wijzigingen

• Meer bij rijksregelgeving aangewezen locaties dan voorheen zijn voorzien van een

geometrische begrenzing. Het betreft hier onder andere de vrijwaringsgebieden bij vaarwegen en de veiligheidszone rond kerncentrales. In het verleden werd daarbij gewerkt met (vaste) afstanden vanaf het object.

• Kaarten die eerder in pdf werden opgenomen zijn nu voorzien van een geometrische begrenzing, zoals de rijkswateren die niet in beheer bij het rijk zijn.

• Door de begrenzing van locaties van een unieke code te voorzien, in de vorm van een geografisch informatieobject, kunnen andere overheden deze begrenzing importeren binnen hun eigen omgevingsdocument.

• Voor meer bij rijksregelgeving aangewezen locaties waarvoor locatiespecifieke regels gelden wordt digitale ontsluiting mogelijk gemaakt. Dit omvat de locaties uit een aantal voorheen geldende besluiten en regelingen, zoals het Besluit en de Regeling algemene regels ruimtelijke ordening (Barro en Rarro) en gebieden uit het Waterbesluit en de Waterregeling. En via het Invoerings- en aanvullingsspoor worden later meer locaties toegevoegd.

5.6 Effecten

In algemene zin geldt voor dit hoofdstuk dat de inzichtelijkheid en het gebruiksgemak van de regelgeving wordt vergroot. Ook bevordert deze regeling de toegankelijkheid omdat alle locaties van het Rijk op één centrale plek en in één vorm worden begrensd. Tenslotte draagt dit hoofdstuk bij aan een goede digitale raadpleegbaarheid van de regelgeving.

• Dit hoofdstuk bundelt bijna alle locaties die op grond van de Omgevingswet worden begrensd.

Deze bundeling vergroot de toegankelijkheid en gebruiksvriendelijkheid van de regelgeving. En verlaagd daarmee bestuurlijke lasten (o.a. onderzoekslasten).

34 PM concrete naam van regeling nog niet bekend.

TOELICHTING BIJ ONTWERP OMGEVINGSREGELING - 1 FEBRUARI 2019

51

• Door de mogelijkheid de grenzen via de unieke informatie object code te importeren binnen de eigen omgevingsdocumenten kunnen de bestuurlijke lasten worden verminderd. Want dan behoeven ze niet zelf de geometrische grenzen te trekken.

• Bij de inwerkingtreding van de Omgevingsregeling wordt voorzien in een digitale koppeling van de locatiespecifieke regels uit de AMvB’s aan de geometrie van de locaties uit deze regeling waardoor een wederzijdse verwijzing mogelijk wordt van regels naar kaart en vanuit de kaart naar de regels. Dit bevordert het gebruiksgemak, de inzichtelijkheid en toegankelijkheid.

• Digitale bekendmaking en beschikbaarstelling conform de STandaard OverheidsPublicaties vergroot de toegankelijkheid en gebruiksvriendelijkheid, zodat bijvoorbeeld initiatiefnemers die in het DSO willen nagaan of een vergunningen of melding nodig is voor de voorgenomen activiteit gebruik kan maken van de precisie van de geometrie van de locaties zoals die met deze regeling zijn vastgesteld.

TOELICHTING BIJ ONTWERP OMGEVINGSREGELING - 1 FEBRUARI 2019

52

6 Beheer van de fysieke leefomgeving: hoofdstuk 3 van de