• No results found

125aanduiding of een gegarandeerde traditionele specialiteit Nederland kent minder van

In document Kansrijk landbouw- en voedselbeleid (pagina 127-129)

gewasbeschermingsmiddelen naar oppervlaktewater te verminderen Verplichte emissiebeperkende maatregelen zijn effectieve maatregelen om de ecolo-

125aanduiding of een gegarandeerde traditionele specialiteit Nederland kent minder van

dergelijke producten dan bijvoorbeeld Italië (ongeveer 340) en Groot-Brittannië (ongeveer 85) (Lelieveldt 2019). In het geval van deze EU-keurmerken verzorgen productorganisa- ties de aanvraag, waardoor het product de beschermde status krijgt. Andere keurmerken kunnen door individuele partijen worden aangevraagd en zijn privaat gecertificeerd. In deze paragraaf beschouwen we bevorderende beleidsinstrumenten waarmee de overheid aanbieders van regionale of streekproducten kan ondersteunen, zoals hulp bij certifi- cering van erkende streekproducten, promotie, startsubsidies of het bij elkaar brengen van partijen.

Werkt het?

Om effecten van deze maatregel in kaart te brengen zijn twee stappen noodzakelijk. De eerste stap is het inzichtelijk maken van kennis over de effecten die regionale of streek- producten kunnen hebben op de leefomgeving, regionale economie of in het sociale domein. Studies zijn vaak beperkt en zeer voorzichtig in hun conclusies. In de literatuur (Gorton & Tragear 2008; Tragear et al. 2007; Wiskerke 2009; Schmitt et al. 2017) wordt gewezen op positieve economische en sociale effecten van streekproducten, zoals werkge- legenheid, verdiencapaciteit, sociale relaties en vitale regio’s. Tegelijkertijd concluderen studies naar het functioneren van certificering van streekproducten (Tragear et al. 2007) dat de kennis over de condities waaronder streekproducten tot sociaaleconomische en leefomgevingseffecten leiden beperkt is, ondanks de populariteit ervan. Concluderend is het daarom aannemelijk dat streekproducten de verdiencapaciteit vergroten en de regio- nale economie versterken.

Wat betreft de effecten op de leefomgeving verwerpen Born & Purcell (2006) het idee dat een lokale schaal ten opzichte van een hogere schaal duurzaamheidsvoordelen zou opleveren. Sukkel en Vijn (2015) vergeleken een regionaal en gangbaar voedselsysteem in Nederland en wijzen voornamelijk op de verminderde broeikasgassen die met transport samenhangen (bijvoorbeeld ook Pretty et al. 2005). Transport neemt echter een beperkt deel van de leefomgevingseffecten van voedselconsumptie voor zijn rekening en schaal- voordelen kunnen ook eco-efficiëntie in de productie opleveren (PBL 2019b). Schmitt et al. (2017) concluderen dat lokale producten minder scoren op de indicator klimaat, maar juist beter op indicatoren als landschap en biodiversiteit. Samenvattend kan gesteld worden dat er geen wetenschappelijke consensus is dat het stimuleren van streekproducten posi- tieve effecten heeft op duurzaamheid en leefomgeving.

De tweede stap betreft kennis over het effect van de ingezette beleidsinstrumenten op de markt voor regionale of streekproducten. Gorton & Tragear (2008) stellen in een evaluatie van Brits beleid vast dat individuele bedrijven sterk profiteerden van beleidsmaatrege- len, maar dat effecten van beleid op alternatieve productieketens twijfelachtig waren. De meeste beleidsinstrumenten beogen het aanbod van regionale of streekproducten te ver- groten, hoewel promotiecampagnes zich op afzetbevordering in binnen- en/of buitenland richten. Belangrijke voorwaarde voor het slagen van dergelijke initiatieven is het onder- nemerschap van de initiatiefnemers (Voort et al. 2011). Anderzijds is de marktvraag naar

Kansrijk landbouw- en voedselbeleid 126

en betalingsbereidheid bij consumenten voor onderscheidende producten in binnen- en buitenland een voorwaarde, terwijl de markt voor nicheproducten beperkt lijkt te groeien (PBL 2018b). Voor regionale of streekproducten is een hogere prijs noodzakelijk, door de veelal hogere kostprijs ten opzichte van gangbare productiesystemen die (meer) schaal- voordelen kennen en op kostenefficiëntie zijn geoptimaliseerd (Schmitt 2019; Farjon et al. 2018; Voort et al. 2011; Wiskerke 2009). Onderscheidend vermogen in de beperkte markt voor dergelijke producten is van belang voor ondernemers om een extra prijspremie voor hun product te realiseren. McCluskey & Loureiro (2003) concluderen dat het imago van een hoge kwaliteit de belangrijkste factor is voor betalingsbereidheid van producten.

Gegeven de omvang van de markt voor nicheproducten is het twijfelachtig of beleidsin- strumenten die louter het aanbod van regionale of streekproducten stimuleren effectief zijn. Een alternatief beleidsinstrument is het stimuleren van de vraag via het inkoopbeleid van overheden en semipublieke instellingen als ziekenhuizen, scholen, enzovoort (bij- voorbeeld Wiskerke 2009). De Algemene Rekenkamer (2017) wijst op een groot potentieel, maar stelt vast dat het niet altijd duidelijk is in hoeverre het Rijk op die manier inkoopt en welke criteria voor verantwoord inkopen het hanteert.

Past het?

De beleidsinstrumenten om aanbieders van regionale of streekproducten te stimuleren vergt geen grote wijzigingen in de uitvoeringscapaciteit. Zo bestaan er nationaal en regi- onaal opstartsubsidies en worden producentenorganisaties ondersteund in het opstellen van productie- en afzetprogramma’s. Het aanvragen van de beschermde status als streek- product via een beschermde oorsprongsbenaming, beschermde geografische aanduiding of een gegarandeerde traditionele specialiteit, is al administratief belegd. Momenteel bestaat er een adviescommissie geografische aanduidingen, waarvoor RVO het secre- tariaat verzorgt. Een aanvraag is gratis. Versterkte inzet van de instrumenten vraagt waarschijnlijk extra middelen en uitvoeringscapaciteit van de overheid. Ook is een aan- zienlijke organisatiegraad van ondernemers in producentenorganisaties van belang om EU-keurmerken succesvol aan te vragen. Voor overige regionale en streekproducten ligt het voor de hand dat de certificering van producten door private partijen wordt verzorgd, zoals dat ook voor verschillende keurmerken het geval is (PBL 2018b; 2019b).

Mag het?

De Europese Unie kent regelgeving om streekproducten (landbouwproducten of levens- middelen) te beschermen als gegarandeerd traditionele specialiteit, beschermde oorsprongsbenaming of als beschermde geografische aanduiding. Indien productorga- nisaties vervolgens ook gezamenlijke afspraken zouden willen maken over de afzet van (streek)producten spelen mededingingsregels een rol. Een juridische studie van Litjens (2018) geeft aan dat producentenorganisaties afspraken zouden mogen maken over prijzen en hoeveelheden op basis van de Europese Gemeenschappelijke Markt Ordening, en daar- mee buiten het kartelverbod van de EU zouden kunnen vallen. Dat creëert volgens Litjens (2018) ruimte voor samenwerking mits noodzakelijk voor de gezamenlijke doelen, maar zij

4 Analyse van beleidsmaatregelen

127

In document Kansrijk landbouw- en voedselbeleid (pagina 127-129)

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN