1. INTRODUCTIE IN DE KOOLSTOFCHEMIE
10.5 A ROMATEN
Aromaten zijn cycloverbindingen met een karakteristieke geur. De meeste aromaten hebben een structuur die gebaseerd is op benzeen. De systematische naam van benzeen is cyclohexa-1,3,5-trieen. Deze naam wordt vrijwel nooit gebruikt. De naam benzeen is zo ingeburgerd dat deze naam ook door de IUPAC wordt toegelaten.
Benzeen
Benzeen ofwel cyclohexa-1,3,5-trieen ziet er dus als volgt uit:
We zien dat enkele bindingen en dubbele bindingen elkaar in dit molecuul afwisselen. Later zullen we hiervan de bijzondere betekenis leren.
De chemicus Kekulé heeft benzeen uitermate nauwkeurig bestudeerd. Hij merkte dat je twee uiterste structuren kon vaststellen. Later heeft men dit de Kekulé-structuren genoemd. Dit zijn:
Structuur 1 Structuur 2
Het bleek dat alle bindingen tussen de koolstofatomen gelijkwaardig waren en dat de elektronen van de dubbele bindingen zich over alle koolstof-koolstof bindingen
uitstrekte. De werkelijke structuur zit dus tussen structuur 1 en structuur 2 in. Men vond daarom de volgende notatiewijze voor benzeen:
10.5.2 Monogesubstitueerde derivaten van benzeen
Als één van de waterstofatomen vervangen wordt door een ander atoom of
atoomgroep spreken we van een mono gesubstitueerd derivaat. Derivaat wil zeggen
“afgeleide van”, hier dus van benzeen. Bij monogesubstitueerde derivaten van CHCH
// \\
CH CH \ / CH=CH
CHCH // \\
CH CH \ / CH=CH
CHCH / \ CH CH \\ //
CHCH
de zijketen een dubbele / drievoudige binding of een functionele groep voorkomt.
Dan wordt benzeen als een zijgroep met fenyl weergegeven.
In onderstaande tabel staan een aantal veel voorkomende monogesubstitueerde derivaten van benzeen. Buiten de systematische naam (met als uitgang benzeen) zijn de in de praktijk meest gebruikte triviale namen weergegeven. Je behoort zowel de systematische namen als de triviale namen te kennen. Bij de aromaten worden ook een aantal verbindingen met een functionele groep weergegeven.
Systematische naam Triviale naam Projectieformule Chloorbenzeen
Broombenzeen Joodbenzeen
Methylbenzeen Tolueen
Hydroxybenzeen Fenol
Isopropylbenzeen Cumeen
Fenyletheen Styreen
Nitrobenzeen
Benzeensulfonzuur
Aminobenzeen Aniline
Fenylmethanal Benzaldehyde
Fenylmethaanzuur Benzoëzuur
O OH
Cl
Br
I
CH3
OH
CH3
CH
CH3
CH=CH2
NO2
SO3H
NH2
CH=O
10.5.3 Digesubstitueerde derivaten van benzeen
Als twee waterstofatomen van benzeen vervangen worden door twee andere, al dan niet verschillende, atomen of atoomgroepen spreekt men van digesubstitueerde producten. Voor digesubstitueerde producten zijn er steeds drie mogelijkheden wat betreft de plaatsen waar de atomen of atoomgroepen zich aan de benzeenring bevinden:
1- en 2-plaats we spreken dan van ortho en gebruiken deze term ook in de naamgeving(1,2-dichloorbenzeen wordt genoemd ortho-dichloorbenzeen ( o-dichloorbenzeen)
1- en 3-plaats we spreken dan van meta
1- en 4-plaats we spreken dan van para
In onderstaande tabel zijn enkele veel voorkomende digesubstitueerde producten van benzeen weergegeven. Je behoort zowel de systematische als de triviale naam te kennen.
Systematische naam Triviale naam Projectieformule
4-nitrobenzoëzuur p-nitrobenzoëzuur
1,4-dihydroxybenzeen p-hydroxybenzeen hydrochinon
1,2-dimethylbenzeen o-xyleen 1,3-dimethylbenzeen m-xyleen
1,4-dimethylbenzeen p-xyleen
2-methylfenol o-kresol
3-methylfenol m-kresol
4-methylfenol p-kresol
1,2-benzeendicarbonzuur o-benzeendicarbonzuur =
o-ftaalzuur
2-hydroxybenzeencarbonzuur o-hydroxybenzeencarbonzuur =
salicylzuur
HO OH
H3C CH3
CH3
CH3
CH3
OH
COOH COOH
OH COOH
HO CH3
CH3
OH CH3
CH3
O2N COOH
10.5.4 Meervoudig gesubstitueerde derivaten van benzeen
Als meer dan twee waterstofatomen vervangen zijn door andere atomen of atoomgroepen, dan wordt dit aangegeven door de nummering.
Voorbeelden
1,3,5-trichloorbenzeen
2-broom-4-nitrofenol
2,6-dinitrotolueen
10.6 Overzicht
Koolwaterstoffen met ringverbinding
verzadigd cycloalkanen
onverzadigd
één dubbele binding cycloalkeen
twee dubbele bindingen cycloalkadieen
drie dubbele bindingen cycloalkatrieen
“bijzonder”; dubbele bindingen om en om aromaten
naamgeving cycloverbindingen
stamnaam
aantal koolstofatomen in ring
aantal dubbele bindingen; nummering dubbele bindingen zo laag mogelijk
indien nummering nog niet vastligt, nummering zijgroepen zo laag mogelijk
Cl Cl
Cl
O2N Br
OH
NO2 NO2
CH3
10.7 Nieuwe begrippen
cyclo voorvoegsel dat aangeeft dat een ringvormige structuur aanwezig is in het molecuul
aromaat verbindingen die afgeleid zijn van benzeen
benzeen Cyclohexa-1,3,5-trieen; de dubbele bindingen zitten om en om en de elektronen zijn over de gehele ring gelijkmatig uitgesmeerd
Kekulé chemicus die de structuur van benzeen vaststelde derivaat afgeleide verbinding
gesubstitueerde verbinding
een verbinding waarbij een waterstofatoom vervangen is door een atoom of een atoomgroep
ortho voorvoegsel dat aangeeft dat de substitutie aan de
benzeenring op de plaatsen 1 en 2 heeft plaatsgevonden meta voorvoegsel dat aangeeft dat de substitutie aan de
benzeenring op de plaatsen 1 en 3 heeft plaatsgevonden para voorvoegsel dat aangeeft dat de substitutie aan de
benzeenring op de plaatsen 1 en 4 heeft plaatsgevonden
10.8 Samenvatting
Bij ringvormige verbindingen van koolstof en waterstof worden de namen vooraf gegaan door het voorvoegsel cyclo.
Bij zijgroepen in onverzadigde ringverbindingen wordt de nummering in de ring zo gekozen dat de groepen een zo laag mogelijk nummer krijgen.
Bij een dubbele binding in een ringverbinding wordt de nummering zo gekozen dat de biding een zo laag mogelijk nummer krijgt. Levert dit geen uitsluitsel, dan bepalen de zijgroepen de nummering. Overigens wordt dezelfde systematiek gevolgd als bij de niet-cyclo (alifatische) verbindingen.
De ringverbindingen die om en om een dubbele binding hebben door de gehele ring noemen we aromaten. De bindingen zijn over de gehele ring gelijk uitgesmeerd. Een voorbeeld van een aromaat is benzeen. De meeste aromaten zijn afgeleiden
(derivaten) van benzeen. Afgeleiden van benzeen kunnen mono-, di- of meervoudig gesubstitueerd zijn.
10.9 Opgaven
1. Geef de systematische namen van:
a. CH2CH2
\
CH2 CHCH2CH2CH3
\ / CH2CH2
b. CH3CHCH2CH2CHCH2CH2CH2CH3
BrCHCH2CH2CH c. CH2CH2CHBr
CH2C=CCHCl
I CH3
d. CH2CH=CHCH2
BrCHCH2CHCHCl
e. CH3CH2CHCH2CH2CHCl
CH3CH2CHCH2CH2CHBr
2. Geef de projectieformules en verbeter eventueel de namen van:
a. 1-broom-2-ethylcyclopentaan
b. 2-ethyl-5-methyl-3-propylcyclohexa-1,4-dieen c. 2-methylcyclodeca-1,4,8-trieen
3. Geef de systematische en de triviale namen van:
a.
b.
c.
d.
e.
Cl
NO2
COOH
OH
CH3
4. Geef de projectieformules en de systematische namen van:
a. benzaldehyde b. aniline
c. broombenzeen d. styreen
e. cumeen
5. Geef de systematische en de triviale namen van:
a.
b.
c.
d.
e.
6. Geef de projectieformules en de systematische namen van:
a. m-xyleen b. o-ftaalzuur
c. 2-hydroxybenzeencarbonzuur
H3C CH3
H3C OH
H3C
CH3
H3C OH
HOOC COOH
11 Isomerie 11.1 Inleiding
Isomerie is het verschijnsel dat moleculen dezelfde brutoformule, maar een andere projectieformule hebben. Men heeft verschillende vormen van isomerie
vertakkingsisomerie
plaatsingsisomerie
type-isomerie
stereo-isomerie
We zullen in dit hoofdstuk al deze vormen van isomerie bespreken.
11.2 Leerdoelen
Na bestudering van dit hoofdstuk kun je
uitleggen wat onder isomerie verstaan wordt
uitleggen wat onder vertakkingsisomerie wordt verstaan
uitleggen wat onder plaatsingsisomerie wordt verstaan
uitleggen wat onder type-isomerie wordt verstaan
uitleggen wat onder stereo-isomerie wordt verstaan
uitleggen wat onder geometrische isomerie wordt verstaan
uitleggen wat onder optische isomerie wordt verstaan
bij een gegeven brutoformule alle isomeren (van verschillende typen) opschrijven
uitgaande van de projectieformule van een geometrisch isomeer de systematische naam opstellen
uitgaande van de systematische naam van een geometrisch isomeer de projectieformule van het molecuul tekenen
cis / trans notatie kunnen vertalen naar de officiële aanduidingen van geometrische isomerie
cis / trans notatie kunnen toepassen bij de naamgeving
uitleggen wat verstaan wordt onder gepolariseerd licht
uitleggen wat onder een asymmetrisch koolstofatoom wordt verstaan
uitleggen wat onder een chiraal centrum wordt verstaan
uitleggen wat onder enantiomeren wordt verstaan
uitleggen wat onder spiegelbeeldisomeren wordt verstaan
uitgaande van de projectieformule van een optisch isomeer de systematische naam opstellen
uitgaande van de systematische naam van een optisch isomeer de projectieformule van het molecuul tekenen
D / L terminologie kunnen toepassen voor suikers en aminozuren